Nell'alba
x
Informatie over dit document
Nell'alba
Kerstboodschap 1941
Paus Pius XII
24 december 1941
Pauselijke geschriften - Radiotoespraken
1944, Ecclesia Docens - G&S 0145
24 december 1941
1 juli 2020
59
nl
Referenties naar dit document: 4
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- HOOFDSTUK -1 Inleiding
1
De ster van Bethlehem straalt nog altijd als teeken van hoop. De paus wil opwekken tot standvastigheid in het geloof en woorden van troost spreken.
Bij de dageraad en bij het licht, dat straalt als voorbode van het feest van 's Heeren heilige geboorte, een feest, dat altijd verwacht wordt met het levendig verlangen naar zoete en innige vreugde; nu ieder hoofd en iedere knie zich gereedmaakt om zich in aanbidding te neigen en te buigen voor het onuitsprekelijk geheim van de barmhartige goedheid van God, die in Zijn oneindige liefde aan de mensheid als grootste en hoogste gave Zijn eengeboren Zoon wilde schenken: zet ons hart, beminde zonen en dochters, verspreid over het aanschijn der aarde, zich wijd open voor u en stijgt het - al vergeet het de aarde niet - omhoog en dringt het diep in de hemel door.
Bij de dageraad en bij het licht, dat straalt als voorbode van het feest van 's Heeren heilige geboorte, een feest, dat altijd verwacht wordt met het levendig verlangen naar zoete en innige vreugde; nu ieder hoofd en iedere knie zich gereedmaakt om zich in aanbidding te neigen en te buigen voor het onuitsprekelijk geheim van de barmhartige goedheid van God, die in Zijn oneindige liefde aan de mensheid als grootste en hoogste gave Zijn eengeboren Zoon wilde schenken: zet ons hart, beminde zonen en dochters, verspreid over het aanschijn der aarde, zich wijd open voor u en stijgt het - al vergeet het de aarde niet - omhoog en dringt het diep in de hemel door.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De ster, die de wieg van de pasgeboren Verlosser aanwees, straalt sedert twintig eeuwen nog altijd in wonderbare glans, aan den hemel van de Christenheid. Al zijn de volken in beroering en al spannen de natiën samen tegen God en tegen Zijn Gezalfde (Ps. 2, 1-2) [[b:Ps. 2, 1-2]]: te midden van de stormvlagen der mensenwereld kende de ster geen ondergang, zij kent die niet en zal hem nimmer kennen: het verleden, het heden en de toekomst behoren aan haar. Zij vermaant om nooit te wanhopen; zij straalt boven de volken, ook wanneer op de aarde, als op een oceaan die buldert door de stormwind, zich de donkere onweerswolken samenpakken, die ondergang en ellenden dragen in haar schoot. Haar licht is een licht van, troost, van hoop, van onwankelbaar geloof, van leven en van zekerheid over de eindoverwinning van de Verlosser, de overwinning die als een stroom van heil zal uitmonden in een zee van innerlijke vrede en glorie voor allen, die, tot de bovennatuurlijke orde der genade verheven, de macht ontvangen hebben om kinderen Gods te worden, wijl zij uit God geboren zijn.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Daarom willen wij, die in deze bittere tijden van oorlogsberoeringen gekweld worden door uw kwellingen en lijden om uw lijden; wij, die evenals gij leven onder de zwaardrukkende benauwenis van een gesel, die nu reeds een derde jaar de mensheid, verscheurt, op den vooravond van zulk een groot feest gaarne met diepbewogen vaderhart het woord tot u richten, om u aan te sporen standvastig te blijven in het geloof, en om u de troost mede te delen van die waarachtige, overvloedige en bovenmenselijke hoop en zekerheid, die uitstralen van de wieg van den pasgeboren Verlosser.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 1 De tegenwoordige ramp en haar oorzaken
4
Welk een tegenstelling: het blijde kerstfeest en deze oorlog met al zijn misdaden en al zijn leed
In waarheid, beminde zonen, als ons oog niet verder zag dan stof en vlees, dan zou het nauwelijks enige reden tot troost vinden. Zeker, de klokken verbreiden de blijde boodschap van Kerstmis; kerken en bidplaatsen stralen in licht; godsdienstige accoorden verblijden de geesten; alles is feest en tooi in de gewijde tempels: maar de mensheid houdt niet op zichzelf in een verdelgingsoorlog te verscheuren. Bij de heilige liturgische plechtigheden weerklinkt op de lippen der Kerk de wonderschone antifoon: Rex pacificus magnificatus est, cuius vultum desiderat universa terra In Nativitato Domini, in I.. In Nativitato Domini, in I Vesp. antiph. 1; maar zij klinkt in schril contrast met de gebeurtenissen, die grommelen over vlakten en bergen met huiveringwekkend geraas; die over uitgestrekte gebieden akkers en huizen verwoesten en miljoenen mensen met hun gezinnen storten in het ongeluk, in de ellende en in de dood.
In waarheid, beminde zonen, als ons oog niet verder zag dan stof en vlees, dan zou het nauwelijks enige reden tot troost vinden. Zeker, de klokken verbreiden de blijde boodschap van Kerstmis; kerken en bidplaatsen stralen in licht; godsdienstige accoorden verblijden de geesten; alles is feest en tooi in de gewijde tempels: maar de mensheid houdt niet op zichzelf in een verdelgingsoorlog te verscheuren. Bij de heilige liturgische plechtigheden weerklinkt op de lippen der Kerk de wonderschone antifoon: Rex pacificus magnificatus est, cuius vultum desiderat universa terra In Nativitato Domini, in I.. In Nativitato Domini, in I Vesp. antiph. 1; maar zij klinkt in schril contrast met de gebeurtenissen, die grommelen over vlakten en bergen met huiveringwekkend geraas; die over uitgestrekte gebieden akkers en huizen verwoesten en miljoenen mensen met hun gezinnen storten in het ongeluk, in de ellende en in de dood.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Zeker, bewonderenswaardig zijn de talrijke voorbeelden die wij aanschouwen van ontembare moed bij de verdediging van het recht en van de geboortegrond; voorbeelden van kalmte in het lijden, van zielen die leven als offervlammen voor de triomf van waarheid en gerechtigheid. Maar toch gaat onze gedachte met een angst die ons het hart bezwaart en staren wij als in een droom naar de vreselijke botsingen van wapenen en bloed, die plaats vonden in dit jaar dat nu ten einde gaat. Wij denken aan,het rampzalige lot van gewonden en gevangenen; aan het lichamelijk en geestelijk lijden; aan de slachtingen, de verwoestingen en de puinhopen, die de luchtoorlog meebrengt en uitstort over grote en volkrijke steden, over centra van nijverheid en uitgestrekte industriegebieden; aan de verkwiste rijkdommen der staten; aan de miljoenen mensen, die door het ontzettend conflict en het wrede geweld worden gedompeld in ellende en gebrek.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
