
Paus Pius XI - 15 mei 1931
Maar voordat wij tot deze uiteenzetting overgaan, moet vooropgesteld worden, wat reeds Leo XIII onomwonden uitgesproken heeft, namelijk dat wij het recht en de plicht hebben, om met oppergezag te beslissen in kwesties van sociale en economische aard. Paus Leo XIII, Encycliek, Over kapitaal en arbeid, Rerum Novarum (15 mei 1891), 13
Zeker, aan de Kerk werd niet de taak opgelegd, de mensen te geleiden tot het vergankelijke en onbestendige, maar tot het eeuwige geluk; ja zelfs „meent de Kerk, buiten haar bevoegdheid te gaan, wanneer zij zich zonder reden zou mengen in deze aardse aangelegenheden.” Paus Pius XI, Encycliek, Over de vrede van Christus in het Koninkrijk van Christus, Ubi Arcano Dei Concilio (23 dec 1922) Maar zij kan in geen geval zich onttrekken aan de taak, haar door God opgelegd, om haar gezag te doen gelden, niet in kwesties van technische aard - want daartoe mist zij de geschikte middelen en de opdracht - maar wel in kwesties, die de zedenwet raken. Wat nu dit laatste betreft: krachtens het feit, dat ons door God de schat der waarheid is toevertrouwd, en krachtens onze strenge plicht, de zedenwet in volle omvang te verkondigen, te verklaren, en of het den mensen bevalt of niet - op haar naleving aan te dringen, vallen niet alleen kwesties van sociale, maar zelfs van economische aard onder onze bevoegdheid en hebben wij hierin in hoogste instantie uitspraak te doen.
Want al is het waar, dat de economie en de zedenleer, elk op eigen terrein, volgens eigen princiepen te werk gaan, toch zou het een dwaling zijn te beweren, dat de economische en morele orde zover uiteenliggen en elkaar zo vreemd zijn, dat de eerste volstrekt onafhankelijk zou zijn van de tweede. Weliswaar bepalen de zg. economische wetten, afgeleid uit het wezen van de dingen en uit de stoffelijk-geestelijke natuur van de mensen, wat op economisch gebied al of niet binnen het bereik ligt van het menselijk kunnen, en met welke middelen het doel kan worden bereikt; op haar beurt leidt nu de rede uit de aard der dingen en uit de individuele en sociale natuur van de mens met zekerheid af, welk doel door God de Schepper aan heel de economische orde is gesteld.