Vultum Dei Quaerere
x
Informatie over dit document
Vultum Dei Quaerere
Het gelaat van God zoeken - Over het vrouwelijke contemplatieve leven
Paus Franciscus
29 juni 2016
Pauselijke geschriften - Apostolische Constituties
2016, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk
Vertaling vanuit het Italiaans
Alineaverdeling en -nummering: redactie
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Alineaverdeling en -nummering: redactie
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
29 juni 2016
Drs. H.M.G. Kretzers
14 september 2022
6395
nl
Referenties naar dit document: 4
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Inhoud
1
Het zoeken naar het gelaat van God loopt door de geschiedenis van de mensheid heen, die van oudsher is geroepen tot een dialoog van liefde met de Schepper. vgl: Gaudium et Spes [[[575|19]]] Man en vrouw hebben immers een niet te onderdrukken religieuze dimensie die hun hart richt op het zoeken naar de Absolute, God, aan wie zij vaak - niet altijd bewust - behoefte gevoelen. Dit zoeken verenigt alle mensen van goede wil. Ook velen die zich als niet gelovig bekennen, erkennen dit diepe verlangen van het hart, dat in iedere man en vrouw woont en hen bezielt gepassioneerd te verlangen naar geluk en volheid, maar die nooit verzadigd zijn van vreugde.
De heilige Augustinus heeft in zijn Belijdenissen dit doeltreffend uitgedrukt: “U hebt ons voor U gemaakt en onrustig is ons hart, totdat het rust in U”. I, 1, 1: PL 32, 661 [[850]] Een onrust van het hart die voortkomt uit het diepe gevoel dat God het eerst de mens zoekt en hem op mysterieuze wijze naar zich toe trekt.
De dynamiek van het zoeken toont aan dat niemand voor zichzelf voldoende is, en brengt met zich mee dat men in het licht van het geloof op weg gaat om buiten een op zichzelf betrokken ik te treden, aangetrokken door het Gelaat van de heilige God en tegelijkertijd door de “heilige grond die de ander is”, vgl: Evangelii Gaudium [[[4984|169]]] om een diepere gemeenschap te ervaren.
Deze ware pelgrimstocht op zoek naar de ware God, die krachtens het Doopsel eigen is aan iedere Christen en iedere Godgewijde persoon, wordt door de werking van de Heilige Geest een sequela pressius Christi, een weg van een eenwording met Christus, de Heer, die met een bijzondere doeltreffendheid tot uitdrukking wordt gebracht door de toewijding aan God en in het bijzonder door het monastieke leven, dat vanaf het begin wordt beschouwd als een bijzondere manier van de verwezenlijking van het Doopsel.
De heilige Augustinus heeft in zijn Belijdenissen dit doeltreffend uitgedrukt: “U hebt ons voor U gemaakt en onrustig is ons hart, totdat het rust in U”. I, 1, 1: PL 32, 661 [[850]] Een onrust van het hart die voortkomt uit het diepe gevoel dat God het eerst de mens zoekt en hem op mysterieuze wijze naar zich toe trekt.
De dynamiek van het zoeken toont aan dat niemand voor zichzelf voldoende is, en brengt met zich mee dat men in het licht van het geloof op weg gaat om buiten een op zichzelf betrokken ik te treden, aangetrokken door het Gelaat van de heilige God en tegelijkertijd door de “heilige grond die de ander is”, vgl: Evangelii Gaudium [[[4984|169]]] om een diepere gemeenschap te ervaren.
Deze ware pelgrimstocht op zoek naar de ware God, die krachtens het Doopsel eigen is aan iedere Christen en iedere Godgewijde persoon, wordt door de werking van de Heilige Geest een sequela pressius Christi, een weg van een eenwording met Christus, de Heer, die met een bijzondere doeltreffendheid tot uitdrukking wordt gebracht door de toewijding aan God en in het bijzonder door het monastieke leven, dat vanaf het begin wordt beschouwd als een bijzondere manier van de verwezenlijking van het Doopsel.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Gewijde personen, die door de wijding zelf “de Heer op een bijzondere manier, op profetische wijze volgen”, II.2 [[5736|6]] zijn geroepen de tekenen te ontdekken van Gods tegenwoordigheid in het dagelijks leven, wijze gesprekspartners te worden die de vragen die God en de mensheid ons stellen, te herkennen. De grote uitdaging voor iedere gewijde persoon is het vermogen God te blijven zoeken “met de ogen van het geloof in een wereld die van zijn aanwezigheid geen weet heeft”, Vita Consecrata [[758|68]] en daarbij de man en de vrouw van vandaag opnieuw een kuis, arm en aan Christus gehoorzaam leven voorhoudt als geloofwaardig en betrouwbaar teken en zo “levende exegese wordt van het Woord van God”. Verbum Domini [[3488|83]]
Vanaf het ontstaan in de Kerk van een leven van bijzondere toewijding hebben mannen en vrouwen die door God zijn geroepen en op Hem verliefd zijn geworden, een bestaan geleid dat geheel is gewijd aan het zoeken naar zijn Gelaat, in het verlangen God te vinden en te aanschouwen in het hart van de wereld. De aanwezigheid van gemeenschappen die als een stad zijn gelegen op een berg en als een lamp zijn geplaatst op een standaard. (Mt. 5, 14-15) [[b:Mt. 5, 14-15]], is, zij het in de eenvoud van leven, zichtbaar een afbeelding van het doel waarnaar de hele kerkgemeenschap op weg is, die “trekt over de wegen van de tijd met de ogen gericht op het toekomstig herstel van alle dingen in Christus”, Vita Consecrata [[758|59]] en zo de hemelse heerlijkheid aankondigt. vgl: § 1 [[[30|573]]]
Vanaf het ontstaan in de Kerk van een leven van bijzondere toewijding hebben mannen en vrouwen die door God zijn geroepen en op Hem verliefd zijn geworden, een bestaan geleid dat geheel is gewijd aan het zoeken naar zijn Gelaat, in het verlangen God te vinden en te aanschouwen in het hart van de wereld. De aanwezigheid van gemeenschappen die als een stad zijn gelegen op een berg en als een lamp zijn geplaatst op een standaard. (Mt. 5, 14-15) [[b:Mt. 5, 14-15]], is, zij het in de eenvoud van leven, zichtbaar een afbeelding van het doel waarnaar de hele kerkgemeenschap op weg is, die “trekt over de wegen van de tijd met de ogen gericht op het toekomstig herstel van alle dingen in Christus”, Vita Consecrata [[758|59]] en zo de hemelse heerlijkheid aankondigt. vgl: § 1 [[[30|573]]]
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Als voor alle gewijden de woorden van Petrus: “Heer, het is goed dat wij hier zijn” (Mt. 17, 4) [b:Mt. 17, 4] een bijzondere weerklank vinden, “wijden” contemplatieve personen, die in diepe verbondenheid met alle andere roepingen van het christelijk leven “stralen zijn van het ene licht van Christus, dat zich op het gelaat van de Kerk weerspiegelt” Vita Consecrata [[758|16]] “door een specifiek charisma veel tijd van hun dagen aan het navolgen van de Moeder van God, die voortdurend de woorden van haar Zoon en alles wat Hem overkwam, overwoog (Lc. 2, 19.51) [[b:Lc. 2, 19.51]], en van Maria van Bethanië, die, gezeten aan de voeten van de Heer, luisterde naar zijn woorden (Lc. 10, 38) [[b:Lc. 10, 38]]". Verbum Domini [[3488|83]] Hun leven, “dat met Christus is verborgen in God” (Kol. 3, 3) [[b:Kol. 3, 3]] wordt zo de afbeelding van de onvoorwaardelijke liefde van de Heer, de eerste contemplatieve persoon, het wijst op het christocentrisch streven van heel hun leven, zodat zij met de apostel kunnen zeggen: “Voor mij is leven Christus!” (Fil. 1, 21) [b:Fil. 1, 21] en brengt het alles omvattende karakter tot uitdrukking dat de diepe dynamiek vormt van de roeping tot het contemplatieve leven. vgl: Vita Consecrata [[[758|18]]]
Als mannen en vrouwen die in dezelfde menselijke geschiedenis leven, plaatsen de contemplatieven, aangetrokken door de schittering van Christus, “aan wie geen mens gelijk is in edele gestalte” (Ps. 45, 3) [b:Ps. 45, 3], zich in het hart zelf van de Kerk en de wereld vgl: Lumen Gentium [[[617|44]]] vgl: Vita Consecrata [[[758|3.29]]] en vinden in het steeds onvoltooide zoeken naar God het belangrijkste teken en criterium van de authenticiteit van hun gewijde leven. De heilige Benedictus, vader van het westerse monnikendom, onderstreept dat hij een monnik is die God gedurende zijn hele leven zoekt, en hij vraagt bij degene die naar het monastieke leven streeft, te onderzoeken “si revera Deum quaerit”, of hij werkelijk God zoekt. 58, 7 [[934 |+ 794 ]]
In het bijzonder hebben talloze gewijde vrouwen in de loop van de eeuwen tot aan onze dagen “hun hele leven en alles wat zij doen op het beschouwen van God” Vita Consecrata [[758|8]] gericht en blijven dit doen als teken en profetie van de Kerk als maagd, bruid en moeder, levend teken van en herinnering aan de trouw waarmee God door de gebeurtenissen van de geschiedenis heen zijn volk blijft steunen.
Als mannen en vrouwen die in dezelfde menselijke geschiedenis leven, plaatsen de contemplatieven, aangetrokken door de schittering van Christus, “aan wie geen mens gelijk is in edele gestalte” (Ps. 45, 3) [b:Ps. 45, 3], zich in het hart zelf van de Kerk en de wereld vgl: Lumen Gentium [[[617|44]]] vgl: Vita Consecrata [[[758|3.29]]] en vinden in het steeds onvoltooide zoeken naar God het belangrijkste teken en criterium van de authenticiteit van hun gewijde leven. De heilige Benedictus, vader van het westerse monnikendom, onderstreept dat hij een monnik is die God gedurende zijn hele leven zoekt, en hij vraagt bij degene die naar het monastieke leven streeft, te onderzoeken “si revera Deum quaerit”, of hij werkelijk God zoekt. 58, 7 [[934 |+ 794 ]]
In het bijzonder hebben talloze gewijde vrouwen in de loop van de eeuwen tot aan onze dagen “hun hele leven en alles wat zij doen op het beschouwen van God” Vita Consecrata [[758|8]] gericht en blijven dit doen als teken en profetie van de Kerk als maagd, bruid en moeder, levend teken van en herinnering aan de trouw waarmee God door de gebeurtenissen van de geschiedenis heen zijn volk blijft steunen.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Het monastieke leven, een element van eenheid met de andere christelijke godsdiensten, vgl: Orientale Lumen [[[1180|9]]] krijgt vorm in een eigen stijl, die profetie en teken is en “alle leden van de Kerk krachtig kan en moet aantrekken om de plichten van hun christelijke roeping met ijver na te komen”. Lumen Gentium [[617|44]] De gemeenschappen van biddenden en in het bijzonder die van vrouwelijke contemplatieven, “die in de vorm van een afscheiding van de wereld inniger met Christus, het hart van de wereld, zijn verbonden”, Verbum Domini [[3488|83]] houden geen volmaaktere verwezenlijking van het Evangelie voor, maar vormen door de eisen van het Doopsel te realiseren een instantie van onderscheiding en oproep ten dienste van de Kerk: een teken dat wijst op een weg, een zoeken, waarbij het gehele volk van God wordt herinnerd aan de eerste en laatste zin van hetgeen het beleeft. vgl: Perfectae Caritatis [[[677|5]]]
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Achting, lof en dank voor het gewijde leven en het contemplatieve monastieke leven
5
Vanaf de eerste eeuwen heeft de Kerk een grote achting en oprechte liefde getoond ten opzichte van mannen en vrouwen die, de oproep van de Vader en de drijfkracht van de Geest volgend, ervoor hebben gekozen Christus “van meer nabij” vgl: Perfectae Caritatis [[[677|1]]] te volgen om zich aan Hem met een onverdeeld hart (1 Kor. 7, 34) [[b:1 Kor. 7, 34]] te wijden. Bewogen door een onvoorwaardelijke liefde voor Christus en de mensheid, vooral voor de armen en de lijdenden, zijn zij geroepen in verschillende vormen - gewijde maagden, weduwen, kluizenaars en kluizenaressen, monniken en monialen, mannelijke en vrouwelijke religieuzen - het aardse leven van Christus, die kuis, arm en gehoorzaam was, na te volgen. vgl: Vita Consecrata [[[758|14]]]
Het contemplatieve monastieke leven, dat voor een groot gedeelte uit vrouwen bestaat, is geworteld in de stilte van het klooster en brengt kostbare vruchten voort van genade en barmhartigheid. Het vrouwelijke contemplatieve leven heeft in en voor de Kerk steeds het biddend hart vertegenwoordigd, als bewaker van belangeloosheid en rijke apostolische vruchtbaarheid, en is een zichtbare getuige geweest van mysterieuze en veelvormige heiligheid. vgl: Lumen Gentium [[[617|46]]] vgl: Christus Dominus [[[646|35]]] vgl: Perfectae Caritatis [[[677|7.9]]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|674]]]
Vanaf de oorspronkelijke individuele ervaring van aan Christus toegewijde maagden, als een spontane vrucht voortgevloeid uit de eis van een antwoord van liefde op de liefde van Christus de Bruidegom, is men spoedig overgegaan tot een definitieve status en een orde, erkend door de Kerk, die de professie van publiekelijk verklaarde maagdelijkheid begon te aanvaarden. In de loop van de eeuwen verenigde zich het merendeel van de gewijde maagden en deden zo vormen van kloosterleven ontstaan en de Kerk zorgde in haar bekommerdheid ervoor deze te bewaken met een passende discipline, op grond waarvan in de clausuur werd voorzien als bewaking van de geest en de puur contemplatieve doelstelling die deze kloosters zich voorstelden. Mettertijd ontstonden dus door een synergie tussen de werking van de Geest, die werkzaam is in het hart van de gelovigen en steeds nieuwe vormen van navolging doet ontstaan, en de moederlijke en bekommerde zorg van de Kerk de vormen van contemplatief en volledig contemplatief leven, vgl: § 2-3 [[[30|667]]], zoals wij die vandaag kennen. Terwijl in het Westen de contemplatieve geest zich opsplitst in een veelheid van charisma’s, heeft hij in het Oosten een grote eenheid bewaard, vgl: Orientale Lumen [[[1180|9]]] maar getuigt daarbij nog altijd en hoe dan ook van de rijkdom en de schoonheid van een leven dat geheel aan God is gewijd.