En terwijl de kracht en de gezondheid van een groot deel van de jeugd, die de rijpe leeftijd nadert, geschokt worden door de ontberingen, welke de huidige ramp haar oplegt, stijgen daartegenover de oorlogskosten en lasten met sprongen tot duizelingwekkende hoogten; zij veroorzaken een zich samentrekken van alle productieve krachten op burgerlijk en maatschappelijk gebied, en geven - het kan niet anders - grond aan de angstige vooruitzichten van degenen, die vol bezorgdheid het oog op de toekomst richten.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De idee van het geweld verstikt en vernietigt de maatstaf van het recht. Geeft aan individuen en aan sociale of politieke groepen de gelegenheid en zet de deur voor hen open om zich te vergrijpen aan andermans goederen en leven; laat ook de andere destructieve krachten op zedelijk gebied vrij spel om de burgerlijke atmosfeer tot stormens toe te verstoren en in oproer te brengen: en gij zult de begrippen van goed en kwaad, van recht en onrecht hun scherpe contouren zien verliezen; gij zult ze zien afstompen, vervagen en op het punt staan te verdwijnen. Wie krachtens zijn herderlijke bediening gelegenheid heeft een blik te slaan in het binnenste der harten, weet en ziet, welk een opeenstapeling van smarten en onzeglijke angsten in vele zielen in gewicht en omvang toeneemt, er de lust en de vreugde om te werken en om te leven verzwakt, er de geestelijke aspiraties verstikt, ze stom en lusteloos maakt, vol wantrouwen en als het ware hopeloos tegenover de gebeurtenissen en de noden. Dat zijn storingen in het zielenleven, die niemand licht mag opvatten, als het ware welzijn der volken hem ter harte gaat en als hij een spoedige terugkeer tot normale en geordende voorwaarden voor leven en werken verlangt te bevorderen. Tegenover zulk een aanblik van het heden ontstaat een gevoel van bitterheid, die het hart vervult, en dat des te meer, naarmate men op het ogenblik geen enkele weg open ziet om te komen tot een vergelijk tussen de oorlogvoerende partijen, wier oorlogsdoeleinden en oorlogsprogramma's van weerskanten in een onverzoenlijke tegenstelling schijnen te staan.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De oorzaak van deze ellende is niet het te kort schieten van het Christendom maar juist de ontrouw aan het Christendom en de verdrukking der Kerk
Wanneer men nu een onderzoek instelt naar de oorzaken van de tegenwoordige verwoestingen, waartegenover de mensheid, die ze beschouwt, perplex staat, dan hoort men niet zelden de verzekering, dat het Christendom in zijn zending te kort is geschoten. Wie en wat geeft grond voor zulk een beschuldiging? Zijn het misschien de apostelen, "de glorie van Christus"? (2 Kor. 8, 23) [b:2 Kor. 8, 23]. Zijn het die heldhaftige ijveraars voor geloof en gerechtigheid, die herders en priesters, herauten van het Christendom, die ondanks vervolgingen en martelingen de barbaarsheid veredelden en haar eerbiedig deden knielen voor het altaar van Christus; die de christelijke beschaving hebben ingeluid; die de resten van de wijsheid en de kunst van Athene en Rome hebben gered; de volken één maakten in de belijdenis van Christus' naam; die wetenschap en deugd verbreidden; het kruis plaatsten op de hoog in de lucht rijzende torenspitsen en bogen der kathedralen, beelden van de hemel, monumenten van geloof en godsvrucht, die nu nog hun eerbiedwaardig hoofd opheffen te midden der ruïnen van Europa? Neen, het Christendom, welks kracht afkomstig is van Hem, die de weg, de waarheid en het leven is, en die met Zijn werk is en zijn zal tot aan de voleinding der eeuwen, is niet te kort geschoten in zijn zending; maar de mensen zijn in opstand gekomen tegen het ware en aan Christus en Zijn leer getrouwe Christendom. Zij hebben zich een Christendom gevormd naar eigen believen: een nieuwe afgod, die geen redding brengt, die niet ingaat tegen de hartstochten van de begeerlijkheid van het vlees, tegen de zucht naar het bezit van goud en zilver dat de ogen betovert, en tegen de hovaardij des levens; een nieuwe godsdienst zonder ziel of een ziel zonder godsdienst, een masker van een dood Christendom zonder de geest van Christus; en na dat alles hebben zij het uitgeroepen, dat het Christendom in zijn zending te kort is geschoten!
Wanneer men nu een onderzoek instelt naar de oorzaken van de tegenwoordige verwoestingen, waartegenover de mensheid, die ze beschouwt, perplex staat, dan hoort men niet zelden de verzekering, dat het Christendom in zijn zending te kort is geschoten. Wie en wat geeft grond voor zulk een beschuldiging? Zijn het misschien de apostelen, "de glorie van Christus"? (2 Kor. 8, 23) [b:2 Kor. 8, 23]. Zijn het die heldhaftige ijveraars voor geloof en gerechtigheid, die herders en priesters, herauten van het Christendom, die ondanks vervolgingen en martelingen de barbaarsheid veredelden en haar eerbiedig deden knielen voor het altaar van Christus; die de christelijke beschaving hebben ingeluid; die de resten van de wijsheid en de kunst van Athene en Rome hebben gered; de volken één maakten in de belijdenis van Christus' naam; die wetenschap en deugd verbreidden; het kruis plaatsten op de hoog in de lucht rijzende torenspitsen en bogen der kathedralen, beelden van de hemel, monumenten van geloof en godsvrucht, die nu nog hun eerbiedwaardig hoofd opheffen te midden der ruïnen van Europa? Neen, het Christendom, welks kracht afkomstig is van Hem, die de weg, de waarheid en het leven is, en die met Zijn werk is en zijn zal tot aan de voleinding der eeuwen, is niet te kort geschoten in zijn zending; maar de mensen zijn in opstand gekomen tegen het ware en aan Christus en Zijn leer getrouwe Christendom. Zij hebben zich een Christendom gevormd naar eigen believen: een nieuwe afgod, die geen redding brengt, die niet ingaat tegen de hartstochten van de begeerlijkheid van het vlees, tegen de zucht naar het bezit van goud en zilver dat de ogen betovert, en tegen de hovaardij des levens; een nieuwe godsdienst zonder ziel of een ziel zonder godsdienst, een masker van een dood Christendom zonder de geest van Christus; en na dat alles hebben zij het uitgeroepen, dat het Christendom in zijn zending te kort is geschoten!
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Laten wij tot op den bodem van het geweten van de moderne maatschappij graven; laten wij de wortel van het kwaad zoeken; waar zit die wortel? Zeker, ook hier willen wij de lof niet verzwijgen, die toekomt aan het wijze inzicht van die regeerders, die tot voordeel voor hun volk de waardevolle krachten der christelijke beschaving ofwel altijd begunstigden, ofwel opnieuw in ere verlangden en wisten te brengen bij de gelukkige betrekkingen tussen Kerk en staat, bij de bescherming van de heiligheid van het huwelijk en bij de godsdienstige opvoeding der jeugd. Maar daartegenover kunnen wij de ogen niet sluiten voor het droevig schouwspel der steeds voortschrijdende ontkerstening van individu en maatschappij. Die ontkerstening is van zedelijke verslapping overgegaan tot verdoezeling en tot openlijke ontkenning van waarheden en krachten, die bestemd waren de geesten te verlichten omtrent hetgeen goed en kwaad is, en een steun te zijn voor het gezinsleven, het persoonlijk leven, het staatsleven en het openbare leven. Een godsdienstige bloedarmoede, gelijkend op een, om zich heen grijpende besmetting, heeft vele volken van Europa en van de wereld zo sterk aangetast, en in de zielen zulk een morele leegte veroorzaakt, dat geen enkele godsdienstige herordening of nationale en internationale mythe in staat zou zijn die leegte aan te vullen. Wat wist men met woorden, met daden, met maatregelen sedert tientallen van jaren, ja, sedert eeuwen beters - of liever slechters - te doen, dan uit de harten der mensen, van de jeugd tot de ouderdom toe, het geloof in God, Schepper en Vader van allen, beloner van het goed en straffer van het kwaad, te verdrijven, door opvoeding en onderwijs te misvormen, door met alle mogelijke middelen - de verbreiding van het gesproken en het gedrukte woord, het misbruik van wetenschap en macht - de godsdienst en de Kerk van Christus te bestrijden en te verdrukken?
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
De ontkerstening heeft geleid tot een louter materialistische opvatting
Toen de geest eenmaal in den zedelijke afgrond was neergeworpen door de vervreemding van God en van de christelijke levenspraktijk, bleef er maar één ding over. Al de gedachten, plannen, ondernemingen, heel de waardering der dingen, der handelingen en der werken van de mensen keerden zich tot de stoffelijke wereld en hadden daar slechts oog meer voor. Men zwoegde en spande zich in om zich in de ruimte uit te breiden, om meer dan ooit alle grenzen te overschrijden bij het veroveren van rijkdommen en macht, om te wedijveren in snelheid bij het meer en beter produceren van alles wat de vooruitgang of de materiële ontwikkeling scheen te vorderen.
