Divini Redemptoris
x
Informatie over dit document
Divini Redemptoris
Over het goddeloze communisme
Paus Pius XI
19 maart 1937
Pauselijke geschriften - Encyclieken
1937, R.K. Werkliedenverbond
19 maart 1937
10 maart 2023
594
nl
Referenties naar dit document: 10
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- === Inleiding
1
De belofte aangaande de Goddelijken Verlosser vormt een lichtpunt in de eerste geschiedenis van het mensdom: en de onwrikbare hoop op betere tijden lenigde niet alleen de smart wegens het verlies van "het paradijs van geneugte" (Gen. 3, 23) [b:Gen. 3, 23], maar begeleidde het mensdom ook op zijn droeve en bange weg, totdat, bij de "volheid van de tijden" (Gal. 4, 4) [b:Gal. 4, 4], onze Verlosser door Zijn komst op aarde het zo smachtend verlangen bevredigde en voor alle volkeren een nieuwe en hogere beschaving inluidde, de christelijke beschaving, die schier onmetelijk hoger staat dan de beschaving, die enige meer bevoorrechte volkeren met grote moeite en inspanning hadden bereikt.
Encycliek, Gericht tot Onze Eerbiedwaardige Broeders, de Patriarchen, Primaten,Eerbiedwaardige Broeders heil en Apostolische zegen.
Aartsbisschoppen, Bisschoppen en andere plaatselijke Ordinarii,
die in vrede en gemeenschap met de Apostolische Stoel leven:
Over het godloze communisme
De belofte aangaande de Goddelijken Verlosser vormt een lichtpunt in de eerste geschiedenis van het mensdom: en de onwrikbare hoop op betere tijden lenigde niet alleen de smart wegens het verlies van "het paradijs van geneugte" (Gen. 3, 23) [b:Gen. 3, 23], maar begeleidde het mensdom ook op zijn droeve en bange weg, totdat, bij de "volheid van de tijden" (Gal. 4, 4) [b:Gal. 4, 4], onze Verlosser door Zijn komst op aarde het zo smachtend verlangen bevredigde en voor alle volkeren een nieuwe en hogere beschaving inluidde, de christelijke beschaving, die schier onmetelijk hoger staat dan de beschaving, die enige meer bevoorrechte volkeren met grote moeite en inspanning hadden bereikt.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Na de jammerlijke val van Adam moest ten gevolge van de erfzonde de deugd een vinnige strijd voeren tegen de verlokkingen van de ondeugd en nooit heeft de oude sluwe verleider opgehouden de mensen door valse beloften te bedriegen. Daardoor volgde in de loop van de tijden de ene beroering op de andere, tot het huidig ogenblik, nu bijna alom ter wereld de revolutie ofwel reeds woedt ofwel angstig dreigt en die alle vervolgingen, door de Kerk ooit doorstaan, in kracht en omvang schijnt te overtreffen. En wel in die mate, dat de volkeren ernstig gevaar dreigt terug te vallen in een barbaarsheid, erger voorwaar dan die, waarin verreweg het grootste deel van het mensdom verkeerde voor de komst van onze goddelijke Verlosser.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Zonder twijfel hebt gij reeds begrepen, Eerbiedwaardige Broeders, over welk dreigend gevaar Wij spreken: Wij bedoelen het bolsjewistisch communisme, dat tevens een Godloos communisme is, dat vooral dit zich ten doel stelt, de maatschappelijke orde geheel en al omver te werpen en de grondslagen zelfs van de christelijke beschaving te vernietigen.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 1 Houding van de Kerk tegenover het communisme
4
Vroegere veroordelingen
Tegenover deze dreigende aanvallen kon de Katholieke Kerk natuurlijk niet zwijgen en heeft zij ook niet gezwegen. En evenmin heeft de Apostolische Stoel gezwegen, diep overtuigd als Hij is, dat het speciaal Zijn taak is de waarheid, rechtvaardigheid en alle eeuwige goederen te verdedigen, die het communisme minacht en bestrijdt. Reeds vanaf de tijd, toen de mannen van de verlichting het aandurfden beschaving en cultuur los te maken van de banden van godsdienst en moraal, hebben Onze Voorgangers het als hun plicht beschouwd, in plechtige bewoordingen allen te waarschuwen voor de gevolgen van de ontkerstening van de menselijke samenleving. En wat betreft de dwalingen van de communisten, reeds in 1846 heeft Onze Voorganger Pius IX z. g. deze plechtig veroordeeld en deze veroordeling kort daarop door de Syllabus Errorum [816] bevestigd. De volgende woorden immers gebruikt hij in zijn Encycliek Qui pluribus [1023]: "De afschuwelijke en zelfs met het natuurrecht geheel strijdige leer van het communisme heeft, eenmaal aanvaard, dit ten gevolge, dat aller recht, bezit en eigendom, ja zelfs de menselijke samenleving totaal vernietigd wordt". Qui pluribus [[1023|(16)]] vgl: par. 4 [[[816]]] En later gaf weer een onzer Voorgangers, Leo XIII onsterfelijker gedachtenis, van deze zelfde dwalingen in zijn Encycliek Quod Apostolici Muneris [822] de volgende klare en duidelijke omschrijving: " een dodelijke besmetting, die door de meest verborgen geledingen van de maatschappij voortsluipt en deze in het hoogste levensgevaar brengt" Quod Apostolici Muneris [[822|(1)]]. En tevens heeft hij met de Hem eigene scherpzinnigheid aangetoond, dat de atheïstische stroming onder de grote massa, bij de hoge vlucht van de technische wetenschappen, zijn oorsprong gevonden had in de verzinsels van die wijsbegeerte, die reeds lang de wetenschap trachtte af te scheiden van het geloof en de praktijk des levens van de Kerk.
Tegenover deze dreigende aanvallen kon de Katholieke Kerk natuurlijk niet zwijgen en heeft zij ook niet gezwegen. En evenmin heeft de Apostolische Stoel gezwegen, diep overtuigd als Hij is, dat het speciaal Zijn taak is de waarheid, rechtvaardigheid en alle eeuwige goederen te verdedigen, die het communisme minacht en bestrijdt. Reeds vanaf de tijd, toen de mannen van de verlichting het aandurfden beschaving en cultuur los te maken van de banden van godsdienst en moraal, hebben Onze Voorgangers het als hun plicht beschouwd, in plechtige bewoordingen allen te waarschuwen voor de gevolgen van de ontkerstening van de menselijke samenleving. En wat betreft de dwalingen van de communisten, reeds in 1846 heeft Onze Voorganger Pius IX z. g. deze plechtig veroordeeld en deze veroordeling kort daarop door de Syllabus Errorum [816] bevestigd. De volgende woorden immers gebruikt hij in zijn Encycliek Qui pluribus [1023]: "De afschuwelijke en zelfs met het natuurrecht geheel strijdige leer van het communisme heeft, eenmaal aanvaard, dit ten gevolge, dat aller recht, bezit en eigendom, ja zelfs de menselijke samenleving totaal vernietigd wordt". Qui pluribus [[1023|(16)]] vgl: par. 4 [[[816]]] En later gaf weer een onzer Voorgangers, Leo XIII onsterfelijker gedachtenis, van deze zelfde dwalingen in zijn Encycliek Quod Apostolici Muneris [822] de volgende klare en duidelijke omschrijving: " een dodelijke besmetting, die door de meest verborgen geledingen van de maatschappij voortsluipt en deze in het hoogste levensgevaar brengt" Quod Apostolici Muneris [[822|(1)]]. En tevens heeft hij met de Hem eigene scherpzinnigheid aangetoond, dat de atheïstische stroming onder de grote massa, bij de hoge vlucht van de technische wetenschappen, zijn oorsprong gevonden had in de verzinsels van die wijsbegeerte, die reeds lang de wetenschap trachtte af te scheiden van het geloof en de praktijk des levens van de Kerk.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Daden van Ons Pontificaat
Ook Wij hebben herhaaldelijk gedurende Ons Opperpriesterschap met angstige bezorgdheid gewaarschuwd tegen de gevaarlijk stijgende vloed van het atheïsme. Immers, toen in 1924 de door Ons gezonden ondersteuningscommissie uit Rusland terugkeerde, hebben Wij in een speciale, tot de gehele Katholieke wereld gerichte toespraak Over de situatie in Rusland [[1684]], de dwalingen en methoden van de communisten verworpen. En in de Encyclieken Miserentissimus Redemptor [643] Miserentissimus Redemptor [[643]], Quadragesimo Anno [652] Quadragesimo Anno [[652]], Caritate Christi Compulsi [1685] Caritate Christi Compulsi [[1685]], Acerba Animi [1686] Acerba Animi [[1686]] en Dilectissima Nobis [1687] Dilectissima Nobis [[1687]] hebben Wij in een plechtig protest Ons beklaagd over de verbeten aanvallen op het christendom èn in Rusland èn in de Verenigde Staten van Mexico èn ten slotte in Spanje. En nog vers in het geheugen leven ook de woorden, die Wij het vorig jaar gesproken hebben bij de opening van de Wereldtentoonstelling van de Katholieke Pers [2425], bij Onze audiëntie aan de Spaanse vluchtelingen [4821], alsook in Onze door de radio uitgezonden Kerstboodschap [4822].
Zelfs de verwoedste vijanden van de Kerk, die vanuit hun hoofdstad Moskou deze strijd tegen de christelijke beschaving leiden, en zonder ophouden hun pogingen voortzetten, getuigen, niet zozeer met woorden als wel met daden, dat de Paus ook in deze tijd niet alleen steeds de heilige schatten van de christelijke godsdienst trouw en ongerept bewaakt heeft, maar ook overtuigender en vaker dan welk openbaar gezag ter wereld ook, tegen het ontzaglijk gevaar van het communisme heeft gewaarschuwd.
Ook Wij hebben herhaaldelijk gedurende Ons Opperpriesterschap met angstige bezorgdheid gewaarschuwd tegen de gevaarlijk stijgende vloed van het atheïsme. Immers, toen in 1924 de door Ons gezonden ondersteuningscommissie uit Rusland terugkeerde, hebben Wij in een speciale, tot de gehele Katholieke wereld gerichte toespraak Over de situatie in Rusland [[1684]], de dwalingen en methoden van de communisten verworpen. En in de Encyclieken Miserentissimus Redemptor [643] Miserentissimus Redemptor [[643]], Quadragesimo Anno [652] Quadragesimo Anno [[652]], Caritate Christi Compulsi [1685] Caritate Christi Compulsi [[1685]], Acerba Animi [1686] Acerba Animi [[1686]] en Dilectissima Nobis [1687] Dilectissima Nobis [[1687]] hebben Wij in een plechtig protest Ons beklaagd over de verbeten aanvallen op het christendom èn in Rusland èn in de Verenigde Staten van Mexico èn ten slotte in Spanje. En nog vers in het geheugen leven ook de woorden, die Wij het vorig jaar gesproken hebben bij de opening van de Wereldtentoonstelling van de Katholieke Pers [2425], bij Onze audiëntie aan de Spaanse vluchtelingen [4821], alsook in Onze door de radio uitgezonden Kerstboodschap [4822].
Zelfs de verwoedste vijanden van de Kerk, die vanuit hun hoofdstad Moskou deze strijd tegen de christelijke beschaving leiden, en zonder ophouden hun pogingen voortzetten, getuigen, niet zozeer met woorden als wel met daden, dat de Paus ook in deze tijd niet alleen steeds de heilige schatten van de christelijke godsdienst trouw en ongerept bewaakt heeft, maar ook overtuigender en vaker dan welk openbaar gezag ter wereld ook, tegen het ontzaglijk gevaar van het communisme heeft gewaarschuwd.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Een nieuw plechtig schrijven is noodzakelijk.
Maar niettegenstaande deze Onze herhaalde en vaderlijke vermaningen, die gij, Eerbiedwaardige Broeders, in Uw talrijke herderlijke brieven, zelfs gemeenschappelijk uitgevaardigd, aan Uw gelovigen hebt kenbaar gemaakt en nauwgezet toegelicht, neemt toch dit gevaar, door sluwe onruststokers verwekt, van dag tot dag in omvang toe. Daarom hebben Wij het als Onze plicht beschouwd opnieuw Onze stem te verheffen en wel door dit meer plechtig schrijven, zoals dit gebruikelijk is bij de Apostolische Stoel, de Leraar van de waarheid; en dit doen Wij des te bereidwilliger, omdat Wij weten, qat het de vurige wens is van de gehele katholieke wereld. Wij vertrouwen echter, dat naar de klank van Onze stem gaarne zal geluisterd worden door hen allen, die vrij van vooroordelen eerlijk het welzijn van de maatschappij nastreven. En dit vertrouwen wordt wel versterkt door het feit, dat Wij een bevestiging van Onze vermaningen zien in de diep-treurige gevolgen, die Wij als het uitvloeisel van de ideeën dier revolutionairen voorzagen en voorspelden en die ofwel reeds feitelijk in de landen, waar zij het bewind voeren, angstwekkend om zich grijpen, ofwel de overige volkeren dreigend boven het hoofd hangen.
Maar niettegenstaande deze Onze herhaalde en vaderlijke vermaningen, die gij, Eerbiedwaardige Broeders, in Uw talrijke herderlijke brieven, zelfs gemeenschappelijk uitgevaardigd, aan Uw gelovigen hebt kenbaar gemaakt en nauwgezet toegelicht, neemt toch dit gevaar, door sluwe onruststokers verwekt, van dag tot dag in omvang toe. Daarom hebben Wij het als Onze plicht beschouwd opnieuw Onze stem te verheffen en wel door dit meer plechtig schrijven, zoals dit gebruikelijk is bij de Apostolische Stoel, de Leraar van de waarheid; en dit doen Wij des te bereidwilliger, omdat Wij weten, qat het de vurige wens is van de gehele katholieke wereld. Wij vertrouwen echter, dat naar de klank van Onze stem gaarne zal geluisterd worden door hen allen, die vrij van vooroordelen eerlijk het welzijn van de maatschappij nastreven. En dit vertrouwen wordt wel versterkt door het feit, dat Wij een bevestiging van Onze vermaningen zien in de diep-treurige gevolgen, die Wij als het uitvloeisel van de ideeën dier revolutionairen voorzagen en voorspelden en die ofwel reeds feitelijk in de landen, waar zij het bewind voeren, angstwekkend om zich grijpen, ofwel de overige volkeren dreigend boven het hoofd hangen.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Wij willen daarom nogmaals de leerstellingen van het communisme, zoals zij vooral in het bolsjewistisch stelsel naar voren komen, in een kort overzicht uiteenzetten en tegenover die klaarblijkelijk valse leerstellingen de klare leer van de Kerk stellen. Nogmaals willen wij met klem allen aansporen, om al die middelen ter hand te nemen, waarmee de christelijke beschaving, het enig fundament ener waarlijk menselijke samenleving, niet alleen tegen deze afgrijselijke ramp kan beschermd en gevrijwaard, maar ook in een steeds hoger mate kan bevorderd worden, om eenmaal het ware welzijn van de maatschappij te bereiken.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 2 Leer en gevolgen van het communisme
- Artikel 1 De leer
8
Een pseudo-ideaal
De leer van het communisme, zoals deze in onze dagen verkondigd wordt, biedt zich aan onder aanlokkelijker vorm dan soortgelijke stelsels in vroeger tijden, onder het valse voorwendsel de hulpbehoevenden te willen verlossen. Een pseudo-ideaal van rechtvaardigheid, gelijkheid en broederschap van allen in de arbeid doortrekt zijn leer en zijn werkzaamheid met een vals mysticisme zo zeer, dat het de grote massa verlokt door zijn valse voorspiegelingen en deze bezielt met een allen meeslepend enthousiasme; en dit des te eerder in een tijd als de onze, aangezien de onbillijke verdeling van de goederen een ongekende ontbering van niet weinigen ten gevolge heeft. Ja zelfs pochen en roemen zij er op, als zou dit pseudo-ideaal de economische vooruitgang verwekt hebben, die echter, als hij werkelijk ergens plaats vindt, zonder twijfel aan andere oorzaken moet worden toegeschreven, als bijvoorbeeld aan de invoering van een intensiever industrie in die landen, welke daarvan verstoken waren; aan het feit, dat ontzaglijke bodemschatten, zonder enige rekening te houden met de wetten van de menselijkheid, met enorme winsten geëxploiteerd zijn; ten slotte hieraan, dat de werklieden meedogenloos en wreed gedwongen werden voor een karig loon zeer zware arbeid te verrichten.
De leer van het communisme, zoals deze in onze dagen verkondigd wordt, biedt zich aan onder aanlokkelijker vorm dan soortgelijke stelsels in vroeger tijden, onder het valse voorwendsel de hulpbehoevenden te willen verlossen. Een pseudo-ideaal van rechtvaardigheid, gelijkheid en broederschap van allen in de arbeid doortrekt zijn leer en zijn werkzaamheid met een vals mysticisme zo zeer, dat het de grote massa verlokt door zijn valse voorspiegelingen en deze bezielt met een allen meeslepend enthousiasme; en dit des te eerder in een tijd als de onze, aangezien de onbillijke verdeling van de goederen een ongekende ontbering van niet weinigen ten gevolge heeft. Ja zelfs pochen en roemen zij er op, als zou dit pseudo-ideaal de economische vooruitgang verwekt hebben, die echter, als hij werkelijk ergens plaats vindt, zonder twijfel aan andere oorzaken moet worden toegeschreven, als bijvoorbeeld aan de invoering van een intensiever industrie in die landen, welke daarvan verstoken waren; aan het feit, dat ontzaglijke bodemschatten, zonder enige rekening te houden met de wetten van de menselijkheid, met enorme winsten geëxploiteerd zijn; ten slotte hieraan, dat de werklieden meedogenloos en wreed gedwongen werden voor een karig loon zeer zware arbeid te verrichten.