In de loop van de eeuwen heeft de ervaring van deze zusters, die haar middelpunt heeft in de Heer als eerste en enige liefde (Hos. 2, 21-25) [[b:Hos. 2, 21-25]], rijke vruchten van heiligheid en zending voortgebracht. Hoeveel apostolische doeltreffendheid straalt er uit van de kloosters door middel van gebed en opoffering! Hoeveel vreugde en profetie roept de stilte van de kloosters de wereld toe!
Laten wij voor de vruchten van heiligheid en genade die de Heer van oudsher heeft doen ontstaan door het vrouwelijke monastieke leven, voor de “allerhoogste, almachtige en goede Heer” de hymne van dank aanheffen: “Wees geprezen”. 1: FF 263 [[926]]
Het contemplatieve monastieke leven, dat voor een groot gedeelte uit vrouwen bestaat, is geworteld in de stilte van het klooster en brengt kostbare vruchten voort van genade en barmhartigheid. Het vrouwelijke contemplatieve leven heeft in en voor de Kerk steeds het biddend hart vertegenwoordigd, als bewaker van belangeloosheid en rijke apostolische vruchtbaarheid, en is een zichtbare getuige geweest van mysterieuze en veelvormige heiligheid. vgl: Lumen Gentium [[[617|46]]] vgl: Christus Dominus [[[646|35]]] vgl: Perfectae Caritatis [[[677|7.9]]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|674]]]
Vanaf de oorspronkelijke individuele ervaring van aan Christus toegewijde maagden, als een spontane vrucht voortgevloeid uit de eis van een antwoord van liefde op de liefde van Christus de Bruidegom, is men spoedig overgegaan tot een definitieve status en een orde, erkend door de Kerk, die de professie van publiekelijk verklaarde maagdelijkheid begon te aanvaarden. In de loop van de eeuwen verenigde zich het merendeel van de gewijde maagden en deden zo vormen van kloosterleven ontstaan en de Kerk zorgde in haar bekommerdheid ervoor deze te bewaken met een passende discipline, op grond waarvan in de clausuur werd voorzien als bewaking van de geest en de puur contemplatieve doelstelling die deze kloosters zich voorstelden. Mettertijd ontstonden dus door een synergie tussen de werking van de Geest, die werkzaam is in het hart van de gelovigen en steeds nieuwe vormen van navolging doet ontstaan, en de moederlijke en bekommerde zorg van de Kerk de vormen van contemplatief en volledig contemplatief leven, vgl: § 2-3 [[[30|667]]], zoals wij die vandaag kennen. Terwijl in het Westen de contemplatieve geest zich opsplitst in een veelheid van charisma’s, heeft hij in het Oosten een grote eenheid bewaard, vgl: Orientale Lumen [[[1180|9]]] maar getuigt daarbij nog altijd en hoe dan ook van de rijkdom en de schoonheid van een leven dat geheel aan God is gewijd.
In de loop van de eeuwen heeft de ervaring van deze zusters, die haar middelpunt heeft in de Heer als eerste en enige liefde (Hos. 2, 21-25) [[b:Hos. 2, 21-25]], rijke vruchten van heiligheid en zending voortgebracht. Hoeveel apostolische doeltreffendheid straalt er uit van de kloosters door middel van gebed en opoffering! Hoeveel vreugde en profetie roept de stilte van de kloosters de wereld toe!
Laten wij voor de vruchten van heiligheid en genade die de Heer van oudsher heeft doen ontstaan door het vrouwelijke monastieke leven, voor de “allerhoogste, almachtige en goede Heer” de hymne van dank aanheffen: “Wees geprezen”. 1: FF 263 [[926]]
Referenties naar alinea 5: 1
Cor Orans ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Beste contemplatieve zusters, wat zou de Kerk zonder u zijn en wat zouden degenen zijn die aan de rand van de mensheid leven en werken op de voorposten van de evangelisatie? De Kerk waardeert zeer uw leven dat geheel wordt weggeschonken. De Kerk rekent op uw gebed en uw opoffering om aan mannen en vrouwen van onze tijd de blijde boodschap van het evangelie te brengen. De Kerk heeft u nodig!
Het is niet gemakkelijk voor deze wereld, althans dat grote gedeelte ervan dat gehoorzaamt aan de economische en consumptistische logica van de macht, uw bijzondere roeping en uw verborgen zending te begrijpen, maar zij heeft hier toch een geweldige behoefte aan. Zoals een zeeman op volle zee, om de haven te bereiken de vuurtoren nodig heeft die de koers aangeeft, zo heeft de wereld u nodig. Weest vuurtorens voor hen die dichtbij en vooral voor hen die veraf zijn. Weest fakkels die de weg van mannen en vrouwen begeleiden in de donkere nacht van de tijd. Weest schildwachten van de morgen (Jes. 21, 11-12) [[b:Jes. 21, 11-12]] die het opkomen van de zon aankondigen. (Lc. 1, 78) [[b:Lc. 1, 78]] Wijst ons met uw veranderd leven en eenvoudige woorden, in stilte overwogen, op Hem die de weg, de waarheid en het leven is (Joh. 14, 6) [[b:Joh. 14, 6]], de enige Heer, die volheid biedt voor ons bestaan en leven in overvloed schenkt. (Joh. 10, 10) [[b:Joh. 10, 10]] Roept ons toe, zoals Andreas Simon: “Wij hebben de Messias gevonden” (Joh. 1, 41) [[b:Joh. 1, 41]]; verkondigt, zoals Maria Magdalena op de morgen van de verrijzenis: “Ik heb de Heer gezien” (Joh. 20, 18) [b:Joh. 20, 18]. Houdt de profetie van uw weggeschonken bestaan levend. Weest niet bang de vreugde van het evangelische leven overeenkomstig uw charisma te beleven.
Het is niet gemakkelijk voor deze wereld, althans dat grote gedeelte ervan dat gehoorzaamt aan de economische en consumptistische logica van de macht, uw bijzondere roeping en uw verborgen zending te begrijpen, maar zij heeft hier toch een geweldige behoefte aan. Zoals een zeeman op volle zee, om de haven te bereiken de vuurtoren nodig heeft die de koers aangeeft, zo heeft de wereld u nodig. Weest vuurtorens voor hen die dichtbij en vooral voor hen die veraf zijn. Weest fakkels die de weg van mannen en vrouwen begeleiden in de donkere nacht van de tijd. Weest schildwachten van de morgen (Jes. 21, 11-12) [[b:Jes. 21, 11-12]] die het opkomen van de zon aankondigen. (Lc. 1, 78) [[b:Lc. 1, 78]] Wijst ons met uw veranderd leven en eenvoudige woorden, in stilte overwogen, op Hem die de weg, de waarheid en het leven is (Joh. 14, 6) [[b:Joh. 14, 6]], de enige Heer, die volheid biedt voor ons bestaan en leven in overvloed schenkt. (Joh. 10, 10) [[b:Joh. 10, 10]] Roept ons toe, zoals Andreas Simon: “Wij hebben de Messias gevonden” (Joh. 1, 41) [[b:Joh. 1, 41]]; verkondigt, zoals Maria Magdalena op de morgen van de verrijzenis: “Ik heb de Heer gezien” (Joh. 20, 18) [b:Joh. 20, 18]. Houdt de profetie van uw weggeschonken bestaan levend. Weest niet bang de vreugde van het evangelische leven overeenkomstig uw charisma te beleven.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Begeleiding en leiding van de Kerk
7
Het leergezag van het Concilie en van de paus heeft altijd door middel van belangrijke uitspraken een bijzondere zorg aan de dag gelegd ten opzichte van alle vormen van gewijd leven. Hieronder verdienen de grote documenten van het Tweede Vaticaans Concilie bijzondere aandacht: de dogmatische constitutie over de Kerk Lumen Gentium [617] en het decreet over de vernieuwing van het religieuze leven Perfectae Caritatis [677]. Het eerste document plaatst het gewijde leven binnen de ecclesiologie van het volk van God, waartoe het ten volle behoort, vanwege de gemeenschappelijke roeping tot heiligheid en zijn wortels in de toediening van het Doopsel. Lumen Gentium [[617|44]] Het tweede vraagt van de gewijden een vernieuwing die past bij de veranderde omstandigheden van de tijd en reikt de onmisbare criteria voor een dergelijke vernieuwing aan: trouw aan Christus, het evangelie, het eigen charisma, de Kerk en de mens van tegenwoordig. vgl: Perfectae Caritatis [[[677|2]]]
Wij mogen de postsynodale apostolische exhortatie Vita Consecrata [758] van mijn voorganger, de heilige Johannes Paulus II, niet vergeten. Dit document, dat de rijkdom van de bisschoppensynode over het gewijde leven [d:326] bundelt, bevat nog altijd zeer waardevolle elementen om de vernieuwing van het gewijde leven voort te zetten en de grote evangelische betekenis ervan in onze tijd te versterken. vgl: Perfectae Caritatis [[[677|(59.68)]]]
Evenmin mogen wij echter de volgende documenten vergeten ten bewijze van de voortdurende en verlichtende begeleiding waarvan uw contemplatief leven onderwerp is geweest:
Wij mogen de postsynodale apostolische exhortatie Vita Consecrata [758] van mijn voorganger, de heilige Johannes Paulus II, niet vergeten. Dit document, dat de rijkdom van de bisschoppensynode over het gewijde leven [d:326] bundelt, bevat nog altijd zeer waardevolle elementen om de vernieuwing van het gewijde leven voort te zetten en de grote evangelische betekenis ervan in onze tijd te versterken. vgl: Perfectae Caritatis [[[677|(59.68)]]]
Evenmin mogen wij echter de volgende documenten vergeten ten bewijze van de voortdurende en verlichtende begeleiding waarvan uw contemplatief leven onderwerp is geweest:
- De beleidsnormen, uitgevaardigd door de Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118], Potissimum institutioni [3967], van 2 februari 1990, waarin veel ruimte wordt gemaakt voor uw specifiek contemplatieve vorm van gewijd leven (hdst. IV, 78-85) [3967|(78-85)].
- Het interdicasteriale document Sviluppi [6404] van 6 januari 1992, dat wijst op het probleem van de schaarste aan roepingen tot het gewijde leven in het algemeen en, in mindere mate, tot het uwe (nr. 81) [6404|(81)].
- De Catechismus van de Katholieke Kerk [1], op 11 oktober 1992 gepromulgeerd met de apostolische constitutie Fidei Depositum [74], zeer belangrijk om alle gelovigen uw vorm van leven te doen kennen en te doen begrijpen: in het bijzonder de nrs. 915-933 [1|915-933], gewijd aan alle vormen; nr. 1672 [1|1672] over uw niet sacramentele wijding en de zegeningen van de abt of abdis; nr. 1974, samen met 2102 [1|1974.2102], over het verband tussen de tien geboden en het belijden van de evangelische raden; nr. 2518 [1|2518], dat de nauwe band tussen de zuiverheid van hart, die wordt verkondigd door de zesde zaligspreking en borg staat voor het zien van God, en de liefde voor de waarheid van het geloof; de nrs. 1691 en 2687 [1|1691.2687], die de volhardende voorspraak bij God die opstijgt in de contemplatieve kloosters, onvervangbare plaatsen om persoonlijk gebed en gedeeld gebed op elkaar af te stemmen; en nr. 2715 [1|2715], dat als voorrecht van de contemplatieven de blik naar voren brengt die gericht is op Jezus, de mysteries van zijn leven en zijn dienstwerk.
- De instructie van de Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118] Congregavit nos in unum Christi amor [3961] van 2 februari 1994, die in de nrs. 10 en 34 [3961|(10.34)] de stilte en de eenzaamheid in verband brengt met de diepe behoeften van de gemeenschap aan broederlijk en zusterlijk leven en de coherentie tussen afscheiding van de wereld en dagelijkse sfeer van inkeer onderstreept.
- De instructie van de Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118] Verbi Sponsa, Ecclesia [6405] van 13 mei 1999, die in de artt. 1-8 [6405|(1-8)] een bewonderenswaardige historisch-systematische synthese biedt van heel de voorafgaande leer over de missionaire eschatologische zin van het kloosterleven van de contemplatieve monialen.
- Ten slotte de instructie van de Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118] Ripartire da Cristo [4135] (Opnieuw bij Christus beginnen) van 19 mei 2002, die zeer krachtig ertoe uitnodigt steeds het gelaat van Christus te aanschouwen; zij plaatst de monialen en monniken aan de top van de koorzang en het stille gebed van de Kerk (nr. 25) [4135|(25)] en prijst hen tegelijkertijd dat zij altijd aan het getijdengebed en de Eucharistieviering een bevoorrechte plaats hebben gegeven en deze in het middelpunt hebben geplaatst (ibid.) [4135|(25)].
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Vijftig jaar na het Tweede Vaticaans Concilie heb ik het na de vereiste consultaties en zorgvuldige onderscheiding noodzakelijk geacht de Kerk onderhavige apostolische constitutie, met bijzondere verwijzing naar de kloosters van de Latijnse ritus, aan te bieden. Het doel hiervan was zowel rekening te houden met de intense en vruchtbare weg die de Kerk de laatste decennia is gegaan in het licht van het onderricht van het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie, als met de veranderde sociaal-culturele omstandigheden. Deze tijd heeft een snelle vooruitgang in de menselijke geschiedenis gezien: het is opportuun met deze geschiedenis een dialoog aan te gaan die echter de fundamentele waarden waarborgt waarop het contemplatieve leven is gebaseerd. Dit kan en moet immers door zijn eisen van stilte, luisteren, beroep op innerlijkheid, stabiliteit een uitdaging vormen voor de mentaliteit van vandaag.
Met dit document wil ik mijn persoonlijke waardering samen met de dankbare erkentelijkheid van heel de Kerk herhalen voor de bijzondere vorm van navolging van Christus die de monialen van het contemplatieve leven in praktijk brengen: voor niet weinigen is het een volledig contemplatief leven, een onschatbare en onmisbare gave die de Heilige Geest in de Kerk blijft opwekken.
In de gevallen waarin dit noodzakelijk of hoe dan ook opportuun blijkt, zal de Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118] de kwesties onderzoeken en afspraken maken met de Congregatie voor de Evangelisatie van de Volkeren [d:114] en de Congregatie voor de Oosterse Kerken [d:107].
Met dit document wil ik mijn persoonlijke waardering samen met de dankbare erkentelijkheid van heel de Kerk herhalen voor de bijzondere vorm van navolging van Christus die de monialen van het contemplatieve leven in praktijk brengen: voor niet weinigen is het een volledig contemplatief leven, een onschatbare en onmisbare gave die de Heilige Geest in de Kerk blijft opwekken.