Toen de geest eenmaal in den zedelijke afgrond was neergeworpen door de vervreemding van God en van de christelijke levenspraktijk, bleef er maar één ding over. Al de gedachten, plannen, ondernemingen, heel de waardering der dingen, der handelingen en der werken van de mensen keerden zich tot de stoffelijke wereld en hadden daar slechts oog meer voor. Men zwoegde en spande zich in om zich in de ruimte uit te breiden, om meer dan ooit alle grenzen te overschrijden bij het veroveren van rijkdommen en macht, om te wedijveren in snelheid bij het meer en beter produceren van alles wat de vooruitgang of de materiële ontwikkeling scheen te vorderen.
- Vandaar in de politiek: het overheersen van een tomeloze drang naar expansie en het louter rekening houden met politieke winst, zonder zich om de moraal te bekommeren.
- In de economie: het overheersen van de grote en reusachtige ondernemingen en vennootschappen.
- In het sociale leven: de samenstroming en de met zware lasten gepaard gaande overmatige opeenhoping der volksmassa's in de grote steden en de centra van industrie en handel, met die onvastheid, welke het gevolg en het begeleidend verschijnsel is van een groot getal mensen, die van woning en verblijfplaats, van landstreek en ambacht, van genegenheden en vriendschappen veranderen.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Deze opvatting heeft weer geleid tot ideëen omtrent maatschappij en staat waaruit deze oorlog wel moest voortkomen
Hieruit ontstond een verder gevolg: de wederzijdse verhoudingen in het sociale leven namen een louter fysiek en mechanisch karakter aan. Met minachting voor iedere redelijke beperking of consideratie, stelde de heerschappij van de uiterlijke dwang, het blote bezit van de macht, zich boven de normen, die de menselijke samenleving moeten regelen, die van God afkomstig zijn en bepalen, welke natuurlijke en bovennatuurlijke verhoudingen er bestaan tussen de rechtvaardigheid en de liefde tegenover de enkelingen en de gemeenschap. De grootheid en de waardigheid van de menselijke persoonlijkheid en van de particuliere gemeenschappen werden verzwakt, omlaag gehaald en vernietigd door de idee dat macht de schepper is van recht. Het privaat bezit werd voor de een een macht, die er op gericht was, het werk van anderen vruchteloos te maken; in de anderen verwekte het afgunst, onverdraagzaamheid en haat; en de organisatie die daaruit volgde maakte zich tot een krachtig strijdwapen om partijbelangen de overhand te doen krijgen. In sommige landen bond een godeloze of antichristelijke staatsopvatting met haar wijduitgestrekte vangarmen het individu zozeer aan zich, dat zij het als het ware beroofde van alle onafhankelijkheid niet alleen in het openbare maar evenzeer in het particuliere leven.
Hieruit ontstond een verder gevolg: de wederzijdse verhoudingen in het sociale leven namen een louter fysiek en mechanisch karakter aan. Met minachting voor iedere redelijke beperking of consideratie, stelde de heerschappij van de uiterlijke dwang, het blote bezit van de macht, zich boven de normen, die de menselijke samenleving moeten regelen, die van God afkomstig zijn en bepalen, welke natuurlijke en bovennatuurlijke verhoudingen er bestaan tussen de rechtvaardigheid en de liefde tegenover de enkelingen en de gemeenschap. De grootheid en de waardigheid van de menselijke persoonlijkheid en van de particuliere gemeenschappen werden verzwakt, omlaag gehaald en vernietigd door de idee dat macht de schepper is van recht. Het privaat bezit werd voor de een een macht, die er op gericht was, het werk van anderen vruchteloos te maken; in de anderen verwekte het afgunst, onverdraagzaamheid en haat; en de organisatie die daaruit volgde maakte zich tot een krachtig strijdwapen om partijbelangen de overhand te doen krijgen. In sommige landen bond een godeloze of antichristelijke staatsopvatting met haar wijduitgestrekte vangarmen het individu zozeer aan zich, dat zij het als het ware beroofde van alle onafhankelijkheid niet alleen in het openbare maar evenzeer in het particuliere leven.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Wie zal er zich dan op het ogenblik over kunnen verbazen, dat zulk een radicale oppositie tegen de beginselen der christelijke leer ten slotte uitliep op een hevige ontlading van innerlijke en uiterlijke spanningen, zo hevig dat zij leidde tot een vernietiging van mensenlevens, een verwoesting van goederen als die, welke wij aanschouwen en waarvan wij met diepe droefheid getuigen zijn? Noodlottig gevolg en vrucht van de daar juist beschreven sociale mistoestanden, brengt de oorlog de invloed en de ontwikkeling daarvan niet tot stilstand; integendeel, hij bevordert, verhaast en verbreedt die veeleer - met des te groter nadeel naarmate hij langer duurt - door de catastrofe nog algemener te maken.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Dit oordeel bedoelt geen verwerping van de ware technische en materiële vooruitgang
Uit ons woord tegen het materialisme van de laatste eeuw en van de tegenwoordige tijd zou men verkeerd redeneren, als men er een veroordeling van de technische vooruitgang uit zou afleiden. Neen, wij veroordelen niet wat een gave is van God. Gelijk God voor ons het brood laat groeien uit de kluiten der aarde, zoo verborg Hij in de dagen van de schepping der wereld in de diepste ingewanden van den aardbodem schatten van vuur, van metalen, van kostbare gesteenten, opdat de hand van den mens die daaruit zou opdelven voor zijn behoeften, zijn werken, zijn vooruitgang. De Kerk, de moeder van zovele universiteiten in Europa, die nog altijd de meest vooruitstrevende beoefenaars der wetenschappen en natuuronderzoekers hooghoudt en in haar schoot verenigt, weet echter heel goed, dat men van ieder goed en ook van de wilsvrijheid zelf een lofwaardig en op loon rechtgevend ofwel een afkeurenswaardig en veroordelenswaardig gebruik kan maken. Zo is het gekomen, dat de geest en de strekking, waarmee men menigmaal van den technische vooruitgang gebruik maakte, er toe geleid hebben, dat op het huidig ogenblik de techniek haar eigen dwaling moet uitboeten en als het ware zich haar eigen straf moet toedienen door het scheppen van werktuigen van vernieling, die vandaag verwoesten wat zij gisteren heeft opgebouwd.
Uit ons woord tegen het materialisme van de laatste eeuw en van de tegenwoordige tijd zou men verkeerd redeneren, als men er een veroordeling van de technische vooruitgang uit zou afleiden. Neen, wij veroordelen niet wat een gave is van God. Gelijk God voor ons het brood laat groeien uit de kluiten der aarde, zoo verborg Hij in de dagen van de schepping der wereld in de diepste ingewanden van den aardbodem schatten van vuur, van metalen, van kostbare gesteenten, opdat de hand van den mens die daaruit zou opdelven voor zijn behoeften, zijn werken, zijn vooruitgang. De Kerk, de moeder van zovele universiteiten in Europa, die nog altijd de meest vooruitstrevende beoefenaars der wetenschappen en natuuronderzoekers hooghoudt en in haar schoot verenigt, weet echter heel goed, dat men van ieder goed en ook van de wilsvrijheid zelf een lofwaardig en op loon rechtgevend ofwel een afkeurenswaardig en veroordelenswaardig gebruik kan maken. Zo is het gekomen, dat de geest en de strekking, waarmee men menigmaal van den technische vooruitgang gebruik maakte, er toe geleid hebben, dat op het huidig ogenblik de techniek haar eigen dwaling moet uitboeten en als het ware zich haar eigen straf moet toedienen door het scheppen van werktuigen van vernieling, die vandaag verwoesten wat zij gisteren heeft opgebouwd.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 2 De weg ter redding
14
De redding zal zijn de terugkeer tot het geloof
Tegenover de uitgestrektheid van de ramp, die haar oorsprong vond in de dwalingen waarop wij wezen, biedt zich geen ander redmiddel aan dan de terugkeer tot de altaren, aan wier voet ontelbare geslachten van gelovigen weleer de zegen en de zedelijke kracht opdeden ter vervulling van hun eigen plichten; de terugkeer tot het geloof, dat afzonderlijke mensen en gemeenschappen verlichtte en de rechten en plichten leerde die op ieder betrekking hadden; die terugkeer tot de wijze en onwankelbare normen van een sociale orde, die zowel op nationaal als op internationaal gebied een afdoende, slagboom oprichten zowel tegen het misbruik van de vrijheid als tegen het misbruik van de macht. Maar de roep om tot die weldadige bronnen terug te keren moet luide, aanhoudend, algemeen weerklinken in de ure, waarin de oude orde zal gaan verdwijnen en toegang zal verlenen en haar plaats zal afstaan aan een nieuwe orde.
