Relieken van de Kerk: authenticiteit en bewaring
x
Informatie over dit document
"Le reliquie nella Chiesa: Autenticità e Conservazione"
Relieken van de Kerk: authenticiteit en bewaring
Angelo Kard. Amato s.d.b.
Congregatie voor de Zalig- en Heiligverklaringen
8 december 2017
Curie - Instructie
2020, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk / Nederlandse Bisschoppenconferentie
Vert. vanuit Engelstalige versie
Aan deze versie kunnen geen rechten ontleend worden
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Aan deze versie kunnen geen rechten ontleend worden
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
augustus 2020
dhr. W. van Winden
30 juni 2022
6760
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- === Inleiding
Relieken hebben in de Kerk altijd bijzondere verering en aandacht gekregen omdat het lichaam van de Zaligen en van de Heiligen, bestemd voor de wederopstanding, op aarde de levende tempel van de Heilige Geest is geweest en het instrument van hun heiligheid, erkend door de Heilige Stoel door zaligverklaring en heiligverklaring. "De heiligen worden overeenkomstig de traditie in de Kerk vereerd, en hun authentieke relieken en hun beelden staan in ere." [[570|111]] De relieken van de Zaligen en de Heiligen mogen niet worden tentoongesteld ter verering door de gelovigen zonder een correct certificaat van het kerkelijk gezag dat hun echtheid garandeert.
Het lichaam van de Zaligen en van de Heiligen of opmerkelijke delen van de lichamen zelf of het totaal van de as die door hun crematie is verkregen worden volgens de traditie beschouwd als belangrijke relieken. Diocesane bisschoppen, eparchen, diegene die aan hen volgens de wet gelijkwaardig zijn en de Congregatie voor de Zalig- en Heiligverklaringen [d:109] behouden voor deze relieken speciale zorg en waakzaamheid voor om hun behoud en verering te waarborgen en misbruik te vermijden. Zij worden daarom bewaard in deugdelijk verzegelde urnen op plaatsen die hun veiligheid garanderen, hun heiligheid respecteren en hun verering aanmoedigen.
Kleine fragmenten van het lichaam van Zaligen en Heiligen zowel als objecten die in direct contact met hun persoon zijn geweest, worden beschouwd als niet-belangrijke relieken. Zij moeten zo mogelijk in verzegelde kisten worden bewaard. Zij worden echter bewaard en vereerd in een religieuze geest, waarbij allerlei bijgeloof en illegale handel worden vermeden.
Een vergelijkbare discipline wordt ook toegepast op de stoffelijke resten (exuviae) van de Dienaren van God en de Eerbiedwaardigen, wier processen van zaligverklaring en heiligverklaring in uitvoering zijn. Totdat zij verheven zijn tot de eer der altaren door zalig- of heiligverklaring, kunnen hun stoffelijke resten noch enige openbare verering, noch die privileges genieten die voorbehouden zijn aan het lichaam van iemand die heilig of zalig verklaard is.
De voorliggende Instructie vervangt de Appendix [6781] van de Instructie Sanctorum Mater [2178] en is gericht aan de diocesane bisschoppen, eparchen en hen die dezen volgens de wet gelijkwaardig zijn, zowel als aan hen die deelnemen in de procedures met betrekking tot de relieken van Zaligen en Heiligen en de stoffelijke resten van dienaren van God en Eerbiedwaardigen, om de toepassing van wat is vereist in een dergelijk speciaal geval te faciliteren.
In deze Instructie wordt de canonieke procedure gepresenteerd die gevolgd moet worden om de authenticiteit van relieken en stoffelijke resten te verifiëren, hun behoud te waarborgen en de verering van relieken te bevorderen middels de mogelijke specifieke procedures: canonieke erkenning, extractie van fragmenten en creatie van relieken, overbrengen van de urn en vervreemding van relieken. Tevens worden de eisen voor het verkrijgen van de toestemming van de Congregatie voor de Zalig- en Heiligverklaringen [d:109] om dergelijke procedures uit te voeren en de procedure die gevolgd moet worden bij de pelgrimage van relieken besproken.
Het lichaam van de Zaligen en van de Heiligen of opmerkelijke delen van de lichamen zelf of het totaal van de as die door hun crematie is verkregen worden volgens de traditie beschouwd als belangrijke relieken. Diocesane bisschoppen, eparchen, diegene die aan hen volgens de wet gelijkwaardig zijn en de Congregatie voor de Zalig- en Heiligverklaringen [d:109] behouden voor deze relieken speciale zorg en waakzaamheid voor om hun behoud en verering te waarborgen en misbruik te vermijden. Zij worden daarom bewaard in deugdelijk verzegelde urnen op plaatsen die hun veiligheid garanderen, hun heiligheid respecteren en hun verering aanmoedigen.
Kleine fragmenten van het lichaam van Zaligen en Heiligen zowel als objecten die in direct contact met hun persoon zijn geweest, worden beschouwd als niet-belangrijke relieken. Zij moeten zo mogelijk in verzegelde kisten worden bewaard. Zij worden echter bewaard en vereerd in een religieuze geest, waarbij allerlei bijgeloof en illegale handel worden vermeden.
Een vergelijkbare discipline wordt ook toegepast op de stoffelijke resten (exuviae) van de Dienaren van God en de Eerbiedwaardigen, wier processen van zaligverklaring en heiligverklaring in uitvoering zijn. Totdat zij verheven zijn tot de eer der altaren door zalig- of heiligverklaring, kunnen hun stoffelijke resten noch enige openbare verering, noch die privileges genieten die voorbehouden zijn aan het lichaam van iemand die heilig of zalig verklaard is.