In de gevallen waarin dit noodzakelijk of hoe dan ook opportuun blijkt, zal de Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118] de kwesties onderzoeken en afspraken maken met de Congregatie voor de Evangelisatie van de Volkeren [d:114] en de Congregatie voor de Oosterse Kerken [d:107].
Referenties naar alinea 8: 1
Cor Orans ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Wezenlijke elementen van het contemplatieve leven
9
Het contemplatieve leven is in de Kerk vanaf de eerste eeuwen tot aan onze dagen altijd levend gebleven, waarbij perioden van grote kracht en van verval elkaar opvolgden, dankzij de voortdurende tegenwoordigheid van de Heer samen met het aan de Kerk zelf eigen vermogen zich te vernieuwen en zich aan te passen aan de veranderingen van de maatschappij: het heeft altijd het zoeken naar het gelaat van God en de onvoorwaardelijke liefde voor Christus als zijn specifiek en karakteristiek element levend gehouden.
Het gewijde leven is een geschiedenis van een hartstochtelijke liefde voor de Heer en de mensheid: in het contemplatieve leven ontwikkelt zich deze geschiedenis dag na dag door het hartstochtelijk zoeken naar het gelaat van God, in een intieme relatie met Hem. Aan Christus de Heer, die “ons het eerst heeft liefgehad” (1 Joh. 4, 19) [b:1 Joh. 4, 19] en “zich voor ons heeft overgeleverd” (Ef. 5, 2) [b:Ef. 5, 2], geeft u antwoord, contemplatieve vrouwen, met het aanbieden van heel uw leven door in en voor Hem te leven tot “lof van zijn heerlijkheid” (Ef. 1, 12) [b:Ef. 1, 12]. In deze dynamiek van contemplatie bent u de stem van de Kerk die onvermoeibaar prijst, dankt, zucht en smeekt voor heel de mensheid, en met uw gebed bent uw medewerksters van God zelf en richt u de vallende ledematen van zijn onuitsprekelijk lichaam weer op. vgl: Derde brief aan de heilige Agnes van Bohemen, 8: FF 2886 [[[3744]]]
Uitgaande van het persoonlijke en gemeenschappelijke gebed ontdekt u de Heer als schat van uw leven (Lc. 12, 34) [[b:Lc. 12, 34]], uw goed, “heel het goed, het hoogste goed”, uw “voldoende rijkdom” 3.5: FF 261 [[3253]] en zeker in het geloof dat “alleen God voldoende is”, Editorial Monte Carmelo, Burgos 2011, 1368 [[889]] hebt u het beste deel gekozen. (Lc. 10, 42) [[b:Lc. 10, 42]] U hebt uw leven overgegeven, uw blik vestigend op de Heer, u terugtrekkend in de cel van uw hart (Mt. 6, 5) [[b:Mt. 6, 5]], in het van eenzaamheid gevulde klooster en het broederlijk en zusterlijke leven in gemeenschap. Zo bent u beeld van Christus die op de berg zoekt naar een ontmoeting met de Vader. (Mt. 14, 23) [[b:Mt. 14, 23]]
Het gewijde leven is een geschiedenis van een hartstochtelijke liefde voor de Heer en de mensheid: in het contemplatieve leven ontwikkelt zich deze geschiedenis dag na dag door het hartstochtelijk zoeken naar het gelaat van God, in een intieme relatie met Hem. Aan Christus de Heer, die “ons het eerst heeft liefgehad” (1 Joh. 4, 19) [b:1 Joh. 4, 19] en “zich voor ons heeft overgeleverd” (Ef. 5, 2) [b:Ef. 5, 2], geeft u antwoord, contemplatieve vrouwen, met het aanbieden van heel uw leven door in en voor Hem te leven tot “lof van zijn heerlijkheid” (Ef. 1, 12) [b:Ef. 1, 12]. In deze dynamiek van contemplatie bent u de stem van de Kerk die onvermoeibaar prijst, dankt, zucht en smeekt voor heel de mensheid, en met uw gebed bent uw medewerksters van God zelf en richt u de vallende ledematen van zijn onuitsprekelijk lichaam weer op. vgl: Derde brief aan de heilige Agnes van Bohemen, 8: FF 2886 [[[3744]]]
Uitgaande van het persoonlijke en gemeenschappelijke gebed ontdekt u de Heer als schat van uw leven (Lc. 12, 34) [[b:Lc. 12, 34]], uw goed, “heel het goed, het hoogste goed”, uw “voldoende rijkdom” 3.5: FF 261 [[3253]] en zeker in het geloof dat “alleen God voldoende is”, Editorial Monte Carmelo, Burgos 2011, 1368 [[889]] hebt u het beste deel gekozen. (Lc. 10, 42) [[b:Lc. 10, 42]] U hebt uw leven overgegeven, uw blik vestigend op de Heer, u terugtrekkend in de cel van uw hart (Mt. 6, 5) [[b:Mt. 6, 5]], in het van eenzaamheid gevulde klooster en het broederlijk en zusterlijke leven in gemeenschap. Zo bent u beeld van Christus die op de berg zoekt naar een ontmoeting met de Vader. (Mt. 14, 23) [[b:Mt. 14, 23]]
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
De Kerk heeft ons in de eeuwen altijd gewezen op Maria als "summa contemplatrix”. vgl: in cap. 3 Can. Cant. XI, 6 in Doctoris Ecstatici D. Dionysii Cartusiani Opera Omnia, VII, Typis Cartusiae, Monstrolii 1898, 361. [[[6406]]] Vanaf de aankondiging van de engel tot de verrijzenis blijft Maria, door de pelgrimstocht van het geloof heen die zijn hoogtepunt vindt aan de voet van het kruis, het mysterie dat in haar woont, beschouwen. In Maria vangen wij een glimp op van de mystieke weg van de gewijde persoon, gegrondvest op de nederige wijsheid die het mysterie van de uiteindelijke vervulling proeft.
Naar het voorbeeld van de Moeder Maagd is de contemplatief een persoon die zijn middelpunt heeft in God, is hij het voor wie God het unum necessarium (Lc. 10, 42) [[b:Lc. 10, 42]] is, ten overstaan van wie alles een nieuwe dimensie krijgt, omdat alles met andere ogen wordt bekeken. De contemplatieve persoon begrijpt het belang van de dingen, maar deze stelen niet zijn hart en blokkeren niet zijn geest, integendeel, zij zijn een ladder om tot God te komen: voor hem “draagt alles het teken” 4: FF 263 [[926]] van de Allerhoogste. Wie ondergaat in het mysterie van de contemplatie, ziet met geestelijke ogen: dit maakt het hem mogelijk naar de wereld en de mensen te kijken met de blik van God, daar waar de anderen daarentegen “ogen hebben en niet zien” (Ps. 115, 5; Ps. 135, 16) [b:Ps. 115, 5; Ps. 135, 16] (Jer. 5, 21) [[b:Jer. 5, 21]], omdat zij kijken met de ogen van het vlees.
Naar het voorbeeld van de Moeder Maagd is de contemplatief een persoon die zijn middelpunt heeft in God, is hij het voor wie God het unum necessarium (Lc. 10, 42) [[b:Lc. 10, 42]] is, ten overstaan van wie alles een nieuwe dimensie krijgt, omdat alles met andere ogen wordt bekeken. De contemplatieve persoon begrijpt het belang van de dingen, maar deze stelen niet zijn hart en blokkeren niet zijn geest, integendeel, zij zijn een ladder om tot God te komen: voor hem “draagt alles het teken” 4: FF 263 [[926]] van de Allerhoogste. Wie ondergaat in het mysterie van de contemplatie, ziet met geestelijke ogen: dit maakt het hem mogelijk naar de wereld en de mensen te kijken met de blik van God, daar waar de anderen daarentegen “ogen hebben en niet zien” (Ps. 115, 5; Ps. 135, 16) [b:Ps. 115, 5; Ps. 135, 16] (Jer. 5, 21) [[b:Jer. 5, 21]], omdat zij kijken met de ogen van het vlees.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Contemplatie is dus in Christus Jezus, die het gelaat voortdurend op de Vader heeft gericht (Joh. 1, 18) [[b:Joh. 1, 18]], een blik hebben die door de werking van de Geest is veranderd, een blik waarin de verwondering over God en zijn wonderwerken bloeit; het is een heldere geest hebben, waarin de trillingen van het Woord en de stem van de Geest als het suizen van een zachte bries (1 Kon. 19, 12) [[b:1 Kon. 19, 12]] weerklinken. De contemplatie komt niet toevallig voort uit het geloof, dat de deur en de vrucht is van de contemplatie: alleen door een “hier ben ik” vol vertrouwen (Lc. 2, 38) [[b:Lc. 2, 38]] kan men in het mysterie binnengaan.
In deze stille en diepe rust van geest en hart kunnen verschillende bekoringen binnensluipen waardoor uw contemplatie een terrein van geestelijke strijd kan worden, die u doorstaat in naam en tot welzijn van de hele Kerk, die weet dat u trouwe, sterke en in de strijd volhardende wachtposten bent. Onder de bekoringen die voor een contemplatief het verraderlijkst zijn, herinneren wij aan die welke door de woestijnvaders “de middagduivel” wordt genoemd: het is de bekoring die uitloopt op apathie, routine, demotivatie, verlammende lusteloosheid. Zoals ik in de apostolische exhortatie Evangelii Gaudium [4984] heb geschreven, leidt deze tot een “psychologie van het graf, die langzaam de christenen verandert in mummies in een museum. Teleurgesteld door de werkelijkheid, door de Kerk en door zichzelf, zijn zij voortdurend in de verleiding zich vast te klampen aan een zoetige droefheid, zonder hoop, die zich van hun hart meester maakt als het ‘kostbaarste elixir van de duivel’”. Evangelii Gaudium [[4984|83]]
In deze stille en diepe rust van geest en hart kunnen verschillende bekoringen binnensluipen waardoor uw contemplatie een terrein van geestelijke strijd kan worden, die u doorstaat in naam en tot welzijn van de hele Kerk, die weet dat u trouwe, sterke en in de strijd volhardende wachtposten bent. Onder de bekoringen die voor een contemplatief het verraderlijkst zijn, herinneren wij aan die welke door de woestijnvaders “de middagduivel” wordt genoemd: het is de bekoring die uitloopt op apathie, routine, demotivatie, verlammende lusteloosheid. Zoals ik in de apostolische exhortatie Evangelii Gaudium [4984] heb geschreven, leidt deze tot een “psychologie van het graf, die langzaam de christenen verandert in mummies in een museum. Teleurgesteld door de werkelijkheid, door de Kerk en door zichzelf, zijn zij voortdurend in de verleiding zich vast te klampen aan een zoetige droefheid, zonder hoop, die zich van hun hart meester maakt als het ‘kostbaarste elixir van de duivel’”. Evangelii Gaudium [[4984|83]]
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Thema’s als onderwerp van onderscheiding en herziening van de normen
12
40
52
Cor Orans ->=geentekst=
40
52
Om de vrouwelijke contemplatieven het hierboven beschreven doel dat eigen is aan hun specifieke roeping, te helpen bereiken nodig ik uit tot reflectie en onderscheiding betreffende de volgende thema’s van het gewijde leven in het algemeen en in het bijzonder van de monastieke traditie:
- vorming [al:13-15],
- gebed [al:16-18],
- Woord van God [al:19-21],
- Eucharistie en Verzoening [al:22-23],
- zusterlijk leven in gemeenschap [al:24-27],
- autonomie [al:28-29],
- federaties [al:30],
- clausuur [al:31],
- werk [al:32],
- stilte [al:33],
- communicatiemiddelen [al:34] en
- ascese [al:35].
Referenties naar alinea 12: 2
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Vorming
13
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
De vorming van de gewijde persoon is een tocht die moet leiden tot een gelijkvormigheid met de Heer Jezus en een zich eigen maken van zijn gevoelens in totale zelfgave aan de Vader; het betreft een proces dat nooit eindigt, bestemd om heel de persoon ten diepste te raken, opdat iedere houding en ieder gebaar van hem het volle en vreugdevolle toebehoren aan Christus openbaart en daarom vraagt dat om een voortdurende bekering tot God. Het is gericht op de vorming van hart, geest en leven en vergemakkelijkt het integreren van de menselijke, culturele, geestelijke en pastorale dimensie. vgl: Vita Consecrata [[[758|65]]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|664]]]
De vorming van een gewijde contemplatieve persoon is in het bijzonder gericht op een harmonische toestand van gemeenschap met God en de zusters binnen een atmosfeer van een door de dagelijkse clausuur beschermde stilte.
De vorming van een gewijde contemplatieve persoon is in het bijzonder gericht op een harmonische toestand van gemeenschap met God en de zusters binnen een atmosfeer van een door de dagelijkse clausuur beschermde stilte.
Referenties naar alinea 13: 5
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
God de Vader is de vormer bij uitstek, maar bij dit “handwerk” bedient Hij zich van menselijke bemiddeling, de vormers en de vormsters, oudere broeders en zusters van wie de belangrijkste zending is “de schoonheid van de sequela Christi N.v.d.r.: 'discipelschap.. N.v.d.r.: 'discipelschap van Christus' en de waarde van het charisma waarin dit wordt zich voltrekt” te laten zien." vgl: Vita Consecrata [[[758|66]]]
De vorming, en in het bijzonder de permanente, “een wezenlijke eis voor de religieuze toewijding aan God”, vgl: Vita Consecrata [[[758|88]]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|661]]] heeft haar humus in de gemeenschap en het dagelijks leven. De zusters dienen zich om deze reden te herinneren dat de gewone plaats waar de weg van de vorming plaatsvindt, het klooster is en dat het zusterlijke leven in gemeenschap in al zijn manifestaties deze weg moet begunstigen.
De vorming, en in het bijzonder de permanente, “een wezenlijke eis voor de religieuze toewijding aan God”, vgl: Vita Consecrata [[[758|88]]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|661]]] heeft haar humus in de gemeenschap en het dagelijks leven. De zusters dienen zich om deze reden te herinneren dat de gewone plaats waar de weg van de vorming plaatsvindt, het klooster is en dat het zusterlijke leven in gemeenschap in al zijn manifestaties deze weg moet begunstigen.
