Informatie over dit document
Hoop 2. - Jesaja 52: “Hoe welkom zijn, op de bergen, de voeten van de vreugdebode die vrede meldt…”
Catechesereeks over de christelijke hoop - Aula Paulus VI
Pauselijke geschriften - Audiënties
2016, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk
Vert. uit het Italiaans: Marcel De Pauw MSC; aangevulde vertaling, alineaverdeling en -nummering: redactie
Toon meerReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzicht
Extra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord
Reageer op dit document
Deel op social media
Inhoudsopgave
- Inhoud
Dierbare broeders en zusters, goedendag!
We komen dichter bij Kerstmis en de profeet Jesaja helpt ons opnieuw om open te staan voor de hoop door open te staan voor de Blijde Boodschap van de gekomen verlossing.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Hoofstuk 52 van Jesaja begint met de uitnodiging aan Jeruzalem om wakker te worden en het stof en de ketenen van zich af te schudden en de mooiste kleren aan te trekken, want de Heer is gekomen om zijn volk te verlossen . En hij voegt er aan toe: “Daarom zal mijn volk op die dag mijn naam erkennen; erkennen dat Ik het ben, Ik die zeg: ‘Hier ben ik’” .
Aan dit “Hier ben Ik” dat God zegt en dat heel zijn wil, uitdrukt om te redden en bij ons te zijn, beantwoordt, op uitnodiging van de profeet, de vreugdezang van Jeruzalem. Historisch is dat een zeer belangrijk ogenblik. Het betekent echt einde van de Babylonische ballingschap, de mogelijkheid voor Israël om God terug te vinden en in echt geloof zichzelf terug te vinden. De Heer komt nader en “de kleine rest”, dat wil zeggen het kleine volk dat na de ballingschap is overgebleven en dat in de ballingschap standvastig is gebleven in het geloof, dat de crisis doorleefd heeft en volhard heeft in het geloof en de hoop ook wanneer het duister was, die “kleine rest” zal de wonderwerken van God mogen zien. Op dat punt voegt de profeet een jubelzang in:
“Hoe welkom zijn, op de bergen,
de voeten van de vreugdebode die vrede meldt,
van de vreugdebode met goed nieuws,
die een boodschap van heil laat horen
en tegen Sion zegt: ‘Uw God is koning”
(…)
Jubel en juich, allen tezamen,
puinhopen van Jeruzalem;
want de heer heeft zijn volk bemoedigd,
Hij heeft Jeruzalem verlost
De heer toont zijn heilige arm
aan de ogen van alle volken,
en de verste hoeken van de aarde
hebben het heil gezien dat van onze God komt”
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Deze woorden van Jesaja, waarbij we willen stilstaan, verwijzen naar het wonder van de vrede. Ze doen dat op een heel bijzondere wijze, door de blik te richten, niet op de boodschapper maar op zijn voeten die vlug voortsnellen: “Hoe welkom zijn, op de bergen, de voeten van de vreugdebode ...”.
Het lijkt wel de bruidegom uit het Hooglied die naar zijn geliefde toesnelt: “Kijk, daar komt hij aan: springend komt hij over de bergen, over de heuvels komt hij aangesneld” . Zo ook snelt de boodschapper van de vrede drager van de blijde boodschap van de bevrijding, van de verlossing, afkondigend dat de God heerst.
God heeft zijn volk niet verlaten en heeft zich niet laten overwinnen door het kwaad, omdat Hij trouw is en zijn genade is groter dan de zonde. Dat moeten wij nog leren, want we zijn koppig en leren niet. Daarom stel ik de vraag: wie is de grootste, God of de zonde? God! En wie behaalt uiteindelijk de overwinning? God of de zonde? God. Hij kan de grootste, de meest beschamende, de vreselijkste, de ergste zonde overwinnen. Met welk wapen overwint God de zonde? Met de liefde. Dat is de betekenis van “God heerst”; dit zijn de woorden van het geloof in een Heer wiens macht zich over de mensheid buigt, hij vernedert zich om barmhartigheid te schenken en de mens te bevrijden van alles wat het mooie beeld van God in hem verminkt. Immers, wanneer we zondigen wordt het beeld van God misvormd. En de voltooiing van die grote liefde zal het Rijk zijn dat door Jezus wordt gesticht, dat Rijk van vergiffenis en vrede dat we met Kerstmis vieren en dat definitief werkelijkheid wordt met Pasen. De mooiste vreugde van Kerstmis is die inwendige vreugde van vrede: de Heer heeft mijn zonden uitgewist, de Heer heeft mij vergiffenis geschonken, de Heer heeft medelijden met mij, Hij is gekomen om mij te verlossen. Dat is de vreugde van Kerstmis!
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Dit zijn, geliefde broers en zussen, de motieven van onze hoop. Wanneer alles mislukt lijkt, wanneer, met zoveel negatieve werkelijkheid voor ogen, geloven moeizaam wordt en de bekoring komt dat niets nog zin heeft, dan komt het mooie bericht, gebracht door die snelle voeten: God komt nader bij om iets nieuws te beginnen, om een rijk van vrede te stichten; God heeft de “mouwen opgestroopt” en komt vrijheid en troost brengen. Het kwaad zal niet voor altijd overwinnen, aan het lijden komt een einde. De wanhoop wordt overwonnen omdat God bij ons is. Ook wij worden uitgedaagd om een beetje wakker te worden, zoals Jeruzalem, volgens de uitnodiging van de profeet; we worden geroepen om mannen en vrouwen van hoop te worden, door mee te werken aan de komst van dat Rijk gemaakt van licht en bestemd voor allen, mannen en rouwen van de hoop. Hoe erg is die: een christen zonder hoop! “Ik hoop niet meer, voor mij is alles afgelopen”: zo spreekt een christen die niet in staat is de horizon van hoop te zien met alleen maar een muur in zijn hart. Door vergiffenis vernietigt God deze muren! Daarom moeten we bidden opdat God ons elke dag hoop zou geven en dat Hij ze aan allen zou schenken, de hoop die ontluikt wanneer we God in de kribbe van Bethlehem zien. De boodschap van het Goede Nieuws die ons werd toevertrouwd, is dringend, ook wij moeten, zoals de boodschapper over de bergen rennen, want de wereld kan niet wachten, de mensheid heeft honger en dorst naar gerechtigheid, waarheid en vrede.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Wanneer de kleinen van de wereld, het kleine Kind van Betlehem zien, zullen ze weten dat de belofte in vervulling ging, dat de boodschap realiteit werd. In een pasgeboren kindje, dat alles mist, in doeken gewikkeld, neergelegd in een voederbak is de macht van God die redt aanwezig. Kerstmis is een dag om het hart te openen: het is nodig het hart te openen voor de grote kleinheid en voor de grote wonderlijkheid in dat Kind. Dat is het wonder van Kerstmis waarop we ons met hoop voorbereiden in deze Adventstijd. Het is de verrassing van een God Kind, van een arme God, van een zwakke God, van een God die zijn grootheid verlaat om ons nabij te komen.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Andere catecheses in deze reeks, zie dossier
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/6556-hoop-2-jesaja-52-hoe-welkom-zijn-op-de-bergen-de-voeten-van-de-vreugdebode-nl