De voorliggende Instructie vervangt de Appendix [6781] van de Instructie Sanctorum Mater [2178] en is gericht aan de diocesane bisschoppen, eparchen en hen die dezen volgens de wet gelijkwaardig zijn, zowel als aan hen die deelnemen in de procedures met betrekking tot de relieken van Zaligen en Heiligen en de stoffelijke resten van dienaren van God en Eerbiedwaardigen, om de toepassing van wat is vereist in een dergelijk speciaal geval te faciliteren.
In deze Instructie wordt de canonieke procedure gepresenteerd die gevolgd moet worden om de authenticiteit van relieken en stoffelijke resten te verifiëren, hun behoud te waarborgen en de verering van relieken te bevorderen middels de mogelijke specifieke procedures: canonieke erkenning, extractie van fragmenten en creatie van relieken, overbrengen van de urn en vervreemding van relieken. Tevens worden de eisen voor het verkrijgen van de toestemming van de Congregatie voor de Zalig- en Heiligverklaringen [d:109] om dergelijke procedures uit te voeren en de procedure die gevolgd moet worden bij de pelgrimage van relieken besproken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL I Verzoek tot instemming van de de Congregatie voor de Heilig- en Zaligsprekingsprocessen (Art. 1-5)
1
Art. 1
Degene die bevoegd is alle mogelijke procedures met betrekking tot relieken of stoffelijke resten uit te voeren is de Bisschop van het diocees of van de eparchie waar zij bewaard worden, mits hij van te voren de toestemming van de Congregatie voor de Zalig- en Heiligverklaringen [d:109] heeft verkregen.
Degene die bevoegd is alle mogelijke procedures met betrekking tot relieken of stoffelijke resten uit te voeren is de Bisschop van het diocees of van de eparchie waar zij bewaard worden, mits hij van te voren de toestemming van de Congregatie voor de Zalig- en Heiligverklaringen [d:109] heeft verkregen.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
3
27
34
3
27
34
Art. 2
§ 1. Voordat enige handeling met betrekking tot relieken of stoffelijke resten wordt ondernomen, moet alles wat is voorgeschreven door de plaatselijke burgerlijk wetgeving in acht worden genomen en de toestemming van de erfgenaam moet zijn verkregen, conform dergelijke wetgeving.
§ 2. Voorafgaand aan de Zaligverklaring van een Eerbiedwaardige Dienaar van God, moet de erfgenaam worden uitgenodigd door de bevoegde Bisschop om de stoffelijke resten aan de Kerk te doneren middels een juridisch instrument dat erkend wordt door het burgerlijk en kerkelijk gezag, zodat hun behoud gewaarborgd kan worden.
§ 1. Voordat enige handeling met betrekking tot relieken of stoffelijke resten wordt ondernomen, moet alles wat is voorgeschreven door de plaatselijke burgerlijk wetgeving in acht worden genomen en de toestemming van de erfgenaam moet zijn verkregen, conform dergelijke wetgeving.
§ 2. Voorafgaand aan de Zaligverklaring van een Eerbiedwaardige Dienaar van God, moet de erfgenaam worden uitgenodigd door de bevoegde Bisschop om de stoffelijke resten aan de Kerk te doneren middels een juridisch instrument dat erkend wordt door het burgerlijk en kerkelijk gezag, zodat hun behoud gewaarborgd kan worden.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
5
21
5
21
Art. 3
§ 1. De bevoegde Bisschop dient het schriftelijk verzoek, waarmee hij toestemming vraagt van het Dicasterie [d:109] voor de procedures die hij van plan is uit te voeren, in bij de Prefect van de Congregatie voor de Zalig- en Heiligverklaringen [d:109].
§ 2. In dit verzoek dient de Bisschop de precieze locatie aan te geven waar de relieken of stoffelijke resten worden bewaard (stad, naam van de kerk, kapel, openbare of particuliere begraafplaats, enz.) en te bevestigen dat aan het voorschrift van Art. 2, § 1 [al:2] van de voorliggende Instructie reeds daadwerkelijk is voldaan.
§ 1. De bevoegde Bisschop dient het schriftelijk verzoek, waarmee hij toestemming vraagt van het Dicasterie [d:109] voor de procedures die hij van plan is uit te voeren, in bij de Prefect van de Congregatie voor de Zalig- en Heiligverklaringen [d:109].
§ 2. In dit verzoek dient de Bisschop de precieze locatie aan te geven waar de relieken of stoffelijke resten worden bewaard (stad, naam van de kerk, kapel, openbare of particuliere begraafplaats, enz.) en te bevestigen dat aan het voorschrift van Art. 2, § 1 [al:2] van de voorliggende Instructie reeds daadwerkelijk is voldaan.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Art. 4
§ 1. Indien de Bisschop beoogt de overbrenging uit te voeren (dat wil zeggen, de permanente overdracht) binnen de grenzen van hetzelfde bisdom of eparchie, dan dient hij de plaats van de nieuwe locatie (stad, naam van de kerk, kapel, publieke of particuliere begraafplaats) van de relieken of de stoffelijke resten aan de Congregatie [d:109] aan te geven, onder toevoeging van dit plan.
§ 2. In geval van overdracht naar een ander bisdom of eparchie, dient de Bisschop, tezamen met het plan van de nieuwe locatie van de relieken of stoffelijke resten (stad, naam van de kerk, kapel, openbare of particuliere begraafplaats), de schriftelijke toestemming van de Bisschop die hen zal ontvangen te zenden aan de Congregatie [d:109].
§ 1. Indien de Bisschop beoogt de overbrenging uit te voeren (dat wil zeggen, de permanente overdracht) binnen de grenzen van hetzelfde bisdom of eparchie, dan dient hij de plaats van de nieuwe locatie (stad, naam van de kerk, kapel, publieke of particuliere begraafplaats) van de relieken of de stoffelijke resten aan de Congregatie [d:109] aan te geven, onder toevoeging van dit plan.