Referenties naar alinea 14: 5
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Gegeven de huidige sociaal-culturele en religieuze context dienen de kloosters veel aandacht te besteden aan de onderscheiding op het gebied van roeping en spiritualiteit zonder zich te laten overvallen door de verleiding van het getal en de doelmatigheid; AAS 88 (1996), 441 [[4135|(65)]] zij dienen een op de persoon toegesneden begeleiding van de kandidaten te garanderen en voor hen een passend traject van vorming te bevorderen, onverlet dat “men veel ruimte moet voorbehouden aan de initiële vorming en die na de tijdelijke professie”, vgl: Vita Consecrata [[[758|65]]] voor zover mogelijk niet korter dan negen, noch langer dan 12 jaar. vgl: § 1 [[[30|648]]] vgl: § 2 [[[30|657]]]
Referenties naar alinea 15: 5
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Gebed
16
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Het liturgisch en persoonlijk gebed is een wezenlijk vereiste om uw contemplatie te voeden: als “het gebed de ‘kern’ van het gewijde leven is”, L’Osservatore Romano, 4 febbraio 2016, p. 6 [[6407]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|673]]] dan is het dat met des te meer reden van het contemplatieve leven. Vandaag weten zeer veel personen niet te bidden. Velen voelen eenvoudigweg niet de behoefte om te bidden of beperken hun relatie met God tot een smeekbede in ogenblikken van beproeving, wanneer zij niet weten tot wie zij zich moeten wenden. Anderen beperken hun gebed tot een eenvoudige lofprijzing in ogenblikken van geluk. Wanneer u de lof van de Heer bidt en zingt in het getijdengebed, geeft u ook deze mensen een stem en spreekt u, zoals de profeten dat deden, ten beste voor het heil van allen. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|83]]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|1173]]] vgl: § 1 [[[30|1174]]] Het persoonlijk gebed zal u helpen met de Heer verenigd te blijven, zoals de ranken met de wijnstok, en zo zal uw gebed in overvloed vrucht dragen. (Joh. 15, 1-15) [[b:Joh. 15, 1-15]] Denkt er echter aan dat een gebedsleven en een contemplatief leven niet kunnen worden beleefd als een inkeer in uzelf, maar het hart moeten verwijden om de hele mensheid te omarmen, vooral die welke lijdt.
Door middel van het gebed van voorspraak hebt u een wezenlijke rol in het leven van de Kerk. Bidt en spreekt ten beste voor zovele broeders en zusters die gevangene, migrant, vluchteling zijn en worden vervolgd, voor zovele gewonde gezinnen, voor de mensen zonder werk, voor de armen, voor de zieken, voor de slachtoffers van verslaving, om maar enkele situaties te noemen die vandaag de dag het meest urgent zijn. U bent als de mensen die een lamme voor de Heer brachten om hem te genezen. (Mc. 2, 1-12) [[b:Mc. 2, 1-12]] Door middel van het gebed brengt u dag en nacht het leven bij de Heer van zovele broeders en zusters die vanwege verschillende omstandigheden Hem niet kunnen bereiken om zijn genezende barmhartigheid te ervaren, terwijl Hij op hen wacht om hun zijn genade te bewijzen. Met uw gebed kunt u de wonden van zovele broeders en zusters genezen.
De beschouwing van Christus heeft in de Maagd Maria haar onovertrefbaar voorbeeld. Het gelaat van de Zoon behoort haar op een bijzondere wijze toe. Als Moeder en Lerares in het gelijkvormig worden aan haar Zoon is zij met haar voorbeeldige en moederlijke aanwezigheid een grote steun in de dagelijkse trouw aan het gebed (Hand. 1, 14) [[b:Hand. 1, 14]], vooral dat van haar kinderen. vgl: Het gebed en de Heilige Familie van Nazareth [[[4567|4]]] vgl: § 4 [[[30|663]]]
Door middel van het gebed van voorspraak hebt u een wezenlijke rol in het leven van de Kerk. Bidt en spreekt ten beste voor zovele broeders en zusters die gevangene, migrant, vluchteling zijn en worden vervolgd, voor zovele gewonde gezinnen, voor de mensen zonder werk, voor de armen, voor de zieken, voor de slachtoffers van verslaving, om maar enkele situaties te noemen die vandaag de dag het meest urgent zijn. U bent als de mensen die een lamme voor de Heer brachten om hem te genezen. (Mc. 2, 1-12) [[b:Mc. 2, 1-12]] Door middel van het gebed brengt u dag en nacht het leven bij de Heer van zovele broeders en zusters die vanwege verschillende omstandigheden Hem niet kunnen bereiken om zijn genezende barmhartigheid te ervaren, terwijl Hij op hen wacht om hun zijn genade te bewijzen. Met uw gebed kunt u de wonden van zovele broeders en zusters genezen.
De beschouwing van Christus heeft in de Maagd Maria haar onovertrefbaar voorbeeld. Het gelaat van de Zoon behoort haar op een bijzondere wijze toe. Als Moeder en Lerares in het gelijkvormig worden aan haar Zoon is zij met haar voorbeeldige en moederlijke aanwezigheid een grote steun in de dagelijkse trouw aan het gebed (Hand. 1, 14) [[b:Hand. 1, 14]], vooral dat van haar kinderen. vgl: Het gebed en de Heilige Familie van Nazareth [[[4567|4]]] vgl: § 4 [[[30|663]]]
Referenties naar alinea 16: 3
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Het boek Exodus laat ons zien dat Mozes met zijn gebed het lot van zijn volk bepaalt door de overwinning ervan op de vijand veilig te stellen, wanneer hij erin slaagt zijn armen omhoog te houden om de hulp van de Heer in te roepen. (Ex. 17, 11) [[b:Ex. 17, 11]] Deze tekst lijkt mij een heel expressief beeld te zijn van de kracht en de doeltreffendheid van uw gebed ten gunste van heel de mensheid en de Kerk, vooral van haar zwakste en behoeftigste leden. Ook vandaag kunnen wij evenals toen denken dat het lot van de mensheid wordt bepaald in het biddend hart en de opgeheven armen van de vrouwelijke contemplatieven. Daarom spoor ik u aan overeenkomstig uw constituties trouw te zijn aan het liturgisch en persoonlijk gebed, dat een voorbereiding daarop en een verlenging daarvan is. Ik spoor u aan “niets achter te stellen bij het opus Dei”, 43, 3 [[934 |+ 623 ]] opdat niets u hindert, niets u scheidt, niets tussen beide komt bij uw biddend dienstwerk. vgl: XXIII, 31: FF 71 [[[6408]]] Op deze wijze zult u door middel van de contemplatie veranderen in het beeld van Christus vgl: Derde brief aan Agnes Bohemen, 12.13: FF 2888 [[[3744]]] en zullen uw gemeenschappen ware scholen van gebed worden.
Referenties naar alinea 17: 3
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Dit alles vraagt om een spiritualiteit die gebaseerd is op het Woord van God, op de kracht van het sacramentele leven, op het onderricht van het leergezag van de Kerk en op de geschriften van uw stichters en stichteressen; een spiritualiteit die u dochters van de hemel en dochters van de aarde zal doen worden, leerlingen en missionarissen, overeenkomstig uw levensstijl. Bovendien vraagt het om een steeds verdergaande vorming tot het persoonlijke en liturgische gebed en de contemplatie zelf, zonder te vergeten dat dit zich voornamelijk voedt met de “aanstootgevende schoonheid” van het kruis.
Referenties naar alinea 18: 3
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De centrale plaats van het Woord van God
19
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Een van de meest veelbetekenende elementen van het monastieke leven is in het algemeen de centrale plaats van het Woord van God in het persoonlijke en gemeenschappelijke leven. De heilige Benedictus onderstreept dit, wanneer hij zijn monniken vraagt graag naar de heilige lezingen te luisteren: “lectiones sanctas libenter audire”. 4, 55 [[934 |+ 175 ]] Eeuwenlang heeft het monnikendom de lectio divina bewaakt. Daar deze vandaag heel het volk van God wordt aanbevolen en wordt gevraagd van alle religieuze gewijden, vgl: Verbum Domini [[[3488|86]]] bent u geroepen er de voeding van te maken voor uw contemplatie en uw dagelijks leven, zodat uw deze veranderende ervaring van het Woord van God kunt delen met priesters, diakens, andere gewijden en leken. Voelt dit delen als een ware kerkelijke zending.
Ongetwijfeld zijn het gebed en de contemplatie de meest ge-eigende plaatsen om het Woord van God te ontvangen, maar tegelijkertijd komen zowel het gebed als de contemplatie voort uit het luisteren naar het Woord van God. Heel de Kerk, en in het bijzonder de gemeenschappen die volledig zijn gewijd aan de contemplatie, hebben er behoefte aan opnieuw de centrale plaats ontdekken van het Woord van God, dat, zoals mijn voorganger de heilige Johannes Paulus II in herinnering heeft gebracht, de “oerbron van alle spiritualiteit” Vita Consecrata [[758|94]] is. Het is noodzakelijk dat het Woord van God het leven, het gebed, de contemplatie, de dagelijkse weg voedt en principe van gemeenschap wordt voor uw gemeenschappen en zusterchappen. Zij zijn immers geroepen het te ontvangen, te overwegen, het te beschouwen, het samen te beleven en de vruchten die uit deze ervaring ontstaan, mee te delen en samen te delen. Zo zult u kunnen groeien in een authentieke spiritualiteit van gemeenschap. Ripartire da Cristo [[4135|(25)]] Novo millennio ineunte [[9|43]] Met het oog hierop spoor ik u aan “het risico van een individualistische benadering te vermijden door voor ogen te houden dat het Woord van God ons nu juist is gegeven om gemeenschap te vormen, om ons op onze weg naar God te verenigen in de Waarheid. (...) Daarom moet men tot de heilige tekst altijd naderen in de gemeenschap van de Kerk”. Verbum Domini [[3488|86]]
Ongetwijfeld zijn het gebed en de contemplatie de meest ge-eigende plaatsen om het Woord van God te ontvangen, maar tegelijkertijd komen zowel het gebed als de contemplatie voort uit het luisteren naar het Woord van God. Heel de Kerk, en in het bijzonder de gemeenschappen die volledig zijn gewijd aan de contemplatie, hebben er behoefte aan opnieuw de centrale plaats ontdekken van het Woord van God, dat, zoals mijn voorganger de heilige Johannes Paulus II in herinnering heeft gebracht, de “oerbron van alle spiritualiteit” Vita Consecrata [[758|94]] is. Het is noodzakelijk dat het Woord van God het leven, het gebed, de contemplatie, de dagelijkse weg voedt en principe van gemeenschap wordt voor uw gemeenschappen en zusterchappen. Zij zijn immers geroepen het te ontvangen, te overwegen, het te beschouwen, het samen te beleven en de vruchten die uit deze ervaring ontstaan, mee te delen en samen te delen. Zo zult u kunnen groeien in een authentieke spiritualiteit van gemeenschap. Ripartire da Cristo [[4135|(25)]] Novo millennio ineunte [[9|43]] Met het oog hierop spoor ik u aan “het risico van een individualistische benadering te vermijden door voor ogen te houden dat het Woord van God ons nu juist is gegeven om gemeenschap te vormen, om ons op onze weg naar God te verenigen in de Waarheid. (...) Daarom moet men tot de heilige tekst altijd naderen in de gemeenschap van de Kerk”. Verbum Domini [[3488|86]]
Referenties naar alinea 19: 3
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
De lectio divina of het biddende lezen van het Woord van God is de kunst die de overgang van de Bijbelse tekst naar het leven help te volbrengen, het is de existentiële hermeneutiek van de Heilige Schrift, dankzij welke wij de afstand tussen spiritualiteit en dagelijkse werkelijkheid, tussen geloof en leven. Het proces dat door de lectio divina in gang wordt gezet, wil ons van luisteren naar kennis en van kennis naar liefde brengen.
Dankzij de Bijbelse beweging, die vooral na het promulgeren van de dogmatische constitutie Dei Verbum [576] van het Tweede Vaticaans Concilie nieuwe kracht heeft gekregen, houdt men vandaag allen een voortdurend naderen tot de Heilige Schrift door het biddend en regelmatig lezen van de tekst van de Bijbel voor, zodat de dialoog met God de dagelijkse werkelijkheid van het volk van God wordt. De lectio divina moet u helpen een volgzaam, wijs en verstandig hart te ontwikkelen (1 Kon. 3, 9.12) [[b:1 Kon. 3, 9.12]] om te onderscheiden wat van God komt en wat daarentegen van Hem kan verwijderen; om het bovennatuurlijk instinct te verwerven dat het onze stichters en stichteressen mogelijk heeft gemaakt zich niet te conformeren aan de mentaliteit van de wereld, maar de eigen geest te vernieuwen “om in staat te kunnen zijn uit te maken wat God van u wil, wat goed is, wat zéér goed is en volmaakt” (Rom. 12, 2) [b:Rom. 12, 2]. vgl: Vita Consecrata [[[758|94]]]
Dankzij de Bijbelse beweging, die vooral na het promulgeren van de dogmatische constitutie Dei Verbum [576] van het Tweede Vaticaans Concilie nieuwe kracht heeft gekregen, houdt men vandaag allen een voortdurend naderen tot de Heilige Schrift door het biddend en regelmatig lezen van de tekst van de Bijbel voor, zodat de dialoog met God de dagelijkse werkelijkheid van het volk van God wordt. De lectio divina moet u helpen een volgzaam, wijs en verstandig hart te ontwikkelen (1 Kon. 3, 9.12) [[b:1 Kon. 3, 9.12]] om te onderscheiden wat van God komt en wat daarentegen van Hem kan verwijderen; om het bovennatuurlijk instinct te verwerven dat het onze stichters en stichteressen mogelijk heeft gemaakt zich niet te conformeren aan de mentaliteit van de wereld, maar de eigen geest te vernieuwen “om in staat te kunnen zijn uit te maken wat God van u wil, wat goed is, wat zéér goed is en volmaakt” (Rom. 12, 2) [b:Rom. 12, 2]. vgl: Vita Consecrata [[[758|94]]]
Referenties naar alinea 20: 3
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Het ritme van uw persoonlijke en gemeenschappelijke dag dient bepaald te zijn door het Woord van God. Uw gemeenschappen en broederschappen zullen zo scholen worden waar het Woord wordt aanhoord, beleefd en verkondigd aan allen die u zullen ontmoeten.
Vergeet ten slotte niet dat “de lectio divina in haar dynamiek niet wordt afgesloten, zolang zij niet komt tot handelen (actio), dat het gelovige leven ertoe aanzet van zichzelf van zichzelf voor anderen een geschenk te maken in de liefde”. Verbum Domini [[3488|87]] Zo zal zij overvloedige vruchten voortbrengen op de weg van het gelijkvormig worden aan Christus, doel van heel ons leven.
Vergeet ten slotte niet dat “de lectio divina in haar dynamiek niet wordt afgesloten, zolang zij niet komt tot handelen (actio), dat het gelovige leven ertoe aanzet van zichzelf van zichzelf voor anderen een geschenk te maken in de liefde”. Verbum Domini [[3488|87]] Zo zal zij overvloedige vruchten voortbrengen op de weg van het gelijkvormig worden aan Christus, doel van heel ons leven.
