Naar een Kerk die altijd zichzelf gelijk en tevens jong en nieuw blijft
x
Informatie over dit document
Naar een Kerk die altijd zichzelf gelijk en tevens jong en nieuw blijft
Paus Paulus VI
11 september 1968
Pauselijke geschriften - Audiënties
1968, Katholiek Archief 23e jrg nr 48, p 1171-1175
Alineaverdeling en -nummering: redactie
Alineaverdeling en -nummering: redactie
11 september 1968
4 mei 2023
6170
nl
Referenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
1
Sinds het Concilie vertoont het kerkelijk leven feiten en aspecten, behoeften en verplichtingen, veranderingen en vernieuwingen, gevaren en mogelijkheden die u ongetwijfeld bekend zijn en de moeite van het overwegen waard. Er wordt gesproken over hervormingen, over veranderingen, over een 'aggiornamento', die de gemoederen vervullen met verwachting en verrassing en ook met twijfel en voorbehoud. Dit grootse verschijnsel moeten we met aandacht en met vertrouwen gadeslaan, want we ontwaren er een algemeen positief element in: een element van levenskracht, van levenslust en, onder bepaalde opzichten, iets van de Geest van de Heer: Hij schudt zijn mystiek lichaam wakker, dat Hij dan doorstroomt, herbezielt, vergeestelijkt, tot leven en heiligheid brengt. Dit was het doel van het Concilie: de Kerk opwekken, omvormen, verjongen; haar geweten verlichten, haar krachten temperen, haar fouten wegsnoeien, haar structuren stalen, haar grenzen verruimen, haar eenheid herstellen, baar gereed maken voor nieuwe afweerslagen en nieuwe contacten met de wereld, haar weer terugvoeren tot voeling met haar bronnen en tegelijk het tempo verhogen van haar pelgrimstocht naar het eschatologisch doel, dat is: de beslissende, hart - verruimende, verheerlijkende ontmoeting met Christus de Heer. Het is een groots en moeilijk werk: geen wonder dat het aanleiding geeft tot weerstanden en bezwaren alsook tot onverwachte gevolgen, die soms orde-verstorend en averechts uitvallen, maar nog vaker veelbelovend zijn en bewonderenswaardig. Wij wandelen niet in het duister: het Concilie heeft ons een geheel van lessen nagelaten dat we, als we verstandig willen zijn, niet moeten vergeten, maar voor ogen houden als stimulans bij het werk van vernieuwing en van ontplooiing, waar de Kerk behoefte aan heeft, en als richtinggevende maatstaf om de juistheid te beoordelen van de weg die we hebben in te slaan. We hebben al eens eerder gesproken over de trouw aan het Concilie. Het is aan te bevelen, dat we ons door dit kompas laten leiden, om de onontbeerlijke aansluiting bij de overlevering te kunnen waarborgen en tevens een rechtlijnig voortzetten van onze opgang naar een steeds levender en waarachtiger Christendom, naar een Kerk die zich altijd gelijk en tevens altijd jong en fris blijft.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Kenschets van zekere geestelijke krachten
Een van de vormen waarin dit reveil zich openbaart, is de spontaneïteit in denken handelwijze waarvan talrijke kinderen van de Kerk bezeten zijn. Wij willen deze welige bloei van geestelijke energie met respect en sympathie beschouwen. Zij welt op uit een act van bezinning, een opkomend besef, een gebaar van zelfbevrijding jegens afgeleefde, onredelijke gewoonten; uit een voornemen om er ernst mee te maken en zich persoonlijk in te zetten; uit een speurtocht naar het wezenlijke, een inwendig uitdiepen van de godsdienstige expressievormen; uit een dappere poging om aan het geestelijk leven een nieuwe, eigen taal te geven en aan de theologie een enkele nieuwe, originele uitingsvorm; uit het brengen van een praktisch, moedig offer dat dan getuigen moet van buitengewone christelijke authenticiteit. Het verdient allemaal onze aandacht en dikwijls ook onze bewondering. Het zijn lentespruiten die fris en tierig botten aan oude tronken waarvan niemand dacht, dat er nog tekenen van nieuw leven aan konden verschijnen. Het zijn kostbare krachtreserves en ze verdienen des te eerder met alle genegenheid te worden ontzien, omdat ze vaak ontspringen aan jeugdige onbevangenheid. Wie de psychologische drijfveren weet aan te voelen achter de idealistische wedergeboorte van een generatie, wie een scherp oog heeft voor de gedachtestromingen die zich straks zullen doorzetten, wie vooral een herdershart heeft voor het gebeuren in de wereld van de mensen, kan er geen verachting voor koesteren, kan niet achteloos voorbijgaan aan een dergelijk vertoon van geestelijke spontaneïteit. Uitgaande van deze persoon groeien ze vaak uit tot een collectieve vorm. Vandaar, dat ongerichte kolkingen van spiritualiteit of activiteit samenstromen rond een ondernemend iemand, of rond een opvallende formule, of een school, of een periodiek. Vaak ligt bij een priester, een religieus de oorsprong, de verantwoordelijkheid voor dergelijke gegrepen elitegroepen. Soms deinzen ze er niet voor terug zichzelf een charismatische roeping en zelfs charismatische krachten toe te schrijven.