Referenties naar alinea 8: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Het evolutionistisch materialisme van Marx
De leer nu van het hedendaags communisme, somtijds in een verleidelijk en verlokkelijk kleed gestoken, is in werkelijkheid gebaseerd op de beginselen van het dialectisch en historisch materialisme van Karl Marx; en de theoretici van het bolsjewisme beroemen er zich nog wel op, dat alleen zij daarvan de zuivere verklaring bezitten. Volgens deze leer bestaat er slechts één algemene realiteit, namelijk de stof, met geheime en blinde krachten toegerust, welke stof langs de weg van de evolutie tot boom, dier, mens uitgroeit. Ook de menselijke samenleving is volgens deze leer niets dan een verschijningsvorm van de stof, die op bovenvermelde wijze zich ontwikkelt en met een onvermijdelijke noodzaak in een onophoudelijke strijd van de krachten naar de eindsynthese streeft: een maatschappij zonder klassen. Het is derhalve duidelijk, dat volgens zulke verzinsels de idee van een Eeuwig Opperwezen wordt weggevaagd, dat er totaal geen verschil bestaat tussen geest en stof, ziel en lichaam, dat de ziel niet blijft leven na de dood van het lichaam, noch dat er hoop bestaat op een ander leven. Bovendien komen de communisten langs de weg van de valse dialectiek van het materialisme tot de mening, dat de bovenvermelde strijd, die eenmaal het bestaande tot de eindsynthese zal voeren, door de mensen kan bespoedigd worden. Daarom streven zij ernaar, om de tegenstellingen tussen de verschillende klassen steeds scherper te maken, om aan die onderlinge strijd van de klassen, een bron helaas van verbittering en ruïneuze uitbarstingen, de schijn van een heilige strijd voor de vooruitgang te geven en om zelfs alle hinderpalen, welke dan ook, die deze gewelddadige, systematisch ondernomen pogingen belemmeren, als vijanden van het mensdom radicaal uit de weg te ruimen.
De leer nu van het hedendaags communisme, somtijds in een verleidelijk en verlokkelijk kleed gestoken, is in werkelijkheid gebaseerd op de beginselen van het dialectisch en historisch materialisme van Karl Marx; en de theoretici van het bolsjewisme beroemen er zich nog wel op, dat alleen zij daarvan de zuivere verklaring bezitten. Volgens deze leer bestaat er slechts één algemene realiteit, namelijk de stof, met geheime en blinde krachten toegerust, welke stof langs de weg van de evolutie tot boom, dier, mens uitgroeit. Ook de menselijke samenleving is volgens deze leer niets dan een verschijningsvorm van de stof, die op bovenvermelde wijze zich ontwikkelt en met een onvermijdelijke noodzaak in een onophoudelijke strijd van de krachten naar de eindsynthese streeft: een maatschappij zonder klassen. Het is derhalve duidelijk, dat volgens zulke verzinsels de idee van een Eeuwig Opperwezen wordt weggevaagd, dat er totaal geen verschil bestaat tussen geest en stof, ziel en lichaam, dat de ziel niet blijft leven na de dood van het lichaam, noch dat er hoop bestaat op een ander leven. Bovendien komen de communisten langs de weg van de valse dialectiek van het materialisme tot de mening, dat de bovenvermelde strijd, die eenmaal het bestaande tot de eindsynthese zal voeren, door de mensen kan bespoedigd worden. Daarom streven zij ernaar, om de tegenstellingen tussen de verschillende klassen steeds scherper te maken, om aan die onderlinge strijd van de klassen, een bron helaas van verbittering en ruïneuze uitbarstingen, de schijn van een heilige strijd voor de vooruitgang te geven en om zelfs alle hinderpalen, welke dan ook, die deze gewelddadige, systematisch ondernomen pogingen belemmeren, als vijanden van het mensdom radicaal uit de weg te ruimen.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Opvatting aangaande de mens en het huisgezin.
Bovendien berooft het communisme de mens van zijn vrijheid, norm van zijn zedelijk gedrag en tevens berooft het de menselijke persoon van zijn waardigheid en van iedere morele zelfbeheersing om de aanvallen van de blinde driften te weerstaan. En daar de menselijke persoonlijkheid volgens hun leer slechts een onderdeeltje is in het grote raderwerk van het heelal, worden de natuurlijke rechten, die uit het mens-zijn voortvloeien, aan de individuen ontzegd en toegekend aan de gemeenschap. Wat echter de verhoudingen tussen de mensen onderling betreft, volgens hun leer van de absolute gelijkheid verwerpen zij iedere rangorde en elk van God stammend gezag, zelfs dat van de ouders, aangezien volgens hen alle macht en ondergeschiktheid voortvloeit uit de gemeenschap als uit de eerste en enige bron. Ook wordt aan de individuen geen enkel recht toegekend om goederen of productiemiddelen te bezitten; immers, daar met deze weer andere goederen gewonnen worden, brengt het bezit daarvan noodzakelijkerwijze de overheersing van de een over de ander mee. Daarom juist beweren zij, dat elk privaat eigendomsrecht, als zijnde de voornaamste bron van de economische slavernij, totaal moet worden afgeschaft.
Bovendien berooft het communisme de mens van zijn vrijheid, norm van zijn zedelijk gedrag en tevens berooft het de menselijke persoon van zijn waardigheid en van iedere morele zelfbeheersing om de aanvallen van de blinde driften te weerstaan. En daar de menselijke persoonlijkheid volgens hun leer slechts een onderdeeltje is in het grote raderwerk van het heelal, worden de natuurlijke rechten, die uit het mens-zijn voortvloeien, aan de individuen ontzegd en toegekend aan de gemeenschap. Wat echter de verhoudingen tussen de mensen onderling betreft, volgens hun leer van de absolute gelijkheid verwerpen zij iedere rangorde en elk van God stammend gezag, zelfs dat van de ouders, aangezien volgens hen alle macht en ondergeschiktheid voortvloeit uit de gemeenschap als uit de eerste en enige bron. Ook wordt aan de individuen geen enkel recht toegekend om goederen of productiemiddelen te bezitten; immers, daar met deze weer andere goederen gewonnen worden, brengt het bezit daarvan noodzakelijkerwijze de overheersing van de een over de ander mee. Daarom juist beweren zij, dat elk privaat eigendomsrecht, als zijnde de voornaamste bron van de economische slavernij, totaal moet worden afgeschaft.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Daar verder deze leer elke heilige verplichting van het menselijk leven ontkent en verwerpt, wordt natuurlijk ook het huwelijk en de huiselijke samenleving slechts als een zuiver burgerlijke en kunstmatige instelling beschouwd, ontstaan uit bepaalde economische verhoudingen. En daarom, gelijk nu het bestaan ontkend wordt van een echtelijke verbintenis, samengehouden door rechtelijke en zedelijke banden, onafhankelijk van de vrije beschikking van de individuen of van de gemeenschap, zo wordt ook haar blijvende onverbreekbaarheid verworpen. En in het bijzonder bestaat er, volgens het communisme, voor de vrouw geen band, die haar met het gezin of het huis verbindt. Het communisme immers verkondigt de volslagen bevrijding van de vrouw uit de voogdij van de man en ontdekt haar daarom aan het huiselijk leven en de zorg voor de kinderen, om haar, evenzeer als de man, in het drukke openbare leven te werpen en in het productieproces, terwijl de zorg voor huiselijke haard en kroost aan de burgerlijke maatschappij wordt toevertrouwd. vgl: Casti Connubii [[[526|87-90]]]
Ten slotte wordt aan de ouders hun macht om de kinderen op te voeden ontnomen, daar deze volgens hen alleen toekomt aan de gemeenschap en daarom alleen in naam en opdracht van deze kan uitgeoefend worden.
Ten slotte wordt aan de ouders hun macht om de kinderen op te voeden ontnomen, daar deze volgens hen alleen toekomt aan de gemeenschap en daarom alleen in naam en opdracht van deze kan uitgeoefend worden.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Wat gewordt er van de maatschappij?
Wat zou er dan wel geworden van een samenleving, gebaseerd op zulke aan het materialisme ontleende beginselen? Er zou dan een maatschappij ontstaan, door geen ander gezag samengehouden dan dat, hetwelk zou voortvloeien uit de economische verhoudingen. En haar enige taak zou zijn deze: met gemeenschappelijke inspanning te produceren; haar enig doel: de goederen van de aarde te genieten in een heerlijk paradijs, "waar ieder zou produceren naar zijn krachten en ontvangen naar zijn behoeften".
Nog moet worden opgemerkt, dat het communisme aan de gemeenschap het recht of liever de bijna onbeperkte willekeur toekent, aan de afzonderlijke enkelingen, individuen, burgers, een plaats in de gemeenschappelijke arbeid aan te wijzen, zonder enige rekening te houden met ieders welzijn, ja zelfs om hen, als zij niet willen, met geweld daartoe te dwingen. En in deze hun maatschappij zijn volgens hen èn zedenleer èn rechtsorde slechts producten van het geldend economisch stelsel en derhalve uiteraard van aardse oorsprong, wisselend en veranderlijk. In één woord, om hun leer in het kort weer te geven, hun streven is een nieuwe wereldorde te brengen en een nieuwe, hogere beschaving, het resultaat slechts van een blinde evolutie, "een menselijke samenleving, die God van de aarde heeft weg gebannen" .
Wat zou er dan wel geworden van een samenleving, gebaseerd op zulke aan het materialisme ontleende beginselen? Er zou dan een maatschappij ontstaan, door geen ander gezag samengehouden dan dat, hetwelk zou voortvloeien uit de economische verhoudingen. En haar enige taak zou zijn deze: met gemeenschappelijke inspanning te produceren; haar enig doel: de goederen van de aarde te genieten in een heerlijk paradijs, "waar ieder zou produceren naar zijn krachten en ontvangen naar zijn behoeften".
Nog moet worden opgemerkt, dat het communisme aan de gemeenschap het recht of liever de bijna onbeperkte willekeur toekent, aan de afzonderlijke enkelingen, individuen, burgers, een plaats in de gemeenschappelijke arbeid aan te wijzen, zonder enige rekening te houden met ieders welzijn, ja zelfs om hen, als zij niet willen, met geweld daartoe te dwingen. En in deze hun maatschappij zijn volgens hen èn zedenleer èn rechtsorde slechts producten van het geldend economisch stelsel en derhalve uiteraard van aardse oorsprong, wisselend en veranderlijk. In één woord, om hun leer in het kort weer te geven, hun streven is een nieuwe wereldorde te brengen en een nieuwe, hogere beschaving, het resultaat slechts van een blinde evolutie, "een menselijke samenleving, die God van de aarde heeft weg gebannen" .
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Wanneer echter allen die geestesgesteldheid, welke vereist wordt om zulk een maatschappij te vormen, in die mate zich eigen gemaakt hebben, dat eindelijk dan dat utopistisch ideaal van een maatschappijvorm zonder klassenverschil ontstaan is, dan zal ook de politieke staat, die op het ogenblik slechts op de overheersing van het proletariaat door de kapitalisten is gericht, door de drang van de noodzaak uiteenvallen en "verdwijnen"; zolang echter deze zalige toestand nog niet bestaat, gebruikt het communisme het staatsbestuur en de staatsmacht als het alleszins geschiktste middel, om het gestelde doel te bereiken.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Ziet daar dan, Eerbiedwaardige Broeders, de leer, die het bolsjewistisch en atheïstisch communisme aan het mensdom verkondigt als een nieuw evangelie, en als een boodschap van heil en verlossing! Waarlijk een systeem vol dwaling en bedrog, evenzeer in strijd met de door God geopenbaarde waarheden als met de menselijke rede; een systeem, dat de grondslagen van de menselijke samenleving vernietigt en de sociale orde omverwerpt, dat de ware oorsprong, het wezen en het doel van de staat miskent, en dat ten slotte de rechten, waardigheid en vrijheid van de mens loochent en ontkent.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Verbreiding
15
Verblindende beloften
Hoe komt het nu, dat deze leer, wetenschappelijk reeds lang overwonnen en in strijd met de praktijk van iedere dag, zich zo snel over de ganse wereld kan verbreiden? Dit wordt duidelijk als men bedenkt, dat maar al te weinigen volkomen wisten te doorschouwen wat het communisme wil en waarheen het inderdaad streeft, terwijl daarentegen heel velen gemakkelijk het slachtoffer worden van hun sluwe verlokkingen, gesteund door grootse beloften. De propagandisten immers van deze leer geven valselijk voor, dat zij alleen maar het lot van de arbeiders willen verbeteren, dat zij verder alle misstanden, door het liberalisme in de economie verwekt, willen herstellen en zo komen tot een gelijkmatiger verdeling van de goederen; doeleinden, die, zoals iedereen ziet, ongetwijfeld langs wettige weg bereikt kunnen worden. Maar tevens zien zij op die wijze kans, partij trekkend vooral van de overal heersende economische crisis, ook hen tot hun zaak over te halen, die volgens hun eigen beginselen een afkeer hebben van de leer van het materialisme en de misdadige vergrijpen, die niet zelden gepleegd worden.
En omdat, gelijk wij boven zagen, ook hier, zoals in elke dwaling, een element van waarheid schuilt, weten zij dat ware element heel handig naar voren te brengen met het doel, om, waar de omstandigheden het eisen, de ergerlijke en mensonterende wanstaltigheid van de communistische leer en methoden te verdoezelen en te verbergen; en op die wijze weten zij zelfs heel voortreffelijke mannen te misleiden, die dikwijls door zo'n geestdrift aangegrepen worden, dat zij op hun beurt apostelen worden en vooral de jeugd, licht voor misleiding vatbaar, met deze dwaalleer besmetten. Bovendien weten de propagandisten van het communisme profijt te trekken, zowel van de veten tussen de verschillende volkeren, als van de tegenstellingen en de onderlinge strijd van de verschillende politieke stelsels, alsook van de verwarring die in de wetenschap heerst, waar zelfs de naam van God niet meer genoemd wordt, om in de Universiteiten binnen te dringen en beginselen van hun leer met schijnwetenschappelijke bewijzen te steunen. Het liberalisme de wegbereider van het communisme.
Hoe komt het nu, dat deze leer, wetenschappelijk reeds lang overwonnen en in strijd met de praktijk van iedere dag, zich zo snel over de ganse wereld kan verbreiden? Dit wordt duidelijk als men bedenkt, dat maar al te weinigen volkomen wisten te doorschouwen wat het communisme wil en waarheen het inderdaad streeft, terwijl daarentegen heel velen gemakkelijk het slachtoffer worden van hun sluwe verlokkingen, gesteund door grootse beloften. De propagandisten immers van deze leer geven valselijk voor, dat zij alleen maar het lot van de arbeiders willen verbeteren, dat zij verder alle misstanden, door het liberalisme in de economie verwekt, willen herstellen en zo komen tot een gelijkmatiger verdeling van de goederen; doeleinden, die, zoals iedereen ziet, ongetwijfeld langs wettige weg bereikt kunnen worden. Maar tevens zien zij op die wijze kans, partij trekkend vooral van de overal heersende economische crisis, ook hen tot hun zaak over te halen, die volgens hun eigen beginselen een afkeer hebben van de leer van het materialisme en de misdadige vergrijpen, die niet zelden gepleegd worden.
En omdat, gelijk wij boven zagen, ook hier, zoals in elke dwaling, een element van waarheid schuilt, weten zij dat ware element heel handig naar voren te brengen met het doel, om, waar de omstandigheden het eisen, de ergerlijke en mensonterende wanstaltigheid van de communistische leer en methoden te verdoezelen en te verbergen; en op die wijze weten zij zelfs heel voortreffelijke mannen te misleiden, die dikwijls door zo'n geestdrift aangegrepen worden, dat zij op hun beurt apostelen worden en vooral de jeugd, licht voor misleiding vatbaar, met deze dwaalleer besmetten. Bovendien weten de propagandisten van het communisme profijt te trekken, zowel van de veten tussen de verschillende volkeren, als van de tegenstellingen en de onderlinge strijd van de verschillende politieke stelsels, alsook van de verwarring die in de wetenschap heerst, waar zelfs de naam van God niet meer genoemd wordt, om in de Universiteiten binnen te dringen en beginselen van hun leer met schijnwetenschappelijke bewijzen te steunen. Het liberalisme de wegbereider van het communisme.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Om echter nog gemakkelijker te begrijpen, op welke wijze zij het zover hebben kunnen brengen, dat tal van arbeiders hun vals systeem zonder enig onderzoek omhelsd hebben, zal het goed zijn zich te herinneren, dat diezelfde arbeiders, door de economische leer en het optreden van het liberalisme, jammerlijk vervallen waren tot godsdienstige en zedelijke verwaarlozing . Want heel vaak verhinderde de arbeidsverdeling zelfs, dat zij de godsdienstplichten van de Zondag vervulden; men zorgde er niet voor naast de fabrieken kerken op te richten en de taak van de priester te vergemakkelijken; ja zelfs het laïcisme werd, in plaats van opgegeven, dagelijks meer en meer in de hand gewerkt. Dit zijn dan de rampzalige gevolgen van die dwaalleer, zoals Onze Voorgangers en ook Wij zelf ze meer dan eenmaal hebben voorspeld. Moet het ons dan nog verwonderen, dat de vloedgolf van het communisme zo vele volkeren, vervreemd als zij zijn van het christendom, op angstwekkende wijze reeds nadert en bijna verzwelgt?