Referenties naar alinea 21: 3
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De sacramenten van de Eucharistie en de Verzoening
22
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
De Eucharistie is het sacrament bij uitstek van de ontmoeting met de persoon van Jezus: daarin “ligt heel het geestelijk goed van de Kerk vervat, namelijk Christus zelf”. Presbyterorum Ordinis [[704|5]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|899]]] De Eucharistie, het hart van het leven van iedere gedoopte en van het gewijde leven zelf, is het op een bijzondere wijze van het contemplatieve leven. Het offer van uw leven voegt u immers op een bijzondere wijze in in het Paasmysterie van dood en verrijzenis, dat in de Eucharistie wordt verwezenlijkt. Samen het brood breken herhaalt en actualiseert immers de zelfgave die wordt volbracht door Jezus, “die zich heeft gebroken, zich breekt voor ons” en die ons vraagt op onze beurt “ons te breken voor de ander”. Op het Hoogfeest van het Heilig Sacrament van het Lichaam en Bloed van Christus [[6408]] vgl: § 2 [[[30|663]]] Opdat dit rijke mysterie wordt verwezenlijkt en zich op levende wijze manifesteert, is vereist dat de viering van de Eucharistie zorgvuldig, waardig en sober wordt voorbereid en men er ten volle met geloof en bewust aan deelneemt.
In de Eucharistie herkent de blik van het hart Jezus. vgl: Op het Hoogfeest van het Heilig Sacrament van het Lichaam en Bloed van Christus [[[6409|(3)]]] De heilige Johannes Paulus II herinnert ons eraan: “Christus beschouwen betekent in staat zijn Hem te leren herkennen, waar Hij zich laat zien in de talloze vormen van zijn aanwezigheid, maar bovenal in het levende sacrament van zijn lichaam en zijn bloed. De Kerk leeft van Christus in de Eucharistie; door Hem wordt zij gevoed en door Hem wordt zij verlicht. De Eucharistie is geheim van het geloof en tegelijkertijd geheim van het licht’. Telkens wanneer de Kerk de Eucharistie viert, kunnen de gelovigen in zekere zin de ervaring van de beide leerlingen op weg naar Emmaus opnieuw beleven: ‘Nu gingen hun de ogen open en ze herkenden Hem’ (Lc. 24, 31) [b:Lc. 24, 31]. Ecclesia de Eucharistia [[87|6]] De Eucharistie voert ons dus dagelijks binnen in het mysterie van de liefde, die huwelijksliefde is: “Christus is de Bruidegom van de Kerk, als Verlosser van de wereld. De Eucharistie is het sacrament van onze verlossing. Het is het sacrament van de Bruidegom, van de Bruid”. vgl: Mulieris Dignitatem [[[94|26]]]
Daarom is het een prijzenswaardige traditie de viering te verlengen met de eucharistische Aaanbidding, een bevoorrecht ogenblik om zich innerlijk het brood van het Woord dat gedurende de viering is gebroken, eigen te maken en de handeling van dankzegging voort te zetten.
In de Eucharistie herkent de blik van het hart Jezus. vgl: Op het Hoogfeest van het Heilig Sacrament van het Lichaam en Bloed van Christus [[[6409|(3)]]] De heilige Johannes Paulus II herinnert ons eraan: “Christus beschouwen betekent in staat zijn Hem te leren herkennen, waar Hij zich laat zien in de talloze vormen van zijn aanwezigheid, maar bovenal in het levende sacrament van zijn lichaam en zijn bloed. De Kerk leeft van Christus in de Eucharistie; door Hem wordt zij gevoed en door Hem wordt zij verlicht. De Eucharistie is geheim van het geloof en tegelijkertijd geheim van het licht’. Telkens wanneer de Kerk de Eucharistie viert, kunnen de gelovigen in zekere zin de ervaring van de beide leerlingen op weg naar Emmaus opnieuw beleven: ‘Nu gingen hun de ogen open en ze herkenden Hem’ (Lc. 24, 31) [b:Lc. 24, 31]. Ecclesia de Eucharistia [[87|6]] De Eucharistie voert ons dus dagelijks binnen in het mysterie van de liefde, die huwelijksliefde is: “Christus is de Bruidegom van de Kerk, als Verlosser van de wereld. De Eucharistie is het sacrament van onze verlossing. Het is het sacrament van de Bruidegom, van de Bruid”. vgl: Mulieris Dignitatem [[[94|26]]]
Daarom is het een prijzenswaardige traditie de viering te verlengen met de eucharistische Aaanbidding, een bevoorrecht ogenblik om zich innerlijk het brood van het Woord dat gedurende de viering is gebroken, eigen te maken en de handeling van dankzegging voort te zetten.
Referenties naar alinea 22: 3
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Uit de Eucharistie komt de verplichting tot voortdurende bekering voort, die haar sacramentele uitdrukking vindt in de Verzoening. De veelvuldige persoonlijke of gemeenschappelijke viering van het sacrament van de Verzoening of van de Boetedoening dient voor u een bevoorrechte gelegenheid te zijn om het barmhartige gelaat van de Vader, Jezus Christus, te aanschouwen, vgl: Misericordiae Vultus [[[5872|1]]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|664.630]]] om uw hart te vernieuwen en uw relatie met God in de contemplatie te zuiveren.
Uit de vreugdevolle ervaring van de vergeving, in dit sacrament verkregen van God, komt de genade voort profeet en bedienaar te worden van barmhartigheid en instrument van verzoening, vergeving en vrede, profeet en bedienaar van hetgeen waaraan onze wereld vandaag in het bijzonder behoefte heeft.
Uit de vreugdevolle ervaring van de vergeving, in dit sacrament verkregen van God, komt de genade voort profeet en bedienaar te worden van barmhartigheid en instrument van verzoening, vergeving en vrede, profeet en bedienaar van hetgeen waaraan onze wereld vandaag in het bijzonder behoefte heeft.
Referenties naar alinea 23: 4
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Broeder en zusterlijk leven in gemeenschap
24
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Broederlijk en zusterlijk leven in gemeenschap is een wezenlijk element van het religieuze leven in het algemeen en in het bijzonder van het monastieke leven, ook bij de veelvuldigheid aan charisma’s.
De relatie van gemeenschap is een manifestatie van de liefde, die zich, opwellend uit het hart van de Vader, door de Geest die Jezus zelf ons geeft, over ons uitstort. Alleen door deze werkelijkheid zichtbaar te maken is de Kerk, Gods familie, een teken van diepe eenheid met Hem en stelt zij zich voor als de woning waarbinnen deze ervaring mogelijk en levend makend is voor allen. Christus de Heer vormt door enkelen te roepen om zijn leven te delen een gemeenschap die “het vermogen zichtbaar maakt tot gemeenschap van goederen, broederlijke en zusterlijke liefde, plan van leven en werken, dat voortkomt uit het feit dat men de uitnodiging heeft aangenomen om Hem meer in vrijheid en meer van nabij te volgen”. Congregavit nos in unum Christi amor [[3961|(10)]] Het broederlijk en zusterlijk leven, krachtens hetwelk gewijde mannen en vrouwen naar het voorbeeld van de eerste christengemeenschappen trachten “één van hart en één van ziel” (Hand. 4, 32) [b:Hand. 4, 32] te zijn, “kan men zien als een welsprekend getuigenis van de Drie-eenheid”. Vita Consecrata [[758|21]]
De relatie van gemeenschap is een manifestatie van de liefde, die zich, opwellend uit het hart van de Vader, door de Geest die Jezus zelf ons geeft, over ons uitstort. Alleen door deze werkelijkheid zichtbaar te maken is de Kerk, Gods familie, een teken van diepe eenheid met Hem en stelt zij zich voor als de woning waarbinnen deze ervaring mogelijk en levend makend is voor allen. Christus de Heer vormt door enkelen te roepen om zijn leven te delen een gemeenschap die “het vermogen zichtbaar maakt tot gemeenschap van goederen, broederlijke en zusterlijke liefde, plan van leven en werken, dat voortkomt uit het feit dat men de uitnodiging heeft aangenomen om Hem meer in vrijheid en meer van nabij te volgen”. Congregavit nos in unum Christi amor [[3961|(10)]] Het broederlijk en zusterlijk leven, krachtens hetwelk gewijde mannen en vrouwen naar het voorbeeld van de eerste christengemeenschappen trachten “één van hart en één van ziel” (Hand. 4, 32) [b:Hand. 4, 32] te zijn, “kan men zien als een welsprekend getuigenis van de Drie-eenheid”. Vita Consecrata [[758|21]]
Referenties naar alinea 24: 4
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
De broederlijke en zusterlijke gemeenschap is een weerspiegeling van hoe men is en hoe men zich aan God geeft, het is een getuigenis dat “God liefde is” (1 Joh. 4, 8.16) [b:1 Joh. 4, 8.16]. Het gewijde leven belijdt dat men gelooft in en leeft van de liefde van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, en daarom wordt de broederlijke en zusterlijke gemeenschap een weerspiegeling van de genade van God, de Drie-eenheid van Liefde.
Anders dan de kluizenaars, die leven “in de stilte van de eenzaamheid” Codex Iuris Canonici [[30|603]] en ook grote achting genieten van de kant van de Kerk, brengt het monastieke leven een gemeenschapsleven met zich mee dat een voortdurend proces van groei kent en ertoe leidt een authentieke broederlijke en zusterlijke gemeenschap te beleven, een koinonia. Dit vereist dat al haar leden zich bouwers van de gemeenschap voelen en niet alleen maar mensen die de weldaden genieten die zij daarvan kunnen ontvangen. Een gemeenschap bestaat in zoverre zij ontstaat en wordt opgebouwd met de bijdrage van allen, ieder overeenkomstig zijn eigen gaven, en door een sterke spiritualiteit van gemeenschap te ontwikkelen die ertoe leidt dat men voelt en beleeft dat men elkaar toebehoort. vgl: Novo millennio ineunte [[[9|43]]] Alleen zo zal het gemeenschappelijk leven een wederzijdse hulp worden bij het verwezenlijken van de eigen roeping van ieder. vgl: Presbyterorum Ordinis [[[704|15]]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|602]]]
Anders dan de kluizenaars, die leven “in de stilte van de eenzaamheid” Codex Iuris Canonici [[30|603]] en ook grote achting genieten van de kant van de Kerk, brengt het monastieke leven een gemeenschapsleven met zich mee dat een voortdurend proces van groei kent en ertoe leidt een authentieke broederlijke en zusterlijke gemeenschap te beleven, een koinonia. Dit vereist dat al haar leden zich bouwers van de gemeenschap voelen en niet alleen maar mensen die de weldaden genieten die zij daarvan kunnen ontvangen. Een gemeenschap bestaat in zoverre zij ontstaat en wordt opgebouwd met de bijdrage van allen, ieder overeenkomstig zijn eigen gaven, en door een sterke spiritualiteit van gemeenschap te ontwikkelen die ertoe leidt dat men voelt en beleeft dat men elkaar toebehoort. vgl: Novo millennio ineunte [[[9|43]]] Alleen zo zal het gemeenschappelijk leven een wederzijdse hulp worden bij het verwezenlijken van de eigen roeping van ieder. vgl: Presbyterorum Ordinis [[[704|15]]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|602]]]
Referenties naar alinea 25: 4
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
U, die het monastieke leven hebt omarmd, herinnert u altijd dat de mannen en vrouwen van onze tijd van u een getuigenis verwachten van ware broederlijke en zusterlijke gemeenschap, dat krachtig in een maatschappij, getekend door scheiding en ongelijkheid, laat zien dat het mogelijk en mooi is samen te leven (Ps. 133, 1) [[b:Ps. 133, 1]] ondanks de verschillen in generatie, vorming en soms cultuur. Uw gemeenschappen dienen geloofwaardige tekenen ervan te zijn dat deze verschillen verre van een belemmering voor een broederlijk en zusterlijk leven zijn, maar het verrijken. Denkt eraan dat eenheid en gemeenschap geen eenvormigheid betekenen en zich voeden met dialoog, samen delen, wederzijdse hulp en diepe menselijkheid, vooral ten opzichte van de meest broze leden.
Referenties naar alinea 26: 4
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Denkt er ten slotte aan dat het broederlijk en zusterlijk leven in gemeenschap ook de eerste vorm van evangelisatie is: “Hieruit zullen allen kunnen opmaken dat gij mijn leerlingen zijt: als gij de liefde onder elkaar bewaart” (Joh. 13, 35) [b:Joh. 13, 35]. Daarom spoor ik u aan de middelen om dit hechter te maken niet te verwaarlozen, zoals de Kerk het voorhoudt en actualiseert, vgl: Congregavit nos in unum Christi amor [[[3961]]] vgl: § 2 [[[30|607]]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|665]]] vgl: § 1 [[[30|699]]] en voortdurend waakzaam te zijn met betrekking tot dit delicaat aspect van het kloosterleven dat niet van ondergeschikt belang is. Samen met het delen van het Woord en de ervaring van God en de gemeenschappelijke onderscheiding “kan men ook nog denken aan de broederlijke en zusterlijke terechtwijzing, de herziening van leven en andere, voor de traditie typische vormen. Het zijn concrete manieren om de gaven die de Geest overvloedig schenkt voor de opbouw en de zending ervan in de wereld” ten dienste van de ander te stellen en uit te storten in de gemeenschap. vgl: Congregavit nos in unum Christi amor [[[3961|(32)]]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|619.630.664]]]
Zoals ik onlangs heb gezegd bij mijn ontmoeting met de gewijden die waren samengekomen in Rome voor de afsluiting van het Jaar van het Gewijde Leven, vgl: Godgewijde Leven: profetie, nabijheid, hoop [[[6201|4]]] dient het uw zorg te zijn uw zusters, die de Heer u heeft geschonken als een kostbare gave, nabij te zijn. Anderzijds is het, zoals de heilige Benedictus in herinnering bracht, fundamenteel in het gemeenschapsleven “de ouderen te eren en de jongeren lief te hebben”. Regula monasticorum [[934 |+ 190-191]] In deze inspanning om een evenwicht te vinden tussen herinnering en toekomstige belofte wortelt ook de vruchtbaarheid van het broederlijk en zusterlijk leven in gemeenschap.