Tegenover de uitgestrektheid van de ramp, die haar oorsprong vond in de dwalingen waarop wij wezen, biedt zich geen ander redmiddel aan dan de terugkeer tot de altaren, aan wier voet ontelbare geslachten van gelovigen weleer de zegen en de zedelijke kracht opdeden ter vervulling van hun eigen plichten; de terugkeer tot het geloof, dat afzonderlijke mensen en gemeenschappen verlichtte en de rechten en plichten leerde die op ieder betrekking hadden; die terugkeer tot de wijze en onwankelbare normen van een sociale orde, die zowel op nationaal als op internationaal gebied een afdoende, slagboom oprichten zowel tegen het misbruik van de vrijheid als tegen het misbruik van de macht. Maar de roep om tot die weldadige bronnen terug te keren moet luide, aanhoudend, algemeen weerklinken in de ure, waarin de oude orde zal gaan verdwijnen en toegang zal verlenen en haar plaats zal afstaan aan een nieuwe orde.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Zonder die terugkeer is alle werk tevergeefs
De toekomstige wederopbouw zal een kostbare gelegenheid kunnen bieden en geven om het goede te bevorderen, maar zal ook niet zonder gevaren zijn om in dwalingen te vallen en met die dwalingen het kwaad te begunstigen. Hij zal voorzichtige ernst en rijpe overweging eisen niet alleen om de reusachtige moeilijkheid van het werk, maar ook om de ernstige gevolgen, die hij in geval van mislukking op stoffelijk en geestelijk gebied zou veroorzaken. Hij zal mensen vragen wier geest een wijde blik heeft en wier wil vast staat in zijn besluit, moedige en werkzame mensen, maar boven en vóór alles mensen van geweten, die bij hun plannen, hun beraadslagingen, hun handelingen bezield, bewogen en gesteund worden - door een levendig besef van verantwoordelijkheid, en die er niet voor zullen terugschrikken zich voor de heilige wetten van God te buigen. Want, als met de werkkracht, die in de materiële orde scheppend optreedt, niet gepaard gaat een zeer hoge graad van bedachtzaamheid en een oprechte bedoeling in de morele orde, dan zal zonder twijfel het woord van den H. Augustinus bewaarheid worden: "Zij lopen goed, maar zij lopen niet op de weg. Hoe meer zij lopen, des te meer dwalen zij, omdat zij van de weg afwijken." 141 cap. 4; Migne, P.L. t. 83, col. 777 [[880]]
De toekomstige wederopbouw zal een kostbare gelegenheid kunnen bieden en geven om het goede te bevorderen, maar zal ook niet zonder gevaren zijn om in dwalingen te vallen en met die dwalingen het kwaad te begunstigen. Hij zal voorzichtige ernst en rijpe overweging eisen niet alleen om de reusachtige moeilijkheid van het werk, maar ook om de ernstige gevolgen, die hij in geval van mislukking op stoffelijk en geestelijk gebied zou veroorzaken. Hij zal mensen vragen wier geest een wijde blik heeft en wier wil vast staat in zijn besluit, moedige en werkzame mensen, maar boven en vóór alles mensen van geweten, die bij hun plannen, hun beraadslagingen, hun handelingen bezield, bewogen en gesteund worden - door een levendig besef van verantwoordelijkheid, en die er niet voor zullen terugschrikken zich voor de heilige wetten van God te buigen. Want, als met de werkkracht, die in de materiële orde scheppend optreedt, niet gepaard gaat een zeer hoge graad van bedachtzaamheid en een oprechte bedoeling in de morele orde, dan zal zonder twijfel het woord van den H. Augustinus bewaarheid worden: "Zij lopen goed, maar zij lopen niet op de weg. Hoe meer zij lopen, des te meer dwalen zij, omdat zij van de weg afwijken." 141 cap. 4; Migne, P.L. t. 83, col. 777 [[880]]
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
De geschiedenis bewijst dat
Het zou ook de eerste maal niet zijn dat mensen, die leven in de verwachting zich met de lauwerkrans van overwinningen in de oorlog te bekransen, er van droomden, aan de wereld een nieuwe ordening te geven door nieuwe wegen aan te wijzen, die, in hun oog, tot welzijn, voorspoed en vooruitgang zouden leiden. Maar telkens als zij daarbij toegaven aan de bekoring, hun eigen bouwsel op te dringen tegen de uitspraak der rede, der gematigdheid, der gerechtigheid en der edele menselijkheid in, zagen zij zich tot val gekomen en gedwongen met verbazing de ramen van hun bedrogen verwachtingen en hun verijdelde plannen te aanschouwen. De geschiedenis leert dan ook, dat vredesverdragen, die waren opgesteld in een geest en met voorwaarden welke in strijd waren hetzij met de uitspraken der moraal hetzij met de ware politieke wijsheid, nooit anders dan een armzalig en kortstondig bestaan hadden. Zo legde zij door haar getuigenis een fout in de berekening bloot, die wel menselijk, maar daarom niet minder verderfelijk was.
Het zou ook de eerste maal niet zijn dat mensen, die leven in de verwachting zich met de lauwerkrans van overwinningen in de oorlog te bekransen, er van droomden, aan de wereld een nieuwe ordening te geven door nieuwe wegen aan te wijzen, die, in hun oog, tot welzijn, voorspoed en vooruitgang zouden leiden. Maar telkens als zij daarbij toegaven aan de bekoring, hun eigen bouwsel op te dringen tegen de uitspraak der rede, der gematigdheid, der gerechtigheid en der edele menselijkheid in, zagen zij zich tot val gekomen en gedwongen met verbazing de ramen van hun bedrogen verwachtingen en hun verijdelde plannen te aanschouwen. De geschiedenis leert dan ook, dat vredesverdragen, die waren opgesteld in een geest en met voorwaarden welke in strijd waren hetzij met de uitspraken der moraal hetzij met de ware politieke wijsheid, nooit anders dan een armzalig en kortstondig bestaan hadden. Zo legde zij door haar getuigenis een fout in de berekening bloot, die wel menselijk, maar daarom niet minder verderfelijk was.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Om een herhaling van zulk een dwaling te voorkomen zal de Paus overeenkomstig zijn recht en zijn plicht spreken Thans zijn de verwoestingen van deze oorlog te geweldig om er ook nog de rampen van een mislukte en verijdelde vrede aan te mogen toevoegen. En daarom is het ter vermijding van zulk een ongeluk passend, dat niet alleen deze of die partij, niet alleen dit of dat volk, maar dat alle volken, ja, de gehele mensheid met oprechte wil en eerlijke krachtsinspanning en met het besluit om edelmoedig er voor te offeren, tot de vrede samenwerken. Dat is een wereldonderneming ten algemene nutte, die de medewerking der christenheid vordert voor de godsdienstige en morele kanten van het nieuwe gebouw, dat men wil gaan oprichten.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Wij maken derhalve gebruik van een recht dat wij hebben, of liever, wij vervullen een plicht die wij hebben, als wij heden op de vigilie van het heilig Kerstfeest - de goddelijke dageraad van hoop en vrede voor de wereld - met het gezag van ons apostolisch ambt en met de warme aansporing van ons hart de aandacht en het nadenken der gehele wereld vragen voor de gevaren welke een vrede belagen en bedreigen, die een geschikte basis moet vormen voor een ware nieuwe ordening en die moet beantwoorden aan de verwachtingen en de wensen der volken voor een rustiger toekomst.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 3 De nieuwe orde
19
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Het fundament van de nieuwe orde moet zijn de zedenwet
Zulk een nieuwe ordening, naar welker verwezenlijking alle volken vurig verlangen, na de beproevingen en verwoestingen van deze oorlog, moet opgebouwd worden op de onwankelbare en onveranderlijke rots der zedenwet, die door den Schepper zelf door middel der natuurlijke orde is bekend gemaakt en door Hem met onuitwisbare letters in de harten der mensen is gegrift. Dat is de zedenwet, wier onderhouding door de openbare mening van alle volken en van alle staten moet worden ingehamerd en bevorderd met zulk een éénstemmigheid en zulk een eensgezinde kracht, dat niemand het zal kunnen aandurven haar in twijfel te trekken of haar bindend en verplichtend karakter te verzwakken.