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Listige en uitgebreide propaganda
Maar de oorzaak, waarom de dwalingen zich zó snel verbreiden, dat zij in alle landen, klein en groot, beschaafd en minder ontwikkeld en zelfs in verafgelegen delen van de wereld heimelijk binnensluipen, ligt ook in een duivelse propaganda, zo vinnig als sinds mensenheugenis misschien nooit heeft bestaan. Deze propaganda, van één punt uitgaande, weet zich op sluwe wijze aan te passen aan de bijzondere gesteltenis van de volkeren; zij beschikt over rijke financiële hulpbronnen, ontelbare organisaties, drukbezochte internationale congressen en talrijke en goedgeschoolde strijdkrachten; tevens weet zij door middel van dagbladen, vlugschriften, bioscoop, toneel, radio en tenslotte door middel van school en universiteit allengs tot alle, zelfs de meest vooraanstaande kringen van de bevolking door te dringen, zonder dat deze misschien het vergif bemerkt hebben, dat steeds rampzaliger hun geest en ziel besmet.
Maar de oorzaak, waarom de dwalingen zich zó snel verbreiden, dat zij in alle landen, klein en groot, beschaafd en minder ontwikkeld en zelfs in verafgelegen delen van de wereld heimelijk binnensluipen, ligt ook in een duivelse propaganda, zo vinnig als sinds mensenheugenis misschien nooit heeft bestaan. Deze propaganda, van één punt uitgaande, weet zich op sluwe wijze aan te passen aan de bijzondere gesteltenis van de volkeren; zij beschikt over rijke financiële hulpbronnen, ontelbare organisaties, drukbezochte internationale congressen en talrijke en goedgeschoolde strijdkrachten; tevens weet zij door middel van dagbladen, vlugschriften, bioscoop, toneel, radio en tenslotte door middel van school en universiteit allengs tot alle, zelfs de meest vooraanstaande kringen van de bevolking door te dringen, zonder dat deze misschien het vergif bemerkt hebben, dat steeds rampzaliger hun geest en ziel besmet.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
De wereldpers verzwijgt de wandaden.
Een ander en wel krachtig hulpmiddel, waardoor het communisme bevorderd wordt, ligt zonder twijfel hierin, dat een zeer groot gedeelte van de wereldpers, dat zich niet richt naar de katholieke beginselen, volgens afspraak de zaak doodzwijgt. Volgens afspraak, zeggen Wij; immers anders is niet te begrijpen, waarom dit soort schrijvers, die zelfs tamelijk onbelangrijke voorvallen zo gretig aangrijpen en publiceren, toch de onmenselijke misdaden, die in Rusland, in de Verenigde Staten van Mexico, in een groot deel tenslotte van Spanje bedreven worden, reeds zo lange tijd verzwegen hebben en betrekkelijk zo weinig laten horen over het communisme, dat te Moskou heerst en wijd en zijd over de gehele wereld zijn organisaties vormt. Maar dit komt, gelijk allen weten, grotendeels hier vandaan, dat politieke overwegingen, die volstrekt geen blijk geven van juist inzicht, het zouden eisen; en niet minder wordt het begunstigd en aanbevolen door allerlei geheime krachten, die reeds sinds lang de christelijke ordening van de staten trachtten te doen verdwijnen.
Een ander en wel krachtig hulpmiddel, waardoor het communisme bevorderd wordt, ligt zonder twijfel hierin, dat een zeer groot gedeelte van de wereldpers, dat zich niet richt naar de katholieke beginselen, volgens afspraak de zaak doodzwijgt. Volgens afspraak, zeggen Wij; immers anders is niet te begrijpen, waarom dit soort schrijvers, die zelfs tamelijk onbelangrijke voorvallen zo gretig aangrijpen en publiceren, toch de onmenselijke misdaden, die in Rusland, in de Verenigde Staten van Mexico, in een groot deel tenslotte van Spanje bedreven worden, reeds zo lange tijd verzwegen hebben en betrekkelijk zo weinig laten horen over het communisme, dat te Moskou heerst en wijd en zijd over de gehele wereld zijn organisaties vormt. Maar dit komt, gelijk allen weten, grotendeels hier vandaan, dat politieke overwegingen, die volstrekt geen blijk geven van juist inzicht, het zouden eisen; en niet minder wordt het begunstigd en aanbevolen door allerlei geheime krachten, die reeds sinds lang de christelijke ordening van de staten trachtten te doen verdwijnen.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 Droeve gevolgen
19
Rusland en Mexico
Intussen aanschouwen Wij de droeve gevolgen van deze krachtige propaganda. Overal immers, waar het communisme vaste voet heeft kunnen krijgen en zijn heerschappij uitoefenen - en hier denken Wij met bijzondere vaderlijke liefde aan de bevolking van Rusland en Mexico - daar hebben zij ook, gelijk zij zelf openlijk verkondigen, op alle wijze ernaar gestreefd de grondslagen van de christelijke godsdienst en beschaving met wortel en tak uit te roeien en in de zielen van de mensen, vooral van de jeugd, zelfs de herinnering eraan uit te wissen. Bisschoppen en priesters zijn verbannen, veroordeeld tot dwangarbeid, doodgeschoten of op onmenselijke wijze vermoord. Leken werden, reeds op verdenking dat zij de godsdienst beschermd hadden, mishandeld, achtervolgd, voor het gerecht en in de gevangenis gesleept.
Intussen aanschouwen Wij de droeve gevolgen van deze krachtige propaganda. Overal immers, waar het communisme vaste voet heeft kunnen krijgen en zijn heerschappij uitoefenen - en hier denken Wij met bijzondere vaderlijke liefde aan de bevolking van Rusland en Mexico - daar hebben zij ook, gelijk zij zelf openlijk verkondigen, op alle wijze ernaar gestreefd de grondslagen van de christelijke godsdienst en beschaving met wortel en tak uit te roeien en in de zielen van de mensen, vooral van de jeugd, zelfs de herinnering eraan uit te wissen. Bisschoppen en priesters zijn verbannen, veroordeeld tot dwangarbeid, doodgeschoten of op onmenselijke wijze vermoord. Leken werden, reeds op verdenking dat zij de godsdienst beschermd hadden, mishandeld, achtervolgd, voor het gerecht en in de gevangenis gesleept.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Wandaden van het communisme in Spanje.
Ook in landen, waar - zoals dat in het Ons zo dierbare Spanje het geval is - de afgrijselijke plaag van het communisme nog niet alle rampzalige gevolgen van zijn dwaalleer heeft kunnen verwekken, heeft het helaas! een waanzinnige woede ontketend en zich aan de noodlottigste misdaden schuldig gemaakt. Niet een of andere kerk is verwoest, niet een of ander klooster in puin geschoten, maar overal, waar de gelegenheid zich bood, zijn alle kerken, kloosters, ja zelfs elk spoor van de christelijke godsdienst, al was het een monument van kunst en beschaving, volslagen vernield.
En niet alleen. heeft de waanzinnige razernij van de communisten bisschoppen en priesters, mannelijke en vrouwelijke kloosterlingen ten getale van vele duizenden vermoord, terwijl zij hun vervolgingen in het bijzonder richtten tegen degenen, die hun zorgen wijdden aan de arbeiders en behoeftigen; maar ook zijn verscheidene leken uit elke stand van het leven beroofd en worden nog steeds bij ganse scharen gedood enkel daarom, omdat zij het christelijk geloof belijden of althans de godloze leer van het communisme verafschuwen. En deze huiveringwekkende slachting wordt aangericht met zulk een haat en weerzinwekkend ruwe barbaarsheid, dat men het in onze tijd geheel ongelooflijk zou achten. Geen verstandig denkend mens - hij moge ambteloos burger of verantwoordelijk staatsman zijn - die niet door bange huivering wordt aangegrepen bij de gedachte, dat wat nu in Spanje gebeurt, in de toekomst ook bij de andere beschaafde volkeren zou kunnen plaats vinden.
Ook in landen, waar - zoals dat in het Ons zo dierbare Spanje het geval is - de afgrijselijke plaag van het communisme nog niet alle rampzalige gevolgen van zijn dwaalleer heeft kunnen verwekken, heeft het helaas! een waanzinnige woede ontketend en zich aan de noodlottigste misdaden schuldig gemaakt. Niet een of andere kerk is verwoest, niet een of ander klooster in puin geschoten, maar overal, waar de gelegenheid zich bood, zijn alle kerken, kloosters, ja zelfs elk spoor van de christelijke godsdienst, al was het een monument van kunst en beschaving, volslagen vernield.
En niet alleen. heeft de waanzinnige razernij van de communisten bisschoppen en priesters, mannelijke en vrouwelijke kloosterlingen ten getale van vele duizenden vermoord, terwijl zij hun vervolgingen in het bijzonder richtten tegen degenen, die hun zorgen wijdden aan de arbeiders en behoeftigen; maar ook zijn verscheidene leken uit elke stand van het leven beroofd en worden nog steeds bij ganse scharen gedood enkel daarom, omdat zij het christelijk geloof belijden of althans de godloze leer van het communisme verafschuwen. En deze huiveringwekkende slachting wordt aangericht met zulk een haat en weerzinwekkend ruwe barbaarsheid, dat men het in onze tijd geheel ongelooflijk zou achten. Geen verstandig denkend mens - hij moge ambteloos burger of verantwoordelijk staatsman zijn - die niet door bange huivering wordt aangegrepen bij de gedachte, dat wat nu in Spanje gebeurt, in de toekomst ook bij de andere beschaafde volkeren zou kunnen plaats vinden.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Natuurlijke gevolgen van het systeem.
Ook kan men niet in ernst beweren, dat dit soort gruwelen samengaat met elke geweldige omwenteling, als op zichzelf staande uitbarstingen van verbittering, die in elke oorlog voorkomen; neen, volstrekt niet, maar het zijn veeleer de natuurlijke vruchten van dit stelsel, welks organisme door hoegenaamd geen teugel wordt in toom gehouden. Een teugel toch is noodzakelijk, zowel voor het individu als voor de gemeenschap en zelfs barbaarse volken gevoelden de band van de natuurwet, door Gods toedoen in de zielen van de stervelingen gegrift. En waar allen trouw deze wet onderhielden, zag men in het verleden volkeren tot zulk een grootheid geraken, dat zij de beoefenaars van de geschiedenis, zij het dan de oppervlakkige, met een overdreven bewondering vervult. Wanneer men echter zelfs het Godsbegrip uit de geesten van de mensen wegrukt, dan vervallen zij noodzakelijkerwijze tot ruwe onbeschaafdheid en woestheid.
Ook kan men niet in ernst beweren, dat dit soort gruwelen samengaat met elke geweldige omwenteling, als op zichzelf staande uitbarstingen van verbittering, die in elke oorlog voorkomen; neen, volstrekt niet, maar het zijn veeleer de natuurlijke vruchten van dit stelsel, welks organisme door hoegenaamd geen teugel wordt in toom gehouden. Een teugel toch is noodzakelijk, zowel voor het individu als voor de gemeenschap en zelfs barbaarse volken gevoelden de band van de natuurwet, door Gods toedoen in de zielen van de stervelingen gegrift. En waar allen trouw deze wet onderhielden, zag men in het verleden volkeren tot zulk een grootheid geraken, dat zij de beoefenaars van de geschiedenis, zij het dan de oppervlakkige, met een overdreven bewondering vervult. Wanneer men echter zelfs het Godsbegrip uit de geesten van de mensen wegrukt, dan vervallen zij noodzakelijkerwijze tot ruwe onbeschaafdheid en woestheid.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Strijd tegen al het Goddelijke.
En dit juist aanschouwen Wij heden ten dage met diepe smart: voor het eerst immers sinds mensenheugenis zien wij een strijd, zorgvuldig en met goed overleg voorbereid tegen alles wat God heet. vgl. 2 Tess. 2, 4 vgl. 2 Tess. 2, 4 Immers de leer van het communisme is uiteraard in strijd met elke godsdienst en beschouwt deze daarom "als een bedwelmend opium voor het proletariaat", omdat haar instellingen en lessen een eeuwig leven na dit sterfelijk leven verkondigen en dus de mensen afleiden van het streven naar die toekomstige geluksstaat, die zij op aarde moeten trachten te verwerkelijken.
En dit juist aanschouwen Wij heden ten dage met diepe smart: voor het eerst immers sinds mensenheugenis zien wij een strijd, zorgvuldig en met goed overleg voorbereid tegen alles wat God heet. vgl. 2 Tess. 2, 4 vgl. 2 Tess. 2, 4 Immers de leer van het communisme is uiteraard in strijd met elke godsdienst en beschouwt deze daarom "als een bedwelmend opium voor het proletariaat", omdat haar instellingen en lessen een eeuwig leven na dit sterfelijk leven verkondigen en dus de mensen afleiden van het streven naar die toekomstige geluksstaat, die zij op aarde moeten trachten te verwerkelijken.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Het terrorisme.
Evenwel, niet ongestraft wordt de natuurwet en haar maker "God" geminacht. Hieruit volgt dan ook, dat het communisme, gelijk het met al zijn krachtsinspanning zelfs op economisch gebied zijn doel niet heeft kunnen verwezenlijken, dit evenmin in de toekomst ooit zal kunnen doen. Zeker, Wij ontkennen niet, dat deze krachtsinspanning niet weinig ertoe heeft bijgedragen, om in Rusland de mensen en hun gewoonten wakker te schudden uit de langdurige ingewortelde loomheid en dat het bolsjewisme met alle macht zich inspannend en door iedere methode, al was ze onjuist, het stoffelijk levenspeil een weinig wist omhoog te werken. Maar het is voor Ons een uitgemaakte zaak op grond van onverdachte getuigenissen, ook uit de allerlaatste tijd, dat zelfs op dit punt de vele plechtige beloften metterdaad niet zijn ingelost. Hierbij komt, dat die wrede en terroristische overheersing een slavenjuk heeft gelegd op ontelbare burgers. Men moet toch waarlijk niet vergeten, dat ook bij het regeren de vervulling van het op zich genomen ambt met plichtsbesef zich moet richten naar een zedenleer; hetgeen ongetwijfeld onbestaanbaar is in het communisme, gebaseerd als het is op de valse beginselen van het materialisme. Daarom blijft er niets anders over dan het angstwekkend schrikbewind, zoals in Rusland te zien is, waarin de vroegere deelgenoten in samenzwering en strijd elkaar onderling vermoorden, terwijl het toch niet in staat is de ontbinding van het maatschappelijk organisme te verhinderen, laat staan het verval van de zeden tegen te houden.
Evenwel, niet ongestraft wordt de natuurwet en haar maker "God" geminacht. Hieruit volgt dan ook, dat het communisme, gelijk het met al zijn krachtsinspanning zelfs op economisch gebied zijn doel niet heeft kunnen verwezenlijken, dit evenmin in de toekomst ooit zal kunnen doen. Zeker, Wij ontkennen niet, dat deze krachtsinspanning niet weinig ertoe heeft bijgedragen, om in Rusland de mensen en hun gewoonten wakker te schudden uit de langdurige ingewortelde loomheid en dat het bolsjewisme met alle macht zich inspannend en door iedere methode, al was ze onjuist, het stoffelijk levenspeil een weinig wist omhoog te werken. Maar het is voor Ons een uitgemaakte zaak op grond van onverdachte getuigenissen, ook uit de allerlaatste tijd, dat zelfs op dit punt de vele plechtige beloften metterdaad niet zijn ingelost. Hierbij komt, dat die wrede en terroristische overheersing een slavenjuk heeft gelegd op ontelbare burgers. Men moet toch waarlijk niet vergeten, dat ook bij het regeren de vervulling van het op zich genomen ambt met plichtsbesef zich moet richten naar een zedenleer; hetgeen ongetwijfeld onbestaanbaar is in het communisme, gebaseerd als het is op de valse beginselen van het materialisme. Daarom blijft er niets anders over dan het angstwekkend schrikbewind, zoals in Rusland te zien is, waarin de vroegere deelgenoten in samenzwering en strijd elkaar onderling vermoorden, terwijl het toch niet in staat is de ontbinding van het maatschappelijk organisme te verhinderen, laat staan het verval van de zeden tegen te houden.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Toch is het Onze bedoeling niet de volkeren van de Sovjet-Unie in het algemeen te veroordelen, integendeel, Wij koesteren voor hen veeleer een warme, vaderlijke genegenheid. Wij weten immers, dat niet weinigen van hen zuchten onder de harde en despotische overheersing van mensen, die voor het grootste deel vreemd staan tegenover de ware belangen van dit volk en dat zeer vele anderen door bedrieglijke beloften misleid zijn geworden. Wij veroordelen veeleer het ingevoerde stelsel en de grondleggers en voorstanders ervan, die in dat volk een zeer geschikte bodem hebben gevonden, om daarin het reeds lang gereed liggende zaad van hun leer uit te strooien en vandaar uit over alle werelddelen te verspreiden.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 3 De klare leer van de Kerk
25
Nadat Wij de dwalingen van het atheïstisch bolsjewisme en zijn bedrieglijk en gewelddadig optreden in het licht hebben gesteld, moeten Wij thans, Eerbiedwaardige Broeders, het ware begrip van de "Civitas humana", de menselijke samenleving, in een kort betoog daartegenover plaatsen, welk begrip, zoals Gij zeer goed weet, zodanig is, als de menselijke rede en de goddelijke openbaring ons door de Kerk, de Leermeesteres van de volkeren, leert.
