Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Dierbare broeders en zusters, goedendag.
Op deze zondag wordt de lezing uit het zesde hoofdstuk van het Johannesevangelie verder gezet. Na de broodvermenigvuldiging waren de mensen op zoek gegaan naar Jezus en hadden Hem eindelijk, dichtbij Kafarnaüm, gevonden. Hij begrijpt zeer goed het motief om Hem met zoveel enthousiasme te volgen en Hij spreekt dat duidelijk uit: "Niet omdat gij tekenen gezien hebt zoekt ge Mij, maar omdat gij van de broden hebt gegeten tot uw honger was gestild" . In werkelijkheid volgen deze mensen Hem omwille van het brood dat de dag voordien hun honger had gestild, toen Jezus de broodvermenigvuldiging had verricht. Ze hadden niet begrepen dat het brood, gebroken voor velen, de uitdrukking was van de liefde van Jezus zelf. Ze hadden meer waarde gehecht aan dat brood dan aan zijn gever. In het licht van deze geestelijke blindheid, maakt Jezus duidelijk dat men verder moet gaan dan de gave en de gever ontdekken en kennen. God zelf is gave en gever. En zo, door dat brood, door dat gebaar, kunnen de mensen Hem vinden die het geeft, God zelf. Hij nodigt uit zich open te stellen voor een perspectief dat zich niet beperkt tot de dagelijkse zorgen voor het eten, het zich kleden, het succes, de carrière. Jezus spreekt over een ander voedsel, Hij spreekt over een onvergankelijk voedsel. Dat zoeken en ontvangen is goed. Hij spoort aan: "Werkt niet voor het voedsel dat vergaat, maar voor het voedsel dat blijft ten eeuwigen leven en dat de Mensenzoon u zal geven" . Dat wil zeggen, zoekt het heil, de ontmoeting met God.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Met deze woorden wil Hij ons doen verstaan dat de mens, naast de fysieke honger in zich nog een andere honger draagt - wij allen kennen die honger - een belangrijker honger, die niet door gewoon voedsel kan worden verzadigd. Het gaat om de honger naar leven, honger naar eeuwigheid die alleen Hij kan verzadigen, doordat Hij "het brood des levens" is . Jezus schakelt de zorg en zoektocht naar dagelijks voedsel niet uit, neen, Hij schakelt niets uit van wat het leven meer ontwikkeld kan maken. Maar Jezus herinnert er ons aan dat de ware betekenis van ons aardse bestaan aan het einde komt, in de eeuwigheid; ze bestaat in de ontmoeting met Hem, gave en gever. En Hij herinnert er ons ook aan dat de menselijke geschiedenis met zijn lijden en zijn vreugde moet bekeken worden tegen de einder van de eeuwigheid, dit wil zeggen de einder van de definitieve ontmoeting met Hem. Die ontmoeting verlicht alle dagen van ons leven. Als we aan die ontmoeting denken, aan deze grote gave, worden de kleine gaven van het leven, ook het lijden en de zorgen, verlicht door de hoop op deze ontmoeting. "Ik ben het brood des levens: wie tot Mij komt zal geen honger meer lijden, en wie in Mij gelooft zal nooit meer dorst krijgen" . Dit is een verwijzing naar de Eucharistie de grootste gave die ziel en lichaam verzadigt. Jezus, "het brood des levens", in ons ontmoeten en opnemen, geeft zin en betekenis aan de vaak kronkelende weg van het leven. Dit "brood des levens" wordt ons geschonken met een opdracht, dat wil zeggen om op onze beurt, de spirituele en materiële honger van de broeders te verzadigen door overal het Evangelie te verkondigen. Door het getuigenis van ons broederlijk en solidair gedrag tegenover de naaste, brengen we Jezus en zijn liefde aanwezig te midden van de mensen.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/6018-honger-naar-het-eeuwige-leven-nl