Over de impotentie welke het huwelijk ongeldig maakt

De heilige Congregatie voor de Geloofsleer [d:106] heeft altijd gehouden, dat zij die een vasectomie hebben onder­gaan, evenals zij die in soortgelijke omstandigheden verkeren, niet van het huwelijk afgehouden moeten worden, omdat hun impotentie niet zeker vaststaat. Na dus deze praktijk onderzocht te hebben en na een bestudering door deze heilige Congregatie [d:106] en ook door de commissie voor de herziening van de codex van het kerkelijk recht, hebben de vaders van deze heilige Congregatie [d:106] in de voltallige vergadering gehouden op 11 mei 1977, besloten, dat op de haar voorgelegde twijfels het volgende geantwoord moet worden:

Bestaat de impotentie welke het huwelijk ongeldig maakt in een tenminste voorafgaand en blijvend, het­zij volledig of betrekkelijk onvermogen de huwelijks­gemeenschap te voltrekken?

Voor zover bevestigend, wordt er voor de huwelijksgemeenschap noodzakelijk de storting van in de testikels ontstaan zaad vereist?

Op het eerste punt [al:1]: bevestigend; op het tweede [al:2]: ontkennend