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 Het hoogste wezen: God
26
En allereerst moet dan hierop de aandacht gevestigd worden, dat boven alle andere wezens het enige, soevereine Opperwezen staat, te weten God, de Almachtige Schepper van het heelal en tevens de wijze en rechtvaardige Rechter van alle mensen. Het bestaan van dit hoogste wezen, dat God is, is de absolute veroordeling van de onbeschaamde en leugenachtige frasen van het communisme. En voorwaar, niet omdat de mensen in Hem geloven, bestaat God; maar omdat Hij werkelijk bestaat, daarom geloven in Hem en bidden tot Hem allen, die niet hardnekkig hun ogen sluiten voor het licht van de waarheid.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Wat is de mens en het huisgezin volgens de rede en het geloof
27
En wat aangaande de mens het katholiek geloof en onze rede leert, hebben Wij in voornaamste hoofdpunten uiteengezet in de Encycliek over de christelijke opvoeding van de jeugd Divini illius Magistri [[644]]. De mens immers bezit een geestelijke en onsterfelijke ziel; en gelijk hij een persoonlijk wezen is, door de machtigen Schepper met geheel buitengewone gaven naar ziel en lichaam verrijkt, zo kan hij daarom ook inderdaad, volgens de leer van de oude schrijvers, een "microkosmos" genoemd worden, omdat hij verreweg overtreft en uitsteekt boven de onmetelijke wereld van het onbezielde. Niet alleen in dit sterfelijk, maar ook in het eeuwig leven is God alleen zijn laatste doel; en daar hij door de heiligmakende genade verheven is tot de waardigheid van kind Gods, wordt hij door het mystieke Lichaam van Jezus Christus opgenomen in het Rijk Gods. Als gevolg hiervan heeft God hem menigvuldige en veelsoortige voorrechten toebedeeld; onder andere het recht op het leven en instandhouding van zijn lichaam, het recht verder, zowel om zich het noodzakelijke te verschaffen als om op behoorlijke wijze te streven naar het laatste doel, hem door God gesteld, het recht ten slotte van vereniging, van privaateigendom en het gebruik ervan.
Referenties naar alinea 27: 1
Pacem in Terris ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Bovendien, gelijk het huwelijk, zo is ook het natuurlijk gebruik ervan van goddelijke instelling; ook de inrichting en voornaamste verplichtingen van de huiselijke samenleving komen niet voort uit menselijk goeddunken, noch uit economische factoren, maar van de machtigen Schepper zelf. Dit hebben Wij in de Encycliek over de heiligheid van het kuise huwelijk Casti Connubii [526] en ook in de zo juist genoemde Encycliek over de Christelijke opvoeding heel uitvoerig uiteengezet.
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 Wezen van de maatschappij
29
Wederzijdse rechten en plichten van de mens en de maatschappij.
Maar God heeft de mens eveneens geroepen en bestemd om te leven in de burgerlijke maatschappij, een eis voorzeker van zijn eigen natuur. De maatschappij immers is volgens de bedoeling van de Goddelijke Schepper het natuurlijk hulpmiddel, dat iedere mens kan en moet te baat nemen om het hem gestelde einddoel te bereiken, aangezien de staat er is voor de mens, niet de mens voor de staat. Dit moet echter niet opgevat worden in de zin van de individualistische leer van het liberalisme, dat de gemeenschap dienstbaar wil maken, zonder beperking, aan de belangen van het individu, maar veeleer in deze zin, dat allen, door het organisch verbonden-zijn met de gemeenschap, door onderlinge samenwerking het aards geluk in de ware zin des woords kunnen bereiken en dat door de menselijke samenleving die eigenschappen, de mens als individu en als sociaal wezen van nature aangeboren, tot bloei en wasdom komen, welke gaven hoger staan dan voorbijgaande en particuliere voordelen en in de burgerlijke samenleving de volmaaktheid Gods doen uitschijnen: iets wat bij de op zichzelf staande mens geenszins plaats kan vinden. Dit is de mens ook daartoe tot nut, dat hij deze afstraling van de goddelijke volmaaktheid erkenne en in lofprijzing en aanbidding aan de Schepper toeschrijve. Immers slechts de mens, niet echter de menselijke gemeenschap, is begaafd met rede en zedelijk-vrije wil.
Maar God heeft de mens eveneens geroepen en bestemd om te leven in de burgerlijke maatschappij, een eis voorzeker van zijn eigen natuur. De maatschappij immers is volgens de bedoeling van de Goddelijke Schepper het natuurlijk hulpmiddel, dat iedere mens kan en moet te baat nemen om het hem gestelde einddoel te bereiken, aangezien de staat er is voor de mens, niet de mens voor de staat. Dit moet echter niet opgevat worden in de zin van de individualistische leer van het liberalisme, dat de gemeenschap dienstbaar wil maken, zonder beperking, aan de belangen van het individu, maar veeleer in deze zin, dat allen, door het organisch verbonden-zijn met de gemeenschap, door onderlinge samenwerking het aards geluk in de ware zin des woords kunnen bereiken en dat door de menselijke samenleving die eigenschappen, de mens als individu en als sociaal wezen van nature aangeboren, tot bloei en wasdom komen, welke gaven hoger staan dan voorbijgaande en particuliere voordelen en in de burgerlijke samenleving de volmaaktheid Gods doen uitschijnen: iets wat bij de op zichzelf staande mens geenszins plaats kan vinden. Dit is de mens ook daartoe tot nut, dat hij deze afstraling van de goddelijke volmaaktheid erkenne en in lofprijzing en aanbidding aan de Schepper toeschrijve. Immers slechts de mens, niet echter de menselijke gemeenschap, is begaafd met rede en zedelijk-vrije wil.
Referenties naar alinea 29: 1
Pacem in Terris ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Gelijk nu de mens de verplichtingen niet kan afwijzen, waardoor hij volgens Gods wil tegenover de burgerlijke maatschappij gebonden is, en dus het staatsbestuur het recht heeft om hem, voor het geval hij hieraan onrechtmatig weigert te gehoorzamen, tot de vervulling van zijn plicht te dwingen, zoo ook kan de maatschappij de mens niet beroven van de hem door de Schepper geschonken rechten, waarvan Wij de voornaamste boven kort aangegeven hebben, noch hem de uitoefening daarvan naar willekeur onmogelijk maken. Het is daarom een eis van de menselijke rede en daarmee in overeenstemming, dat alle aardse dingen strekken tot gebruik en nut van de mens en zo door de mens aan de Schepper teruggebracht worden. Hierop voorzeker is het woord van toepassing, dat de Apostel van de volkeren over het zorgen voor de zaligheid aan de Korintiërs schrijft: "Alles is het uwe, maar gij behoort aan Christus en Christus aan God" (1 Kor. 3, 22.23). Terwijl dus de leer van het communisme de menselijke persoon zo zeer verkleint, dat zij de verhoudingen van de mens tot de gemeenschap totaal omdraait, wordt hij integendeel door de menselijke rede en de Goddelijke Openbaring tot zulk een hoogte verheven.
Referenties naar alinea 30: 1
Mystici Corporis Christi ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De economisch-sociale orde.
Onze Voorganger, Leo XIII gelukzaliger gedachtenis, heeft in zijn Encycliek aangaande de economische en sociale verhoudingen en het arbeidersvraagstuk Rerum Novarum [651] doeltreffende richtlijnen opgesteld, welke Wij eveneens in een Encycliek Quadragesimo Anno [652] over het herstel van de maatschappelijke orde in christelijke geest aan de toestanden en noden van onze tijd hebben aangepast. In deze Encycliek hebben Wij de eeuwenoude leer van de Kerk over het bijzonder karakter van de privaateigendom, zowel individueel als sociaal, nogmaals duidelijk en met klem uiteengezet. Klaar en nauwkeurig hebben Wij de rechten en waardigheid van de menselijke arbeid aangegeven, alsmede de betrekkingen van wederzijdse hulp en steun tussen hen, die het kapitaal verschaffen en hen, die arbeid presteren ; tenslotte hebben Wij gesproken over het loon, dat de arbeider volgens strikte rechtvaardigheid verschuldigd is voor de behoeften van hemzelf en zijn gezin.
Onze Voorganger, Leo XIII gelukzaliger gedachtenis, heeft in zijn Encycliek aangaande de economische en sociale verhoudingen en het arbeidersvraagstuk Rerum Novarum [651] doeltreffende richtlijnen opgesteld, welke Wij eveneens in een Encycliek Quadragesimo Anno [652] over het herstel van de maatschappelijke orde in christelijke geest aan de toestanden en noden van onze tijd hebben aangepast. In deze Encycliek hebben Wij de eeuwenoude leer van de Kerk over het bijzonder karakter van de privaateigendom, zowel individueel als sociaal, nogmaals duidelijk en met klem uiteengezet. Klaar en nauwkeurig hebben Wij de rechten en waardigheid van de menselijke arbeid aangegeven, alsmede de betrekkingen van wederzijdse hulp en steun tussen hen, die het kapitaal verschaffen en hen, die arbeid presteren ; tenslotte hebben Wij gesproken over het loon, dat de arbeider volgens strikte rechtvaardigheid verschuldigd is voor de behoeften van hemzelf en zijn gezin.
Referenties naar alinea 31: 2
Gaudium et Spes ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
En bovendien hebben Wij duidelijk aan het licht gesteld, dat dan slechts de maatschappij kan behoed blijven voor dat allerdroevigst verval, waarnaar zij gedreven wordt door de leer van het geen moraal kennende liberalisme, wanneer de economische en sociale verhoudingen doordrongen en doortrokken worden van de voorschriften van de sociale rechtvaardigheid en christelijke naastenliefde, waarbij de terroristische klassenstrijd en het despotisch misbruik van het staatsgezag volslagen machteloos staan. Wij hebben er ook op gewezen, dat de ware welvaart van een volk moet bereikt worden door een gezonde organische opbouw, waarin de verschillende trappen van de sociale hiërarchie worden erkend en geëerbiedigd; en dat eveneens alle corporaties onder elkaar verbonden moeten zijn en vriendschappelijk samenwerken, om aldus het algemeen welzijn van de staat te kunnen nastreven. Daarom bestond - zo leerden Wij verder - de natuurlijke en eigenlijke taak van het staatsgezag hierin, deze harmonische samenwerking van alle burgers onderling naar beste krachten te bevorderen.
Referenties naar alinea 32: 2
Gaudium et Spes ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Gaudium et Spes ->=geentekst=
Sociale hiërarchie en prerogatieven van de Staat.
Juist ter bereiking van deze harmonische orde door aller samenwerking eist de katholieke leer voor de regeringen al het nodige aanzien en gezag op, om de goddelijke en menselijke rechten, waarop de H.Schrift en de kerkvaders zo krachtig aandringen, met waakzame en voorzichtige zorg te verdedigen. Hier moeten Wij de aandacht vestigen op het jammerlijk dwalen van hen, die in dwaasheid beweren, dat in de staat alle burgers dezelfde rechten hebben en dat er geen wettige hiërarchie bestaat. Wij mogen volstaan met de bovenvermelde Encycliek van onzen Voorganger Leo XIII z.g. aan te halen en vooral de Encycliek over het staatsgezag vgl: Diuturnum illud [[[821]]] en die over de christelijke inrichting van de staten vgl: Immortale Dei [[[739]]]. In deze Encyclieken kunnen toch zeker de Katholieken duidelijk voor ogen zien de leer van de rede en het geloof, die hen tegen de bedrieglijke en gevaarlijke denkbeelden van het communisme zal kunnen vrijwaren. Dat de mens beroofd wordt van de hem eigen rechten en alzo in een toestand van slavernij gebracht wordt, dat de eigenlijke en laatste oorsprong van de staat en het staatsgezag ontkend wordt, dat de openbare macht op de afschuwelijkste wijze de hand leent tot collectief terrorisme; dit alles, zeggen Wij, is ten zeerste in strijd met de natuurlijke zedenleer en de wil van de Goddelijke Schepper. Gelijk de mens, zo vindt ook de gemeenschap zijn oorsprong in God en zij zijn door Hem in wederzijdse verhouding op elkander ingesteld. Noch de mens derhalve, noch de maatschappij kan die verplichtingen van de hand wijzen, waardoor zij tegenover elkaar gebonden zijn; evenmin de rechten van de ander verwerpen of verkleinen. God zelf toch heeft die wederzijdse betrekkingen tussen mens en gemeenschap in de voornaamste punten opgesteld en geordend. De onbeschaamde aanmatiging derhalve van het communisme, om voor de goddelijke wet, gebaseerd op de beginselen van waarheid en liefde, een politiek partij program . in de plaats te stellen, dat een product is van menselijke willekeur en een bron van vijandschap, staat zonder twijfel gelijk met een volkomen ongepast en wederrechtelijk misbruik van macht.
Juist ter bereiking van deze harmonische orde door aller samenwerking eist de katholieke leer voor de regeringen al het nodige aanzien en gezag op, om de goddelijke en menselijke rechten, waarop de H.Schrift en de kerkvaders zo krachtig aandringen, met waakzame en voorzichtige zorg te verdedigen. Hier moeten Wij de aandacht vestigen op het jammerlijk dwalen van hen, die in dwaasheid beweren, dat in de staat alle burgers dezelfde rechten hebben en dat er geen wettige hiërarchie bestaat. Wij mogen volstaan met de bovenvermelde Encycliek van onzen Voorganger Leo XIII z.g. aan te halen en vooral de Encycliek over het staatsgezag vgl: Diuturnum illud [[[821]]] en die over de christelijke inrichting van de staten vgl: Immortale Dei [[[739]]]. In deze Encyclieken kunnen toch zeker de Katholieken duidelijk voor ogen zien de leer van de rede en het geloof, die hen tegen de bedrieglijke en gevaarlijke denkbeelden van het communisme zal kunnen vrijwaren. Dat de mens beroofd wordt van de hem eigen rechten en alzo in een toestand van slavernij gebracht wordt, dat de eigenlijke en laatste oorsprong van de staat en het staatsgezag ontkend wordt, dat de openbare macht op de afschuwelijkste wijze de hand leent tot collectief terrorisme; dit alles, zeggen Wij, is ten zeerste in strijd met de natuurlijke zedenleer en de wil van de Goddelijke Schepper. Gelijk de mens, zo vindt ook de gemeenschap zijn oorsprong in God en zij zijn door Hem in wederzijdse verhouding op elkander ingesteld. Noch de mens derhalve, noch de maatschappij kan die verplichtingen van de hand wijzen, waardoor zij tegenover elkaar gebonden zijn; evenmin de rechten van de ander verwerpen of verkleinen. God zelf toch heeft die wederzijdse betrekkingen tussen mens en gemeenschap in de voornaamste punten opgesteld en geordend. De onbeschaamde aanmatiging derhalve van het communisme, om voor de goddelijke wet, gebaseerd op de beginselen van waarheid en liefde, een politiek partij program . in de plaats te stellen, dat een product is van menselijke willekeur en een bron van vijandschap, staat zonder twijfel gelijk met een volkomen ongepast en wederrechtelijk misbruik van macht.
Referenties naar alinea 33: 2
Pacem in Terris ->=geentekst=Gaudium et Spes ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 Schoonheid van de leer van de Kerk
34
De Katholiek in het openbare leven van deze tijd ->=geentekst=
De Katholieke Kerk heeft bij het voorhouden van deze verheven leer voorzeker geen ander doel, dan om de blijde boodschap, die de engelen boven de grot van Bethlehem uitzongen: glorie aan God en vrede aan de mensen (Lc. 2, 14), tot werkelijkheid te maken en om de ware vrede en het ware geluk, in een mate als bij het streven naar de eeuwige zaligheid in dit sterfelijk leven bereikbaar is, tot stand te brengen, maar wel te verstaan voor de mensen van goede wil. Deze leer wijkt even ver af van de verderfelijke en valse theorieën als van de praktijk van politieke stelsels in hun niets ontziende experimenten, methoden en strevingen. Immers zij houdt steeds vast aan het juiste evenwicht van waarheid en rechtvaardigheid, verdedigt het in de theorie en bevordert het krachtig in de praktijk. Dit bereikt de Kerk door de wederzijdse plichten en rechten met elkaar te verzoenen en in overeenstemming te brengen: het gezag met de vrijheid, de waardigheid van het individu met die van de staat, verder de menselijke persoonlijkheid van de onderdaan en de aan de overheid verschuldigde gehoorzaamheid met de taak van hen, die Gods macht vertegenwoordigen; verder de geordende liefde jegens zichzelf, gezin en vaderland met die liefde jegens de andere gezinnen en volkeren, welke berust op de liefde tot God, aller Vader, uit Wien alles voortkomt en tot Wien allen als tot hun einddoel moeten streven. Diezelfde leer maakt de gerechtvaardigde zorg voor het tijdelijke niet los van de zorgzame bemoeienis voor de eeuwige goederen. En indien zij al de vergankelijke goederen ondergeschikt maakt aan de onvergankelijke, volgens de uitspraak van haar Goddelijke Meester zelf: "Zoekt eerst het Rijk Gods en zijn gerechtigheid en dit alles zal u worden geschonken als toegift" (Mt. 6, 33), dan is zij er toch ver van verwijderd, om het tijdelijke te verwaarlozen en de vooruitgang van de beschaving en de tijdelijke welvaart in de weg te staan. Integendeel op de juiste wijze en dus met de grootst mogelijke doeltreffendheid begunstigt en bevordert zij deze. Ofschoon immers de Kerk op het gebied van de economische of sociale activiteit nooit een bepaald technisch systeem heeft voorgestaan, hetgeen ook haar taak niet is, heeft zij toch de voornaamste richtlijnen en voorschriften aangegeven, die weliswaar volgens de verschillende omstandigheden van tijd, plaats en volk verschillend kunnen toegepast worden, maar die toch een veilige weg wijzen, waarlangs de staat een hogere beschaving en een grotere welvaart kan bereiken.
