Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Dierbare broeders en zusters, goedendag!
Weinige dagen na de viering van Allerheiligen en de Herdenking van de overleden gelovigen, nodigt de liturgie van deze zondag ons opnieuw uit na te denken over de verrijzenis van de doden. Het Evangelie gaat over Jezus in confrontatie met enkele Sadduceeën die niet in de verrijzenis geloofden en de relatie met God alleen gedurende het aardse leven zagen. Om de verrijzenis belachelijk te maken en Jezus in moeilijkheden te brengen leggen ze Hem het paradoxale en absurde geval voor van een vrouw die zeven echtgenoten, allen broers, heeft gehad en die de één na de ander sterven. Dan volgt de venijnige vraag aan Jezus: van wie zal die vrouw bij de verrijzenis de echtgenote zijn ?
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Jezus trapt niet in de valstrik en bevestigt de waarheid van de verrijzenis en legt uit dat het bestaan na de dood anders zal zijn dan het aardse leven. Hij laat zijn ondervragers verstaan dat het niet mogelijk is de maatstaven van deze wereld toe te passen op de werkelijkheid die verder gaat dan wat we in dit leven zien. Hij zegt: “De kinderen van deze wereld huwen en worden ten huwelijk gegeven, maar zij die waardig gekeurd zijn deel te krijgen aan de andere wereld en aan de verrijzenis uit de doden, huwen niet en worden niet ten huwelijk gegeven” . Met deze woorden wil Jezus duidelijk maken dat we in deze wereld met voorbijgaande werkelijkheden leven die een einde kennen; in het hiernamaals daarentegen, na de verrijzenis, is de dood geen toekomst meer en zullen we alles, ook de menselijke banden, van gedaante veranderd, beleven in het perspectief van God. Ook het huwelijk, teken en instrument van de liefde van God in deze wereld, zal omgevormd schitteren in het volle licht van de verheerlijkte gemeenschap van de heiligen in het Paradijs.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De “kinderen van de verrijzenis die kinderen zijn van God” zijn niet enkele uitverkorenen, maar het zijn alle mannen en alle vrouwen, want de verlossing die Jezus heeft gebracht is voor ons allen. Het leven van zij die verrijzen zal op dat van de engelen gelijken , dat wil zeggen geheel ondergedompeld in het licht van God, volledig gewijd aan zijn lofprijzing, in een eeuwigheid vol vreugde en vrede. Maar, let op! Verrijzenis is niet slechts het feit van het opstaan na de dood, het is een nieuw soort leven dat we vandaag al ervaren; het is de overwinning op het niets die we al kunnen proeven. De verrijzenis is de grondslag van het christelijk geloof en van de christelijke hoop! Zonder verwijzing naar het Paradijs en naar het eeuwig leven zou het christendom herleid worden tot een moraal, tot een levensfilosofie. De boodschap van het christelijk geloof komt daarentegen uit de hemel, is door God geopenbaard en gaat verder dan deze wereld. Geloven in de verrijzenis is wezenlijk, opdat elke daad van christelijke liefde geen eendagsvlieg zou zijn en doel op zichzelf, maar een zaadje bestemd om te bloeien in de tuin van God en vruchten van eeuwig leven voort te brengen.
Moge de Maagd Maria, koningin van hemel en aarde, ons bevestigen in de hoop op de verrijzenis en ons helpen het woord van haar Zoon dat in onze harten is gezaaid te laten bloeien in goede werken.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Na het bidden van het AngelusDierbare broeders en zusters,
bij gelegenheid van het Jubileum van de gevangenen dat vandaag plaats heeft, zou ik een oproep willen doen voor een verbetering van de levensvoorwaarden in de gevangenissen in heel de wereld, zodat de menselijke waardigheid van de gevangenen zou geëerbiedigd worden. Bovendien wil ik het belang benadrukken na te denken over de noodzaak van een strafrecht dat niet uitsluitend repressief is, maar open is voor de hoop en het perspectief op een re-integratie van de dader in de samenleving. In het bijzonder leg ik aan de bevoegde gezagdragers de mogelijkheid voor om in dit een gebaar van genade te stellen ten aanzien van die gevangenen die daarvoor in aanmerking komen.
{...}
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/6524-kinderen-van-de-verrijzenis-die-kinderen-zijn-van-god-nl