Op internationaal vlak moeten alle volkeren en instellingen in solidariteit en subsidiariteit zich inspannen, opdat worden opgeheven of op zijn minst worden gereduceerd: de ellende, de ongelijkheid in economische bronnen en middelen, de economische en sociale onrechtvaardigheden, de uitbuiting van mensen, de opeenhoping van schulden van de arme landen, en de immorele mechanismen die de ontwikkeling belemmeren van de economisch zwakke landen.