Referenties naar alinea 34: 2
Gaudium et Spes ->=geentekst=De Katholiek in het openbare leven van deze tijd ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
De hoge wijsheid en deugdelijkheid van deze leer wordt erkend door allen, die haar inderdaad goed kennen. En met volle recht hebben vooraanstaande staatslieden verzekerd, dat zij bij het bestuderen van de verschillende economische stelsels niets hebben kunnen vinden, dat wijzer is dan de beginselen, uiteengezet in de Encyclieken Rerum Novarum [651] en Quadragesimo Anno [652]. En ook in niet-katholieke, ja zelfs in niet-christelijke landen erkennen niet weinigen, van hoe groot nut de sociale leerstellingen van de Kerk zijn voor de maatschappij. Zo heeft nauwelijks een maand geleden een niet-christelijk staatsman van grote naam uit het verre Oosten zonder aarzelen verklaard, dat de Kerk door haar leer over de vrede en de broederschap ten zeerste bijdraagt tot de bevestiging en instandhouding van de zo moeilijk te bereiken vrede onder de volkeren. En Wij weten zelfs uit betrouwbare berichten, die van alle zijden hier naar het middelpunt van de Katholieken toevloeien, dat de communisten zelf, als zij tenminste nog niet heel en al verdorven zijn, bij kennismaking met de sociale leer van de Kerk erkennen, dat deze heel ver uitsteekt boven de leerstellingen van hun eigen leraren en leiders. Slechts zij, die door hartstocht en haat verblind zijn, sluiten hun ogen voor het licht van de waarheid en bestrijden deze zonder ophouden.
Referenties naar alinea 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 Heeft de Kerk niet volgens deze leer gehandeld?
36
Maar al erkennen de vijanden van de Kerk dan al, dat de door Deze aangegeven richtlijnen uitmunten door wijsheid, zij verwijten haar evenwel, als zou zij haar activiteit niet naar de gegeven leer ingericht hebben en daarom zoeken zij andere wegen en methoden. De gehele geschiedenis echter van het Christendom toont de valsheid en onrechtvaardigheid van deze beschuldiging duidelijk aan. Immers, om althans een bijzondere gebeurtenis even aan te stippen, de ware broederschap tussen alle mensen van elke afkomst en stand, zo hecht en zo volmaakt als vroeger tijden nooit aanschouwd hadden, werd het eerst door de herauten van het Evangelie verkondigd. Ongetwijfeld heeft dit machtig veel bijgedragen om de slavernij af te schaffen, niet door middel van bloedige opstanden, maar door de innerlijke kracht van deze leer, die de adellijke Romeinse vrouw haar slavin deed omhelzen als was het haar zuster. Eveneens heeft het Christendom - dat ons leert de Zoon Gods te aanbidden, mens geworden uit liefde tot de mensen, tevens de zoon van een werkman en zelf werkman vgl. Mt. 13, 55; Mc. 6, 3 vgl. Mt. 13, 55; Mc. 6, 3 - de menselijke arbeid tot waarachtig aanzien gebracht. De menselijke arbeid, die toentertijd zózeer geminacht werd, dat zelfs een overigens bedachtzaam en humaan man als M. Tullius Cicero, weergevende de opvatting van zijn dagen, niet geschroomd heeft deze woorden neer te schrijven, waarover voorzeker elke socioloog van onze tijd zich zou schamen: "Alle handwerkslieden beoefenen een laag bedrijf; er kan zich immers niets edels bevinden in een werkplaats" M. Tullius Cicero, De.. M. Tullius Cicero, De officiis, I, 42
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Op deze beginselen steunend heeft de Kerk de maatschappij vernieuwd; door haar stuwende kracht ontstonden immers de zo wonderbare instellingen van liefdadigheid en de machtige corporaties van alle ambachten, die in de vorige eeuw wel als middeleeuwse uitvindingen veracht werden door de aanhangers van het liberalisme, maar die toch de bewondering van onze tijd afdwingen en bij talrijke volkeren door velerlei proefnemingen weer opleven. En ofschoon anderen met alle kracht de heilzame werkzaamheid van de Kerk poogden te belemmeren en haar invloed te stuiten, hield de Kerk tot op heden niet op hen op hun dwalingen te wijzen. Het zij voldoende zich te herinneren, hoe vastberaden en standvastig Onze Voorganger Leo XIII z. g., voor de arbeiders het recht van vereniging opeiste, welk recht de liberalen, toen zij in de grote staten de overhand kregen, hun poogden te ontrukken. En deze invloed van de leer van de Kerk is nog op de dag van heden groter voorwaar dan menigeen wel zou denken; de ideeën immers beheersen de gebeurtenissen, al is het dan niet voor ieder even gemakkelijk dit te bepalen en af te meten.
Referenties naar alinea 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Naar waarheid kan men beweren, dat de Kerk, evenals haar Goddelijke Stichter "al weldoende" haar levensweg voortzet. Noch de dwalingen van het socialisme, noch die van het communisme zouden overal voortwoekeren, indien de regeerders van de volkeren de leerstellingen en moederlijke vermaningen van de Kerk niet versmaad hadden. Als trouwe aanhangers echter van de beginselen en de leer van het liberalisme en laïcisme hebben zij volgens die valse leerstellingen een zodanige bouwen inrichting van het openbare leven geschapen, dat zij weliswaar op het eerste gezicht meenden heel wat groots tot stand te hebben gebracht, maar daarna toch geheel hun stelsel allengs zagen ineenstorten, zoals noodzakelijkerwijze elk gebouw, dat niet rust op de hoeksteen die Christus is, jammerlijk moet invallen.
Referenties naar alinea 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 4 Middelen tot afweer en genezing
39
Dit is, Eerbiedwaardige Broeders, de leer van de Kerk, die alleen, gelijk in alle overige zaken, zoo ook op maatschappelijk gebied, het ware licht kan brengen en ons vrijwaren voor de communistische ideologie. Maar daarvoor is allereerst nodig, dat deze leer in de praktijk van het leven wordt toegepast volgens deze vermaning van de H. Apostel Jacobus: "Weest werkers van het woord en niet hoorders alleen, anders bedriegt ge uzelf" (Jac. 1, 22). In onze dagen is het daarom een eerste noodzakelijkheid, dat met inspanning van alle krachten de geschikte middelen aangewend worden, om de dreigende ontbinding van de maatschappij op de meest doeltreffende wijze tegen te houden. En Wij hebben goede hoop, dat die geestdrift, waarmee de kinderen van de duisternis dag en nacht in de weer zijn, om de dwalingen van hun atheïstisch materialisme te verbreiden, voor de kinderen des lichts een prikkel zal zijn tot een even grote, ja veel vuriger ijver, waar het gaat om de eer van God.
Referenties naar alinea 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Wat moeten wij dan doen, welke middelen gebruiken, om Christus en de christelijke beschaving te beschermen tegen dezen verderfelijke vijand. Als een vader in de huiselijke kring met zijn kinderen, zo verlangen Wij in intieme vertrouwelijkheid met u te spreken en de plichten voor ogen te houden, die de grote crisis onzer dagen aan alle kinderen van de Kerk oplegt, terwijl Wij deze vaderlijke vermaningen ook zouden willen richten tot hen, die het Vaderhuis verlaten hebben.
Referenties naar alinea 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 Vernieuwing van het Christelijk leven
41
Het fundamentele geneesmiddel.
Zoals in elke stormachtige periode van de Kerk, zo ligt ook nu het eerste en voornaamste geneesmiddel in een oprechte vernieuwing van het particuliere en openbare leven naar de beginselen van het Evangelie bij hen allen, die er zich op beroemen tot de schaapstal van Christus te behoren, zodat zij inderdaad worden het zout van de aarde, dat de maatschappij tegen zedenbederf vrijwaart.
Zoals in elke stormachtige periode van de Kerk, zo ligt ook nu het eerste en voornaamste geneesmiddel in een oprechte vernieuwing van het particuliere en openbare leven naar de beginselen van het Evangelie bij hen allen, die er zich op beroemen tot de schaapstal van Christus te behoren, zodat zij inderdaad worden het zout van de aarde, dat de maatschappij tegen zedenbederf vrijwaart.
Referenties naar alinea 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Wij betuigen dan ook onze innige en blijvende dankbaarheid jegens de Vader des Lichts, van Wien voortkomt "niets dan goede gift en volmaakte gave" (Jak. 1, 17) [b:Jak. 1, 17], dat Wij tot onze grote troost overal de verblijdende tekenen van deze geestelijke vernieuwing aanschouwen, niet alleen bij die uitgelezen schare van mannen en vrouwen, die in de laatste tijd de hoogste trap van heiligheid bereikt hebben en bij het dagelijks groeiend aantal van hen, die edelmoedig dit heerlijk doel nastreven, maar ook in de opbloei van een oprechte, diep doorleefde godsdienstzin in alle zelfs de meest ontwikkelde kringen, zoals Wij hebben opgemerkt in het Motu proprio " In multis solaciis [2426]" van 28 oktober 1936 bij de reorganisatie van de Pauselijke Academie van Wetenschappen.
Referenties naar alinea 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Toch moeten Wij erkennen, dat er nog veel moet gedaan worden, om die geestelijke vernieuwing te bespoedigen. Immers zelfs in Katholieke streken zijn er al te velen, die zo goed als alleen in naam Katholiek zijn, al te velen, die weliswaar de allernoodzakelijkste plichten van de door hen met trots beleden godsdienst min of meer getrouw vervuilen, maar die zich niet beijveren de godsdienst steeds dieper te leren kennen en geen pogingen aanwenden om een innige en echte geloofsovertuiging te verkrijgen, met het gevolg, dat bij hen aan de uiterlijke schijn van hun godsdienst heel weinig beantwoordt de innerlijke glans van een goed en rein geweten, dat al zijn plichten ziet en vervult voor het oog van God. En Wij weten toch, hoezeer onze Goddelijke Verlosser deze lege en bedrieglijke uiterlijkheid verafschuwt, volgens Wiens bevel allen de Vader moeten aanbidden "in geest en waarheid" (Joh. 4, 23). Wie zijn leven niet richt naar de voorschriften van het geloof dat hij belijdt, zal zich niet lang staande kunnen houden, nu de storm van vervolging zo hevig woedt, maar worden meegesleurd in deze dreigende vloedgolf van het kwaad en niet alleen zichzelf de ondergang bereid hebben, maar ook het christendom aan bespotting prijsgeven.
Referenties naar alinea 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Onthechting aan het aardse.
Op deze plaats, Eerbiedwaardige Broeders, willen Wij vooral de nadruk leggen op twee lessen van de Heer, die bij uitstek passen op de huidige toestand van het mensdom: onthechting aan het aardse en het vervullen van het gebod van de naastenliefde. "Zalig de armen van geest," dit waren de eerste woorden, die van de lippen van de Goddelijke Meester vloeiden, toen Hij Zijn leerlingen op de berg toesprak (Mt. 5, 3). En dit hoofdpunt van Zijn leer heeft onze tijd wel het meest van node, daar het materialisme brandt van dorst naar de goederen en genietingen van dit leven. Alle christenen echter, hetzij rijk of arm, moeten het oog steeds gericht houden op de hemel, gedachtig aan dit woord, "dat wij hier geen blijvende stad hebben, maar naar de toekomstige reikhalzen". vgl. Hebr. 13, 14 vgl. Hebr. 13, 14 Zij, die overvloedige rijkdom bezitten, moeten daarin niet hun geluk zoeken, noch het bezit ervan op welke wijze dan ook nastreven. Maar wel wetend, dat zij daarvan slechts beheerders zijr1 en dus rekenschap moeten afleggen aan de Oppersten Heer, moeten zij ze gebruiken als machtige middelen, van God ontvangen, om vruchten van deugd voort te brengen; en zij moeten niet nalaten het overtollige aan de armen uit te delen, volgens het voorschrift van het Evangelie. vgl. Lc. 11, 41 vgl. Lc. 11, 41 Indien zij niet zo handelen, zal op hen en op hun rijkdom inderdaad de uitspraak van de H. Apostel Jacobus slaan:
Op deze plaats, Eerbiedwaardige Broeders, willen Wij vooral de nadruk leggen op twee lessen van de Heer, die bij uitstek passen op de huidige toestand van het mensdom: onthechting aan het aardse en het vervullen van het gebod van de naastenliefde. "Zalig de armen van geest," dit waren de eerste woorden, die van de lippen van de Goddelijke Meester vloeiden, toen Hij Zijn leerlingen op de berg toesprak (Mt. 5, 3). En dit hoofdpunt van Zijn leer heeft onze tijd wel het meest van node, daar het materialisme brandt van dorst naar de goederen en genietingen van dit leven. Alle christenen echter, hetzij rijk of arm, moeten het oog steeds gericht houden op de hemel, gedachtig aan dit woord, "dat wij hier geen blijvende stad hebben, maar naar de toekomstige reikhalzen". vgl. Hebr. 13, 14 vgl. Hebr. 13, 14 Zij, die overvloedige rijkdom bezitten, moeten daarin niet hun geluk zoeken, noch het bezit ervan op welke wijze dan ook nastreven. Maar wel wetend, dat zij daarvan slechts beheerders zijr1 en dus rekenschap moeten afleggen aan de Oppersten Heer, moeten zij ze gebruiken als machtige middelen, van God ontvangen, om vruchten van deugd voort te brengen; en zij moeten niet nalaten het overtollige aan de armen uit te delen, volgens het voorschrift van het Evangelie. vgl. Lc. 11, 41 vgl. Lc. 11, 41 Indien zij niet zo handelen, zal op hen en op hun rijkdom inderdaad de uitspraak van de H. Apostel Jacobus slaan:
"Welnu dan, gij rijken, weent en jammert om de rampen, die u bedreigen. Uw rijkdom is verrot, uw gewaden zijn verteerd door de mot; uw goud en zilver is verroest en hun roest zal tegen u getuigen en als een vuur uw vlees wegvreten; toorn hebt ge u als een schat opgehoopt voor het einde van de dagen" (Jac. 5, 1-3)
Referenties naar alinea 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
Evenwel ook de behoeftigen moeten, bij hun pogen om zich volgens de wetten van rechtvaardigheid en naastenliefde het noodzakelijke te verschaffen en hun lot te verbeteren, op hun beurt "arm van geest" (Mt. 5, 3) zijn en de goederen van hierboven hoger schatten dan de goederen van deze aarde. En bovendien moeten zij er zich diep van overtuigd houden, dat men er nooit in zal slagen, ellende, smart en lijden uit dit sterfelijk leven te doen verdwijnen, waarvan ook zij het slachtoffer zijn, die naar het uiterlijk misschien gelukkiger schijnen. Geduld is derhalve allen noodzakelijk; dat christelijk geduld, dat het hart omhoog heft en doet vertrouwen op de Goddelijke belofte van de eeuwige gelukzaligheid: "Broeders, weest dan geduldig tot 's Heren komst. Ziet, de landman wacht op de kostelijke vrucht van de akker, maar oefent daarbij het geduld, totdat deze de vroege en late regen ontvangt. Weest ook gij geduldig, broeders -Wij ontlenen deze woorden wederom aan de Apostel Jacobus - doet uw harten niet wankelen, want de komst van de Heer is nabij" (Jac. 5, 7-8). Zo alleen zal de troostvolle belofte van Jezus Christus: "Zalig de armen," in vervulling gaan. En deze beloften brengen geen ijdele troost, zoals die waarvan de communisten de mond vol hebben, maar het zijn woorden van het eeuwig leven, vol diepe waarheid en die, gelijk reeds op deze wereld, voor later in de eeuwige zaligheid zullen bewaarheid worden. Hoeveel armen immers vinden in hun vertrouwen op deze woorden en de belofte van het hemelrijk - dat als een erfenis aan hen toebehoort volgens het woord van het Evangelie: "Zalig gij armen, want aan u behoort het koninkrijk Gods" (Lc. 6, 20) - zulk een geluk, als onbereikbaar is voor menig rijke, niet met rust gelaten door zijn rijkdom en altijd brandend van begeerte naar meer.
Referenties naar alinea 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
De christelijke naastenliefde.