§ 2. In geval van overdracht naar een ander bisdom of eparchie, dient de Bisschop, tezamen met het plan van de nieuwe locatie van de relieken of stoffelijke resten (stad, naam van de kerk, kapel, openbare of particuliere begraafplaats), de schriftelijke toestemming van de Bisschop die hen zal ontvangen te zenden aan de Congregatie [d:109].
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
31
31
Art. 5
§ 1. Indien de relieken of de stoffelijke resten moeten worden vervreemd (dat wil zeggen, permanente overdracht van eigendom) binnen de grenzen van hetzelfde bisdom of eparchie, dient de bevoegde Bisschop een kopie van de schriftelijke toestemming van de vervreemdende partij en van de toekomstige eigenaar te sturen aan de Congregatie [d:109], tezamen met het verzoek genoemd in Art. 3, § 1 [al:3] van de voorliggende Instructie.
§ 2. Indien de relieken of de stoffelijke resten moeten worden vervreemd naar een ander bisdom of eparchie, dient de bevoegde Bisschop de Congregatie [d:109] een kopie te sturen van het geschreven verzoek van de Bisschop die hen zal ontvangen, van de geschreven toestemming van de vervreemdende partij en van de toekomstige eigenaar, en tevens het project van de nieuwe locatie, tezamen met het verzoek genoemd in Art. 3, § 1 [al:3] van de voorliggende Instructie.
§ 3. Tot de vervreemding van belangrijke relieken, iconen en kostbare beelden van de Oosterse Kerken zijn zowel de Congregatie voor de Zalig- en Heiligverklaringen [d:109] als de Patriarch met de toestemming van de permanente Synode bevoegd. vgl: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium [[[574|(887.888)]]]
§ 4. Indien de relieken van een Zalige of van een Heilige in pelgrimage moeten worden gebracht (dat wil zeggen, tijdelijk overgebracht) naar andere bisdommen of eparchieën, moet de Bisschop schriftelijke toestemming verkrijgen van elke Bisschop die hen zal ontvangen en een kopie van de toestemming naar de Congregatie [d:109] zenden, samen met het verzoek genoemd in Art. 3, § 1 [al:3] van de voorliggende Instructie.
§ 1. Indien de relieken of de stoffelijke resten moeten worden vervreemd (dat wil zeggen, permanente overdracht van eigendom) binnen de grenzen van hetzelfde bisdom of eparchie, dient de bevoegde Bisschop een kopie van de schriftelijke toestemming van de vervreemdende partij en van de toekomstige eigenaar te sturen aan de Congregatie [d:109], tezamen met het verzoek genoemd in Art. 3, § 1 [al:3] van de voorliggende Instructie.
§ 2. Indien de relieken of de stoffelijke resten moeten worden vervreemd naar een ander bisdom of eparchie, dient de bevoegde Bisschop de Congregatie [d:109] een kopie te sturen van het geschreven verzoek van de Bisschop die hen zal ontvangen, van de geschreven toestemming van de vervreemdende partij en van de toekomstige eigenaar, en tevens het project van de nieuwe locatie, tezamen met het verzoek genoemd in Art. 3, § 1 [al:3] van de voorliggende Instructie.
§ 3. Tot de vervreemding van belangrijke relieken, iconen en kostbare beelden van de Oosterse Kerken zijn zowel de Congregatie voor de Zalig- en Heiligverklaringen [d:109] als de Patriarch met de toestemming van de permanente Synode bevoegd. vgl: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium [[[574|(887.888)]]]
§ 4. Indien de relieken van een Zalige of van een Heilige in pelgrimage moeten worden gebracht (dat wil zeggen, tijdelijk overgebracht) naar andere bisdommen of eparchieën, moet de Bisschop schriftelijke toestemming verkrijgen van elke Bisschop die hen zal ontvangen en een kopie van de toestemming naar de Congregatie [d:109] zenden, samen met het verzoek genoemd in Art. 3, § 1 [al:3] van de voorliggende Instructie.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL II Diocesane of kerkprovinciale fase van de mogelijke specifieke procedures die moeten worden uitgevoerd (Art. 6-30)
- TITEL I Initiële handelingen (Art. 6-12)
6
Art. 6
Nadat hij de toestemming van de Congregatie [d:109] heeft verkregen, verleend middels het passende Decreet, kan de Bisschop verder deze Instructie volgen, waarbij ieder teken van onwettige verering jegens een Dienaar van God of een Eerbiedwaardige die nog niet zalig verklaard is, strikt moet worden vermeden.
Nadat hij de toestemming van de Congregatie [d:109] heeft verkregen, verleend middels het passende Decreet, kan de Bisschop verder deze Instructie volgen, waarbij ieder teken van onwettige verering jegens een Dienaar van God of een Eerbiedwaardige die nog niet zalig verklaard is, strikt moet worden vermeden.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Art. 7
De Bisschop van het gebied waar de relieken of de stoffelijke resten zich bevinden, kan in persoon handelen of middels een priester die zijn gedelegeerde is.
De Bisschop van het gebied waar de relieken of de stoffelijke resten zich bevinden, kan in persoon handelen of middels een priester die zijn gedelegeerde is.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
13
13
Art. 8
De Bisschop dient een Tribunaal samen te stellen waarin hij per decreet diegenen benoemt die de functies van Bisschoppelijk gedelegeerde, Promotor van het Recht en Notaris vervullen.