Een van de vormen waarin dit reveil zich openbaart, is de spontaneïteit in denken handelwijze waarvan talrijke kinderen van de Kerk bezeten zijn. Wij willen deze welige bloei van geestelijke energie met respect en sympathie beschouwen. Zij welt op uit een act van bezinning, een opkomend besef, een gebaar van zelfbevrijding jegens afgeleefde, onredelijke gewoonten; uit een voornemen om er ernst mee te maken en zich persoonlijk in te zetten; uit een speurtocht naar het wezenlijke, een inwendig uitdiepen van de godsdienstige expressievormen; uit een dappere poging om aan het geestelijk leven een nieuwe, eigen taal te geven en aan de theologie een enkele nieuwe, originele uitingsvorm; uit het brengen van een praktisch, moedig offer dat dan getuigen moet van buitengewone christelijke authenticiteit. Het verdient allemaal onze aandacht en dikwijls ook onze bewondering. Het zijn lentespruiten die fris en tierig botten aan oude tronken waarvan niemand dacht, dat er nog tekenen van nieuw leven aan konden verschijnen. Het zijn kostbare krachtreserves en ze verdienen des te eerder met alle genegenheid te worden ontzien, omdat ze vaak ontspringen aan jeugdige onbevangenheid. Wie de psychologische drijfveren weet aan te voelen achter de idealistische wedergeboorte van een generatie, wie een scherp oog heeft voor de gedachtestromingen die zich straks zullen doorzetten, wie vooral een herdershart heeft voor het gebeuren in de wereld van de mensen, kan er geen verachting voor koesteren, kan niet achteloos voorbijgaan aan een dergelijk vertoon van geestelijke spontaneïteit. Uitgaande van deze persoon groeien ze vaak uit tot een collectieve vorm. Vandaar, dat ongerichte kolkingen van spiritualiteit of activiteit samenstromen rond een ondernemend iemand, of rond een opvallende formule, of een school, of een periodiek. Vaak ligt bij een priester, een religieus de oorsprong, de verantwoordelijkheid voor dergelijke gegrepen elitegroepen. Soms deinzen ze er niet voor terug zichzelf een charismatische roeping en zelfs charismatische krachten toe te schrijven.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Het gevaar van ontsporingen builen de gebaande paden van het apostolaat
Maar deze geestelijke vegetatie groeit gewoonlijk buiten de normale voren die er op het terrein van het apostolaat zijn getrokken. (1 Kor. 3, 9) [[b:1 Kor. 3, 9]] Het is instinctief een verschijnsel met 'anti-institutionele' neigingen. Men beroept zich daarbij tegenwoordig op de godsdienstvrijheid, op de autonomie van het geweten, op de volwassenheid van de hedendaagse Christen. Men maakt gebruik van een kritische, vaak weerbarstige en oppervlakkige aanleg, die soms het vrije onderzoek zeer dicht benadert. Men duldt met tegenzin het kerkelijk leergezag en bestrijdt er de reikwijdte en het gezag van. Men wil de georganiseerde rijen verlaten van de katholieke mankracht, die men beschouwt als een besloten getto, en men merkt niet, dat men zelf nóg sterker besloten, nóg eigenmachtiger getto's vormt, waar alleen ingewijden toegang hebben en achting genieten. Men voelt weerzin tegen meerderen en medestanders en sympathiseert veel gemakkelijker met buitenstaanders en tegenstanders. Vaak schiet men daarbij tekort in de integriteit van de leer en in doorleefde liefde voor eigen milieu en gemeenschap. Men ontwikkelt een geheel eigen kerkbesef, vrijgevochten van de gebruikelijke verplichtingen bij een gemeenschap die haar samenhang aan kerkrechtelijke normen te danken heeft, en stelt zichzelf liever uitzonderlijke taken, goede en zeer zware taken misschien, maar losgerukt uit het kerkelijk verband en daarom snel geneigd tot verval. Het zijn beekjes die geen rivier vormen. Het zijn vaak magnifieke krachten die, zonder het zelf te willen, niet erg opbouwend en soms storend werken en die, na korte tijd van grote vurigheid, gewoonlijk verkwijnen en vervluchtigen.