Nog sterker geneeskracht tegen de hier behandelde kwalen bezit het gebod van de naastenliefde, dat speciaal op dit doel gericht is. En hierbij denken Wij aan de christelijke naastenliefde, die "geduldig is en goedertieren" (2 Kor. 13, 4), alle vertoon en elke schijn van vernederende bescherming vermijdt; die liefde, die vanaf het begin van het christendom de allerarmsten, de slaven, voor Christus won. Innige dank brengen Wij dan ook aan allen, die, zich gevend aan de werken van liefdadigheid, hetzij in de Vincentius-verenigingen, hetzij in de nieuwere instellingen van gemeenschappelijk hulpbetoon, de geestelijke en lichamelijke barmhartigheid beoefenen. Hoe meer de arbeiders en behoeftigen in zichzelf zullen ondervinden, hoezeer de beoefening van de naastenliefde, bezield door de kracht van Jezus Christus, hen ten goede komt, des te eerder zullen zij de vooroordelen afleggen, als zou de Kerk haar werkdadigheid hebben verloren en aan de zijde staan van hen, die hun arbeid uitbuiten.
Nog sterker geneeskracht tegen de hier behandelde kwalen bezit het gebod van de naastenliefde, dat speciaal op dit doel gericht is. En hierbij denken Wij aan de christelijke naastenliefde, die "geduldig is en goedertieren" (2 Kor. 13, 4), alle vertoon en elke schijn van vernederende bescherming vermijdt; die liefde, die vanaf het begin van het christendom de allerarmsten, de slaven, voor Christus won. Innige dank brengen Wij dan ook aan allen, die, zich gevend aan de werken van liefdadigheid, hetzij in de Vincentius-verenigingen, hetzij in de nieuwere instellingen van gemeenschappelijk hulpbetoon, de geestelijke en lichamelijke barmhartigheid beoefenen. Hoe meer de arbeiders en behoeftigen in zichzelf zullen ondervinden, hoezeer de beoefening van de naastenliefde, bezield door de kracht van Jezus Christus, hen ten goede komt, des te eerder zullen zij de vooroordelen afleggen, als zou de Kerk haar werkdadigheid hebben verloren en aan de zijde staan van hen, die hun arbeid uitbuiten.
Referenties naar alinea 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Wanneer Wij dan aan de ene kant de ontelbare massa armen zien, die door allerlei oorzaken buiten hun wil om gebukt gaan onder de grootste ontbering, aan de andere kant echter zoveel mensen, die zonder enig e beperking zich overgeven aan genietingen en ontzaglijke sommen besteden voor geheel onnutte dingen, dan moeten Wij wel met diepe zielesrnart bekennen, dat niet allen op behoorlijke wijze de rechtvaardigheid beoefenen, noch ook diep beseffen, welke de eisen zijn van het gebod van de naastenliefde voor de praktijk van het dagelijks leven. Het is derhalve Ons verlangen, Eerbiedwaardige Broeders, dat dit goddelijk gebod, in woord en in geschrift, steeds meer in het licht gesteld worde, dit gebod, dat door Jezus als een karakteristiek herkenningsteken nagelaten is, waardoor men Zijn ware leerlingen van alle anderen zou kunnen onderscheiden; dit gebod dat ons leert in alle lijdenden de Goddelijke Zaligmaker zelf te zien en dat ons beveelt alle mensen als broeders te beminnen met die liefde, welke de Zaligmaker ons heeft toegedragen, en wel met opoffering van onze bezittingen, ja zelfs, als het nodig mocht zijn, van ons leven. En dikwijls moeten allen zich voor de geest roepen het oordeel, vol troost maar ook vol verschrikking, dat de hoogste Rechter op de laatste dag zal uitspreken:
" Komt, gezegende mijns Vaders; .... want Ik was hongerig en ge hebt Mij te eten gegeven; Ik was dorstig, en ge hebt Mij te drinken gegeven .... Voorwaar, Ik zeg u: Wat ge voor één van Mijn geringste broeders gedaan hebt, dat hebt ge voor Mij gedaan" (Mt. 25, 34-40).En daartegenover:
"Gaat weg van Mij, vervloekten, in het eeuwig vuur .... Want Ik was hongerig en ge hebt Mij niet te eten gegeven; dorstig, en ge hebt Mij niet te drinken gegeven .... ; voorwaar, Ik zeg u : Wat ge niet hebt gedaan voor één van deze geringsten, dat hebt gij ook voor Mij niet gedaan" (Mt. 25, 41-45)
Referenties naar alinea 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
Om derhalve de eeuwige zaligheid te verzekeren en daadwerkelijke steun te kunnen verlenen aan de armen, is het volstrekt noodzakelijk dat men terugkeert tot een bescheidener levenspeil en de genoegens vaarwel zegt, die in zo groot aantal en dan nog van onzedelijke en schandelijke aard geboden worden, en dat men tenslotte uit liefde tot zijn naasten zichzelf vergeet. Een goddelijke kracht, in staat om de mens te vernieuwen, ligt in dit "nieuwe gebod" (Joh. 13, 34) van de christelijke naastenliefde; en de trouwe vervulling er van zal aan de ziel schenken een innerlijke vrede, aan deze wereld onbekend, en tevens op doeltreffende wijze de kwalen genezen, waaronder het mensdom gebukt gaat.
Referenties naar alinea 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
Plichten van strikte rechtvaardigheid.
De naastenliefde echter kan zich niet op deze naam beroemen, als zij niet steunt op de beginselen van de rechtvaardigheid, volgens het woord van de Apostel: "Hij die zijn naaste bemint, heeft de wet vervuld." Deze woorden worden dan door dezelfden Apostel aldus nader verklaard: "Immers het gebod: Ge zult geen overspel bedrijven, ge zult niet doodslaan, ge zult niet stelen .... en alle andere geboden zijn samengevat in dat éne: Ge zult de naaste liefhebben als uzelf" (Rom. 13, 8.9). Indien dus volgens de Apostel alle verplichtingen, zelfs die van strikte rechtvaardigheid, dat wij namelijk niet mogen doodslaan, niet stelen, tot het éne gebod van de ware liefde teruggebracht worden, dan is de liefde van hem, die de arbeider het verschuldigde loon onthoudt, geen liefde, maar een leeg woord en een schijnbeeld van liefde. Het geeft zeer zeker geen pas, dat de arbeider als een aalmoes ontvangt datgene, wat hem op titel van rechtvaardigheid verschuldigd is; en niemand mag het er op aanleggen, om zich aan de verplichtingen van de rechtvaardigheid te onttrekken door kleine gaven van barmhartigheid daarvoor in de plaats te stellen. De liefde en de rechtvaardigheid leggen beide eigen verplichtingen op, die dikwijls, al is het dan niet op dezelfde gronden, een en dezelfde zaak betreffen; maar de arbeiders, in het besef van hun eigenwaarde, voelen terecht zeer fijn aan, welke verplichtingen anderen tegenover hen hebben.
De naastenliefde echter kan zich niet op deze naam beroemen, als zij niet steunt op de beginselen van de rechtvaardigheid, volgens het woord van de Apostel: "Hij die zijn naaste bemint, heeft de wet vervuld." Deze woorden worden dan door dezelfden Apostel aldus nader verklaard: "Immers het gebod: Ge zult geen overspel bedrijven, ge zult niet doodslaan, ge zult niet stelen .... en alle andere geboden zijn samengevat in dat éne: Ge zult de naaste liefhebben als uzelf" (Rom. 13, 8.9). Indien dus volgens de Apostel alle verplichtingen, zelfs die van strikte rechtvaardigheid, dat wij namelijk niet mogen doodslaan, niet stelen, tot het éne gebod van de ware liefde teruggebracht worden, dan is de liefde van hem, die de arbeider het verschuldigde loon onthoudt, geen liefde, maar een leeg woord en een schijnbeeld van liefde. Het geeft zeer zeker geen pas, dat de arbeider als een aalmoes ontvangt datgene, wat hem op titel van rechtvaardigheid verschuldigd is; en niemand mag het er op aanleggen, om zich aan de verplichtingen van de rechtvaardigheid te onttrekken door kleine gaven van barmhartigheid daarvoor in de plaats te stellen. De liefde en de rechtvaardigheid leggen beide eigen verplichtingen op, die dikwijls, al is het dan niet op dezelfde gronden, een en dezelfde zaak betreffen; maar de arbeiders, in het besef van hun eigenwaarde, voelen terecht zeer fijn aan, welke verplichtingen anderen tegenover hen hebben.
Referenties naar alinea 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
Daarom richten Wij ons bijzonder tot u, christelijke patroons en fabrikanten, wier taak speciaal dikwijls zo moeilijk is, omdat gij die dwalingen als bij erfenis van het onrechtvaardig sociaal regiem ontvangen hebt, dat rampzalig op zoveel mensengeslachten heeft ingewerkt: weest de verplichtingen indachtig, waaraan gij moet beantwoorden. Het is toch wel een treurige waarheid, dat de gedragswijze van sommige Katholieken niet weinig heeft bijgedragen, om het vertrouwen van de arbeiderswereld in de godsdienst van Jezus Christus te schokken. Zij wilden niet inzien en beseffen, dat krachtens de christelijke liefde sommige rechten moeten erkend worden als verschuldigd aan de arbeiders en door de leer van de Kerk hun klaar en duidelijk toegekend. Wat moet men wel denken van de handelwijze van hen, die op sommige plaatsen er in geslaagd zijn de voorlezing van de Encycliek Quadragesimo Anno te beletten in de kerken, waarover zij patronaatsrecht hadden. Wat van die fabrikanten, die zich tot heden toe verzet hebben tegen de regeling van de arbeidsverhoudingen, door Ons zelf aangeprezen. Is het niet diep te betreuren, dat het eigendomsrecht, door de Kerk bekrachtigd, misbruikt is, om de arbeiders van hun loon en sociale rechten te beroven?
Referenties naar alinea 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
51
Sociale rechtvaardigheid.
Evenwel behalve de ruilende rechtvaardigheid moet ook de sociale rechtvaardigheid betracht worden, die op haar beurt verplichtingen stelt, waaraan zich noch de arbeiders, noch de werkgevers mogen onttrekken. Welnu, het is de taak van de sociale rechtvaardigheid al datgene van de individuen te eisen, wat noodzakelijk is voor het algemeen welzijn. Gelijk nu, bij welk levend organisme dan ook, niet voor het geheel is gezorgd, als niet aan de afzonderlijke delen al datgene geschonken wordt, wat zij nodig hebben om hun taak te vervullen, zo ook kan men bij de maatschappelijke inrichting en ordening niet het welzijn van de gehele maatschappij verzorgen, als men niet aan de afzonderlijke leden- en dit zijn hier menselijke personen - al datgene doet toekomen, wat zij nodig hebben om de hun eigen sociale taak te vervullen. Als dan aan de sociale rechtvaardigheid voldaan is, zal een intens economisch leven opbloeien, dat in de rust van de orde vruchten zal afwerpen, die op een duurzame kracht van de Staat wijzen, gelijk men de gezondheid van het menselijk lichaam kan kennen aan zijn ongestoorde, volledige en vruchtbare werkzaamheid.
Evenwel behalve de ruilende rechtvaardigheid moet ook de sociale rechtvaardigheid betracht worden, die op haar beurt verplichtingen stelt, waaraan zich noch de arbeiders, noch de werkgevers mogen onttrekken. Welnu, het is de taak van de sociale rechtvaardigheid al datgene van de individuen te eisen, wat noodzakelijk is voor het algemeen welzijn. Gelijk nu, bij welk levend organisme dan ook, niet voor het geheel is gezorgd, als niet aan de afzonderlijke delen al datgene geschonken wordt, wat zij nodig hebben om hun taak te vervullen, zo ook kan men bij de maatschappelijke inrichting en ordening niet het welzijn van de gehele maatschappij verzorgen, als men niet aan de afzonderlijke leden- en dit zijn hier menselijke personen - al datgene doet toekomen, wat zij nodig hebben om de hun eigen sociale taak te vervullen. Als dan aan de sociale rechtvaardigheid voldaan is, zal een intens economisch leven opbloeien, dat in de rust van de orde vruchten zal afwerpen, die op een duurzame kracht van de Staat wijzen, gelijk men de gezondheid van het menselijk lichaam kan kennen aan zijn ongestoorde, volledige en vruchtbare werkzaamheid.
Referenties naar alinea 51: 1
Gaudium et Spes ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
52
En niet zal aan de sociale rechtvaardigheid voldaan zijn, zolang niet de arbeiders uit het ontvangen loon, overeenkomstig hun prestatie, voor zichzelf en voor hun gezin het levensonderhoud kunnen verzekeren, zolang hun niet de gelegenheid geschonken wordt om zich een bescheiden vermogen te verwerven, om te ontkomen aan het wijd en zijd verbreide pauperisme, zolang tenslotte niet doeltreffende maatregelen genomen zijn, waardoor zij door middel van openbare of particuliere verzekeringen bij ouderdom, ziekte of werkloosheid verzorgd zijn. Daarom willen Wij de woorden herhalen van de Encycliek Quadragesimo Anno [652]: "Eerst dan immers zal het sociaal-economisch organisme duurzaam gevestigd zijn en zijn bestemming bereiken, wanneer zowel de gemeenschap als de individuen zullen delen in al de goederen, die door de schatten en hulpmiddelen van de natuur, door de techniek en door de sociale organisatie van het economisch leven kunnen worden opgebracht; en de maat van die goederen moet zo groot zijn, dat ze niet slechts toereikend is, om in het noodzakelijke en in een passend comfort te voorzien, doch de mensen ook kan brengen tot die welstand, die, mits verstandig gebruikt, niet alleen geen belemmering is voor de deugd, maar haar veeleer krachtig bevordert." Quadragesimo Anno [[652|75]]
Referenties naar alinea 52: 1
Gaudium et Spes ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
53
En wanneer, zoals tegenwoordig meer en meer het geval is, bij de regeling van het loon de afzonderlijke personen slechts op die voorwaarde de rechtvaardigheid kunnen naleven, als zij allen tezamen omtrent dit punt een contract met elkaar sluiten door middel van die organisaties, verenigingen, die de werkgevers tegenover elkaar binden, om een concurrentie te vermijden, die vernietigend werkt op de rechten van de arbeiders, dan zal het de plicht zijn van de patroons en werkgevers, deze noodzakelijke verenigingen te begunstigen en te bevorderen, daar zij de aangewezen middelen zijn, om de verplichtingen van de rechtvaardigheid te kunnen vervullen. Maar ook de arbeiders moeten de verplichtingen van naastenliefde en rechtvaardigheid niet uithet oog verliezen en wel beseffen, dat aldus beter voor hun belangen gezorgd zal zijn.
Referenties naar alinea 53: 1
Gaudium et Spes ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
54
Wanneer men dus het gehele economisch organisme overschouwt, is het duidelijk - wat Wij reeds in de Encycliek Quadragesimo Anno aangaven dat de samenwerking van rechtvaardigheid en naastenliefde dan pas haar invloed kan doen gelden op de economische en sociale verhoudingen, als de organisaties, zuivere vakorganisaties of gemengde organisaties, op de stevige grondslag van de christelijke leer, naar de verschillende omstandigheden) van plaats en tijd, die corporaties zullen vormen, welke men eertijds gilden noemde.
Referenties naar alinea 54: 1
Gaudium et Spes ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Bestudering en verspreiding van de sociale leer
55
Wanneer men dus het gehele economisch organisme overschouwt, is het duidelijk - wat Wij reeds in de Encycliek Quadragesimo Anno aangaven dat de samenwerking van rechtvaardigheid en naastenliefde dan pas haar invloed kan doen gelden op de economische en sociale verhoudingen, als de organisaties, zuivere vakorganisaties of gemengde organisaties, op de stevige grondslag van de christelijke leer, naar de verschillende omstandigheden) van plaats en tijd, die corporaties zullen vormen, welke men eertijds gilden noemde.
Referenties naar alinea 55: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
56
Zeer krachtig inderdaad kan deze vernieuwing van christelijk leven bevorderd worden door de verspreiding van Katholieke geschriften. Deze moeten vooreerst op aantrekkelijke en telkens weer andere wijze de mensen van dag tot dag beter op de hoogte brengen van de door de Kerk verkondigde maatschappijleer, vervolgens nauwkeurig en in de brede de plannen van de tegenstanders blootleggen en tevens de wapenen voor verweer aangeven, die de ondervinding van meerdere plaatsen als de geschiktste heeft bevonden, tenslotte doeltreffende maatregelen aanwijzen om de kunstgrepen en listen van de communisten te verijdelen, waardoor deze, gelijk hun streven was, niet weinig mensen van goede trouw in hun tenten gelokt hebben.
Referenties naar alinea 56: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 Hoe de listige tactiek van het communisme te verijdelen?