Zulk een nieuwe ordening, naar welker verwezenlijking alle volken vurig verlangen, na de beproevingen en verwoestingen van deze oorlog, moet opgebouwd worden op de onwankelbare en onveranderlijke rots der zedenwet, die door den Schepper zelf door middel der natuurlijke orde is bekend gemaakt en door Hem met onuitwisbare letters in de harten der mensen is gegrift. Dat is de zedenwet, wier onderhouding door de openbare mening van alle volken en van alle staten moet worden ingehamerd en bevorderd met zulk een éénstemmigheid en zulk een eensgezinde kracht, dat niemand het zal kunnen aandurven haar in twijfel te trekken of haar bindend en verplichtend karakter te verzwakken.
Referenties naar alinea 19: 2
Pacem in Terris ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Als een schitterende vuurtoren, zo moet die zedenwet met de stralen van haar beginselen de koers der werkzaamheid van mensen en staten richten. Deze hebben haar waarschuwende, heilzame en nuttige aanwijzingen te volgen, als zij niet ieder werk en iedere krachtsinspanning voor het vestigen van een nieuwe orde aan storm en schipbreuk willen overleveren. Daarom willen wij, met samenvatting en aanvulling van hetgeen bij andere gelegenheden door ons werd uiteengezet, ook nu met klem aandringen op enige wezenlijke voorvereisten, waaraan een internationale orde moet voldoen om aan alle volken een rechtvaardige en duurzame vrede te verzekeren en vruchten van welvaart en voorspoed op te leveren.
Referenties naar alinea 20: 1
Pacem in Terris ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Gaudium et Spes ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De voornaamste eisen van een nieuwe orde
1.
Binnen het kader van een nieuwe orde, gebaseerd op de beginselen der zedenwet, is er geen plaats voor de schending van de vrijheid, de integriteit en de veiligheid van andere naties, ongeacht de uitgestrektheid van hun grondgebied of hun vermogen tot zelfverdediging. Al is het onvermijdelijk, dat de grote staten, door de grotere mogelijkheden die zij bezitten en door hun grotere macht, de banen aanwijzen voor het tot stand komen van economische groeperingen tussen hen en kleinere en zwakkere natiën: toch behouden deze - evenals alle staten binnen de perken van het algemeen belang - het onbetwistbare recht op erkenning van hun politieke onafhankelijkheid, het recht om bij conflicten tussen de staten op daadwerkelijke wijze die neutraliteit te bewaren, die hun volgens het natuurrecht en het volkenrecht toekomt, alsmede het recht op hun economische ontwikkeling, want alleen op die manier zullen zij op behoorlijke wijze het algemeen welzijn en het stoffelijk en geestelijk welzijn van hun eigen volk kunnen bereiken.
1.
Binnen het kader van een nieuwe orde, gebaseerd op de beginselen der zedenwet, is er geen plaats voor de schending van de vrijheid, de integriteit en de veiligheid van andere naties, ongeacht de uitgestrektheid van hun grondgebied of hun vermogen tot zelfverdediging. Al is het onvermijdelijk, dat de grote staten, door de grotere mogelijkheden die zij bezitten en door hun grotere macht, de banen aanwijzen voor het tot stand komen van economische groeperingen tussen hen en kleinere en zwakkere natiën: toch behouden deze - evenals alle staten binnen de perken van het algemeen belang - het onbetwistbare recht op erkenning van hun politieke onafhankelijkheid, het recht om bij conflicten tussen de staten op daadwerkelijke wijze die neutraliteit te bewaren, die hun volgens het natuurrecht en het volkenrecht toekomt, alsmede het recht op hun economische ontwikkeling, want alleen op die manier zullen zij op behoorlijke wijze het algemeen welzijn en het stoffelijk en geestelijk welzijn van hun eigen volk kunnen bereiken.
Referenties naar alinea 21: 4
Pacem in Terris ->=geentekst=Gaudium et Spes ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
2.
Binnen het kader van een nieuwe orde, gebaseerd op de beginselen der zedenwet, is er geen plaats voor de openlijke of sluw verborgen onderdrukking der eigenaardigheden in cultuur en taal van nationale minderheden, voor het belemmeren of bekrimpen van haar economische capaciteiten, voor de beperking of de vernietiging van haar natuurlijke vruchtbaarheid. Hoe gewetensvoller de bevoegde overheid van de staat de rechten der minderheden eerbiedigt, met des te groter zekerheid en uitwerking kan zij van de leden van die minderheden de loyale vervulling der burgerplichten eisen, die zij met alle andere burgers gemeen hebben.
Binnen het kader van een nieuwe orde, gebaseerd op de beginselen der zedenwet, is er geen plaats voor de openlijke of sluw verborgen onderdrukking der eigenaardigheden in cultuur en taal van nationale minderheden, voor het belemmeren of bekrimpen van haar economische capaciteiten, voor de beperking of de vernietiging van haar natuurlijke vruchtbaarheid. Hoe gewetensvoller de bevoegde overheid van de staat de rechten der minderheden eerbiedigt, met des te groter zekerheid en uitwerking kan zij van de leden van die minderheden de loyale vervulling der burgerplichten eisen, die zij met alle andere burgers gemeen hebben.
Referenties naar alinea 22: 2
Gaudium et Spes ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
3.
Binnen het kader van een nieuwe orde, gebaseerd op de beginselen der zedenwet, is er geen plaats voor de bekrompen egoïstische berekeningen, wier streven is het zich meester maken van de economische bronnen en de grondstoffen voor algemeen gebruik in zulk een mate, dat de naties, die minder door de natuur begunstigd zijn, daarvan uitgesloten blijven. Onder dit opzicht is het voor ons een grote troost te zien, dat men de noodzakelijkheid van een deelname aan al de goederen van de aarde erkent ook bij die naties, die bij de toepassing van dit beginsel zouden behoren tot de groep van degenen die geven en niet van degenen die ontvangen. Het is echter overeenkomstig de billijkheid, dat een oplossing van zulk een vraagstuk, dat beslissend is voor de wereldhuishouding, methodisch en geleidelijk en met de nodige garanties plaats heeft en een les trekt uit de tekortkomingen en de verzuimen van het verleden. Als men er bij een toekomstige vrede niet toe zou komen dit punt moedig onder de ogen te zien, dan zou er in de verhoudingen tussen de volken een diepzittende en wijdvertakte wortel achterblijven, waaruit bittere tegenstellingen en felle gevoelens van afgunst zouden ontspruiten, die ten slotte tot nieuwe conflicten zouden leiden. Hier valt echter op te merken, hoe de bevredigende oplossing van dat probleem nauw verbonden is met een ander fundamenteel beginsel van een nieuwe orde, waarover wij in het volgende punt spreken.
Binnen het kader van een nieuwe orde, gebaseerd op de beginselen der zedenwet, is er geen plaats voor de bekrompen egoïstische berekeningen, wier streven is het zich meester maken van de economische bronnen en de grondstoffen voor algemeen gebruik in zulk een mate, dat de naties, die minder door de natuur begunstigd zijn, daarvan uitgesloten blijven. Onder dit opzicht is het voor ons een grote troost te zien, dat men de noodzakelijkheid van een deelname aan al de goederen van de aarde erkent ook bij die naties, die bij de toepassing van dit beginsel zouden behoren tot de groep van degenen die geven en niet van degenen die ontvangen. Het is echter overeenkomstig de billijkheid, dat een oplossing van zulk een vraagstuk, dat beslissend is voor de wereldhuishouding, methodisch en geleidelijk en met de nodige garanties plaats heeft en een les trekt uit de tekortkomingen en de verzuimen van het verleden. Als men er bij een toekomstige vrede niet toe zou komen dit punt moedig onder de ogen te zien, dan zou er in de verhoudingen tussen de volken een diepzittende en wijdvertakte wortel achterblijven, waaruit bittere tegenstellingen en felle gevoelens van afgunst zouden ontspruiten, die ten slotte tot nieuwe conflicten zouden leiden. Hier valt echter op te merken, hoe de bevredigende oplossing van dat probleem nauw verbonden is met een ander fundamenteel beginsel van een nieuwe orde, waarover wij in het volgende punt spreken.
