Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Maria “bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Zij wikkelde Hem in doeken en legde Hem neer in een kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg” . In deze eenvoudige maar duidelijke bewoordingen, brengt Lucas ons binnen in het hart van deze heilige nacht: Maria brengt aan het licht (ter wereld), Maria geeft ons het Licht. Een eenvoudig verhaal om ons onder te dompelen in de gebeurtenis die onze geschiedenis voor altijd verandert. Alles werd in deze nacht, bron van hoop.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Gaan wij enkele verzen terug. Door een besluit van de keizer, zien Maria en Jozef zich verplicht te vertrekken. Zij moesten hun verwanten, hun huis en streek verlaten en zich op weg begeven voor de telling. Een alles behalve gerieflijk noch gemakkelijk traject voor een jong koppel dat op het punt staat een kind te krijgen: zij waren verplicht hun streek te verlaten. In hun hart waren zij vol hoop en toekomst omwille van het kind dat gaat geboren worden; maar hun stappen werden bezwaard door de onzekerheid en gevaren die eigen zijn aan wie zijn huis moet verlaten.
Daarna werden zij geconfronteerd met wat misschien nog het moeilijkste is: aankomen in Bethlehem en de ervaring opdoen dat men daar niet verwacht wordt, een streek waar voor hen geen plaats is.
En juist daar, in deze situatie, in die uitdaging, geeft Maria ons de Emmanuël. De Zoon van God moest geboren worden in een stal omdat de Zijnen voor Hem geen plaats hadden. “Hij kwam in het zijne, maar de zijnen aanvaardden Hem niet” . En daar … in het donker van een stad die ruimte noch plaats heeft voor de vreemdeling die van ver komt, in het donker van een stad in volle beweging en die in dit geval, de anderen liever de rug lijkt toe te keren, precies daar, wordt de revolutionaire vonk van Gods tederheid ontstoken. In Bethlehem wordt een kleine bres geslagen voor wie hun grond, vaderland en dromen verloren hebben, zelfs voor wie bezweken zijn voor de verstikking van een gesloten leven.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
In de voetstappen van Jozef en Maria zijn vele stappen verborgen. Wij zien het spoor van hele gezinnen die zich vandaag verplicht zien te vertrekken. Wij zien het spoor van miljoenen mensen die er niet voor kiezen weg te gaan maar verplicht worden afscheid te nemen van hun verwanten, die uit hun land gezet worden. In vele gevallen is dit vertrek met hoop en toekomst geladen; in vele andere, heeft dit vertrek slechts één naam: overleven. Om de Herodessen van nu te overleven, die geen probleem hebben met het vergieten van onschuldig bloed, als zij zo hun macht kunnen opleggen en hun rijkdom vergroten.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Maria en Jozef, voor wie geen plaats was, zijn de eersten om Degene te omhelzen die ons allen het attest van burgerschap komt geven. Hij die in Zijn armoede en kleinheid, aan het licht brengt en manifesteert dat ware macht en authentieke vrijheid in hen zijn die met de kwetsbaarheid van de zwakste rekening houden en eraan verhelpen.
In deze nacht wordt Degene die geen plaats had om geboren te worden, aangekondigd aan degenen die geen plaats hadden aan de tafels en in de straten van de stad. De herders zijn de eerste bestemmelingen van deze Blijde Boodschap. Door hun werk waren het mannen en vrouwen die aan de rand van de samenleving moesten leven. Hun levensomstandigheden, de plaatsen waar zij verplicht waren te verblijven, beletten hen alle voorschriften te onderhouden van de godsdienstige zuiveringsrituelen en bijgevolg werden zij als onrein beschouwd. Hun huid, kleding, geur, hun manier van spreken, hun afkomst verraadden hen. Alles in hen wekte wantrouwen. Het waren mannen en vrouwen van wie men op afstand moest blijven, van wie men bang moest zijn; men beschouwde hen als heidenen onder de gelovigen, als ondaars onder de rechtvaardigen, als vreemden onder de burgers. Tot hen – heidenen, zondaars en vreemdelingen – zegt de engel: “Vreest niet, want zie, ik verkondig u een vreugdevolle boodschap die bestemd is voor heel het volk. Heden is u een Redder geboren, Christus de Heer, in de stad van David” .
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Deze vreugde mogen wij in deze nacht delen, plechtig gedenken en verkondigen. De vreugde waarmee God ons in Zijn oneindige barmhartigheid omhelsd heeft, ons heidenen, zondaars en vreemdelingen, en ons uitnodigt hetzelfde te doen. Het geloof van deze nacht brengt ons ertoe God te erkennen die aanwezig is in alle situaties waarin wij denken dat Hij afwezig is. Hij is in de ongelegen gast, dikwijls onherkenbaar, die in onze steden wandelt, onze wijken, die onze autobus neemt, aan onze deur klopt.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
En datzelfde geloof spoort ons aan plaats te maken voor een nieuwe sociale creativiteit, niet bang te zijn om nieuwe vormen van relaties aan te knopen waarin niemand mag voelen dat er voor hem geen plaats is op deze aarde. Kerstmis, is de tijd om de kracht van de angst om te buigen in de kracht van de naastenliefde, in de kracht van een nieuwe creativiteit van de naastenliefde. Naastenliefde die niet went aan ongerechtigheid alsof dat iets natuurlijk zou zijn, maar die de moed heeft te midden van spanningen en conflicten, “huis van het brood” te zijn, een gastvrij gebied. De heilige Johannes Paulus II herinnerde ons eraan. “Wees niet bang! Open, open wijd de poorten voor Christus!”
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
In het Kind van Bethlehem komt God ons tegemoet om ons tot protagonisten te maken van het leven dat ons omringt. Het Kind geeft zich opdat wij Het in de armen zouden nemen, opheffen en omhelzen. Opdat wij in Hem niet bang zouden zijn om wie dorst heeft, wie een vreemdeling is, wie naakt is, ziek, gevangen, in de armen te nemen, op te heffen en te omhelzen. “Wees niet bang! Open, open wijd de poorten voor Christus!” In dit Kind, nodigt God ons uit ervoor te zorgen dat er hoop is. Hij nodigt ons uit als wachten te zijn voor de vele mensen die bezweken onder het gewicht van de wanhoop die ontstaat door het feit vele deuren gesloten te vinden. In dit Kind, maakt God ons tot protagonisten van Zijn gastvrijheid.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Ontroerd door de vreugde van het geven, vragen wij U, Kind van Bethlehem, mogen Uw tranen ons wekken uit onze onverschilligheid, onze ogen openen voor wie lijdt. Moge Uw tederheid onze gevoeligheid wekken en maken dat wij ons uitgenodigd weten U te erkennen in iedereen die in onze steden aankomt, in onze geschiedenis, in ons leven. Mochten wij ons door Uw revolutionaire tederheid uitgenodigd voelen ervoor te zorgen dat er hoop is en tederheid.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/6764-maria-brengt-ter-wereld-maria-brengt-licht-nl