57
Wij hebben weliswaar op dit punt reeds met klem gewezen in Onze allocutie op 12 mei van het vorig jaar vgl: Siamo ancora [[[2425]]], maar toch achten Wij het noodzakelijk, Eerbiedwaardige Broeders, hierop nogmaals uw aandacht te vestigen. In het begin deed zich het communisme voor, als het toppunt van boosheid, wat het ook inderdaad was; maar toen het al spoedig bemerkte, dat het de mensen overal van zich afstiet, veranderde het van tactiek en trachtte de massa door allerlei soort listen te vangen, hierin bestaande, dat in zich juiste en aantrekkelijke stellingen hun eigenlijke bedoelingen verborgen. Nu bijvoorbeeld de kopstukken van het communisme het vurig verlangen naar vrede bij allen bemerkt hebben, geven zij voor, alsof zij verreweg de vurigste voorstanders zijn van dit algemeen streven naar wereldvrede, maar daartegenover hitsen zij tegelijkertijd de volkeren op tot de klassenstrijd, die stromen bloed doet vloeien en, daar zij de vrede niet gewaarborgd zien, voeren zij de bewapening op tot de hoogst mogelijke trap. Onder gefingeerde benamingen, die zelfs niet op het communisme zinspelen, stichten zij verenigingen of geven periodieken uit, die alleen ten doel hebben, hun dwalingen ingang te doen vinden in die milieus, waar zij anders op generlei wijze toegang zouden kunnen krijgen; meermalen proberen zij zelfs in katholieke en godsdienstige genootschappen met alle middelen en op bedrieglijke wijze binnen te dringen. Op sommige plaatsen spelen zij het klaar, zonder in het minst hun systeem prijs te geven, dat Katholieken zonder bezwaar met hen samenwerken .. nu eens op humanitair, dan weer op charitatief gebied. En dan komen zij soms met plannen voor de dag, geheel in overeenstemming met de katholieke opvattingen en de leer van de Kerk. Op andere plaatsen weer trachten zij in hun verregaande huichelarij de mensen zelfs tot de overtuiging te brengen dat het communisme, in landen waar de christelijke godsdienst en beschaving dieper wortel geschoten hebben, zonder twijfel gematigder zal optreden, aan ieder de vrijheid latend om God te dienen of welke godsdienstige opvattingen men maar wil te huldigen. En dan zijn er waarlijk ook nog enigen, die uit het feit, dat er kort geleden een kleine wijziging is aangebracht in de wetgeving van de bolsjewisten, de gevolgtrekking maken, dat eindelijk dan het communisme op het punt staat, van zijn systematische strijd tegen God af te zien.
Referenties naar alinea 57: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
58
Welaan dan, Eerbiedwaardige Broeders, doet met alle kracht uw best, dat de gelovigen zich niet laten misleiden. Daar het communisme een intrinsiek kwaad is, mag het in niets gesteund worden, door wie dan ook, als hij althans de christelijke en menselijke beschaving tegen de ondergang wil redden. Indien echter sommigen door dwaling misleid, meegewerkt hebben aan de vestiging van het communisme in hun land, dan zullen zij zelf het eerst voor hun dwalingen boeten; en hoe ouder en luisterrijker de in oorsprong toch christelijke beschaving is van een staat, waar het communisme weet binnen te dringen, met des te groter vernieling zal de woede van de atheïsten daar losbarsten
Referenties naar alinea 58: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 Gebed en boete
59
Evenwel ".. als de Heer de stad niet beschermt, dan waakt hij tevergeefs, die ze beschermt" (Ps. 126, 1) [b:Ps. 126, 1]. Wij sporen U, Eerbiedwaardige Broeders, daarom dringend aan met de grootst mogelijke zorg ernaar te streven, ieder in zijn diocees, dat een duurzame liefde voor het gebed en de versterving herleve en elke dag vuriger worde. Toen immers de Apostelen eertijds aan Christus vroegen, waarom zij bij de bezetene de duivel niet hadden kunnen uitdrijven, antwoordde Deze: "Dit soort wordt alleen uitgedreven door gebed en vasten" (Mt. 17, 20) [b:Mt. 17, 20]. In de overtuiging derhalve, dat het kwaad, dat in deze tijd de mensheid kwelt, alleen dan kan verholpen worden, indien allen in gebed en boete een vurige kruistocht ondernemen tegen de gemeenschappelijke vijand, doen wij op allen, maar vooral op de religeuzen van beider geslacht, die zich geheel gegeven hebben aan de beschouwing van het goddelijke, een dringend beroep om door verdubbeling van gebed en versterving van God voor de Kerk in dit zo moeilijke tijdsgewricht krachtige hulp af te smeken onder de voorspraak van de Onbevlekte Moeder Gods, die, gelijk zij eertijds de kop van de oude slang verpletterd heeft, altijd nog is de veilige toeverlaat en onoverwinnelijke Hulp van de Christenen.
Referenties naar alinea 59: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 5 Dienaren en helpers bij dit sociale werk van de Kerk
- Artikel 1 De priesters
60
Om dit zegenrijk werk, dat Wij tot hiertoe beschreven hebben, overal ter wereld te volbrengen en de geneesmiddelen, door ons beknopt aangegeven, op de kwalen toe te passen, daartoe heeft Jezus Christus allereerst zijn priesters uitgekozen en aangesteld als arbeiders en dienaren. Aan hen toch is door een bijzondere beschikking Gods de taak opgedragen, onder leiding van hun Bisschoppen en in nederige en stipte gehoorzaamheid aan de Plaatsbekleder van Christus op aarde, te allen tijde aan het gehele mensdom de brandende fakkel des geloofs vooruit te dragen en zonder ophouden de Katholieken een bovennatuurlijk vertrouwen in te boezemen, waardoor de Kerk even dikwijls overwon als zij streed voor de eer van Christus: "Dit is de overwinning, die zegepraalt over de wereld: ons geloof" (Joh. 5, 4) [b:Joh. 5, 4].
Referenties naar alinea 60: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
61
Terwijl Wij dus de priesters herinneren vooral aan dit woord van onze Voorganger Leo XIII, z.g., bij zijn aansporing tot hen, dat zij namelijk tot de arbeiders moesten gaan, menen Wij dit woord tot het Onze te moeten maken met deze bijvoeging: "Gaat vooral tot de arme arbeiders; ja, in het algemeen: gaat tot de armen;" zoals de leer van Christus en van de Kerk dat voorschrijft. De onruststokers immers trachten vooral hen, die in armoede verkeren, te misleiden, omdat zij uit de ellende, waarvan deze het slachtoffer zijn, gemakkelijk een voorwendsel weten te verzinnen, om hun verbittering tegen de rijken te verwekken en hen met geweld zich te doen meester maken van datgene, wat volgens hun mening het lot hun onrechtmatig onthouden heeft. Als de priester niet naar de arbeiders en behoeftigen gaat, om hen van vooroordelen en valse leerstellingen verre te houden of te bevrijden, dan zullen zij gemakkelijk ten prooi vallen aan de propagandisten van het communisme.
Referenties naar alinea 61: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
62
Zeker, Wij ontkennen niet, dat in deze richting tot nu toe, vooral na de Encyclieken Rerum Novarum [651] en Quadragesimo Anno [652], hard gewerkt is; en met vaderlijk welgevallen gedenken Wij hier dan ook de vindingrijke zorgen van die Bisschoppen en Priesters, die, met de vereiste en gepaste voorzichtigheid, nieuwe methoden en nieuwe wegen, in overeenstemming met onze moderne tijd, op dit gebied zoeken en beproeven. Maar alles, wat ten deze tot nu toe gedaan is, is - dit is duidelijk - geheel onvoldoende tegenover de noden van onze tijd. Gelijk, wanneer het vaderland in gevaar is, alles wat niet volstrekt noodzakelijk is voor het leven en niet onmiddellijk de verdediging van de staat ten doel heeft, op de tweede plaats komt, zo ook moet bij de tegenwoordige toestand elk ander werk, hoe belangrijk dan ook, plaats maken voor dit éne noodzakelijke: de grondslagen zelf te redden van het christelijk geloof en de christelijke beschaving. Wanneer dus de parochiegeestelijken eerst naar behoren de gewone aangelegenheden van de parochianen verzorgd en geregeld hebben, moeten zij verder hun grootste en beste werkkracht geven aan de taak, de grote massa arbeiders voor Christus en de Kerk terug te winnen en de verenigingen en groepen, die het meest de christelijke geest verloren hebben, weer daarvan te doordringen. Als de priesters zo zullen handelen, dan behoeve n zij er niet aan te twijfelen buiten verwachting rijke vruchten van hun bemoeienissen te zullen plukken, die de beloning zullen zijn voor hun noeste pioniersarbeid aan de vernieuwing van het geestelijk leven. Dit hebben wij bijvoorbeeld zien gebeuren in Rome en andere dichtbevolkte steden, waar bij de pas opgerichte kerken in de buitenwijken een krachtig parochieleven opbloeit en een wonderbare verandering plaats grijpt in de levenswijze van mensen, die daarom alleen een afkeer hadden van de godsdienst, omdat zij er volslagen onbekend mee waren.
Referenties naar alinea 62: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
63
Maar bij het apostolaat onder de arme en behoeftige klassen gaat verreweg de grootste kracht uit van het voorbeeld van de priester, gesierd met een krans van die deugden, die Wij in Onze Encycliek Ad Catholici Sacerdotii fastigium [1017] hebben opgesomd en aangeprezen.
Maar in het bijzonder moet in de bedienaren Gods uitschitteren levenseenvoud, soberheid en onbaatzuchtigheid in zulk een graad, dat de gelovigen in hen een sprekende afbeelding zien van de Goddelijke Meester, die zonder schroom van Zichzelf zeide: "De vossen hebben holen en de vogels in de lucht hebben nesten, maar de Mensenzoon heeft niets om Zijn hoofd op neer te leggen" (Mt. 8, 20) [b:Mt. 8, 20]. De dagelijkse ondervinding immers heeft geleerd, dat sober-levende priesters, die volgens de leer van het Evangelie op generlei wijze hun eigen voordeel nastreven, steeds wonderbaarweldadig werkzaam zijn onder het volk, zoals de H. Vincentius a Paulo, de H. Joannes B. Vianney [3082], de H. Joseph a Cottolengo [3553], de H. Joannes Bosco en ontelbare anderen, terwijl daarentegen hebzuchtige priesters, die alles naar hun winst en voordeel afmeten, zoals Wij in diezelfde Encycliek [1017] aangetoond hebben, al vervallen zij dan niet tot de boosheid van Judas die Christus heeft verraden, niettemin zullen worden een ijdel "rinkelend bekken" en een nutteloos "rammelend cymbaal" (1 Kor. 13, 1) [b:1 Kor. 13, 1].
En in plaats van de gelovigen de Goddelijke Genade mee te delen, zullen zij hen dikwijls veeleer daarvan afhouden. Wanneer de uitoefening van hun ambt aan seculiere of reguliere priesters het beheer van tijdelijke goederen oplegt, moeten zij toch wel beseffen, dat zij niet alleen de wetten van naastenliefde en rechtvaardigheid zeer nauwgezet moeten in acht nemen, maar ook in het bijzonder ernaar streven zich metterdaad een vader van de armen te tonen.
Maar in het bijzonder moet in de bedienaren Gods uitschitteren levenseenvoud, soberheid en onbaatzuchtigheid in zulk een graad, dat de gelovigen in hen een sprekende afbeelding zien van de Goddelijke Meester, die zonder schroom van Zichzelf zeide: "De vossen hebben holen en de vogels in de lucht hebben nesten, maar de Mensenzoon heeft niets om Zijn hoofd op neer te leggen" (Mt. 8, 20) [b:Mt. 8, 20]. De dagelijkse ondervinding immers heeft geleerd, dat sober-levende priesters, die volgens de leer van het Evangelie op generlei wijze hun eigen voordeel nastreven, steeds wonderbaarweldadig werkzaam zijn onder het volk, zoals de H. Vincentius a Paulo, de H. Joannes B. Vianney [3082], de H. Joseph a Cottolengo [3553], de H. Joannes Bosco en ontelbare anderen, terwijl daarentegen hebzuchtige priesters, die alles naar hun winst en voordeel afmeten, zoals Wij in diezelfde Encycliek [1017] aangetoond hebben, al vervallen zij dan niet tot de boosheid van Judas die Christus heeft verraden, niettemin zullen worden een ijdel "rinkelend bekken" en een nutteloos "rammelend cymbaal" (1 Kor. 13, 1) [b:1 Kor. 13, 1].
En in plaats van de gelovigen de Goddelijke Genade mee te delen, zullen zij hen dikwijls veeleer daarvan afhouden. Wanneer de uitoefening van hun ambt aan seculiere of reguliere priesters het beheer van tijdelijke goederen oplegt, moeten zij toch wel beseffen, dat zij niet alleen de wetten van naastenliefde en rechtvaardigheid zeer nauwgezet moeten in acht nemen, maar ook in het bijzonder ernaar streven zich metterdaad een vader van de armen te tonen.
Referenties naar alinea 63: 1
Sacerdotii Nostri primordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 De Katholieke Actie
64
Na dit beroep op de geestelijkheid richten Wij Ons vaderlijk woord tot Onze geliefde zonen onder de leken, die meestrijden in de gelederen van de Katholieke Actie, welke zo'n grote plaats in Ons hart heeft en bij gelegenheid door Ons genoemd is "een steun door Gods bijzondere voorzienigheid" in de zo moeilijke tijdsomstandigheden aan de Kerk geschonken. Daar immers de strijdleuze van de Katholieke Actie is, dat Jezus Christus heerse zowel over de afzonderlijke personen als over de huiselijke en burgerlijke samenleving, verricht zij inderdaad een sociaal apostolaat. Vóór alles derhalve moet zij bestendig haar best doen om haar leden zo zorgvuldig mogelijk te vormen en te oefenen tot de strijd voor God. Deze vorming van de leden, die nu meer dan ooit dringend noodzakelijk is en aan alle praktische werkzaamheid ten grondslag moet liggen, zal buitengewoon bevorderd worden vooreerst, door het oprichten van studiekringen, door het herhaaldelijk organiseren van sociale weken, door het geregeld houden van lezingen en ten slotte, door allerlei soort initiatieven, die vooral ten doel moeten hebben, aan te tonen, op welke wijze en langs welke weg de economische kwesties in christelijke zin kunnen worden opgelost.
Referenties naar alinea 64: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
65
Als de strijders voor de Katholieke Actie zo op behoorlijke wijze gevormd zijn, dan is er ook geen twijfel aan, of zij zullen te midden van hun mede-arbeiders apostelen bij uitstek zijn en bij hun steun aan de priesters zonder ophouden en met al hun energie het licht van de waarheid verder verspreiden, hetzij de zo veelvuldige en zo grote stoffelijke en geestelijke ellende lenigen in die kringen van de maatschappij, die meermalen de arbeid van de bedienaren Gods daarom tegenwerken, omdat zij ofwel het slachtoffer zijn van vooroordelen tegenover de priesters ofwel de godsdienst zelf jammerlijk verwaarlozen. Zó ook zullen zij onder leiding van praktisch ervaren priesters dapper en edelmoedig meewerken aan de godsdienstige verzorging van de arbeiders; en daaraan juist hechten Wij zeer grote waarde, als zijnde het meest geschiktste middel om de arbeiders, Onze geliefde zonen, tegen de listen van de communisten te beschutten.
Referenties naar alinea 65: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
66
Behalve dit individueel apostolaat, dat weliswaar dikwijls niet in het openbaar verricht wordt, maar toch een zegenrijke en krachtige invloed uitoefent, is het de taak van de leden van de Katholieke Actie, door woord en geschrift de leer van de officiële Pauselijke stukken in wijde kring te verspreiden; de leer die leiding geeft bij de ordening van de maatschappij in christelijke zin.
Referenties naar alinea 66: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 Hulporganisaties
67
Bij de Katholieke Actie sluiten zich, als bij een leger, andere organisaties aan, die Wij zelf al eens haar hulptroepen genoemd hebben. Ook deze organisaties sporen Wij hier met vaderlijke liefde aan een plaats te vragen bij dit voortreffelijk werk, dat op het ogenblik alles in belangrijkheid overtreft.
Referenties naar alinea 67: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 Standsorganisaties
68
Vastenbrief van het Nederlands Episcopaat ->=geentekst=
Maar bovendien denken Wij hier aan die organisaties, die gevormd worden uit mannen en vrouwen van dezelfde stand: Wij bedoelen onder meer organisaties van arbeiders, landbouwers, technici, geneesheren, patroons, geleerden; daar zij een gemeenschappelijke graad van ontwikkeling hadden, zijn zij als het ware door de natuur zelf tot hen passende organisatievormen gekomen. Want volgens Onze mening zijn deze organisaties van zeer grote invloed, zowel om de ordening van de maatschappij tot stand te brengen, zoals die Ons in de Encycliek Quadragesimo Anno voor de geest stond, als ook om het Koningschap van Christus over elk gebied van wetenschap en arbeid met kracht uit te breiden.
Referenties naar alinea 68: 2
De Katholiek in het openbare leven van deze tijd ->=geentekst=Vastenbrief van het Nederlands Episcopaat ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
69
Indien nu bij de gewijzigde omstandigheden van het economisch en sociaal leven de regeringen zich verplicht geacht hebben door speciale wetsbepalingen ordenend en regelend bij deze organisaties op te treden, met behoud natuurlijk van de vrijheid en zeggensmacht van de aangeslotenen, dan mogen de leden van de Katholieke Actie bij de huidige stand van zaken niet afzijdig blijven. Met wijs beleid moeten zij het hunne in deze bijdragen èn door voorlichting, hoe namelijk de moderne vraagstukken volgens de richtlijnen van het katholicisme moeten worden opgelost, èn door loyaal en eerlijk mede te werken aan die nieuwe instellingen met het doel, ze te doordringen van de christelijke geest, die de bron van maatschappelijke orde en broederlijke samenwerking is.
