Aan Zijn Eminentie kardinaal Robert Sarah,
Prefect van de Congregatie voor de goddelijke eredienst en de discipline van de sacramenten
Eminentie,
Ik heb uw brief van 30 september laatstleden ontvangen waarin u uw dankbaarheid ten volle heeft willen uiten voor de publicatie van de
Motu Proprio , evenals uw nota met “Commentaar” daarover voor een beter begrip van de tekst.
Ik dank u zeer voor uw bijdrage en veroorloof mij slechts enkele opmerkingen te maken, en hopelijk op een duidelijke manier, over de hier boven vermelde nota die ik belangrijk acht vooral de toepassing en een juist verstaan van de
en om een of ander misverstand te vermijden.
Vooreerst dient het belang benadrukt te worden van het duidelijk onderscheid dat de nieuwe maakt tussen
recognitio en
confirmatio, dat goed uitgewerkt wordt in de , en waardoor de praktijk herroepen wordt die het Dicasterium toepaste ten gevolge van
(LA) – een praktijk die de nieuwe heeft willen veranderen. Men kan bijgevolg niet zeggen dat
recognitio en
confirmatio“ten zeerste synoniem (of) onderling uitwisselbaar zijn” ofwel “onderling uitwisselbaar op het niveau van de verantwoordelijkheid van de Heilige Stoel”.
Door het onderscheid tussen
recognitio en
confirmatio bevestigt de nieuwe in feite de verschillende verantwoordelijkheid van de Apostolische Stoel in de beoefening van deze twee handelingen, evenals die van de Bisschoppenconferenties. houdt niet meer staande dat de vertalingen in alle punten conform moeten zijn aan de normen van , zoals in het verleden.
Daarom moet elk nummer van zorgvuldig opnieuw begrepen worden, met inbegrip van de , om te onderscheiden wat het Kerkrecht voor de vertaling vraagt en voor de legitieme aanpassingen. Het is dus duidelijk dat bepaalde nummers van
LA herroepen of ongeldig verklaard en door de nieuwe canon van
MP opnieuw geformuleerd werden (bijv. en ook ).
Over de verantwoordelijkheid van de Bisschoppenconferenties om
fideliter te vertalen, dient gepreciseerd dat voordien het oordeel over de trouw aan het Latijn en de eventuele noodzakelijke verbeteringen door het Dicasterium geveld werd, terwijl vandaag aan de Bisschoppenconferenties de mogelijkheid gegeven wordt om te oordelen over de juistheid en coherentie van de woorden in de vertalingen vanuit de oorspronkelijke tekst, alhoewel in dialoog met de Heilige Stoel. De
confirmatio veronderstelt dus geen nauwkeurig woordelijk onderzoek meer, uitgezonderd in evidente gevallen waarop de bisschoppen voor verdere reflectie kunnen attent gemaakt worden. Dit geldt in het bijzonder voor de belangrijkste formuleringen, zoals voor de Eucharistische Hooggebeden en vooral voor de sacramentele formuleringen die de Heilige Vader heeft goedgekeurd. De
confirmatio houdt bovendien rekening met de integriteit van het boek, dat wil zeggen zij verifieert of alle delen vertaald werden waaruit de oorspronkelijke uitgave bestaat.
Hier kan men aan toevoegen dat de
fideliter van § 3 uit de canon, in het licht van de
MP een drievoudige trouw impliceert:
in primis aan de oorspronkelijke tekst; aan de bepaalde taal waarin hij vertaald werd en tenslotte aan de begrijpelijkheid van de tekst voor de bestemmelingen. In die zin verwijst
recognitio alleen naar verificatie en naar waakzaamheid over de conformiteit met het recht en de gemeenschap met de Kerk. Het vertaalproces van belangrijke liturgische teksten (bijv. sacramentele formules, de geloofsbelijdenis, het Onze Vader) in een taal – waarin zij beschouwd worden als authentieke vertalingen – zou er niet mogen toe leiden tot de geest dat het Dicasterium een bepaalde vertaling aan een Bisschoppenconferentie ‘oplegt’, want dit zou het door de canon bepaalde recht van de bisschoppen te kort doen, een recht dat ook reeds bepaald werd door . Voor het overige houdt men de analogie voor de geest met over de versie van de Heilige Schrift die geen
confirmatio door de Apostolische Stoel vereist.
Het blijkt onjuist om aan de
confirmatio de finaliteit van de
recognitio toe te kennen (dat wil zeggen “verifiëren en de conformiteit met het recht bewaren”). Zeker, de
confirmatio is geen louter formele handeling, doch noodzakelijk voor de uitgave van het “vertaalde” liturgisch boek: zij wordt gegeven wanneer de versie onderworpen werd aan de Apostolische Stoel ter bekrachtiging van de goedkeuring door de bisschoppen, in een geest van dialoog en als hulp voor de reflectie indien en wanneer dit nodig is, en met respect voor de rechten en plichten om de wettigheid van het verloop van de procedure en de modaliteiten ervan te waarborgen.
Tenslotte, Eminentie, bevestig ik mijn broederlijke dankbaarheid voor uw engagement en terwijl ik vaststel dat de nota met “Commentaar” op bepaalde internetsites gepubliceerd werd en ten onrechte aan uw persoon werd toegeschreven, vraag ik u alstublieft het nodige te doen om mijn antwoord op deze sites te verspreiden evenals aan alle Bisschoppenconferenties en leden en adviseurs van dit Dicasterium.
En terwijl ik u vraag voor mij te bidden, verzeker ik mijn gebed voor u!
Broederlijk,
Franciscus