De solidariteit, die voortkomt uit de menselijke en christelijke broederlijkheid, drukt zich op de eerste plaats uit in de rechtvaardige verdeling van de goederen, in een billijke beloning van de arbeid en in de inzet voor een meer rechtvaardige sociale orde. De deugd van de solidariteit brengt ook het samen delen van de geestelijke goederen van het geloof tot stand, die nog belangrijker zijn dan de materiële goederen.