Niet afbreken, maar opbouwen!

Dierbare broeders en zusters, goedendag!

Vandaag doet de passage uit het Evangelie, genomen uit het tiende hoofdstuk van het Evangelie volgens Lucas (Lc. 10, 1-12.17-20) [[b:Lc. 10, 1-12.17-20]], ons verstaan hoe noodzakelijk het is God te vragen “dat de Heer van de oogst arbeiders zou sturen om te oogsten” (Lc. 10, 2) [b:Lc. 10, 2]. De “arbeiders” over wie Jezus spreekt zijn de missionarissen van het Rijk van God, die Hij zelf riep en zond “twee aan twee voor zich uit naar alle steden en plaatsen waarheen Hijzelf van plan was te gaan” (Lc. 10, 1) [b:Lc. 10, 1]. Hun opdracht is een boodschap van verlossing aan allen te verkondigen. Missionarissen verkondigen altijd een boodschap van verlossing voor allen; niet alleen de missionarissen naar verre landen, maar ook wij missionarissen die een goed woord van verlossing spreken. Dat is de gave die Jezus ons door de Heilige Geest schenkt. Deze verkondiging bestaat erin te zeggen: “Het Rijk Gods is u nabij” (Lc. 10, 9) [b:Lc. 10, 9], want Jezus heeft God “dichter” bij ons gebracht; God is een van ons geworden; in Jezus heerst God in ons midden, zijn barmhartige liefde overwint zonde en menselijke ellende.

En dit is de Blijde Boodschap die de “arbeiders” aan allen moeten brengen: een boodschap van hoop en troost, van vrede en liefde. Wanneer Jezus de leerlingen voor zich uit naar de dorpen stuurt, draagt Hij hen op: “Laat uw eerste woord zijn: Vrede aan dit huis! (…) geneest de zieken die er zijn” (Lc. 10, 5.9) [b:Lc. 10, 5.9]. Dit alles wil zeggen dat het Rijk van God dag na dag wordt opgebouwd en reeds hier op aarde vruchten draagt van bekering, van zuivering, van liefde en van troost bij de mensen. Dat is iets moois! Dag na dag dit Rijk van God opbouwen zodat het werkelijkheid wordt. Niet afbreken, maar opbouwen!

In welke geest moet een leerling van Jezus deze zending uitvoeren? Vooreerst zal men bewust moeten zijn van de moeilijke en soms vijandige realiteit die te wachten staat. In dit verband spaart Jezus zijn woorden niet! Hij zegt: “Ik zend u als lammeren onder de wolven” (Lc. 10, 3) [b:Lc. 10, 3]. Duidelijk. Vijandigheid is altijd het begin van de vervolging van de en; want Jezus weet dat de zending gehinderd wordt door het werk van de kwade. Om die reden zal de arbeider van het Evangelie zich inspannen om vrij te zijn van allerlei menselijke beslommeringen door geen beurs mee te nemen, geen reiszak, geen schoeisel (Lc. 10, 4) [[b:Lc. 10, 4]], zoals Jezus heeft aanbevolen, om alleen te vertrouwen op de kracht van het kruis van Christus. Dat wil zeggen elke reden achterlaten tot persoonlijke trots, carrièredrang of machtsdromen, maar zich nederig tot een werktuig maken van de verlossing door het offer van Jezus.

Dat is de verbluffende zending van de in de wereld, een zending gericht tot allen, een zending van dienstbaarheid zonder iemand uit te sluiten; ze vraagt veel edelmoedigheid en vooral de blik en het hart naar omhoog gericht, om de hulp van de Heer in te roepen. Er is een grote behoefte aan en die met vreugde in het leven van elke dag van het Evangelie getuigen. De leerlingen, door Jezus uitgezonden, “keerden vol blijdschap terug” (Lc. 10, 17) [b:Lc. 10, 17]. Wanneer wij zo handelen, vult het hart zich met vreugde. Die uitspraak doet mij er aan denken hoe zeer de Kerk zich verheugt, blij is wanneer haar kinderen de Blijde Boodschap ontvangen dank zij de toewijding van zoveel mannen en vrouwen die dagdagelijks het Evangelie verkondigen: priesters – de dappere pastoors die we allen kennen – zusters, godgewijde mannen en vrouwen missionarissen… En ik stel mij de vraag – luistert naar deze vraag – hoevelen onder jullie, jongeren hier aanwezig op het plein, horen de roep van de Heer om Hem te volgen? Vrees niet! Wees moedig en draag naar anderen deze fakkel van de apostolische ijver die ons werd doorgegeven door die voorbeeldige leerlingen.

Laten we, op voorspraak van de Maagd Maria, de Heer bidden dat het de Kerk nooit zou ontbreken aan edelmoedige harten die werken om aan allen de liefde en de tederheid van de hemelse Vader te brengen.