Referenties naar alinea 69: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 Beroep op de Katholieke arbeiders
70
Met een vaderlijk gevoel willen Wij thans het woord richten tot de Ons zo dierbare katholieke arbeiders, jong en oud, die als beloning voor het feit, dat zij in deze benarde tijdsomstandigheden heldhaftig hun geloof bewaard hebben, een eervolle maar moeilijke taak en zending schijnen ontvangen te hebben. Zij immers moeten alle pogingen, onder leiding van hun Bisschoppen en Priesters, in het werk stellen, om de grote massa van hun standgenoten tot de Kerk en tot God zelf terug te roepen, die verbitterd over onrechtvaardige beoordeling of onverdiende minachting, van God helaas zijn afgevallen. De katholieke werklieden moeten hun afgedwaalde medearbeiders door woord en voorbeeld duidelijk maken, dat de Kerk een liefdevolle moeder is voor allen, die hard moeten werken of onder smarten gedrukt gaan; en dat zij evenmin als in het verleden ooit in de toekomst haar plicht zal verzaken om haar kinderen te beschermen. En wanneer deze zending, die zij moeten uitstrekken tot mijnen, fabrieken, werkplaatsen, kortom overal waar gewerkt wordt, soms offers vraagt, dan moeten de katholieke arbeiders gedenken, dat Jezus Christus hun voorbeeld is geweest in de arbeid, maar ook in het lijden.
Referenties naar alinea 70: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 6 Noodzakelijkheid van eendracht onder Katholieken
71
Bij al Onze kinderen uit elke stand, uit elk volk, uit elke groep tenslotte van religieuzen of leken dringen Wij er hier nogmaals en met nog meer vertrouwen op aan, dat zij naar best vermogen de eendracht bewaren. Meermalen immers is Ons hart diep bedroefd geworden tengevolge van onenigheden tussen Katholieken, die uit onbeduidende oorzaken weliswaar ontstaan, toch een jammerlijk uiteinde nemen, daar zij de kinderen van dezelfde moeder, de Kerk, in onderlinge strijd wikkelen. En onruststokers, zeer gering vaak in aantal, grijpen dan die gelegenheid aan om die onenigheden toe te spitsen en Katholieken tegen elkaar op te zetten, wat juist hun vurig begeerd doel is. Ofschoon nu de jongste gebeurtenissen van onze tijd zo voor zichzelf spreken, dat zij onze vermaningen overbodig schijnen te maken, menen Wij toch deze aansporing te moeten herhalen ter wille van hen, die ze ofwel niet begrepen hebben ofwel weigerden te begrijpen. Wie meewerken om de onenigheden onder de Katholieken aan te wakkeren, laden een ontstellende verantwoording op zich tegenover God en tegenover de Kerk.
Referenties naar alinea 71: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 7 Beroep op allen die in God geloven
72
Maar bij onze pogingen om de aanval af te weren van "de macht van de duisternis", die zelfs de Godsidee uit het diepst van de mensenziel tracht weg te rukken, hebben Wij goede hoop, dat met de Christus-belijders krachtdadig zullen meewerken degenen, die - verreweg het grootste deel van de mensheid - in God geloven en Hem aanbidden. De woorden derhalve herhalend, welke Wij vijf jaar geleden neerschreven in de Encycliek Caritate Christi Compulsi [1685], sporen Wij hen nogmaals aan, om naar de mate hunner krachten eerlijk en oprecht hun best te doen, dit zeer ernstige gevaar, dat allen bedreigt, van de mensheid af te weren.
Want, zoals Wij waarschuwden, "daar elk menselijk gezag noodzakelijkerwijze steunt op de erkenning van God als de hechte grondslag van elke maatschappelijke orde, moeten zij allen, die niet de omverwerping van de bestaande toestand en de opheffing van alle wetten willen, hun beste krachten inspannen, opdat niet de vijanden van de godsdienst hun plannen, zo luide en openlijk verkondigd, doorzetten" Caritate Christi Compulsi [[1685]].
Want, zoals Wij waarschuwden, "daar elk menselijk gezag noodzakelijkerwijze steunt op de erkenning van God als de hechte grondslag van elke maatschappelijke orde, moeten zij allen, die niet de omverwerping van de bestaande toestand en de opheffing van alle wetten willen, hun beste krachten inspannen, opdat niet de vijanden van de godsdienst hun plannen, zo luide en openlijk verkondigd, doorzetten" Caritate Christi Compulsi [[1685]].
Referenties naar alinea 72: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 8 Plichten van de Christelijke staat
73
De Kerk helpen
Tot hiertoe, Eerbiedwaardige Broeders, hebben Wij nagegaan de juist omschreven taak, zowel naar de theoretische als naar de praktische kant, welke de Kerk op bevel van Christus, haar Stichter en Beschermer, op zich genomen heeft: èn de menselijke samenleving te doordringen van de christelijke geest èn, op het ogenblik, de pogingen van de communisten te verijdelen; en bij de vervulling van die taak hebben Wij alle rangen van de maatschappij te hulp geroepen. Maar ten deze moet ook de christelijke staat het zijne bijdragen door op dit gebied aan de Kerk zijn medewerking te verlenen, met de hem eigen middelen, die wel uiterlijk zijn, maar ongetwijfeld op de eerste plaats de zielen ten goede zullen komen.
Tot hiertoe, Eerbiedwaardige Broeders, hebben Wij nagegaan de juist omschreven taak, zowel naar de theoretische als naar de praktische kant, welke de Kerk op bevel van Christus, haar Stichter en Beschermer, op zich genomen heeft: èn de menselijke samenleving te doordringen van de christelijke geest èn, op het ogenblik, de pogingen van de communisten te verijdelen; en bij de vervulling van die taak hebben Wij alle rangen van de maatschappij te hulp geroepen. Maar ten deze moet ook de christelijke staat het zijne bijdragen door op dit gebied aan de Kerk zijn medewerking te verlenen, met de hem eigen middelen, die wel uiterlijk zijn, maar ongetwijfeld op de eerste plaats de zielen ten goede zullen komen.
Referenties naar alinea 73: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
74
Daarom moeten de regeringen al hun doen en denken erop richten om te verhinderen, dat de afschuwelijke dwaalleer van de atheïsten, die de omverwerping van elke menselijke samenleving ten doel heeft, hun grondgebied binnendringe, daar geen menselijk gezag kan bestaan, waar men dat van God op zij gezet heeft en geen eed van kracht kan zijn, zonder erkenning van de naam van de levenden God. Wij achten het derhalve nuttig thans te herhalen, wat Wij zo dikwijls en zo nadrukkelijk, vooral in de Encycliek Caritate Christi Compulsi [1685], uiteengezet hebben: "Hoe zouden overeenkomsten kunnen bestaan, hoe zouden traktaten bindende kracht kunnen krijgen, waar een gewetens waarborg niet bestaat, geen geloof in God, geen vrees voor God? Immers, als deze grondslag weggenomen is, valt elke zedenwet en niets kan meer verhinderen, dat geleidelijk maar zeker volkeren, gezinnen, de staat en zelfs de beschaving ten onder gaan" Caritate Christi Compulsi [[1685]].
Referenties naar alinea 74: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
75
Het algemeen welzijn bevorderen
Bovendien moeten de regeringen haar bijzondere zorg hierop richten, dat zij voor hun onderdanen die bestaansvoorwaarden scheppen, zonder welke de staat zelf, hoe goed dan ook ingericht, onverbiddelijk te gronde gaat en dat zij vooral aan gezinshoofden en jonge mannen werk verschaffen. Om dit doel te bereiken, moeten de regeringen de bezittende klasse aanzetten, om terwille van het algemeen welzijn die lasten op zich te nemen, zonder welke noch de staat, noch de bezittende klasse zelf zeker van haar bestaan kan zijn. Maar natuurlijk moeten de hiertoe door de overheid genomen maatregelen zo zijn, dat zij inderdaad hen treffen, die èn overvloed hebben van rijkdom en kapitaal èn deze van dag tot dag vergroten tot ernstig nadeel van hun medemensen.
Bovendien moeten de regeringen haar bijzondere zorg hierop richten, dat zij voor hun onderdanen die bestaansvoorwaarden scheppen, zonder welke de staat zelf, hoe goed dan ook ingericht, onverbiddelijk te gronde gaat en dat zij vooral aan gezinshoofden en jonge mannen werk verschaffen. Om dit doel te bereiken, moeten de regeringen de bezittende klasse aanzetten, om terwille van het algemeen welzijn die lasten op zich te nemen, zonder welke noch de staat, noch de bezittende klasse zelf zeker van haar bestaan kan zijn. Maar natuurlijk moeten de hiertoe door de overheid genomen maatregelen zo zijn, dat zij inderdaad hen treffen, die èn overvloed hebben van rijkdom en kapitaal èn deze van dag tot dag vergroten tot ernstig nadeel van hun medemensen.
Referenties naar alinea 75: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
76
Besturen met beleid en soberheid.
Het bestuur van de staat zelf, waarvan eenmaal aan God en aan de maatschappij rekenschap moet afgelegd worden, moet ingericht worden met zo groot beleid en soberheid, dat de onderdanen voor zich er een voorbeeld aan kunnen nemen. Meer dan ooit eist de zware economische crisis, waaronder alle volkeren gebukt gaan, dat zij, die over enorme rijkdommen beschikken, verzameld door de arbeid en het zweet van ontelbare mensen, alleen het algemeen welzijn nastreven en, naar vermogen, met alle kracht verhogen. Ook de overheidspersonen en de ambtenaren van lagere rang moeten, volgens plicht en geweten, hun taak ten volle en onbaatzuchtig vervullen naar het voorbeeld van die eminente mannen uit vroegere en nieuwere tijd, die er niet voor terugdeinsden door werkzaamheid en inspanning zich geheel te geven aan de belangen van de staat. In het onderling verkeer van de volkeren moeten zo spoedig mogelijk alle belemmeringen van het economisch leven, die een kunstmatig karakter dragen en overal juist door haat en wantrouwen ontstaan zijn, uit de weg worden geruimd, daar toch volgens Gods bestel alle volkeren slechts één gezin vormen.
Het bestuur van de staat zelf, waarvan eenmaal aan God en aan de maatschappij rekenschap moet afgelegd worden, moet ingericht worden met zo groot beleid en soberheid, dat de onderdanen voor zich er een voorbeeld aan kunnen nemen. Meer dan ooit eist de zware economische crisis, waaronder alle volkeren gebukt gaan, dat zij, die over enorme rijkdommen beschikken, verzameld door de arbeid en het zweet van ontelbare mensen, alleen het algemeen welzijn nastreven en, naar vermogen, met alle kracht verhogen. Ook de overheidspersonen en de ambtenaren van lagere rang moeten, volgens plicht en geweten, hun taak ten volle en onbaatzuchtig vervullen naar het voorbeeld van die eminente mannen uit vroegere en nieuwere tijd, die er niet voor terugdeinsden door werkzaamheid en inspanning zich geheel te geven aan de belangen van de staat. In het onderling verkeer van de volkeren moeten zo spoedig mogelijk alle belemmeringen van het economisch leven, die een kunstmatig karakter dragen en overal juist door haat en wantrouwen ontstaan zijn, uit de weg worden geruimd, daar toch volgens Gods bestel alle volkeren slechts één gezin vormen.
Referenties naar alinea 76: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
77
De Kerk vrij laten.
Maar de regeringen moeten ook aan de Kerk de vrijheid laten om de haar van Godswege toevertrouwde taak tot zaligheid van de zielen te verrichten, indien zij daardoor ook langs deze weg de volkeren met succes van de vreselijke kwaal onzer dagen willen bevrijden. Terecht wordt in deze tijd overal ter wereld een dringend beroep gedaan op de geestelijke krachten. Wanneer men immers de bron nagaat, waaruit het af te weren kwaad voortkomt, kan men niet ontkennen, dat het vooral de geesten aantast; en zijn deze eenmaal door principieel verkeerde ideeën besmet, dan vinden de jammerlijke en goddeloze dwaasheden van het communisme onafwijsbaar toegang. Welnu, wanneer het erom gaat de godsdienst te verzorgen en het zedelijk leven te regelen, komt ontegenzeggelijk de Kerk op de eerste plaats; dus eist het welzijn van de mensheid zelf, dat de werkzaamheid en invloed van de Kerk niet belemmerd worden.
Maar de regeringen moeten ook aan de Kerk de vrijheid laten om de haar van Godswege toevertrouwde taak tot zaligheid van de zielen te verrichten, indien zij daardoor ook langs deze weg de volkeren met succes van de vreselijke kwaal onzer dagen willen bevrijden. Terecht wordt in deze tijd overal ter wereld een dringend beroep gedaan op de geestelijke krachten. Wanneer men immers de bron nagaat, waaruit het af te weren kwaad voortkomt, kan men niet ontkennen, dat het vooral de geesten aantast; en zijn deze eenmaal door principieel verkeerde ideeën besmet, dan vinden de jammerlijke en goddeloze dwaasheden van het communisme onafwijsbaar toegang. Welnu, wanneer het erom gaat de godsdienst te verzorgen en het zedelijk leven te regelen, komt ontegenzeggelijk de Kerk op de eerste plaats; dus eist het welzijn van de mensheid zelf, dat de werkzaamheid en invloed van de Kerk niet belemmerd worden.
Referenties naar alinea 77: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
78
Indien men echter anders handelt en hetzelfde doel slechts met economische en sociale middelen wil trachten te bereiken, dan moet dat zonder twijfel op een gevaarlijke ontgoocheling uitlopen. Waar immers de godsdienst uit de school, de opvoeding van de jeugd, uit het openbare leven geweerd wordt, waar de bedienaren en de heilige gebruiken van de Kerk bespot worden, wordt daar niet het materialisme gepropageerd, waaraan het communisme zijn grondslag en verdere uitbouw ontleent? Inderdaad geen menselijke macht, al beschikt deze over de beste middelen, geen aardse idealen, al zijn zij nog zo hoog en edel, zijn in staat dergelijke ongebreidelde stromingen, die hun oorsprong vinden in een al te hartstochtelijk najagen van de goederen van dit vergankelijk leven, in te dammen.
Referenties naar alinea 78: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
79
Wij vertrouwen dan ook, dat zij, in wier handen het lot van de volkeren ligt, als zij tenminste het ernstige gevaar zien dat allen op het ogenblik bedreigt, van dag tot dag dieper overtuigd zullen zijn van hun plicht de Kerk niet te belemmeren in het vervullen van haar taak. En dit te meer, omdat zij door te streven naar het eeuwig geluk van de mensen, ook de ware tijdelijke voorspoed helpt verwerven en verhogen.
Referenties naar alinea 79: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 9 Vaderlijk woord tot de verdoolden
80
Voordat Wij echter deze Encycliek beëindigen, willen Wij ook een woord spreken tot diegenen onder Onze kinderen, die reeds het betreurenswaardig slachtoffer zijn van de kwaal van het communisme, ofwel gevaar lopen daardoor besmet te worden. Met aandrang sporen Wij hen aan te luisteren naar de stem van hun liefhebbenden Vader en Wij smeken God vurig, dat Hij hun verstand verlichte en de verdoolden afbrenge van het gevaarlijk pad, dat hen een droeve ondergang tegemoet voert, en dat zij weer Jezus Christus erkennen, de enigen Redder van het menselijk geslacht: " .. want onder de hemel is geen andere naam aan de mensen gegeven, waardoor wij zalig moeten worden" (Hand. 4, 12) [b:Hand. 4, 12].
Referenties naar alinea 80: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
81
En tenslotte, om de door allen vurig verlangde vrede in het rijk van Christus te bespoedigen vgl: Ubi Arcano Dei Concilio [[[649]]], stellen Wij de krachtige activiteit van de Kerk tegen de pogingen van het atheïstisch communisme onder de machtige bescherming van de H. Jozef, de veelvermogende Beschermer van de Katholieke Kerk. Daar hij immers zelf werkman was, heeft hij in eigen persoon, tezamen met het hem toevertrouwde huisgezin van Nazareth, dat hij vol zorg en toewijding bestuurde, de ongemakken van de armoede gedragen; en aan zijn hoede werd het Goddelijk Kind toevertrouwd, toen Herodes zijn beulen uitzond om Het te doden. Hij ook is door zijn trouwe en stipte plichtsvervulling van elke dag hun allen ten voorbeeld geweest, die met handenarbeid hun brood moeten verdienen; en hij die terecht een rechtvaardig man genoemd is, staat daar als het lichtend voorbeeld van de christelijke rechtvaardigheid, die het sociale leven moet bezielen.
Referenties naar alinea 81: 1
Le Voci che da Tutti ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
82
Met het oog dan omhoog gericht, verlicht door de kracht des geloofs, zien Wij als het ware "nieuwe hemel" en "een nieuwe aarde" (2 Pt. 3, 13) [b:2 Pt. 3, 13] (Jes. 65, 17; Jes. 66, 22; Openb. 21, 1) [[b:Jes. 65, 17; Jes. 66, 22; Openb. 21, 1]], waarover onze eerste Voorganger, de H. Petrus, spreekt. En terwijl de beloften van de valse profeten, in plaats van hier op aarde verwezenlijkt te worden, in bloed en tranen ten onder gaan, klinkt als het ware vanuit de hemel de blijde profetie van de Goddelijke Zaligmaker in het Boek van de Openbaring: "Zie, Ik maak alles nieuw" (Openb. 21, 5) [b:Openb. 21, 5] Thans, Eerbiedwaardige Broeders, rest ons niets anders, dan Onze Vaderhanden op te heffen en U, de U toevertrouwde priesters en gelovigen, het gehele katholieke huisgezin, de Apostolische Zegen te geven.
Gegeven te Rome, bij S. Pieter, de 19e Maart, het feest van de H. Jozef, Patroon van de Kerk, in het jaar 1937, het zestiende van Ons Pausschap. Paus Pius XI
Referenties naar alinea 82: 1
Le Voci che da Tutti ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 10
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/594-divini-redemptoris-nl