Maar deze geestelijke vegetatie groeit gewoonlijk buiten de normale voren die er op het terrein van het apostolaat zijn getrokken. (1 Kor. 3, 9) [[b:1 Kor. 3, 9]] Het is instinctief een verschijnsel met 'anti-institutionele' neigingen. Men beroept zich daarbij tegenwoordig op de godsdienstvrijheid, op de autonomie van het geweten, op de volwassenheid van de hedendaagse Christen. Men maakt gebruik van een kritische, vaak weerbarstige en oppervlakkige aanleg, die soms het vrije onderzoek zeer dicht benadert. Men duldt met tegenzin het kerkelijk leergezag en bestrijdt er de reikwijdte en het gezag van. Men wil de georganiseerde rijen verlaten van de katholieke mankracht, die men beschouwt als een besloten getto, en men merkt niet, dat men zelf nóg sterker besloten, nóg eigenmachtiger getto's vormt, waar alleen ingewijden toegang hebben en achting genieten. Men voelt weerzin tegen meerderen en medestanders en sympathiseert veel gemakkelijker met buitenstaanders en tegenstanders. Vaak schiet men daarbij tekort in de integriteit van de leer en in doorleefde liefde voor eigen milieu en gemeenschap. Men ontwikkelt een geheel eigen kerkbesef, vrijgevochten van de gebruikelijke verplichtingen bij een gemeenschap die haar samenhang aan kerkrechtelijke normen te danken heeft, en stelt zichzelf liever uitzonderlijke taken, goede en zeer zware taken misschien, maar losgerukt uit het kerkelijk verband en daarom snel geneigd tot verval. Het zijn beekjes die geen rivier vormen. Het zijn vaak magnifieke krachten die, zonder het zelf te willen, niet erg opbouwend en soms storend werken en die, na korte tijd van grote vurigheid, gewoonlijk verkwijnen en vervluchtigen.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Voortdurende oproep tot eenheid om alle versnippering Ie vermijden
De Kerk erkent het pluralisme van spiritualiteits- en apostolaatsvormen en moedigt vaak het ontstaan van vrije verenigingen aan vgl: Apostolicam Actuositatem [[[653|19]]], maar ze blijft steeds weer aanbevelen, dat het apostolaat ordelijk en georganiseerd verloopt en dat men versnippering van krachten vermijdt. vgl: Apostolicam Actuositatem [[[653|19.20]]] 'De leken', zegt het Concilie met zoveel woorden, 'treden als een organische eenheid op, zodat het gemeenschapskarakter van de Kerk beter tot uitdrukking komt en het apostolaat doeltreffender wordt' vgl: Apostolicam Actuositatem [[[653|19]]], Dezelfde aansporing wordt door het Concilie ook herhaaldelijk tot de priesters gericht: ze vloeit voort uit een bron die ontspringt aan de oudste en meest authentieke overlevering van de Kerk en memoreert, dat 'de eenheid van de priesters met de bisschop in onze tijd des te meer wordt vereist' Presbyterorum Ordinis [[704|7]] en dat 'iedere priester afzonderlijk met zijn medebroeders wordt verenigd door de band van liefde, gebed en algehele samenwerking. Presbyterorum Ordinis [[704|8]].