De Bisschop dient een Tribunaal samen te stellen waarin hij per decreet diegenen benoemt die de functies van Bisschoppelijk gedelegeerde, Promotor van het Recht en Notaris vervullen.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
13
28
13
28
Art. 9
De Bisschop of de Bisschoppelijke gedelegeerde dient een medisch expert te benoemen (patholoog-anatoom, keuringsarts of een andere gespecialiseerde arts) en, zo nodig, een assistent technisch-medische expert (op gebied van autopsie), en anderen belast met de uitvoering van de technische aspecten van het werk.
De Bisschop of de Bisschoppelijke gedelegeerde dient een medisch expert te benoemen (patholoog-anatoom, keuringsarts of een andere gespecialiseerde arts) en, zo nodig, een assistent technisch-medische expert (op gebied van autopsie), en anderen belast met de uitvoering van de technische aspecten van het werk.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
13
28
13
28
Art. 10
Tevens dient de Bisschop of de Bisschoppelijk gedelegeerde tenminste twee leden van de gelovigen (priesters, religieuzen, leken) met als taak het tekenen van de handelingen als getuigen.
Tevens dient de Bisschop of de Bisschoppelijk gedelegeerde tenminste twee leden van de gelovigen (priesters, religieuzen, leken) met als taak het tekenen van de handelingen als getuigen.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
13
13
Art. 11
De Postulator en de Vice Postulator van de zaak hebben het recht aanwezig te zijn.
De Postulator en de Vice Postulator van de zaak hebben het recht aanwezig te zijn.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Art. 12
Allen die deelnemen in de procedures moeten eerst een eed of gelofte afleggen om hun taak getrouw uit te voeren en het ambtsgeheim te bewaren.
Allen die deelnemen in de procedures moeten eerst een eed of gelofte afleggen om hun taak getrouw uit te voeren en het ambtsgeheim te bewaren.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- TITEL II De specifieke procedures (Art. 13-27)
- Hoofdstuk i Canonieke erkenning (Art. 13-20)
13
Art. 13
§ 1. Op een specifiek bepaalde dag en uur dienen de Bisschop of de Bisschoppelijk gedelegeerde en al degenen genoemd in art. 8-11 [al:8-11] van de voorliggende Instructie, naar de plaats te gaan waar de relieken of stoffelijke resten worden bewaard.
§ 2. Indien de Bisschop of Bisschoppelijk gedelegeerde het opportuun acht, mogen andere personen ook aanwezig zijn bij de erkenning.
§ 3. Publiciteit met betrekking tot de gebeurtenis moet in alle opzichten worden vermeden.
§ 1. Op een specifiek bepaalde dag en uur dienen de Bisschop of de Bisschoppelijk gedelegeerde en al degenen genoemd in art. 8-11 [al:8-11] van de voorliggende Instructie, naar de plaats te gaan waar de relieken of stoffelijke resten worden bewaard.
§ 2. Indien de Bisschop of Bisschoppelijk gedelegeerde het opportuun acht, mogen andere personen ook aanwezig zijn bij de erkenning.
§ 3. Publiciteit met betrekking tot de gebeurtenis moet in alle opzichten worden vermeden.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Art. 14
§ 1. Indien er een authentiek document is van de laatste begrafenis, canonieke erkenning of overbrenging, dient dit hardop te worden voorgelezen door de Notaris, voordat de relieken of stoffelijke resten worden verwijderd van de plaats waar zij worden bewaard, zodat kan worden geverifieerd dat datgene wat in het document is geschreven overeenkomt met wat er op dat moment wordt vastgesteld.
§ 2. Indien er geen authentiek document voorhanden is of indien de urn of de daaraan bevestigde zegels verbroken blijken te zijn, moet met de grootst mogelijke zorg worden vastgesteld dat het werkelijk de relieken zijn van de Zalige of Heilige of de stoffelijke resten van de Dienaar van God of van de Eerbiedwaardige die wordt geïdentificeerd.
§ 1. Indien er een authentiek document is van de laatste begrafenis, canonieke erkenning of overbrenging, dient dit hardop te worden voorgelezen door de Notaris, voordat de relieken of stoffelijke resten worden verwijderd van de plaats waar zij worden bewaard, zodat kan worden geverifieerd dat datgene wat in het document is geschreven overeenkomt met wat er op dat moment wordt vastgesteld.
§ 2. Indien er geen authentiek document voorhanden is of indien de urn of de daaraan bevestigde zegels verbroken blijken te zijn, moet met de grootst mogelijke zorg worden vastgesteld dat het werkelijk de relieken zijn van de Zalige of Heilige of de stoffelijke resten van de Dienaar van God of van de Eerbiedwaardige die wordt geïdentificeerd.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Art. 15
De relieken of stoffelijke resten dienen op een tafel te worden geplaatst, bedekt met een waardig omhulsel, zodat de anatomische experts ze kunnen reinigen van stof en andere ongerechtigheden.
De relieken of stoffelijke resten dienen op een tafel te worden geplaatst, bedekt met een waardig omhulsel, zodat de anatomische experts ze kunnen reinigen van stof en andere ongerechtigheden.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Art. 16
Wanneer deze procedures zijn voltooid dienen de anatomische experts zorgvuldig de relieken van de Zalige of van de Heilige of de stoffelijke resten van de Dienaar van God of van de Eerbiedwaardige te inspecteren.
Wanneer deze procedures zijn voltooid dienen de anatomische experts zorgvuldig de relieken van de Zalige of van de Heilige of de stoffelijke resten van de Dienaar van God of van de Eerbiedwaardige te inspecteren.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Art.17
Wanneer uit de canonieke erkenning blijkt dat bepaalde handelingen voor hun behoud noodzakelijk of opportuun zijn, dienen, nadat toestemming van de Bisschop is verkregen, zulke handelingen te worden uitgevoerd door het toepassen van de meest erkende technieken ter plaatse en op de manier die door de anatomische experts of andere experts is vastgesteld.