Zoals ik onlangs heb gezegd bij mijn ontmoeting met de gewijden die waren samengekomen in Rome voor de afsluiting van het Jaar van het Gewijde Leven, vgl: Godgewijde Leven: profetie, nabijheid, hoop [[[6201|4]]] dient het uw zorg te zijn uw zusters, die de Heer u heeft geschonken als een kostbare gave, nabij te zijn. Anderzijds is het, zoals de heilige Benedictus in herinnering bracht, fundamenteel in het gemeenschapsleven “de ouderen te eren en de jongeren lief te hebben”. Regula monasticorum [[934 |+ 190-191]] In deze inspanning om een evenwicht te vinden tussen herinnering en toekomstige belofte wortelt ook de vruchtbaarheid van het broederlijk en zusterlijk leven in gemeenschap.
Referenties naar alinea 27: 4
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De autonomie van de kloosters
28
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Autonomie begunstigt de stabiliteit van leven en de innerlijke eenheid van iedere gemeenschap en waarborgt de beste voorwaarden voor de contemplatie. Deze autonomie mag echter niet betekenen onafhankelijkheid of isolering, vooral van de andere kloosters van dezelfde orde of van de eigen charismatische familie.
Referenties naar alinea 28: 6
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Weest u ervan bewust dat “niemand door zich te isoleren of op alleen maar op eigen kracht een toekomst opbouwt, herkent u in de waarheid van een gemeenschap die altijd openstaat voor ontmoeting, dialoog, luisteren” Aan de Godgewijden [[5736|7]] en zorgt ervoor dat u zich hoedt “voor de ziekte van het op zichzelf betrokken zijn” Aan de Godgewijden [[5736|7]] en bewaakt de waarde van de gemeenschap van de verschillende kloosters als een weg die een opening biedt voor de toekomst door zo de blijvende en vastgelegde waarden van uw autonomie aan te passen en te actualiseren. vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|614-615]]] vgl: § 2, 1 [[[30|628]]] vgl: § 3 [[[30|630]]] vgl: § 4 [[[30|638]]] vgl: § 3 [[[30|684]]] vgl: § 2 [[[30|688]]] vgl: § 2 [[[30|699]]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|708]]] vgl: §§ 1-2 [[[30|1428]]]
Referenties naar alinea 29: 4
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De federaties
30
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
De federatie is een belangrijke structuur van gemeenschap tussen kloosters die hetzelfde charisma delen om niet geïsoleerd te blijven.
Het hoofddoel van een federatie is het contemplatieve leven te bevorderen in de kloosters die er deel van uitmaken, overeenkomstig de eisen van het eigen charisma, en hulp bij de permanente vorming en de vorming aan het begin te waarborgen, evenals bij concrete noden, door de uitwisseling van monialen en het delen van materiële goederen; ten behoeve van deze doeleinden zullen deze doelen moeten worden bevorderd en vermenigvuldigd. vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|582]]] vgl: § 3 [[[30|684]]]
Het hoofddoel van een federatie is het contemplatieve leven te bevorderen in de kloosters die er deel van uitmaken, overeenkomstig de eisen van het eigen charisma, en hulp bij de permanente vorming en de vorming aan het begin te waarborgen, evenals bij concrete noden, door de uitwisseling van monialen en het delen van materiële goederen; ten behoeve van deze doeleinden zullen deze doelen moeten worden bevorderd en vermenigvuldigd. vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|582]]] vgl: § 3 [[[30|684]]]
Referenties naar alinea 30: 6
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De clausuur
31
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
De afscheiding van de wereld, noodzakelijk voor hen die Christus in het religieuze leven volgen, heeft voor u, contemplatieve zusters, een bijzondere uitdrukkingsvorm in de clausuur, die de plaats is van de intimiteit van de Kerk als bruid: “Het is het teken van de exclusieve eenheid van de Kerk als bruid met haar boven alles beminde Heer”. Vita Consecrata [[758|59]]
De clausuur is vastgelegd in vier verschillende vormen en op vier verschillende manieren: vgl: Vita Consecrata [[[758|59]]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|667]]] behalve die welk gemeenschappelijk is aan alle religieuze instituten, zijn er drie die eigen zijn aan gemeenschappen van contemplatief leven: pauselijk, constitutioneel en monastiek. De pauselijke clausuur is die “welke overeenkomstig de normen, door de Apostolische Stoel gegeven, is” § 3 [[30|667]] en “sluit externe taken van apostolaat uit”. Codex Iuris Canonici [[30|674]] De constitutionele clausuur wordt bepaald door de normen van de eigen constituties; en de monastieke clausuur maakt het mogelijk, ook al behoudt zij het karakter van “een meer strikte clausuurordening” § 2 [[30|674]] ten opzichte van de gewone, met de primaire functie van de goddelijke eredienst ruimere vormen van ontvangst en gastvrijheid te verbinden, steeds overeenkomstig de eigen constituties. De gewone clausuur is de minst gesloten clausuur van de vier. vgl: § 1 [[[30|674]]]
De veelheid aan manieren om de clausuur binnen eenzelfde orde in acht te nemen moet worden beschouwd als een rijkdom en niet als een belemmering voor de eenheid, daar dit verschillende gevoelens in een hogere eenheid op elkaar afstemt. vgl: (gepubliceerd in: “Vida Religiosa” 115, nr. 7, juli-september 2013) [[[6410]]] Deze eenheid zal kunnen worden geconcretiseerd in verschillende vormen van ontmoeting en samenwerking, vooral in de permanente en de initiële vorming. vgl: II.3 [[[5736|7]]]
De clausuur is vastgelegd in vier verschillende vormen en op vier verschillende manieren: vgl: Vita Consecrata [[[758|59]]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|667]]] behalve die welk gemeenschappelijk is aan alle religieuze instituten, zijn er drie die eigen zijn aan gemeenschappen van contemplatief leven: pauselijk, constitutioneel en monastiek. De pauselijke clausuur is die “welke overeenkomstig de normen, door de Apostolische Stoel gegeven, is” § 3 [[30|667]] en “sluit externe taken van apostolaat uit”. Codex Iuris Canonici [[30|674]] De constitutionele clausuur wordt bepaald door de normen van de eigen constituties; en de monastieke clausuur maakt het mogelijk, ook al behoudt zij het karakter van “een meer strikte clausuurordening” § 2 [[30|674]] ten opzichte van de gewone, met de primaire functie van de goddelijke eredienst ruimere vormen van ontvangst en gastvrijheid te verbinden, steeds overeenkomstig de eigen constituties. De gewone clausuur is de minst gesloten clausuur van de vier. vgl: § 1 [[[30|674]]]
De veelheid aan manieren om de clausuur binnen eenzelfde orde in acht te nemen moet worden beschouwd als een rijkdom en niet als een belemmering voor de eenheid, daar dit verschillende gevoelens in een hogere eenheid op elkaar afstemt. vgl: (gepubliceerd in: “Vida Religiosa” 115, nr. 7, juli-september 2013) [[[6410]]] Deze eenheid zal kunnen worden geconcretiseerd in verschillende vormen van ontmoeting en samenwerking, vooral in de permanente en de initiële vorming. vgl: II.3 [[[5736|7]]]
Referenties naar alinea 31: 7
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het werk
32
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Het werk is ook voor u een deelnemen aan het werk dat God de Schepper in de wereld voortzet. Deze activiteit brengt u in nauwe relatie met hen die werken vanuit hun verantwoordelijkheid om te leven van de vrucht van eigen handen (Gen. 3, 19) [[b:Gen. 3, 19]], om bij te dragen aan het werk van de schepping en de mensheid te dienen; het doet u in het bijzonder solidair zijn met de armen, die niet kunnen leven zonder te werken en die vaak, hoewel zij werken, behoefte hebben aan de providentiële hulp van hun broeders en zusters.
Opdat het werk de geest van contemplatie niet uitdooft, zoals de grote contemplatieve heiligen ons leren, en opdat uw leven “een leven is dat metterdaad en in de geest in werkzame soberheid wordt geleefd”, zoals uw professie met een plechtige belofte van de evangelische raad van armoede u oplegt, vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|600]]] dient het werk met toewijding en trouw te worden verricht, zonder dat men zich laat conditioneren door de op doeltreffendheid gerichte mentaliteit en het activisme van de huidige cultuur. Voor u dient nog steeds en altijd de wapenspreuk van de Benedictijnse traditie “ora et labora” te gelden, die ertoe opvoedt een evenwichtige relatie te vinden tussen het gericht zijn op de Absolute en de inzet bij dagelijkse verantwoordelijkheden, waaronder de rust van de contemplatie en de vreugde in het dienstwerk.
Opdat het werk de geest van contemplatie niet uitdooft, zoals de grote contemplatieve heiligen ons leren, en opdat uw leven “een leven is dat metterdaad en in de geest in werkzame soberheid wordt geleefd”, zoals uw professie met een plechtige belofte van de evangelische raad van armoede u oplegt, vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|600]]] dient het werk met toewijding en trouw te worden verricht, zonder dat men zich laat conditioneren door de op doeltreffendheid gerichte mentaliteit en het activisme van de huidige cultuur. Voor u dient nog steeds en altijd de wapenspreuk van de Benedictijnse traditie “ora et labora” te gelden, die ertoe opvoedt een evenwichtige relatie te vinden tussen het gericht zijn op de Absolute en de inzet bij dagelijkse verantwoordelijkheden, waaronder de rust van de contemplatie en de vreugde in het dienstwerk.
Referenties naar alinea 32: 4
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De stilte
33
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Bij het contemplatieve leven, vooral bij het volledig contemplatieve leven, vind ik het belangrijk aandacht te schenken aan de stilte, waarin de Aanwezigheid woont, als noodzakelijke ruimte voor het luisteren naar en de ruminatio van het Woord en als veronderstelling voor een blik van geloof die de aanwezigheid van God gewaar wordt in de persoonlijke geschiedenis, in die van de broeders en zusters die de Heer u schenkt, en in de wederwaardigheden van de huidige wereld. De stilte is de ontlediging van zichzelf om ruimte te maken voor het ontvangen; bij innerlijk rumoer kan men niemand en niets ontvangen. Uw integraal contemplatief leven vereist “tijd en vermogen om stil te worden om te luisteren naar” Communicatie in dienst van een echte cultuur van ontmoeting [[5108|4]] vgl: Congregavit nos in unum Christi amor [[[3961|(1034)]]] God en de jammerklacht van de mensheid. Laat derhalve de tong van het vlees zwijgen en die van de Geest spreken, bewogen door de liefde die ieder van u heeft voor zijn Heer. vgl: Vierde brief aan Agnes, 35: FF 2908 [[[3744]]]
Hierin is de stilte van de heilige Maria een voorbeeld voor u, die het Woord heeft kunnen ontvangen, omdat zij een vrouw van stilte was: niet een onvruchtbare, lege stilte, integendeel, een volle, rijke stilte. De stilte van de Maagd is er ook een die rijk is aan liefde en bereid maakt tot het ontvangen van de Ander en de anderen.
Hierin is de stilte van de heilige Maria een voorbeeld voor u, die het Woord heeft kunnen ontvangen, omdat zij een vrouw van stilte was: niet een onvruchtbare, lege stilte, integendeel, een volle, rijke stilte. De stilte van de Maagd is er ook een die rijk is aan liefde en bereid maakt tot het ontvangen van de Ander en de anderen.
Referenties naar alinea 33: 6
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De communicatiemiddelen
34
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
In onze maatschappij heeft de digitale cultuur een beslissende invloed op de vorming van het denken en de wijze van zich verhouden tot de wereld en in het bijzonder andere mensen. Dit culturele klimaat laat de contemplatieve gemeenschappen niet onberoerd. Zeker, deze middelen kunnen nuttige instrumenten zijn voor de vorming en de communicatie, maar ik spoor u aan tot een verstandige onderscheiding, opdat zij ten dienste staan van de vorming tot het contemplatieve leven en de noodzakelijke communicatie en niet een gelegenheid zijn voor verspilling of ontsnappen aan het broederlijk en zusterlijk leven in gemeenschap of uw roeping schade berokkenen of een belemmering zijn voor uw leven dat geheel is gewijd aan de contemplatie. vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|666]]]
Referenties naar alinea 34: 6
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De ascese
35
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
De ascese leidt, met alle middelen die de Kerk voorhoudt voor zelfbeheersing en zuivering van het hart, ook ertoe ons te bevrijden van alles wat eigen is aan het “werelds zijn” om de logica van het Evangelie te beleven, die een logica van de gave is, vooral de zelfgave, als vereiste voor een antwoord op de eerste en enige liefde van uw leven. Zo zult u ook kunnen beantwoorden aan de verwachtingen van uw broeders en zusters, evenals aan de morele en spirituele eisen die intrinsiek zijn aan ieder van de drie evangelische raden die door u bij de eeuwige gelofte zijn beleden. vgl: L’Osservatore Romano, 4 februari 2016, p. 6 [[[6407]]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|(599-601.1191-1192)]]]
Met het oog hierop krijgt uw geheel weggeschonken leven een sterk profetische betekenis: soberheid, onthechting aan dingen, overgave van zichzelf in gehoorzaamheid, transparantie in relaties, alles wordt voor u radicaler en veeleisender door de keuze voor het afzien van ook “ruimte, contacten, de veel goede dingen van de schepping (...) als bijzondere wijze van het offeren van zijn ‘lichaam’”. Vita Consecrata [[758|59]] De keuze voor een leven van stabiliteit wordt een welsprekend teken van trouw voor onze wereld die geglobaliseerd en gewend is aan steeds snellere en gemakkelijkere verhuizingen met het risico dat men nooit ergens wortelt.
Ook het terrein van de broederlijke en zusterlijke betrekkingen wordt steeds veeleisender door het kloosterleven, Congregavit nos in unum Christi amor [[3961|(10)]] dat de gemeenschappen voortdurende en nabije betrekkingen oplegt. U kunt een voorbeeld en een hulp zijn voor het volk van God en de mensheid van vandaag, die getekend en soms verscheurd wordt door een zo grote verdeeldheid, om naast uw broeder en zuster te blijven staan, ook daar waar er geschillen moeten worden bijgelegd, spanningen en conflicten in de hand moeten worden gehouden, broosheid moet worden opgevangen. De ascese is ook een middel om in contact te komen met de eigen zwakheid en deze toe te vertrouwen aan de tederheid van God en de gemeenschap.
Ten slotte is een ascetische verplichting noodzakelijk om met liefde en trouw de eigen dagelijkse plicht voort te zetten als een gelegenheid voor het delen van het lot van zoveel broeders en zusters in de wereld en voor een stil en vruchtbaar offer voor hen.
