
Paus Pius XI - 19 maart 1937
Evenwel behalve de ruilende rechtvaardigheid moet ook de sociale rechtvaardigheid betracht worden, die op haar beurt verplichtingen stelt, waaraan zich noch de arbeiders, noch de werkgevers mogen onttrekken. Welnu, het is de taak van de sociale rechtvaardigheid al datgene van de individuen te eisen, wat noodzakelijk is voor het algemeen welzijn. Gelijk nu, bij welk levend organisme dan ook, niet voor het geheel is gezorgd, als niet aan de afzonderlijke delen al datgene geschonken wordt, wat zij nodig hebben om hun taak te vervullen, zo ook kan men bij de maatschappelijke inrichting en ordening niet het welzijn van de gehele maatschappij verzorgen, als men niet aan de afzonderlijke leden- en dit zijn hier menselijke personen - al datgene doet toekomen, wat zij nodig hebben om de hun eigen sociale taak te vervullen. Als dan aan de sociale rechtvaardigheid voldaan is, zal een intens economisch leven opbloeien, dat in de rust van de orde vruchten zal afwerpen, die op een duurzame kracht van de Staat wijzen, gelijk men de gezondheid van het menselijk lichaam kan kennen aan zijn ongestoorde, volledige en vruchtbare werkzaamheid.