Wanneer uit de canonieke erkenning blijkt dat bepaalde handelingen voor hun behoud noodzakelijk of opportuun zijn, dienen, nadat toestemming van de Bisschop is verkregen, zulke handelingen te worden uitgevoerd door het toepassen van de meest erkende technieken ter plaatse en op de manier die door de anatomische experts of andere experts is vastgesteld.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Art.18
Indien de canonieke erkenning niet in een enkele sessie kan worden afgerond, dient de locatie waar zij wordt uitgevoerd te worden afgegrendeld en dienen de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen te worden genomen om elk risico op diefstal of heiligschennis uit te sluiten.
Indien de canonieke erkenning niet in een enkele sessie kan worden afgerond, dient de locatie waar zij wordt uitgevoerd te worden afgegrendeld en dienen de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen te worden genomen om elk risico op diefstal of heiligschennis uit te sluiten.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Art.19
§ 1. Nadat datgene wat noodzakelijk is voor de bewaring van de relieken of stoffelijke resten is uitgevoerd, en het lichaam opnieuw is samengesteld, dient alles uiteindelijk in een nieuwe urn te worden geplaatst.
§ 2. Indien de relieken of de stoffelijke resten in nieuwe kleren worden gekleed, dienen deze voor zover mogelijk in dezelfde stijl als de voorgaande te zijn.
§ 3. De Bisschop of de Bisschoppelijke gedelegeerde dient ervoor zorg te dragen dat niemand iets uit de urn neemt of er iets in plaatst.
§ 4. Indien mogelijk dienen de oude urn en alles wat er in is aangetroffen religieus te worden bewaard; anders dienen zij te worden vernietigd.
§ 1. Nadat datgene wat noodzakelijk is voor de bewaring van de relieken of stoffelijke resten is uitgevoerd, en het lichaam opnieuw is samengesteld, dient alles uiteindelijk in een nieuwe urn te worden geplaatst.
§ 2. Indien de relieken of de stoffelijke resten in nieuwe kleren worden gekleed, dienen deze voor zover mogelijk in dezelfde stijl als de voorgaande te zijn.
§ 3. De Bisschop of de Bisschoppelijke gedelegeerde dient ervoor zorg te dragen dat niemand iets uit de urn neemt of er iets in plaatst.
§ 4. Indien mogelijk dienen de oude urn en alles wat er in is aangetroffen religieus te worden bewaard; anders dienen zij te worden vernietigd.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Art. 20
De notulen van alles wat gedaan is dienen in een verpakking te worden geplaatst, afgesloten met het zegel van de Bisschop, en in de urn geplaatst.
De notulen van alles wat gedaan is dienen in een verpakking te worden geplaatst, afgesloten met het zegel van de Bisschop, en in de urn geplaatst.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk ii Extractie van fragmenten en creatie van relieken (Art. 21-25)
21
Art. 21
§1. Wanneer de heiligverklaring van een Zalige of de Zaligverklaring van een Eerbiedwaardig Dienaar van God aanstaande is, ofwel vanwege andere redenen gerechtvaardigd in het verzoek genoemd in Art. 3 § 1 [al:3] van de onderhavige Instructie, kan men tijdens een wettige canonieke erkenning overgaan tot de extractie van enkele kleine delen of fragmenten, welke reeds zijn losgemaakt van het lichaam, volgens de aanwijzingen van de anatomisch expert.
§ 2. Deze fragmenten moeten door de bisschop of de bisschoppelijke gedelegeerde aan de Postulator of vice-Postulator van de Zaak worden gegeven voor de voorbereiding van de relikwieën.
§1. Wanneer de heiligverklaring van een Zalige of de Zaligverklaring van een Eerbiedwaardig Dienaar van God aanstaande is, ofwel vanwege andere redenen gerechtvaardigd in het verzoek genoemd in Art. 3 § 1 [al:3] van de onderhavige Instructie, kan men tijdens een wettige canonieke erkenning overgaan tot de extractie van enkele kleine delen of fragmenten, welke reeds zijn losgemaakt van het lichaam, volgens de aanwijzingen van de anatomisch expert.
§ 2. Deze fragmenten moeten door de bisschop of de bisschoppelijke gedelegeerde aan de Postulator of vice-Postulator van de Zaak worden gegeven voor de voorbereiding van de relikwieën.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Art. 22
Nadat de Bisschop het standpunt van de Postulator van de Zaak heeft gehoord, dient hij te beslissen over de plek van de bewaring van de geëxtraheerde fragmenten.
Nadat de Bisschop het standpunt van de Postulator van de Zaak heeft gehoord, dient hij te beslissen over de plek van de bewaring van de geëxtraheerde fragmenten.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Art. 23
§ 1. De Postulator van de Zaak heeft het recht het certificaat van echtheid van de relieken op te stellen en te ondertekenen.
§ 2. In geval de Postulator niet aanwezig is heeft de diocesane Bisschop, of de Eparch of degene die voor de wet aan hem gelijkwaardig is, het recht het certificaat van echtheid van de relieken op te stellen en te ondertekenen.
§ 1. De Postulator van de Zaak heeft het recht het certificaat van echtheid van de relieken op te stellen en te ondertekenen.
§ 2. In geval de Postulator niet aanwezig is heeft de diocesane Bisschop, of de Eparch of degene die voor de wet aan hem gelijkwaardig is, het recht het certificaat van echtheid van de relieken op te stellen en te ondertekenen.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Art. 24
Het is niet toegestaan het lichaam in stukken te verdelen, tenzij de Bisschop de toestemming van de Congregatie voor de Zalig- en Heiligverklaringen [d:109] heeft verkregen voor het creëren van belangrijke relieken.