Met het oog hierop krijgt uw geheel weggeschonken leven een sterk profetische betekenis: soberheid, onthechting aan dingen, overgave van zichzelf in gehoorzaamheid, transparantie in relaties, alles wordt voor u radicaler en veeleisender door de keuze voor het afzien van ook “ruimte, contacten, de veel goede dingen van de schepping (...) als bijzondere wijze van het offeren van zijn ‘lichaam’”. Vita Consecrata [[758|59]] De keuze voor een leven van stabiliteit wordt een welsprekend teken van trouw voor onze wereld die geglobaliseerd en gewend is aan steeds snellere en gemakkelijkere verhuizingen met het risico dat men nooit ergens wortelt.
Ook het terrein van de broederlijke en zusterlijke betrekkingen wordt steeds veeleisender door het kloosterleven, Congregavit nos in unum Christi amor [[3961|(10)]] dat de gemeenschappen voortdurende en nabije betrekkingen oplegt. U kunt een voorbeeld en een hulp zijn voor het volk van God en de mensheid van vandaag, die getekend en soms verscheurd wordt door een zo grote verdeeldheid, om naast uw broeder en zuster te blijven staan, ook daar waar er geschillen moeten worden bijgelegd, spanningen en conflicten in de hand moeten worden gehouden, broosheid moet worden opgevangen. De ascese is ook een middel om in contact te komen met de eigen zwakheid en deze toe te vertrouwen aan de tederheid van God en de gemeenschap.
Ten slotte is een ascetische verplichting noodzakelijk om met liefde en trouw de eigen dagelijkse plicht voort te zetten als een gelegenheid voor het delen van het lot van zoveel broeders en zusters in de wereld en voor een stil en vruchtbaar offer voor hen.
Referenties naar alinea 35: 4
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het getuigenis van de monialen
36
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Geliefde zusters, wat ik in deze apostolische constitutie heb geschreven, is voor u, die de contemplatieve roeping hebt omarmd, een goede hulp om uw leven en zending in Kerk en wereld te vernieuwen. Moge de Heer in uw harten zijn werk kunnen verwezenlijken en u geheel veranderen in Hem, het uiteindelijke doel van het contemplatieve leven; vgl: Derde brief aan Agnes, 12-13: FF 2888 [[[3744]]] vgl: Vierde brief aan Agnes, 15.16: FF 2902 [[[3744]]] en mogen uw gemeenschappen ware scholen zijn van contemplatie en gebed.
De wereld en de Kerk hebben u nodig als “vuurtorens” die de weg van de mannen en vrouwen van onze tijd verlichten. Laat dit uw profetie zijn. Uw keuze is niet een vlucht uit de wereld uit angst, zoals sommigen denken. U blijft in de wereld staan zonder van de wereld te zijn (Joh. 18, 19) [[b:Joh. 18, 19]] en, hoewel hiervan afgescheiden, houdt u niet op door tekenen die uw toebehoren aan Christus tot uitdrukking brengen, voortdurend voor de mensheid ten beste te spreken, daarbij de Heer haar angst en hoop, haar vreugde en haar lijden voorleggend. vgl: Gaudium et Spes [[[575|1]]]
Berooft ons niet van deze deelname van u aan de opbouw van een menselijkere en dus ook evangelischere wereld. Luistert, verenigd met God, naar de jammerklacht van uw broeders en zusters (Ex. 3, 6; Jer. 5, 4) [[b:Ex. 3, 6; Jer. 5, 4]], die het slachtoffer zijn van een “wegwerpcultuur” Evangelii Gaudium [[4984|53]] vgl: Evangelii Gaudium [[[4984|187-188]]] of die eenvoudigweg behoefte hebben aan het licht van het Evangelie. Oefent u in de kunst van het luisteren, “dat meer is dan horen”, Evangelii Gaudium [[4984|171]] en brengt de “spiritualiteit van de gastvrijheid” in praktijk door hetgeen de mens, die geschapen is naar Gods beeld en gelijkenis (Gen. 1, 26) [[b:Gen. 1, 26]] betreft, in uw hart op te nemen en in uw gebed te dragen. Zoals ik in de apostolische exhortatie Evangelii Gaudium [4984] heb geschreven, “scheidt voor iemand ten beste spreken ons niet van de ware contemplatie, omdat contemplatie die de ander uitsluit, bedrog is”. Evangelii Gaudium [[4984|281]]
Op deze wijze zal uw getuigenis als een noodzakelijke aanvulling zijn op het getuigenis van hen die als contemplatieven in de wereld getuigenis afleggen van het Evangelie, terwijl zij ten volle ondergedompeld blijven in de werkelijkheid en de opbouw van de aardse stad.
De wereld en de Kerk hebben u nodig als “vuurtorens” die de weg van de mannen en vrouwen van onze tijd verlichten. Laat dit uw profetie zijn. Uw keuze is niet een vlucht uit de wereld uit angst, zoals sommigen denken. U blijft in de wereld staan zonder van de wereld te zijn (Joh. 18, 19) [[b:Joh. 18, 19]] en, hoewel hiervan afgescheiden, houdt u niet op door tekenen die uw toebehoren aan Christus tot uitdrukking brengen, voortdurend voor de mensheid ten beste te spreken, daarbij de Heer haar angst en hoop, haar vreugde en haar lijden voorleggend. vgl: Gaudium et Spes [[[575|1]]]
Berooft ons niet van deze deelname van u aan de opbouw van een menselijkere en dus ook evangelischere wereld. Luistert, verenigd met God, naar de jammerklacht van uw broeders en zusters (Ex. 3, 6; Jer. 5, 4) [[b:Ex. 3, 6; Jer. 5, 4]], die het slachtoffer zijn van een “wegwerpcultuur” Evangelii Gaudium [[4984|53]] vgl: Evangelii Gaudium [[[4984|187-188]]] of die eenvoudigweg behoefte hebben aan het licht van het Evangelie. Oefent u in de kunst van het luisteren, “dat meer is dan horen”, Evangelii Gaudium [[4984|171]] en brengt de “spiritualiteit van de gastvrijheid” in praktijk door hetgeen de mens, die geschapen is naar Gods beeld en gelijkenis (Gen. 1, 26) [[b:Gen. 1, 26]] betreft, in uw hart op te nemen en in uw gebed te dragen. Zoals ik in de apostolische exhortatie Evangelii Gaudium [4984] heb geschreven, “scheidt voor iemand ten beste spreken ons niet van de ware contemplatie, omdat contemplatie die de ander uitsluit, bedrog is”. Evangelii Gaudium [[4984|281]]
Op deze wijze zal uw getuigenis als een noodzakelijke aanvulling zijn op het getuigenis van hen die als contemplatieven in de wereld getuigenis afleggen van het Evangelie, terwijl zij ten volle ondergedompeld blijven in de werkelijkheid en de opbouw van de aardse stad.
Referenties naar alinea 36: 4
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Beste contemplatieve zusters, weet wel dat ook uw vorm van gewijd leven, evenals iedere andere “een geschenk is aan de Kerk, ontstaat in de Kerk, groeit in de Kerk, geheel gericht is op de Kerk”. (gepubliceerd in: “Vida Religiosa”115, nr. 7, juli-september 2013) [[6410]] Weest derhalve ten diepste verbonden met de Kerk om in haar een levende verlenging te worden van het mysterie van de Maria, maagd, bruid en moeder, die het Woord ontvangt en bewaart om het terug te geven aan de wereld en zo ertoe bijdraagt Christus geboren te laten worden en te doen groeien in de hart van mensen die, ook vaak onbewust, dorsten naar Hem die “de weg, de waarheid en het leven” (Joh. 14, 6) [[b:Joh. 14, 6]] is. Weest ook u, zoals Maria, “de ladder” waarlangs God afdaalt om de mens te ontmoeten en de mens omhooggaat om God te ontmoeten en zijn gelaat te beschouwen in het gelaat van Christus.
Referenties naar alinea 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- AFSLUITENDE BEPALINGEN
38
In het licht van hetgeen tot hiertoe in overweging is genomen, stel ik vast en bepaal ik hetgeen volgt:
Referenties naar alinea 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Art. 1
Overeenkomstig can. 20 van de CIC [30|20] en in het bijzonder de voorafgaande 37 artikelen in aanmerking genomen, worden met de promulgatie en de publicatie van onderhavige apostolische constitutie Vultum Dei Quaerere [6395] opgeheven:
Overeenkomstig can. 20 van de CIC [30|20] en in het bijzonder de voorafgaande 37 artikelen in aanmerking genomen, worden met de promulgatie en de publicatie van onderhavige apostolische constitutie Vultum Dei Quaerere [6395] opgeheven:
- De canones van de CIC [30] die gedeeltelijk tegengesteld blijken te zijn aan welk artikel dan ook van onderhavige constitutie;
- en meer in het bijzonder de artikelen met normen en bepalingen:
- van de apostolische constitutie Sponsa Christi [3977] van Pius XII uit 1950: Statuta generalia monialium [7272];
- van de instructie; Inter Praeclara [5315] van de Congregatie voor de Religieuzen;
- van de instructie; Verbi Sponsa, Ecclesia [6405], van de Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118], 13 mei 1999, over het contemplatieve leven en de clausuur van de monialen.
Referenties naar alinea 39: 1
Cor Orans ->=geentekst=Notities bij deze alinea
N.v.d.r.: Met de Instructie Cor Orans [6945] van 1 april 2018 van de Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118] zijn de "canones van de CIC" die tegengesteld blijken aan deze Constitie (zoals in dit artikel gesteld), nader bepaald (zie de Slotbepalingen van "Cor Orans" [6945|291])
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Art. 2
§ 1. Deze constitutie is zowel gericht aan de Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118] als aan de afzonderlijke vrouwenkloosters van contemplatief of volledig contemplatief leven, wel of niet in federatieverband.
§ 2. De door deze apostolische constitutie geregelde zaken zijn die welke hierboven worden opgesomd onder nr. 12 [al:12] en worden uitgewerkt onder de nrs. 13-35 [al:13-35].
§ 3. De Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118] zal - indien noodzakelijk in overeenstemming met de Congregatie voor de Oosterse Kerken [d:107] of de Congregatie voor de Evangelisatie van de Volkeren [d:114] - de afzonderlijke wijzen van verwezenlijking van deze constitutieve normen regelen overeenkomstig de verschillende monastieke tradities en rekening houdend met de verschillende charismatische families.
§ 1. Deze constitutie is zowel gericht aan de Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118] als aan de afzonderlijke vrouwenkloosters van contemplatief of volledig contemplatief leven, wel of niet in federatieverband.
§ 2. De door deze apostolische constitutie geregelde zaken zijn die welke hierboven worden opgesomd onder nr. 12 [al:12] en worden uitgewerkt onder de nrs. 13-35 [al:13-35].
§ 3. De Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118] zal - indien noodzakelijk in overeenstemming met de Congregatie voor de Oosterse Kerken [d:107] of de Congregatie voor de Evangelisatie van de Volkeren [d:114] - de afzonderlijke wijzen van verwezenlijking van deze constitutieve normen regelen overeenkomstig de verschillende monastieke tradities en rekening houdend met de verschillende charismatische families.
Referenties naar alinea 40: 1
Cor Orans ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Art. 3
§ 1. De kloosters afzonderlijk dienen met bijzondere aandacht door middel van de juiste structuren die in een uitwerking van een plan voor het gemeenschapsleven moeten worden gevonden, te zorgen voor de permanente vorming, die reeds vanaf de initiële vorming als het ware de humus is van iedere fase van de vorming.
§ 2. Om een juiste permanente vorming te garanderen dienen de federaties de samenwerking tussen de kloosters te bevorderen door de uitwisseling van materiaal voor de vorming en de middelen van digitale communicatie, steeds met waarborging van de noodzakelijke discretie.
§ 3. Behalve de zorg bij de keuze van de zusters die als vormsters zijn geroepen om de kandidaten op de weg van persoonlijke rijping te begeleiden, dienen de kloosters afzonderlijk en de federaties de vorming van de vormsters en hun medewerksters te versterken.
§ 4. De zusters die geroepen zijn het delicate dienstwerk van de vorming uit te oefenen, kunnen, servatis de iure servandis, specifieke vormingscursussen volgen, ook buiten het eigen klooster, met handhaving van een passend en met de eisen van het eigen charisma overeenkomend klimaat. De Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118] zal in dezen bijzondere normen doen uitgaan.
§ 5. De kloosters zullen bijzondere aandacht schenken aan de onderscheiding op het gebied van spiritualiteit en roeping, zij zullen de kandidaten een op de persoon toegesneden begeleiding garanderen en passende vormingstrajecten bevorderen, steeds voor ogen houdend dat er voor de initiële vorming ruim tijd wordt gereserveerd.
§ 6. Ondanks het feit dat de vorming van internationale en multiculturele gemeenschappen de universaliteit van het charisma laat zien, moet men het werven van kandidaten uit ander landen met als enig doel de overleving van het klooster veilig te stellen absoluut vermijden. Er dienen criteria te worden uitgewerkt om het verwezenlijken hiervan te waarborgen.
§ 7. Om een goede vorming te waarborgen zal men voor verschillende kloosters gemeenschappelijke huizen voor de initiële vorming bevorderen.
§ 1. De kloosters afzonderlijk dienen met bijzondere aandacht door middel van de juiste structuren die in een uitwerking van een plan voor het gemeenschapsleven moeten worden gevonden, te zorgen voor de permanente vorming, die reeds vanaf de initiële vorming als het ware de humus is van iedere fase van de vorming.
§ 2. Om een juiste permanente vorming te garanderen dienen de federaties de samenwerking tussen de kloosters te bevorderen door de uitwisseling van materiaal voor de vorming en de middelen van digitale communicatie, steeds met waarborging van de noodzakelijke discretie.
§ 3. Behalve de zorg bij de keuze van de zusters die als vormsters zijn geroepen om de kandidaten op de weg van persoonlijke rijping te begeleiden, dienen de kloosters afzonderlijk en de federaties de vorming van de vormsters en hun medewerksters te versterken.
§ 4. De zusters die geroepen zijn het delicate dienstwerk van de vorming uit te oefenen, kunnen, servatis de iure servandis, specifieke vormingscursussen volgen, ook buiten het eigen klooster, met handhaving van een passend en met de eisen van het eigen charisma overeenkomend klimaat. De Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118] zal in dezen bijzondere normen doen uitgaan.
§ 5. De kloosters zullen bijzondere aandacht schenken aan de onderscheiding op het gebied van spiritualiteit en roeping, zij zullen de kandidaten een op de persoon toegesneden begeleiding garanderen en passende vormingstrajecten bevorderen, steeds voor ogen houdend dat er voor de initiële vorming ruim tijd wordt gereserveerd.
§ 6. Ondanks het feit dat de vorming van internationale en multiculturele gemeenschappen de universaliteit van het charisma laat zien, moet men het werven van kandidaten uit ander landen met als enig doel de overleving van het klooster veilig te stellen absoluut vermijden. Er dienen criteria te worden uitgewerkt om het verwezenlijken hiervan te waarborgen.
