Inhoudsopgave
- Inhoud
1
De behandelt kwesties die te maken hebben met de bevordering en de bescherming van het onderwijs in geloof en zeden. Zij is ook bevoegd om problemen te onderzoeken die samenhangen met het goede begrip van het geloof, zoals gevallen van pseudo-mystiek, veronderstelde verschijningen, visioenen en boodschappen die toegeschreven worden aan bovennatuurlijke bronnen. Met betrekking tot deze zeer delicate taken, heeft dit Dicasterie meer dan dertig jaar geleden de voorbereid. Dit document, dat opgesteld werd door de leden van de plenaire vergadering van de congregatie, werd goedgekeurd door de Dienaar Gods, paus Paulus VI, op 24 februari 1978, en werd vervolgens op 25 februari 1978 uitgevaardigd. Destijds werden de aan de bisschoppen ter kennis gebracht, zonder dat ze officieel gepubliceerd werden, omdat de normen in de eerste plaats bedoeld waren als handreiking aan de herders van de Kerk.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
In de loop der jaren is dit document gepubliceerd in verschillende boeken die over deze zaken gaan, in meer dan één taal, zonder voorafgaande toestemming van dit Dicasterie. Tegenwoordig moet men erkennen dat de inhoud van deze belangrijke normen algemeen bekend is. Daarom is de de overtuiging toegedaan dat het nu passend is om deze normen te publiceren en vertalingen in de belangrijkste talen beschikbaar te stellen.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De problematiek die voortkomt uit de ervaring van bovennatuurlijke verschijnselen, werd tijdens de door sommige bisschoppen ter sprake gebracht als een punt van pastorale zorg. Hun zorg werd erkend door de Heilige Vader, Benedictus XVI, die de kwestie heeft geplaatst in de bredere context van de heilseconomie, in een veelzeggende passage van de postsynodale apostolische exhortatie . Het is belangrijk om hier te herinneren aan dit onderwijs van de paus, dat een uitnodiging is om passende aandacht te besteden aan deze bovennatuurlijke verschijnselen:
"Met dit alles brengt de Kerk het bewustzijn tot uitdrukking dat zij met Jezus staat voor het definitieve Woord van God. Hij is “de eerste en de laatste” . Hij heeft de schepping en de geschiedenis haar definitieve zin gegeven; daardoor zijn wij geroepen om in de tijd te leven, de schepping van God te bewonen, binnen dit eschatologische ritme van het Woord; “de christelijke heilsbedeling, die immers het nieuwe en het definitieve verbond is, zal nooit voorbijgaan en er is geen nieuwe publieke openbaring te verwachten vóór de glorievolle verschijning van onze Heer Jezus Christus ”. Zoals immers de synodevaders gedurende de vergadering in herinnering hebben gebracht, “openbaart zich de specificiteit van het christendom in het gebeuren Jezus Christus, hoogtepunt van de openbaring, vervulling van de beloften van God en middelaar van de ontmoeting tussen de mens en God. Hij “die ons God heeft doen kennen” is het enige en definitieve Woord dat aan de mensheid is gegeven”. De heilige heeft deze waarheid op bewonderenswaardige wijze verwoord: “Vanaf het ogenblik dat Hij ons zijn Zoon heeft gegeven, die zijn enige, definitieve Woord is, heeft Hij ons alles in een keer in dit ene Woord gezegd en heeft Hij niets meer te zeggen. (...) Immers, wat Hij eens in gedeelten tot de profeten zei, dat heeft Hij in zijn geheel in zijn Zoon gezegd door ons alles te geven wat zijn Zoon is. Wie daarom de Heer nog vragen zou willen stellen en van Hem visioenen of openbaringen zou willen vragen, die zou niet alleen een domheid begaan, maar God ook beledigen, omdat hij zijn blik niet enkel op Christus richt en op zoek is naar andere dingen en nieuwigheden”.
Dientengevolge heeft de synode aanbevolen “de gelovigen te helpen om het Woord van God goed te onderscheiden van privé-openbaringen” , waarvan de rol “niet is (...) de definitieve openbaring van Christus “aan te vullen”, maar te helpen om deze voller te beleven in een bepaald tijdperk van de geschiedenis”. De waarde van privé-openbaringen verschilt wezenlijk van de ene publieke openbaring: deze vraagt om ons geloof; daarin spreekt immers God zelf tot ons door middel van menselijke woorden en door bemiddeling van de levende gemeenschap van de Kerk. Het criterium voor de waarheid van een privé-openbaring is dat het georiënteerd moet zijn op Christus zelf. Wanneer deze van Hem verwijdert, dan komt zij vrij zeker niet van de Heilige Geest, die ons naar het binnenste van het Evangelie brengt en niet daarbuiten. De privé-openbaring is een hulp voor het geloof en blijkt daarom juist geloofwaardig te zijn, omdat zij verwijst naar de ene publieke openbaring. Daarom geeft de kerkelijke goedkeuring van een privé-openbaring in wezen aan dat de betreffende boodschap niets bevat wat met het geloof en de goede zeden in strijd is; het is geoorloofd dit openbaar te maken en de gelovigen mogen op prudente wijze hun instemming hiermee betuigen. Een privé-openbaring kan nieuwe accenten leggen, nieuwe vormen van vroomheid doen ontstaan en oude verdiepen. Zij kan een bepaald profetisch karakter hebben en een waardevolle hulp zijn om in deze tijd het Evangelie beter te begrijpen en te beleven; daarom mag men dit niet veronachtzamen. Het is een hulp die wordt geboden; maar het is niet verplicht er gebruik van te maken. In elk geval moet het een voeding zijn van geloof, hoop en liefde, die voor allen de permanente weg van het heil zijn. "
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Ik hoop van harte dat de officiële publicatie van de de herders van de katholieke kerk kan helpen in hun moeilijke taak van de beoordeling van vermeende verschijningen, openbaringen, boodschappen of – meer in het algemeen – buitengewone verschijnselen van vermeende bovennatuurlijke oorsprong. Tegelijkertijd kan deze tekst hopelijk nuttig zijn voor theologen en deskundigen op dit gebied van de levende ervaring van de Kerk, waarvan het delicate karakter een steeds verdiepte bestudering vereist.
William Card. Levada
Prefect
Vaticaanstad, 14 december 2011, gedachtenis van de heilige Johannes van het Kruis.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/6718-voorwoord-bij-normen-voor-de-procedure-ter-beoordeling-van-vermeende-nl