De Kerk erkent het pluralisme van spiritualiteits- en apostolaatsvormen en moedigt vaak het ontstaan van vrije verenigingen aan vgl: Apostolicam Actuositatem [[[653|19]]], maar ze blijft steeds weer aanbevelen, dat het apostolaat ordelijk en georganiseerd verloopt en dat men versnippering van krachten vermijdt. vgl: Apostolicam Actuositatem [[[653|19.20]]] 'De leken', zegt het Concilie met zoveel woorden, 'treden als een organische eenheid op, zodat het gemeenschapskarakter van de Kerk beter tot uitdrukking komt en het apostolaat doeltreffender wordt' vgl: Apostolicam Actuositatem [[[653|19]]], Dezelfde aansporing wordt door het Concilie ook herhaaldelijk tot de priesters gericht: ze vloeit voort uit een bron die ontspringt aan de oudste en meest authentieke overlevering van de Kerk en memoreert, dat 'de eenheid van de priesters met de bisschop in onze tijd des te meer wordt vereist' Presbyterorum Ordinis [[704|7]] en dat 'iedere priester afzonderlijk met zijn medebroeders wordt verenigd door de band van liefde, gebed en algehele samenwerking. Presbyterorum Ordinis [[704|8]].
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Men kan eigenlijk zeggen, dat deze aansporing werkelijk de geest van het Concilie vertolkt en een kenschets tracht te geven voor de vernieuwing van de Kerk in onze tijd. De zogenaamde 'gezamenlijke pastoraal' of, beter gezegd, 'organische pastoraal' vindt hierin zijn meest gezagvolle eerste stoot. Hoe noodzakelijk zo'n pastoraal is, had onze geëerbiedigde voorganger Pius XII reeds ingezien. In zijn toespraak van 10 maart 1955 tot de pastoors en vastenpredikers van Rome [6171] merkte hij op:
'Wanneer men enerzijds ziet, met hoeveel er voor tal van zaken wordt gewerkt, hoe allen daarbij van geen rust willen weten, niemand het tempo vertraagt, geen mens zich spaart, en men anderzijds moet erkennen, dat het· resultaat niet is wat men bij zoveel ijver, inspanning en zelfopoffering zou verwachten, gaat men zich afvragen, of er niet teveel alleen gestreden wordt, met een te grote versnippering van krachten, te weinig aaneengesloten. Wie weet, of ... het apostolisch werk niet moet worden herzien in het licht van de beginselen die ten grondslag liggen aan iedere goede samenwerking. Het schijnt ons althans toe', zo zei hij, 'dat dit nu een van de dringendste eisen is die het apostolaat aan de geestelijkheid en de leken stelt'. (Discorsi e Rad., XVII, blz. 9) [[6171|+33 +34]]
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Organische pastoraal voor de kerkelijke gemeenschap
'Organische pastoraal voor de kerkelijke gemeenschap': waarlijk een goed gevonden programmatische formulering. Verheugd mogen we vaststellen, dat zij steeds meer ingang vindt in Gods Kerk en dat u, priesters onder ons gehoor, haar tot voorwerp maakt van uw studies en uw voornemens tijdens de bijeenkomsten en de gedachtewisselingen op de 18e week van pastoraal aggiornamento die men juist aan het houden is. Ons zijn het gezag en de ervarenheid bekend van promotoren en sprekers op deze periodieke vergadering, waar de geestelijkheid van Italië zeer waardevolle voorlichting en nieuwe prikkels opdoet om, in de huidige samenloop van omstandigheden en bij de urgentie van de behoeften, te zijn opgewassen tegen haar welkome, heilige zending. We kunnen er alleen maar gelukkig mee zijn en geven gaarne onze aanmoediging aan allen die deze activiteit bevorderen en eraan meedoen.