Het is niet toegestaan het lichaam in stukken te verdelen, tenzij de Bisschop de toestemming van de Congregatie voor de Zalig- en Heiligverklaringen [d:109] heeft verkregen voor het creëren van belangrijke relieken.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Art. 25
De handel (dat wil zeggen, de uitwisseling van een reliek voor iets anders of voor geld) en de verkoop van relieken (dat wil zeggen, de beëindiging van het eigenaarschap van een reliek tegen een overeenkomstige prijs), evenals het tentoonstellen van relieken op profane of ongeoorloofde plaatsen, zijn absoluut verboden. vgl: § 1 [[[30|1190]]] vgl: § 1 [[[574|(888)]]]
De handel (dat wil zeggen, de uitwisseling van een reliek voor iets anders of voor geld) en de verkoop van relieken (dat wil zeggen, de beëindiging van het eigenaarschap van een reliek tegen een overeenkomstige prijs), evenals het tentoonstellen van relieken op profane of ongeoorloofde plaatsen, zijn absoluut verboden. vgl: § 1 [[[30|1190]]] vgl: § 1 [[[574|(888)]]]
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk iii Overbrenging van de urn en verwijdering van de relieken (Art. 26-27)
26
27
27
Art. 26
§ 1. Wanneer het gaat om de verplaatsing van de stoffelijke resten van een Dienaar Gods of van een Eerbiedwaardige binnen de grenzen van hetzelfde bisdom of eparchie, dient de urn te zijn gesloten en gebonden met linten die zijn vastgezet met het zegel van de Bisschop, en zonder enige plechtigheid te worden geplaatst op dezelfde plek of op de nieuwe plek van bijzetting, waarbij elk teken van onwettige verering dient te worden vermeden, volgens de Decreten van Urbanus VIII betreffende niet-verering. Het volgende is bijvoorbeeld.. Het volgende is bijvoorbeeld verboden: bijzetting onder een altaar; beelden van de Dienaar Gods of van de Eerbiedwaardige met stralen van licht of aureool; tentoonstelling op een altaar; ex voto giften bij het graf of beelden van de Dienaar Gods of van de Eerbiedwaardige; etc.
§ 2. Indien het de relieken van een Zalige of Heilige betreft, zijn mogelijke tekenen van openbare verering geoorloofd op grond van liturgische normen die op dat moment van kracht zijn.
§ 1. Wanneer het gaat om de verplaatsing van de stoffelijke resten van een Dienaar Gods of van een Eerbiedwaardige binnen de grenzen van hetzelfde bisdom of eparchie, dient de urn te zijn gesloten en gebonden met linten die zijn vastgezet met het zegel van de Bisschop, en zonder enige plechtigheid te worden geplaatst op dezelfde plek of op de nieuwe plek van bijzetting, waarbij elk teken van onwettige verering dient te worden vermeden, volgens de Decreten van Urbanus VIII betreffende niet-verering. Het volgende is bijvoorbeeld.. Het volgende is bijvoorbeeld verboden: bijzetting onder een altaar; beelden van de Dienaar Gods of van de Eerbiedwaardige met stralen van licht of aureool; tentoonstelling op een altaar; ex voto giften bij het graf of beelden van de Dienaar Gods of van de Eerbiedwaardige; etc.
§ 2. Indien het de relieken van een Zalige of Heilige betreft, zijn mogelijke tekenen van openbare verering geoorloofd op grond van liturgische normen die op dat moment van kracht zijn.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Art. 27
§ 1. Indien de relieken of de stoffelijke resten definitief worden overgeplaatst naar een ander bisdom of eparchie, nadat is voldaan aan het voorschrift genoemd in Art. 2 § 1 [al:2] van de voorliggende Instructie, dient de Bisschop van het bisdom of de eparchie waar de relieken worden bewaard, een lid van de Christengelovigen te benoemen (priester, religieuzen, leek) om als Bewaker-Portier op te treden.
§ 2. De Bewaker-Portier dient de relieken te begeleiden naar hun definitieve bestemming op de plaats die bepaald is door de diocesane Bisschop of Eparch die de relieken of stoffelijke resten in ontvangst zal nemen, handelend op grond van Art. 26 [al:26] van de onderhavige Instructie.
§ 1. Indien de relieken of de stoffelijke resten definitief worden overgeplaatst naar een ander bisdom of eparchie, nadat is voldaan aan het voorschrift genoemd in Art. 2 § 1 [al:2] van de voorliggende Instructie, dient de Bisschop van het bisdom of de eparchie waar de relieken worden bewaard, een lid van de Christengelovigen te benoemen (priester, religieuzen, leek) om als Bewaker-Portier op te treden.
§ 2. De Bewaker-Portier dient de relieken te begeleiden naar hun definitieve bestemming op de plaats die bepaald is door de diocesane Bisschop of Eparch die de relieken of stoffelijke resten in ontvangst zal nemen, handelend op grond van Art. 26 [al:26] van de onderhavige Instructie.
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- TITEL III Laatste handelingen (Art. 28-30)
28
Art. 28
§ 1. De Notaris dient alle uitgevoerde procedures vast te leggen in correct opgestelde notulen, ondertekend door de Bisschop of de Bisschoppelijk gedelegeerde, door de Pleitbezorger van het Recht, door de anatomische experts en door de twee getuigen genoemd in Artt. 9-10 [al:9-10] van de voorliggende Instructie, en tevens door de Notaris, die de handelingen waarmerkt met zijn handtekening en zegel.
§ 2. Het Decreet van de toestemming van de Congregatie voor de Zalig- en Heiligverklaringsprocessen [d:109] dient aan de notulen te worden gehecht.
