Daartoe bewogen door de heilige Geest, kunnen wij voor onszelf en voor anderen de genaden verdienen, die nuttig zijn voor onze heiliging en om het eeuwig leven te bereiken, evenals de tijdelijke goederen die volgens Gods plan goed voor ons zijn. Niemand kan de eerste genade verdienen, die welke aan de oorsprong ligt van de bekering en de rechtvaardiging.