Referenties naar alinea 23: 2
Gaudium et Spes ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Gaudium et Spes ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
4.
Binnen het kader van een nieuwe orde, gebaseerd op de beginselen der zedenwet, is er - als eenmaal de meest gevaarlijke haarden van gewapende conflicten verwijderd zijn - geen plaats voor een totale oorlog, noch voor een dolle wedloop in bewapening. Men mag niet toelaten, dat de ramp van een wereldoorlog met al zijn economische en sociale verwoestingen en zijn immorele afdwalingen en omkering van begrippen zich voor een derde maal over de mensheid uitstorte. Opdat deze verre van een dergelijken gesel in veiligheid blijve, is het nodig dat men ernstig en eerlijk overga tot een progressieve en evenredige beperking der bewapening. De wanverhouding die er bestaat tussen een overdreven bewapening der machtige staten en de ontoereikende bewapening der zwakke staten schept een gevaar voor het behoud van de rust en de vrede onder de volken, en maakt het raadzaam over te gaan tot een aanmerkelijke en geproportioneerde beperking van de fabricage en het bezit van aanvalswapenen.
Binnen het kader van een nieuwe orde, gebaseerd op de beginselen der zedenwet, is er - als eenmaal de meest gevaarlijke haarden van gewapende conflicten verwijderd zijn - geen plaats voor een totale oorlog, noch voor een dolle wedloop in bewapening. Men mag niet toelaten, dat de ramp van een wereldoorlog met al zijn economische en sociale verwoestingen en zijn immorele afdwalingen en omkering van begrippen zich voor een derde maal over de mensheid uitstorte. Opdat deze verre van een dergelijken gesel in veiligheid blijve, is het nodig dat men ernstig en eerlijk overga tot een progressieve en evenredige beperking der bewapening. De wanverhouding die er bestaat tussen een overdreven bewapening der machtige staten en de ontoereikende bewapening der zwakke staten schept een gevaar voor het behoud van de rust en de vrede onder de volken, en maakt het raadzaam over te gaan tot een aanmerkelijke en geproportioneerde beperking van de fabricage en het bezit van aanvalswapenen.
Referenties naar alinea 24: 3
Pacem in Terris ->=geentekst=Gaudium et Spes ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Verder, in overeenstemming met de maat waarin de ontwapening verwezenlijkt wordt, moeten er geëigende middelen worden vastgesteld - voor allen eervolle en effectieve middelen - om aan de stelregel: "pacta sunt servanda - verdragen moeten gehouden worden", de levende en morele functie te hergeven, die er in de rechtsverhoudingen tussen de staten aan toekomt. Deze regel, die in het verleden het slachtoffer geweest is van zorgwekkende crises en onloochenbare overtredingen, heeft tegenover zich een haast ongeneeslijk wantrouwen tussen de verschillende volken en hun respectieve leiders ontmoet. Om het wederzijds vertrouwen te doen terugkeren moeten er instellingen komen, de zich de algemene eerbiediging verwerven en zich moeten wijden aan de hoogedele taak, ofwel het eerlijk naleven van traktaten te verzekeren, ofwel volgens de beginselen van recht en billijkheid de door de omstandigheden gevorderde verbeteringen en herzieningen er van te bevorderen.
Referenties naar alinea 25: 2
Gaudium et Spes ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Wij verhelen ons volstrekt niet de berg van moeilijkheden, die overwonnen moeten worden, en de haast bovenmenselijke krachtsinspanning, die van de goeden wil van alle partijen wordt geëist, om de dubbele hier geschetste onderneming tot een gelukkig einde te brengen. Maar die gemeenschappelijke krachtsinspanning is zulk een wezenlijk vereiste voor een duurzame vrede, dat niets de verantwoordelijke staatslieden er van mag afhouden die onderneming aan te vatten en er toe samen te werken met al de krachten van een goede wil, die, het oog gericht houdend op het toekomstige goed, zich over de pijnlijke herinneringen aan mislukte pogingen van het verleden heenzet, en zich niet laat afschrikken door het bewustzijn van de reusachtige kracht die voor zulk een werk wordt gevraagd.
Referenties naar alinea 26: 2
Gaudium et Spes ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
5.
Binnen het kader van een nieuwe orde, gebaseerd op de beginselen van de zedenwet, is er geen plaats voor de vervolging van godsdienst en Kerk. Uit een levendig geloof in een persoonlijke, boven het heelal staande God ontstaat een echte en tegen strijd opgewassen morele kracht, die heel de gang van het leven bezielt. Want het geloof is niet alleen zelf een deugd, maar ook de goddelijke deur, waar door alle deugden in den tempel van de ziel binnentreden, en waardoor zich dat sterke en zich steeds gelijkblijvende karakter vormt, dat niet wankelt waar de rede en de gerechtigheid in het grootste gevaar geraken. Dit is altijd waar, maar moet veel schitterender uitkomen, als zowel van den staatsman als van de laagste der burgers het maximum van moed en morele kracht gevorderd wordt om een nieuw Europa en een nieuwe wereld op te bouwen op de puinhopen, die het wereldconflict met zijn geweld, zijn haat en zijn verwijdering tussen de geesten heeft opgestapeld. Wat in het bijzonder het sociale vraagstuk betreft, dat zich bij het einde van de oorlog met nog groter scherpte zal stellen, onze voorgangers en ook wij zelf hebben richtlijnen tot oplossing er van aangewezen. Maar men moet w`el voor ogen houden, dat deze alleen dan in heel hun volheid kunnen worden opgevolgd en volle vrucht kunnen opleveren, als de staatslieden en de volken, werkgevers en arbeiders bezield worden door het geloof in een persoonlijke God, wetgever en straffer, voor wie zij rekenschap van hun handelingen hebben af te leggen. Want, terwijl het ongeloof, dat zich tegen God, de ordenaar van het heelal, verzet, de gevaarlijkste vijand voor een rechtvaardige nieuwe orde is, is omgekeerd ieder mens die in God gelooft er een machtige begunstiger en voorvechter van. Wie het geloof bezit in Christus, in Zijn godheid, in Zijn wetten, in Zijn werk van liefde en verbroedering tussen de mensen, zal bijzonder kostbare elementen voor de sociale heropbouw bijbrengen. Maar des te meer zal dit waar zijn van de staatslieden, als zij zich bereid tonen de deuren wijd open te zetten en de weg te effenen voor de Kerk van Christus, opdat deze, vrij en onbelemmerd haar bovennatuurlijke krachten in dienst stellend van de goede verstandhouding onder de volken en van de vrede, met haar ijver en haar liefde kan meewerken aan het reusachtige werk van de genezing van de wonden, die de oorlog heeft geslagen.