§ 7. Om een goede vorming te waarborgen zal men voor verschillende kloosters gemeenschappelijke huizen voor de initiële vorming bevorderen.
Referenties naar alinea 41: 12
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Art. 4
§ 1. In aanmerking genomen dat het gebed het hart is van het contemplatieve leven, zal ieder klooster het ritme van de eigen dag onderzoeken om na te gaan of de Heer het middelpunt hiervan is.
§ 2. Men zal de gemeenschappelijke vieringen bezien, zich afvragend of zij werkelijk een levende ontmoeting met de Heer zijn.
§ 1. In aanmerking genomen dat het gebed het hart is van het contemplatieve leven, zal ieder klooster het ritme van de eigen dag onderzoeken om na te gaan of de Heer het middelpunt hiervan is.
§ 2. Men zal de gemeenschappelijke vieringen bezien, zich afvragend of zij werkelijk een levende ontmoeting met de Heer zijn.
Referenties naar alinea 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Art. 5
§ 1. Gegeven het belang van de lectio divina, dient ieder klooster tijden en wijzen vast te stellen die gepast zijn voor deze eis van lectuur en luisteren, ruminatio, gebed, contemplatie en delen van de Heilige Schrift.
§ 2. In aanmerking genomen dat het delen van de veranderende ervaring van het Woord met priesters, diakens, andere gewijden en leken een uitdrukking is van ware kerkelijke gemeenschap, zal ieder klooster de modaliteiten dienen te vinden voor deze geestelijke uitstraling ad extra.
§ 1. Gegeven het belang van de lectio divina, dient ieder klooster tijden en wijzen vast te stellen die gepast zijn voor deze eis van lectuur en luisteren, ruminatio, gebed, contemplatie en delen van de Heilige Schrift.
§ 2. In aanmerking genomen dat het delen van de veranderende ervaring van het Woord met priesters, diakens, andere gewijden en leken een uitdrukking is van ware kerkelijke gemeenschap, zal ieder klooster de modaliteiten dienen te vinden voor deze geestelijke uitstraling ad extra.
Referenties naar alinea 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Art. 6
§ 1. Ieder klooster dient behalve in een nauwkeurige voorbereiding van de Eucharistievieringen bij de uitwerking van een eigen gemeenschappelijk en broederlijk en zusterlijk plan te voorzien in passende tijden voor de eucharistische Aanbidding, daarbij ook de gelovigen van de lokale Kerk de mogelijkheid biedend daaraan deel te nemen.
§ 2. Men dient bijzondere zorg te besteden aan de keuze van de kapelaan, de biechtvader en de geestelijke leidsman, met inachtneming van de specificiteit van het eigen charisma en de eisen van het broederlijk en zusterlijk leven in gemeenschap.
§ 1. Ieder klooster dient behalve in een nauwkeurige voorbereiding van de Eucharistievieringen bij de uitwerking van een eigen gemeenschappelijk en broederlijk en zusterlijk plan te voorzien in passende tijden voor de eucharistische Aanbidding, daarbij ook de gelovigen van de lokale Kerk de mogelijkheid biedend daaraan deel te nemen.
§ 2. Men dient bijzondere zorg te besteden aan de keuze van de kapelaan, de biechtvader en de geestelijke leidsman, met inachtneming van de specificiteit van het eigen charisma en de eisen van het broederlijk en zusterlijk leven in gemeenschap.
Referenties naar alinea 44: 1
Cor Orans ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Art. 7
§ 1. Zij die, behalve dat zij zijn geroepen te zorgen voor de eigen vorming, geroepen zijn om de dienst van het gezag uit te oefenen, dienen te worden geleid door een ware geest van broederschap en dienstbaarheid om een vreugdevol klimaat van vrijheid en verantwoordelijkheid te begunstigen, zodat daardoor de persoonlijke en gemeenschappelijke onderscheiding en de communicatie in de waarheid van hetgeen men doet, denkt en voelt, worden bevorderd.
§ 2. Een gemeenschappelijk plan dient gaarne de uitwisseling van menselijke en geestelijke gaven van iedere zusters te aanvaarden en te bemoedigen voor een wederzijdse verrijking en de groei in de broederlijke en zusterlijke omgang met elkaar.
§ 1. Zij die, behalve dat zij zijn geroepen te zorgen voor de eigen vorming, geroepen zijn om de dienst van het gezag uit te oefenen, dienen te worden geleid door een ware geest van broederschap en dienstbaarheid om een vreugdevol klimaat van vrijheid en verantwoordelijkheid te begunstigen, zodat daardoor de persoonlijke en gemeenschappelijke onderscheiding en de communicatie in de waarheid van hetgeen men doet, denkt en voelt, worden bevorderd.
§ 2. Een gemeenschappelijk plan dient gaarne de uitwisseling van menselijke en geestelijke gaven van iedere zusters te aanvaarden en te bemoedigen voor een wederzijdse verrijking en de groei in de broederlijke en zusterlijke omgang met elkaar.
Referenties naar alinea 45: 5
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Art. 8
§ 1. Aan de juridische autonomie moet een ware autonomie van leven beantwoorden, hetgeen betekent: ook een minimum aantal zusters, mits het merendeel niet op vergevorderde leeftijd is; de noodzakelijke vitaliteit bij het beleven en overdragen van het charisma; de werkelijke capaciteit voor vorming en bestuur; de waardigheid en de kwaliteit van het liturgische, broederlijke en zusterlijke en geestelijke leven; de betekenis voor en de invoeging in de lokale Kerk; de mogelijkheid van bestaan; een adequate structuur van het kloostergebouw. Deze criteria dienen in aanmerking te worden genomen in hun globaliteit en in een totaalbeeld.
§ 2. Mochten de vereisten voor een werkelijke autonomie van een klooster niet aanwezig zijn, dan zal de Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118] nagaan of het opportuun is een commissie in te stellen, waarin zitting hebben de ordinaris, de voorzitter van de federatie, de federale assistent en de abdis of priorin van het klooster. In elk geval dient een dergelijke interventie ten doel te hebben een proces van begeleiding in gang te zetten ter revitalisering van het klooster, of om het sluiten ervan op te starten.
§ 3. Dit proces zou ook kunnen voorzien in een affiliatie met een ander klooster of het toevertrouwen ervan aan de voorzitter van de federatie met haar raad, als het klooster deel uitmaakt van een federatie. In elk geval komt de uiteindelijke beslissing toe aan de Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118].
§ 1. Aan de juridische autonomie moet een ware autonomie van leven beantwoorden, hetgeen betekent: ook een minimum aantal zusters, mits het merendeel niet op vergevorderde leeftijd is; de noodzakelijke vitaliteit bij het beleven en overdragen van het charisma; de werkelijke capaciteit voor vorming en bestuur; de waardigheid en de kwaliteit van het liturgische, broederlijke en zusterlijke en geestelijke leven; de betekenis voor en de invoeging in de lokale Kerk; de mogelijkheid van bestaan; een adequate structuur van het kloostergebouw. Deze criteria dienen in aanmerking te worden genomen in hun globaliteit en in een totaalbeeld.
§ 2. Mochten de vereisten voor een werkelijke autonomie van een klooster niet aanwezig zijn, dan zal de Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118] nagaan of het opportuun is een commissie in te stellen, waarin zitting hebben de ordinaris, de voorzitter van de federatie, de federale assistent en de abdis of priorin van het klooster. In elk geval dient een dergelijke interventie ten doel te hebben een proces van begeleiding in gang te zetten ter revitalisering van het klooster, of om het sluiten ervan op te starten.
§ 3. Dit proces zou ook kunnen voorzien in een affiliatie met een ander klooster of het toevertrouwen ervan aan de voorzitter van de federatie met haar raad, als het klooster deel uitmaakt van een federatie. In elk geval komt de uiteindelijke beslissing toe aan de Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118].
Referenties naar alinea 46: 5
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Art. 9
§ 1. In eerste instantie zullen alle kloosters deel moeten uitmaken van een federatie. Indien om bijzondere redenen een klooster geen deel kan uitmaken van een federatie, dient men met de stem van het kapittel toestemming te vragen aan de Heilige Stoel, waaraan de passende onderscheiding toekomt om het klooster toe te staan niet te behoren tot een federatie.
§ 2. De federaties zullen niet zozeer en niet alleen kunnen worden gevormd overeenkomstig een geografisch criterium, maar overeenkomstig dat van affiniteit van geest en tradities. De modaliteiten om dit te verwezenlijken zullen door de Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118] worden aangegeven.
§ 3. De hulp bij de vorming en de concrete noden zal ook gegarandeerd worden door een uitwisseling van monialen en het delen van materiële goederen, naar de bepaling van de Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118], die bovendien de bevoegdheden van de voorzitter en de raad van de federatie zal vaststellen.
§ 4. Men zal de, ook juridische, samenvoeging van de kloosters met de overeenkomstige mannelijke orde bevorderen. Men zal ook de confederaties en de vorming van internationale commissies van de verschillende ordes bevorderen, met statuten die goedgekeurd zijn door de Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118].
§ 1. In eerste instantie zullen alle kloosters deel moeten uitmaken van een federatie. Indien om bijzondere redenen een klooster geen deel kan uitmaken van een federatie, dient men met de stem van het kapittel toestemming te vragen aan de Heilige Stoel, waaraan de passende onderscheiding toekomt om het klooster toe te staan niet te behoren tot een federatie.
§ 2. De federaties zullen niet zozeer en niet alleen kunnen worden gevormd overeenkomstig een geografisch criterium, maar overeenkomstig dat van affiniteit van geest en tradities. De modaliteiten om dit te verwezenlijken zullen door de Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118] worden aangegeven.
§ 3. De hulp bij de vorming en de concrete noden zal ook gegarandeerd worden door een uitwisseling van monialen en het delen van materiële goederen, naar de bepaling van de Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118], die bovendien de bevoegdheden van de voorzitter en de raad van de federatie zal vaststellen.
§ 4. Men zal de, ook juridische, samenvoeging van de kloosters met de overeenkomstige mannelijke orde bevorderen. Men zal ook de confederaties en de vorming van internationale commissies van de verschillende ordes bevorderen, met statuten die goedgekeurd zijn door de Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118].
Referenties naar alinea 47: 11
Cor Orans ->=geentekst=Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Cor Orans ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
Art. 10
§ 1. Ieder klooster dient na een serieuze onderscheiding en met eerbiediging van de eigen traditie en van hetgeen de constituties vereisen, aan de Heilige Stoel te vragen welke vorm van clausuur zij wil aannemen, mocht er om een andere vorm dan de vigerende worden gevraagd.
§ 2. Wanneer eenmaal een van vormen van clausuur waarin is voorzien, is gekozen en goedgekeurd, dient ieder klooster ervoor te zorgen zich hieraan te houden en te leven volgens hetgeen deze met zich meebrengt.
§ 1. Ieder klooster dient na een serieuze onderscheiding en met eerbiediging van de eigen traditie en van hetgeen de constituties vereisen, aan de Heilige Stoel te vragen welke vorm van clausuur zij wil aannemen, mocht er om een andere vorm dan de vigerende worden gevraagd.
§ 2. Wanneer eenmaal een van vormen van clausuur waarin is voorzien, is gekozen en goedgekeurd, dient ieder klooster ervoor te zorgen zich hieraan te houden en te leven volgens hetgeen deze met zich meebrengt.
Referenties naar alinea 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
Art. 11
§ 1. Ook als sommige kloostergemeenschappen inkomsten kunnen hebben in overeenstemming met het eigen recht, dan dient dit hen niet te ontslaan van de plicht om te werken.
§ 2. Voor de gemeenschappen die zich aan de contemplatie wijden, mag de vrucht van het werk niet alleen maar ten doel hebben een fatsoenlijk levensonderhoud te garanderen, maar ook, wanneer dat mogelijk is, tegemoet te komen aan de noden van de armen en de behoeftige kloosters.
§ 1. Ook als sommige kloostergemeenschappen inkomsten kunnen hebben in overeenstemming met het eigen recht, dan dient dit hen niet te ontslaan van de plicht om te werken.
§ 2. Voor de gemeenschappen die zich aan de contemplatie wijden, mag de vrucht van het werk niet alleen maar ten doel hebben een fatsoenlijk levensonderhoud te garanderen, maar ook, wanneer dat mogelijk is, tegemoet te komen aan de noden van de armen en de behoeftige kloosters.
Referenties naar alinea 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
Art. 12
Het dagelijkse ritme van ieder klooster dient te voorzien in passende ogenblikken van stilte, zodat een klimaat van gebed en contemplatie wordt bevorderd.
Het dagelijkse ritme van ieder klooster dient te voorzien in passende ogenblikken van stilte, zodat een klimaat van gebed en contemplatie wordt bevorderd.
Referenties naar alinea 50: 1
Cor Orans ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
51
Art. 13
Ieder klooster dient in zijn gemeenschappelijk plan te voorzien in de geschikte middelen waardoor de ascetische verplichting van het kloosterleven tot uitdrukking komt, zodat het profetischer en geloofwaardiger wordt gemaakt.
Ieder klooster dient in zijn gemeenschappelijk plan te voorzien in de geschikte middelen waardoor de ascetische verplichting van het kloosterleven tot uitdrukking komt, zodat het profetischer en geloofwaardiger wordt gemaakt.
Referenties naar alinea 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
52
Art. 14 - Slotbepaling
§ 1. De Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118] zal overeenkomstig de geest en de normen van onderhavige apostolische constitutie een nieuwe instructie aangaande de onder nr. 12 [al:12] vallende onderwerpen doen uitgaan.
§ 2. De artikelen van de constituties of regels van de instituten afzonderlijk zullen, wanneer zij eenmaal zijn aangepast aan de nieuwe bepalingen, onderworpen moeten worden aan de goedkeuring van de Heilige Stoel.
§ 1. De Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118] zal overeenkomstig de geest en de normen van onderhavige apostolische constitutie een nieuwe instructie aangaande de onder nr. 12 [al:12] vallende onderwerpen doen uitgaan.
§ 2. De artikelen van de constituties of regels van de instituten afzonderlijk zullen, wanneer zij eenmaal zijn aangepast aan de nieuwe bepalingen, onderworpen moeten worden aan de goedkeuring van de Heilige Stoel.
Referenties naar alinea 52: 1
Cor Orans ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
53
Gegeven te Rome bij Sint Pieter, 29 juni, op het Hoogfeest van de Apostelen Petrus en Paulus, in het jaar 2016, het vierde van mijn pontificaat.
Franciscus
Referenties naar alinea 53: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 4
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/6395-vultum-dei-quaerere-nl