Het middelpunt van de liturgische tijd is de zondag, grondslag en kern van heel het liturgisch jaar, dat zijn hoogtepunt heeft in het jaarlijkse Paasfeest, het feest der feesten.
In het liturgisch jaar viert de Kerk het gehele mysterie van Christus, van de menswording tot en met zijn wederkomst in heerlijkheid. Op bepaalde dagen vereert de Kerk met een bijzondere liefde de heilige maagd Maria, de Moeder van God, en zij viert ook de gedachtenissen van de heiligen, die voor Christus geleefd en met Hem geleden hebben, en die met Hem in de heerlijkheid zijn.
Het getijdengebed, het openbaar en gemeenschappelijke gebed van de Kerk, is het gebed van Christus samen met zijn lichaam, de Kerk. Hierdoor heiligt het mysterie van Christus, dat wij in de Eucharistie vieren, de tijd van iedere dag en geeft hem een ander aanzien. Het is voornamelijk samengesteld uit psalmen en andere bijbelse teksten, en uit lezingen van de kerkvaders en geestelijke leermeesters.