Binnen het kader van een nieuwe orde, gebaseerd op de beginselen van de zedenwet, is er geen plaats voor de vervolging van godsdienst en Kerk. Uit een levendig geloof in een persoonlijke, boven het heelal staande God ontstaat een echte en tegen strijd opgewassen morele kracht, die heel de gang van het leven bezielt. Want het geloof is niet alleen zelf een deugd, maar ook de goddelijke deur, waar door alle deugden in den tempel van de ziel binnentreden, en waardoor zich dat sterke en zich steeds gelijkblijvende karakter vormt, dat niet wankelt waar de rede en de gerechtigheid in het grootste gevaar geraken. Dit is altijd waar, maar moet veel schitterender uitkomen, als zowel van den staatsman als van de laagste der burgers het maximum van moed en morele kracht gevorderd wordt om een nieuw Europa en een nieuwe wereld op te bouwen op de puinhopen, die het wereldconflict met zijn geweld, zijn haat en zijn verwijdering tussen de geesten heeft opgestapeld. Wat in het bijzonder het sociale vraagstuk betreft, dat zich bij het einde van de oorlog met nog groter scherpte zal stellen, onze voorgangers en ook wij zelf hebben richtlijnen tot oplossing er van aangewezen. Maar men moet w`el voor ogen houden, dat deze alleen dan in heel hun volheid kunnen worden opgevolgd en volle vrucht kunnen opleveren, als de staatslieden en de volken, werkgevers en arbeiders bezield worden door het geloof in een persoonlijke God, wetgever en straffer, voor wie zij rekenschap van hun handelingen hebben af te leggen. Want, terwijl het ongeloof, dat zich tegen God, de ordenaar van het heelal, verzet, de gevaarlijkste vijand voor een rechtvaardige nieuwe orde is, is omgekeerd ieder mens die in God gelooft er een machtige begunstiger en voorvechter van. Wie het geloof bezit in Christus, in Zijn godheid, in Zijn wetten, in Zijn werk van liefde en verbroedering tussen de mensen, zal bijzonder kostbare elementen voor de sociale heropbouw bijbrengen. Maar des te meer zal dit waar zijn van de staatslieden, als zij zich bereid tonen de deuren wijd open te zetten en de weg te effenen voor de Kerk van Christus, opdat deze, vrij en onbelemmerd haar bovennatuurlijke krachten in dienst stellend van de goede verstandhouding onder de volken en van de vrede, met haar ijver en haar liefde kan meewerken aan het reusachtige werk van de genezing van de wonden, die de oorlog heeft geslagen.
Referenties naar alinea 27: 2
Gaudium et Spes ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Treurig en onbegrijpelijk verschijnsel dat men zelfs nu nog de Kerk vervolgt
Het komt ons dan ook onverklaarbaar voor, hoe in sommige streken vele maatregelen den weg versperren voor de verkondiging van het christelijk geloof, terwijl volle en vrije baan gegeven wordt aan een propaganda, die het geloof bestrijdt. Die maatregelen onttrekken de jeugd aan de weldadige invloed van het christelijk gezin en vervreemden haar van de Kerk. Zij voeden haar op in een geest die aan Christus vijandig is, en druppelen haar anti-christelijke opvattingen, grondbeginselen en praktijken in. Zij bemoeilijken en verstoren het werk der Kerk in de zielzorg en de werken van weldadigheid. Zij miskennen haar morele invloed op individu en maatschappij en wijzen die af: allemaal maatregelen, die, wel verre van in de loop van de oorlog verzacht of afgeschaft te zijn, onder vele opzichten nog zijn verscherpt. Dat dit alles, en nog andere dingen, te midden van het lijden van het tegenwoordig uur nog kan worden voortgezet, is een droevig teken van de geest, waarmee de vijanden der Kerk aan de gelovigen te midden van de andere zware offers ook nog de beklemmende last opleggen van een bitteren angst, die zwaar op hun geweten drukt.
Het komt ons dan ook onverklaarbaar voor, hoe in sommige streken vele maatregelen den weg versperren voor de verkondiging van het christelijk geloof, terwijl volle en vrije baan gegeven wordt aan een propaganda, die het geloof bestrijdt. Die maatregelen onttrekken de jeugd aan de weldadige invloed van het christelijk gezin en vervreemden haar van de Kerk. Zij voeden haar op in een geest die aan Christus vijandig is, en druppelen haar anti-christelijke opvattingen, grondbeginselen en praktijken in. Zij bemoeilijken en verstoren het werk der Kerk in de zielzorg en de werken van weldadigheid. Zij miskennen haar morele invloed op individu en maatschappij en wijzen die af: allemaal maatregelen, die, wel verre van in de loop van de oorlog verzacht of afgeschaft te zijn, onder vele opzichten nog zijn verscherpt. Dat dit alles, en nog andere dingen, te midden van het lijden van het tegenwoordig uur nog kan worden voortgezet, is een droevig teken van de geest, waarmee de vijanden der Kerk aan de gelovigen te midden van de andere zware offers ook nog de beklemmende last opleggen van een bitteren angst, die zwaar op hun geweten drukt.
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Wij beminnen - God is er ons getuige voor - alle volken zonder uitzondering met een gelijke genegenheid, en om ook maar de schijn te vermijden, dat wij ons door partijdigheid laten bewegen, hebben wij ons tot nog toe de grootste terughoudendheid opgelegd. Maar de maatregelen tegen de Kerk en de doeleinden welke deze nastreven zijn van dien aard, dat wij ons verplicht voelen in naam der waarheid dit woord te spreken, ook om te voorkomen, dat er ongelukkigerwijze onder de gelovigen dwaling uit zou ontstaan.
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 4 Slot
30
Christus' bloed zal redding brengen
Wij richten vandaag, beminde zonen, onze blik op de Godmens, die in een grot geboren werd om de mens weer op te heffen tot de grootheid waarvan hij door zijn schuld gevallen was; om hem weer te plaatsen op de troon van vrijheid, van gerechtigheid en van eer, die de eeuwen van de valse goden hem hadden ontzegd. De grondslag van die troon zal de Calvarieberg zijn; zijn sieraad zal zijn geen goud of zilver, maar het bloed van Christus, het goddelijk bloed, dat sedert twintig eeuwen over de wereld vloeit en de wangen van Zijn bruid de Kerk purpert en, door haar zonen te zuiveren, te wijden, te heiligen, te verheerlijken, overgaat in de blanke glans des hemels.
Wij richten vandaag, beminde zonen, onze blik op de Godmens, die in een grot geboren werd om de mens weer op te heffen tot de grootheid waarvan hij door zijn schuld gevallen was; om hem weer te plaatsen op de troon van vrijheid, van gerechtigheid en van eer, die de eeuwen van de valse goden hem hadden ontzegd. De grondslag van die troon zal de Calvarieberg zijn; zijn sieraad zal zijn geen goud of zilver, maar het bloed van Christus, het goddelijk bloed, dat sedert twintig eeuwen over de wereld vloeit en de wangen van Zijn bruid de Kerk purpert en, door haar zonen te zuiveren, te wijden, te heiligen, te verheerlijken, overgaat in de blanke glans des hemels.
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
De kracht van Christus' bloed komt uit Rome
0 christelijk Rome, dat bloed is uw leven; door dat bloed zijt gij groot en verlicht gij met uw grootheid de overblijfselen en de ruïnen van uw heidense grootheid en zuivert en wijdt gij de boeken van de juridische wijsheid van uw praetoren en Caesars. Gij zijt de moeder van een hogere en meer humane gerechtigheid, die uzelf, uw zetel en ieder die naar u luistert tot eer strekt. Gij zijt een vuurtoren van beschaving, en het beschaafde Europa en de beschaafde wereld hebben aan u te danken al wat aan hoger wijding en groter heiligheid, aan groter wijsheid en hoger eerbaarheid de volken verheft en hun geschiedenis opluistert. Gij zijt een moeder van liefde: uw jaarboeken, uw monumenten, uw gasthuizen, uw kloosters en conventen, uw helden en heldinnen, uw geloofsverkondigers en missionarissen, uw tijdperken en eeuwen met hun scholen en universiteiten leggen getuigenis af voor de triomfen van uw liefde, die alles omhelst, alles lijdt, alles hoopt, alles doet om zich alles voor allen te maken, om allen te versterken en op te beuren, allen te genezen en te roepen tot de vrijheid, die Christus de mens gegeven heeft, en allen tot rust te brengen in die vrede, die de volken verbroedert, en van alle mensen, onder welke hemelstreek zij ook leven en door welke taal of levenswijze zij ook onderscheiden zijn, één enkel gezin en van de wereld één gemeenschappelijk vaderland maakt.
