Weest niet bang!

Dierbare broeders en zusters, goedendag!

In het Evangelie van vandaag (Mt. 10, 26-33) [[b:Mt. 10, 26-33]], nadat Jezus Zijn leerlingen geroepen en op missie gezonden heeft, onderricht Hij hen en bereidt hen voor om het hoofd te bieden aan de beproevingen en vervolgingen die zij zullen tegenkomen. Op missie vertrekken, is geen toerisme en Jezus waarschuwt de Zijnen dat zij vervolging zullen tegenkomen. Hij roept hen aldus op: “Weest niet bang voor de mensen. Niets is bedekt of het zal onthuld, niets verborgen of het zal bekend worden. Wat Ik u zeg in het duister, spreekt dat uit in het licht (...). Weest niet bevreesd voor hen die wel het lichaam kunnen doden maar niet de ziel” (Mt. 10, 26-28) [b:Mt. 10, 26-28]. Zij kunnen alleen het lichaam doden, zij hebben niet de macht om de ziel te doden: voor hen moet ge niet bang zijn. Door Jezus op missie gezonden worden, is voor de leerlingen geen waarborg voor succes en behoedt hen evenmin voor mislukking en lijden. Zij moeten rekening houden met de mogelijkheid afgewezen te worden en met vervolging. Dat maakt een beetje bang, maar het is de waarheid.

Een leerling is geroepen zijn leven gelijkvormig te maken aan dat van Christus, die door de mensen vervolgd werd, afgewezen werd, in de steek gelaten en op het kruis gedood. Eer is geen christelijke missie met onbezorgdheid als uithangbord! Moeilijkheden en beproevingen behoren tot de evangelisatie en wij zijn geroepen de gelegenheid te baat te nemen om de authenticiteit van ons geloof en van onze relatie met Jezus te verifiëren. Wij moeten die moeilijkheden beschouwen als mogelijkheden om nog meer missionair te zijn en te groeien in dit vertrouwen op God onze Vader die Zijn kinderen niet in de steek laat wanneer het stormt. In de moeilijkheden van het christelijk getuigenis in de wereld, worden we nooit vergeten, maar steeds bijgestaan door de zorgzame toewijding van de Vader. Daarom stelt Jezus in het Evangelie van vandaag Zijn leerlingen tot drie keer gerust: “weest niet bang!”.

Ook op onze dagen, broeders en zusters, worden christenen vervolgd. Bidden wij voor onze broeders en zusters die vervolgd worden en loven wij God omdat zij desondanks, moedig en trouw van hun geloof blijven getuigen. Moge hun voorbeeld ons helpen niet te aarzelen stelling te nemen voor Christus, door moedig van Hem te getuigen in de situaties van elke dag, ook in contexten die schijnbaar zorgeloos zijn. De afwezigheid van vijandigheid of tegenspoed kan inderdaad een vorm van beproeving zijn. De Heer zend ons in deze tijd niet alleen “als schapen onder wolven” maar ook als wakers te midden van mensen die uit hun wereldse versuftheid niet willen gewekt worden, die de woorden van waarheid uit het Evangelie niet kennen en hun eigen vluchtige waarheden maken. En als wij naar die contexten gaan of daar leven en woorden van het Evangelie spreken, stoort dat en worden we scheef bekeken.

Maar dan blijft de Heer ons zeggen, zoals Hij toen tot Zijn leerlingen zei "weest niet bang!". Vergeten wij dat woord niet: wanneer wij een beproeving meemaken, vervolging, iets dat ons doet lijden, horen wij dan altijd Jezus’ stem in ons hart: wees niet bang! Wees niet bang en ga door! Ik ben met u! Wees niet bang voor wie u belachelijk maakt en u mishandelt, en wees niet bang voor wie u negeert of wie u eert maar achter uw rug het Evangelie bestrijdt. Er zijn er zoveel die glimlachen tot ge uw rug draait en dan het Evangelie bestrijden. Wij kennen er allemaal. Jezus laat ons niet alleen omdat wij kostbaar voor Hem zijn. Daarom laat Hij ons niet alleen: ieder van ons is kostbaar voor Jezus en Hij vergezelt ons.

Moge de Maagd Maria, voorbeeld van nederige en moedige aanhankelijkheid aan Gods woord, ons helpen begrijpen dat in het geloofsgetuigenis niet het succes telt maar de trouw, trouw aan Christus, waarbij in alle omstandigheden, zelfs de meest problematische, de onschatbare gave erkend wordt Zijn missionaire leerling te zijn.