COMPENDIUM VAN DE CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
28 juni 2005
God kiest Abram uit, door hem weg te roepen uit zijn land om van hem "de vader van een menigte volken" (
Gen. 17, 5) te maken, en door hem te beloven in hem "alle geslachten op aarde" (
Gen. 12, 3) te zullen zegenen. De nakomelingen van Abraham, zullen de bewaarders zijn van de goddelijke beloften, aan de Aartsvaders gedaan. God heeft Israël tot zijn uitverkoren volk gevormd, door het uit de slavernij van Egypte te redden. Hij sluit er zijn verbond op de Sinaï mee en geeft het door Mozes zijn wet. De profeten kondigen een radicale verlossing van het volk aan, en een heil dat alle volken in een nieuw en eeuwig verbond zal omvatten. Uit het volk Israël, uit de stam van koning David, zal de Messias geboren worden: Jezus.