Meneer de president,
Wij hebben bijzondere waardering voor de hoffelijkheid die u ons bewijst door uw aanwezigheid en door uw hartelijke welkomstwoorden, waarin wij de getrouwe echo van de gevoelens van de Colombiaanse natie beluisteren.
Aan uwe excellentie, aan de leden van de regering, aan de kerkelijke, burgerlijke en militaire persoonlijkheden, aan allen die hier bijeen zijn, betuigen wij onze diepe dankbaarheid ervoor, dat u ons reeds vanaf onze aankomst zo beminnelijk hebt willen ontvangen. Wij komen een religieuze daad vervullen, een pelgrimstocht, die wij als een deel van ons universeel dienstwerk beschouwen en waardoor wij enerzijds opnieuw ondubbelzinnig ons geloof - het geloof van heel de, katholieke wereld - willen bevestigen in de Eucharistie, offer en sacrament, en anderzijds in tegenwoordigheid van de Prins van de vrede willen bidden voor de wereld die hieraan' zoveel behoefte heeft.
Wij worden door innige vreugde en hevige ontroering overweldigd bij de gedachte, dat de Voorzienigheid voor ons het voorrecht heeft bewaard om de eerste paus te zijn die deze edele grond betreedt, dit christelijk werelddeel waar op de geheimnisvolle dag - die God in zijn heilsplan had voorzien - het kruis zich begon te verheffen op de toppen van de Andes en het schaduwbeeld van Christus zich begon af te tekenen langs de oude voetpaden van de Chibcha's en de Maya’s, van de Inca’s, de Azteken en de Tupiguaranen.
Volkeren van Latijns Amerika, gewiegd door dezelfde zeeën! U, wier stromen en bergketens eerlijke en edele, geduldige en werkzame bevolkingen omsluiten, en die, ondanks ieders eigen karakter, één trek gemeenschappelijk hebt: het geloof in de Christus, die eeuwen van uw geschiedenis levend heeft gemaakt en ontelbare initiatieven heeft verwekt om uw cultuur en uw welzijn te bevorderen! Volkeren van Amerika! Naar allen en naar ieder gaat, vanaf de grond van het gastvrije Colombia, onze groet, onze genegenheid, ons gebed uit. En ons hart verheft zich om God te bedanken voor de onmetelijke gave van uw katholieke overtuigingen en om Hem te smeken, dat de dynamiek van uw traditioneel, vernieuwd geloof steeds meer de zin voor broederschap en harmonische samenwerking bij u mag opwekken om tot een duurzaam en vredelievend samen leven te komen; dat dit geloof vuur en kracht mag geven aan uw streven naar een ordelijke vooruitgang waaraan, dank zij de technische ontwikkeling en het rationeel gebruik van de grote rijkdommen die God in uw landen heeft neergelegd, alle gezinnen en alle bevolkingsgroepen op billijke wijze mogen deel hebben, overeenkomstig de beginselen van christelijke rechtvaardigheid en naastenliefde.
Zeergeliefde zonen van Colombia en van heel Latijns Amerika! In de zoete verwachting van het ogenblik waarop wij op het altaar van het congres de intenties, de noden en de zorgen van ieder mogen neerleggen, heffen onze handen zich om u te zegenen, met de vurige wens, dat het kruis dat wij gaan tekenen de hele wereld mag omarmen als bewijs van genegenheid en als onderpand van de goddelijke gaven.