§ 1. De Notaris dient alle uitgevoerde procedures vast te leggen in correct opgestelde notulen, ondertekend door de Bisschop of de Bisschoppelijk gedelegeerde, door de Pleitbezorger van het Recht, door de anatomische experts en door de twee getuigen genoemd in Artt. 9-10 [al:9-10] van de voorliggende Instructie, en tevens door de Notaris, die de handelingen waarmerkt met zijn handtekening en zegel.
§ 2. Het Decreet van de toestemming van de Congregatie voor de Zalig- en Heiligverklaringsprocessen [d:109] dient aan de notulen te worden gehecht.
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Art. 29
§ 1. De notulen van alle uitgevoerde procedures dienen gesloten en voorzien van het zegel van de Bisschop of van de Bisschoppelijk gedelegeerde, te worden bewaard in de bisschoppelijke of eparchiale kanselarij, en een kopie van de notulen dient te worden gezonden naar de Congregatie voor de Zalig- en Heiligverklaringen [d:109].
§ 2. In geval fotograferen of filmen van de uitgevoerde procedures geautoriseerd is, dienen de foto´s en films te worden gehecht aan de notulen en met de notulen te worden bewaard in de bisschoppelijk of eparchiale kanselarij.
§ 1. De notulen van alle uitgevoerde procedures dienen gesloten en voorzien van het zegel van de Bisschop of van de Bisschoppelijk gedelegeerde, te worden bewaard in de bisschoppelijke of eparchiale kanselarij, en een kopie van de notulen dient te worden gezonden naar de Congregatie voor de Zalig- en Heiligverklaringen [d:109].
§ 2. In geval fotograferen of filmen van de uitgevoerde procedures geautoriseerd is, dienen de foto´s en films te worden gehecht aan de notulen en met de notulen te worden bewaard in de bisschoppelijk of eparchiale kanselarij.
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Art. 30
De beelden en informatie voortkomend uit de anatomische behandelingen en alle uitgevoerde procedures, dienen niet te worden verspreid of openbaar gemaakt zonder de geschreven autorisatie van de bevoegde Bisschop en die van de mogelijke erfgenaam.
De beelden en informatie voortkomend uit de anatomische behandelingen en alle uitgevoerde procedures, dienen niet te worden verspreid of openbaar gemaakt zonder de geschreven autorisatie van de bevoegde Bisschop en die van de mogelijke erfgenaam.
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL III Pelgrimage van de relieken (Art. 31-38)
31
Art. 31
§ 1. De relieken van een Zalige of een Heilige kunnen op pelgrimage gaan naar verschillende plaatsen binnen de grenzen van hetzelfde bisdom of dezelfde eparchie. In een dergelijk geval dient de Bisschop een Bewaker-Portier te benoemen die de relieken naar de verschillende plaatsen dient te begeleiden.
§ 2. Voor pelgrimages buiten het bisdom gelden de voorschriften van Artt. 5 § 4 [al:5] en 32-38 [al:32-38] van de huidige Instructie.
§ 1. De relieken van een Zalige of een Heilige kunnen op pelgrimage gaan naar verschillende plaatsen binnen de grenzen van hetzelfde bisdom of dezelfde eparchie. In een dergelijk geval dient de Bisschop een Bewaker-Portier te benoemen die de relieken naar de verschillende plaatsen dient te begeleiden.
§ 2. Voor pelgrimages buiten het bisdom gelden de voorschriften van Artt. 5 § 4 [al:5] en 32-38 [al:32-38] van de huidige Instructie.
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
31
31
Art. 32
§ 1. De bevoegde Bisschop kan persoonlijk de leiding hebben over de procedures of door middel van een Priester die zijn ad hoc benoemde vertegenwoordiger is.
§ 2. De Bisschop of de Bisschoppelijk gedelegeerde dient een Notaris te benoemen en anderen die verantwoordelijk zijn voor de technische aspecten van het werk.
§ 1. De bevoegde Bisschop kan persoonlijk de leiding hebben over de procedures of door middel van een Priester die zijn ad hoc benoemde vertegenwoordiger is.
§ 2. De Bisschop of de Bisschoppelijk gedelegeerde dient een Notaris te benoemen en anderen die verantwoordelijk zijn voor de technische aspecten van het werk.
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
31
31
Art. 33
Allen die deelnemen aan de procedures moeten eerst een eed of gelofte afleggen om getrouw hun taak te vervullen en het ambtsgeheim te bewaren.
Allen die deelnemen aan de procedures moeten eerst een eed of gelofte afleggen om getrouw hun taak te vervullen en het ambtsgeheim te bewaren.
Referenties naar alinea 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
31
31
Art. 34
§ 1. Na al het genoemde in Art. 2 § 1 [al:2] van de huidige Instructie te hebben vervuld, en na het Decreet van de toestemming van de Congregatie [d:109] te hebben verkregen, dienen de Bisschop of de Bisschoppelijk gedelegeerde, de Notaris en degenen belast met de technische aspecten van het werk, naar de plaats te gaan waar de relieken worden bewaard.
§ 2. Indien de Bisschop of de Bisschoppelijk gedelegeerde dit opportuun acht mogen andere personen ook aanwezig zijn bij de gebeurtenis.
§ 1. Na al het genoemde in Art. 2 § 1 [al:2] van de huidige Instructie te hebben vervuld, en na het Decreet van de toestemming van de Congregatie [d:109] te hebben verkregen, dienen de Bisschop of de Bisschoppelijk gedelegeerde, de Notaris en degenen belast met de technische aspecten van het werk, naar de plaats te gaan waar de relieken worden bewaard.
§ 2. Indien de Bisschop of de Bisschoppelijk gedelegeerde dit opportuun acht mogen andere personen ook aanwezig zijn bij de gebeurtenis.