'Organische pastoraal voor de kerkelijke gemeenschap': waarlijk een goed gevonden programmatische formulering. Verheugd mogen we vaststellen, dat zij steeds meer ingang vindt in Gods Kerk en dat u, priesters onder ons gehoor, haar tot voorwerp maakt van uw studies en uw voornemens tijdens de bijeenkomsten en de gedachtewisselingen op de 18e week van pastoraal aggiornamento die men juist aan het houden is. Ons zijn het gezag en de ervarenheid bekend van promotoren en sprekers op deze periodieke vergadering, waar de geestelijkheid van Italië zeer waardevolle voorlichting en nieuwe prikkels opdoet om, in de huidige samenloop van omstandigheden en bij de urgentie van de behoeften, te zijn opgewassen tegen haar welkome, heilige zending. We kunnen er alleen maar gelukkig mee zijn en geven gaarne onze aanmoediging aan allen die deze activiteit bevorderen en eraan meedoen.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Tot alle aanwezigen, priesters en gelovigen, richt zich onze bijval en onze aansporing met dit doel: laat bij iedereen het duidelijk besef, bij iedereen de inzet van alle krachten aanwezig zijn om 'de Kerk op te bouwen', met eenheid van doelstellingen, met volharding in de arbeid, met organiciteit van opzet, met toewijding van hart en van activiteit, in de onuitsprekelijke en welhaast proefondervindelijke zekerheid, dat men bij die grote, bij die moderne, bij die heilige onderneming schamele en onontbeerlijke medewerkers, actieve en verdienstelijke werktuigen is van Christus, van Christus zelf, de éne Architect, de nimmer zwichtende, eeuwig werkzame en steeds tegenwoordige Bouwheer, die, toen Hij Petrus tot grondslag stelde voor het mystieke gebouw, de profetische woorden heeft gesproken: 'Ik zal mijn Kerk bouwen' (Mt. 16, 18) [b:Mt. 16, 18]. Voor u allen onze apostolische zegen.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Begroeting van twee groepen Tsjechoslowaken
Door uw aanwezigheid wordt onze belangstelling weer gaande gemaakt voor de situatie in uw land, waarover men in heel de wereld spreekt: men weet, dat uw volk een onnoemelijk zware beproeving heeft te doorstaan. Wij begrijpen uw gevoelens en nemen deel in uw beproeving.
Wij bidden voor u. We spreken de hoop uit, dat uw huidige moeilijkheden ertoe mogen leiden, dat uw hart wordt gestaald bij het zoeken en bet ontdekken van de hoogste geesteswaarden: voor een juiste opvatting van rechtvaardigheid, van vrijheid, van eendracht en van vrede onderling en met iedereen; en voor het reveil en het voortleven van het katholiek geloof, dat zijn licht heeft geworpen op uw geschiedenis, adeldom heeft verleend aan uw nationaal bewustzijn, en aan uw leven zijn beste zedelijke krachten en zijn wereld overstijgende hoop beeft geschonken.
Door uw aanwezigheid wordt onze belangstelling weer gaande gemaakt voor de situatie in uw land, waarover men in heel de wereld spreekt: men weet, dat uw volk een onnoemelijk zware beproeving heeft te doorstaan. Wij begrijpen uw gevoelens en nemen deel in uw beproeving.
Wij bidden voor u. We spreken de hoop uit, dat uw huidige moeilijkheden ertoe mogen leiden, dat uw hart wordt gestaald bij het zoeken en bet ontdekken van de hoogste geesteswaarden: voor een juiste opvatting van rechtvaardigheid, van vrijheid, van eendracht en van vrede onderling en met iedereen; en voor het reveil en het voortleven van het katholiek geloof, dat zijn licht heeft geworpen op uw geschiedenis, adeldom heeft verleend aan uw nationaal bewustzijn, en aan uw leven zijn beste zedelijke krachten en zijn wereld overstijgende hoop beeft geschonken.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/6170-naar-een-kerk-die-altijd-zichzelf-gelijk-en-tevens-jong-en-nieuw-nl