Informatie over dit document
Zich openstellen voor de mogelijkheid te vergeven
25e Zondag door het Jaar (A) - Sint Pietersplein
Pauselijke geschriften - Angelus/Regina Caeli
2017, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk / Nederlandse Bisschoppenconferentie
Vert. uit het Frans (Zenit.org): maranatha-gemeenschap; alineaverdeling en -nummering: redactie
Toon meerReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzicht
Extra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord
Reageer op dit document
Deel op social media
Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Dierbare broeders en zusters, goedendag!
De passage uit het Evangelie van deze zondag geeft ons onderricht over vergeving, die het geleden onrecht niet ontkent maar erkent dat de mens, naar Gods beeld geschapen, steeds groter is dan het kwaad dat hij doet. De heilige Petrus vraagt aan Jezus: «als mijn broeder iets tegen mij misdoet, hoe dikwijls moet ik hem dan vergeven? Zeven keer?” . Het lijkt voor Petrus dat dit reeds het maximum is, zeven keer vergeven aan dezelfde persoon; en misschien lijkt het ons al veel het twee keer te doen. Maar Jezus antwoordt: “Ik zeg u niet zeven keer, maar zeventig keer zeven keer” , wat neerkomt op: altijd. Ge moet altijd vergeven. En Hij bevestigt dit door de parabel te vertellen van de barmhartige koning en de meedogenloze dienaar, waarin Hij de incoherentie toont van wie eerst vergeven wordt en daarna weigert te vergeven.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De koning van de parabel is een edelmoedig man die, door medelijden bewogen, een enorme schuld kwijtscheldt – tienduizend talenten: enorm – aan een dienaar die hem erom smeekt. Maar diezelfde dienaar gedraagt zich zonder medelijden tegenover een andere dienaar zoals hij, die hem honderd denariën schuldig is – dat is heel wat minder – en hij laat hem in de gevangenis werpen. Het incoherente gedrag van deze dienaar is ook het onze wanneer wij onze broeders niet willen vergeven. De koning van de parabel is het beeld van God die van ons houdt met een liefde die zo rijk aan barmhartigheid is, dat Hij ons opneemt, bemint en voortdurend vergeeft.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Sinds ons doopsel heeft God ons vergeven door ons een niet in te lossen schuld kwijt te schelden: de erfzonde. Daarna vergeeft Hij met grenzeloze barmhartigheid al onze fouten van zodra wij slechts een klein teken van berouw tonen. Zo is God: barmhartig. Wanneer wij bekoord worden om ons hart te sluiten voor wie ons beledigd heeft, en wij onszelf willen verontschuldigingen, herinneren wij ons dan de woorden van de hemelse Vader tot de meedogenloze dienaar: “Ik heb u heel deze schuld kwijt gescholden omdat ge Mij erom gesmeekt hebt. Moet gij nu geen medelijden hebben met uw mededienaar, zoals Ik medelijden had met u?” . Wie de ervaring kent van vreugde, vrede en innerlijke vrijheid die voortkomt uit het feit vergeven te zijn, kan zich openstellen voor de mogelijkheid op zijn beurt te vergeven.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
In het gebed van het Onze Vader, heeft Jezus hetzelfde onderricht willen inlassen als dat van de parabel. Hij brengt de vergeving die wij aan God vragen, rechtstreeks in verband met de vergeving die wij aan onze broeders moeten geven: “vergeef ons onze schuld zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven” . Gods vergeving is het teken van Zijn overlopende liefde voor ieder van ons; een liefde die ons vrij laat om ons te verwijderen, zoals de verloren zoon, maar die dagelijks onze terugkeer verwacht; het is de ondernemende liefde van de herder voor het verloren schaap; de tederheid die elke zondaar opneemt die aan Zijn deur klopt. De hemelse Vader – onze Vader – is vol, vol liefde en Hij wil ze ons geven, maar Hij kan het niet als wij ons hart sluiten voor de naastenliefde.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Moge de Maagd Maria ons helpen steeds bewuster te zijn van de belangeloosheid en grootheid van de vergeving die we van God ontvangen, om barmhartig te worden zoals Hij, de goede Vader, langzaam om toornig te worden en groot aan liefde.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/6640-zich-openstellen-voor-de-mogelijkheid-te-vergeven-nl