Referenties naar alinea 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
31
31
Art. 35
§ 1. Indien er een authentiek document van de laatste canonieke erkenning of van de voorafgaande pelgrimage aanwezig is, dient dit, nadat de urn is verwijderd, hardop te worden voorgelezen door de Notaris, zodat kan worden geverifieerd dat datgene wat in het document is beschreven overeenkomt met wat op dat moment wordt vastgesteld.
§ 2. Indien er geen authentiek document van de bijzetting, van de voorgaande canonieke erkenning of van de laatste pelgrimage aanwezig is, of indien de urn of de vereiste zegels blijken te zijn gebroken, dienen alle mogelijke maatregelen te worden genomen om er zeker van te zijn dat het werkelijk om de relieken van de betreffende Zalige of Heilige gaat.
§ 1. Indien er een authentiek document van de laatste canonieke erkenning of van de voorafgaande pelgrimage aanwezig is, dient dit, nadat de urn is verwijderd, hardop te worden voorgelezen door de Notaris, zodat kan worden geverifieerd dat datgene wat in het document is beschreven overeenkomt met wat op dat moment wordt vastgesteld.
§ 2. Indien er geen authentiek document van de bijzetting, van de voorgaande canonieke erkenning of van de laatste pelgrimage aanwezig is, of indien de urn of de vereiste zegels blijken te zijn gebroken, dienen alle mogelijke maatregelen te worden genomen om er zeker van te zijn dat het werkelijk om de relieken van de betreffende Zalige of Heilige gaat.
Referenties naar alinea 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
31
31
Art. 36
De Bisschop of Bisschoppelijk gedelegeerde dient een lid van de Christengelovigen te benoemen (priester, religieus, leek) als Bewaker-Portier die de relieken tijdens de gehele duur van de pelgrimage zal begeleiden.
De Bisschop of Bisschoppelijk gedelegeerde dient een lid van de Christengelovigen te benoemen (priester, religieus, leek) als Bewaker-Portier die de relieken tijdens de gehele duur van de pelgrimage zal begeleiden.
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
31
31
Art. 37
Met betrekking tot de verering van een Zalige tijdens de pelgrimage van relieken moeten de van kracht zijnde voorschriften worden gevolgd: `Bij gelegenheid van de pelgrimage van belangrijke relieken van een Zalige (...), is de mogelijkheid van liturgische vieringen te zijner ere toegestaan door de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten [d:108], aan de individuele kerken waarin de relieken zijn tentoongesteld voor de verering door de gelovigen en tijdens de dagen dat zij daar verblijven. Het verzoek daartoe wordt ingediend door degene die de pelgrimage organiseert`. vgl: Notitie over het toestaan van de verering ter gelegenheid van de pelgrimage van belangrijke relieken van zaligen [[[6510]]] vgl: Pastor Bonus [[[577|69]]]
Met betrekking tot de verering van een Zalige tijdens de pelgrimage van relieken moeten de van kracht zijnde voorschriften worden gevolgd: `Bij gelegenheid van de pelgrimage van belangrijke relieken van een Zalige (...), is de mogelijkheid van liturgische vieringen te zijner ere toegestaan door de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten [d:108], aan de individuele kerken waarin de relieken zijn tentoongesteld voor de verering door de gelovigen en tijdens de dagen dat zij daar verblijven. Het verzoek daartoe wordt ingediend door degene die de pelgrimage organiseert`. vgl: Notitie over het toestaan van de verering ter gelegenheid van de pelgrimage van belangrijke relieken van zaligen [[[6510]]] vgl: Pastor Bonus [[[577|69]]]
Referenties naar alinea 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
31
31
Art. 38
§ 1. Wanneer de pelgrimage is beëindigd, dienen de relieken te worden teruggebracht naar hun oorspronkelijke plaats.
§ 2. De notulen van alle uitgevoerde procedures, opgesteld door de Notaris, dienen gesloten en voorzien van het zegel van de Bisschop of van de Bisschoppelijk gedelegeerde, te worden bewaard in de Bisschoppelijke of Eparchiale Kanselarij en een kopie te worden gezonden naar de Congregatie voor de Zalig- en Heiligverklaringen [d:109].
§ 1. Wanneer de pelgrimage is beëindigd, dienen de relieken te worden teruggebracht naar hun oorspronkelijke plaats.
§ 2. De notulen van alle uitgevoerde procedures, opgesteld door de Notaris, dienen gesloten en voorzien van het zegel van de Bisschop of van de Bisschoppelijk gedelegeerde, te worden bewaard in de Bisschoppelijke of Eparchiale Kanselarij en een kopie te worden gezonden naar de Congregatie voor de Zalig- en Heiligverklaringen [d:109].
Referenties naar alinea 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL IV Besluit
39
De afwikkeling van alle andere vragen wordt overgelaten aan het oordeel en de prudentie van de Bisschop en van de Bisschoppelijk gedelegeerde.
Gegeven te Rome, door de Congregatie voor de Zalig- en Heiligverklaringen [d:109], op de achtste dag van december 2017, het Feest van de Onbevlekte Ontvangenis van de Heilige Maagd Maria.
Angelo Kardinaal Amato, S.D.B.
Prefect
+ Marcello Bartolucci
Titulair Aartsbisschop van Bevagna
Secretaris
PAUSELIJKE GOEDKEURING
De Paus heeft op 5 december 2017 deze Instructie over Relieken in de Kerk: Authenticiteit en Bewaring, waarvan de tekst is gepubliceerd in L´Osservatore Romano van 17 december 2017, goedgekeurd; zij is met onmiddellijke ingang van kracht.
+ Marcello Bartolucci
Titulair Aartsbisschop van Bevagna
Secretaris
Referenties naar alinea 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/6760-le-reliquie-nella-chiesa-autenticita-e-conservazione-nl