0 christelijk Rome, dat bloed is uw leven; door dat bloed zijt gij groot en verlicht gij met uw grootheid de overblijfselen en de ruïnen van uw heidense grootheid en zuivert en wijdt gij de boeken van de juridische wijsheid van uw praetoren en Caesars. Gij zijt de moeder van een hogere en meer humane gerechtigheid, die uzelf, uw zetel en ieder die naar u luistert tot eer strekt. Gij zijt een vuurtoren van beschaving, en het beschaafde Europa en de beschaafde wereld hebben aan u te danken al wat aan hoger wijding en groter heiligheid, aan groter wijsheid en hoger eerbaarheid de volken verheft en hun geschiedenis opluistert. Gij zijt een moeder van liefde: uw jaarboeken, uw monumenten, uw gasthuizen, uw kloosters en conventen, uw helden en heldinnen, uw geloofsverkondigers en missionarissen, uw tijdperken en eeuwen met hun scholen en universiteiten leggen getuigenis af voor de triomfen van uw liefde, die alles omhelst, alles lijdt, alles hoopt, alles doet om zich alles voor allen te maken, om allen te versterken en op te beuren, allen te genezen en te roepen tot de vrijheid, die Christus de mens gegeven heeft, en allen tot rust te brengen in die vrede, die de volken verbroedert, en van alle mensen, onder welke hemelstreek zij ook leven en door welke taal of levenswijze zij ook onderscheiden zijn, één enkel gezin en van de wereld één gemeenschappelijk vaderland maakt.
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Vurige wens en bede
Vanuit dat Rome, het centrum, de rots en de meesteresse van het Christendom, de stad, die meer door Christus dan door de Caesars de in de tijd eeuwige stad is, richten wij, gedreven door het vurige en levendigste verlangen naar het welzijn van ieder volk zonder uitzondering en van de gehele mensheid, ons woord tot allen met de dringende smeekbede, dat de dag niet lang moge uitblijven waarop op alle plaatsen, waar nu de vijandschap tegen God en Christus de mensen voortsleurt naar de tijdelijke en eeuwige ondergang, betere kennis van de godsdienst en nieuwe doelstellingen de overhand zullen krijgen; de dag, waarop boven de wieg van de nieuwe ordening der volken de ster van Bethlehem moge schitteren als bode van een nieuwe geest, die de harten beweegt om met de engelen het Gloria in excelsis Deo te zingen en als een eindelijk door de hemel geschonken gave aan alle volken het pax hominibus bonae voluntatis te verkondigen. Als eenmaal de dageraad van die dag is aangebroken, met welk een vreugde zullen dan naties en regeerders, het hart vrij van de vrees voor hinderlagen en voor een herhaling van conflicten, de zwaarden, die mensenharten verscheurden, omsmeden in kouters, die onder de zon van de goddelijke zegen de voren trekken in de vruchtbare bodem der aarde, om er een brood uit te winnen, dat wel bevochtigd is met zweet maar niet meer met bloed en met tranen.
Vanuit dat Rome, het centrum, de rots en de meesteresse van het Christendom, de stad, die meer door Christus dan door de Caesars de in de tijd eeuwige stad is, richten wij, gedreven door het vurige en levendigste verlangen naar het welzijn van ieder volk zonder uitzondering en van de gehele mensheid, ons woord tot allen met de dringende smeekbede, dat de dag niet lang moge uitblijven waarop op alle plaatsen, waar nu de vijandschap tegen God en Christus de mensen voortsleurt naar de tijdelijke en eeuwige ondergang, betere kennis van de godsdienst en nieuwe doelstellingen de overhand zullen krijgen; de dag, waarop boven de wieg van de nieuwe ordening der volken de ster van Bethlehem moge schitteren als bode van een nieuwe geest, die de harten beweegt om met de engelen het Gloria in excelsis Deo te zingen en als een eindelijk door de hemel geschonken gave aan alle volken het pax hominibus bonae voluntatis te verkondigen. Als eenmaal de dageraad van die dag is aangebroken, met welk een vreugde zullen dan naties en regeerders, het hart vrij van de vrees voor hinderlagen en voor een herhaling van conflicten, de zwaarden, die mensenharten verscheurden, omsmeden in kouters, die onder de zon van de goddelijke zegen de voren trekken in de vruchtbare bodem der aarde, om er een brood uit te winnen, dat wel bevochtigd is met zweet maar niet meer met bloed en met tranen.
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Zegen voor allen
In die verwachting en met die smachtende bede op de lippen zenden wij onze groet en onze zegen aan al onze kinderen van geheel de wereld. Moge onze zegen in milder overvloed neerdalen op degenen - priesters, religieuzen en leken - die pijnen en angsten te lijden hebben voor hun geloof; moge hij ook neerdalen op hen, die, hoewel niet behorend tot het zichtbaar lichaam van de Kerk, ons toch nabij zijn door het geloof in God en in Jezus Christus, en het met ons eens zijn over de ordening en de fundamentele doeleinden van de vrede; moge hij met een bijzondere harteklop van genegenheid neerdalen op allen die zuchten in droefheid, in de harde beklemming van de noden van dit uur. Moge hij een schild zijn voor allen die als strijders onder de wapenen staan, een geneesmiddel voor de zieken en de gewonden, een troost voor de gevangenen, voor de uit hun vaderland verdrevenen, voor hen die ver verwijderd zijn van de huiselijke haard, voor de naar vreemde landen weggevoerden, voor de miljoenen ongelukkigen, die ieder uur worstelen tegen de vreselijke beten van den honger. Moge hij een balsem zijn voor iedere smart en ongeluk, een steun en een troost voor alle ongelukkigen en behoeftigen, die wachten op een vriendelijk woord, dat in hun harten kracht, moed, en de zoete ondervinding van medelijden en broederlijke hulp kan uitstorten. Moge ten slotte onze zegen rusten op die zielen en op die medelijdende handen, die door hun onuitputtelijke, edelmoedige offervaardigheid ons in staat gesteld hebben om meer dan onze eigen beperkte middelen toelieten de tranen te drogen, de armoede van velen te verzachten, vooral van de allerarmsten en meest verlatenen onder de slachtoffers van de oorlog. Zodoende hebben zij ons laten ondervinden, hoe de goedheid en de menslievendheid van God, waarvan het Kind in de kribbe, dat door Zijn armoede ons rijk wilde maken, de hoogste en onuitsprekelijke openbaring is, bij alle wisselingen van tijden en rampen nooit ophouden in de Kerk voort te leven en voort te werken.
Aan allen verlenen wij met diepe vaderlijke liefde uit de volheid van ons hart de apostolische zegen.
In die verwachting en met die smachtende bede op de lippen zenden wij onze groet en onze zegen aan al onze kinderen van geheel de wereld. Moge onze zegen in milder overvloed neerdalen op degenen - priesters, religieuzen en leken - die pijnen en angsten te lijden hebben voor hun geloof; moge hij ook neerdalen op hen, die, hoewel niet behorend tot het zichtbaar lichaam van de Kerk, ons toch nabij zijn door het geloof in God en in Jezus Christus, en het met ons eens zijn over de ordening en de fundamentele doeleinden van de vrede; moge hij met een bijzondere harteklop van genegenheid neerdalen op allen die zuchten in droefheid, in de harde beklemming van de noden van dit uur. Moge hij een schild zijn voor allen die als strijders onder de wapenen staan, een geneesmiddel voor de zieken en de gewonden, een troost voor de gevangenen, voor de uit hun vaderland verdrevenen, voor hen die ver verwijderd zijn van de huiselijke haard, voor de naar vreemde landen weggevoerden, voor de miljoenen ongelukkigen, die ieder uur worstelen tegen de vreselijke beten van den honger. Moge hij een balsem zijn voor iedere smart en ongeluk, een steun en een troost voor alle ongelukkigen en behoeftigen, die wachten op een vriendelijk woord, dat in hun harten kracht, moed, en de zoete ondervinding van medelijden en broederlijke hulp kan uitstorten. Moge ten slotte onze zegen rusten op die zielen en op die medelijdende handen, die door hun onuitputtelijke, edelmoedige offervaardigheid ons in staat gesteld hebben om meer dan onze eigen beperkte middelen toelieten de tranen te drogen, de armoede van velen te verzachten, vooral van de allerarmsten en meest verlatenen onder de slachtoffers van de oorlog. Zodoende hebben zij ons laten ondervinden, hoe de goedheid en de menslievendheid van God, waarvan het Kind in de kribbe, dat door Zijn armoede ons rijk wilde maken, de hoogste en onuitsprekelijke openbaring is, bij alle wisselingen van tijden en rampen nooit ophouden in de Kerk voort te leven en voort te werken.
Aan allen verlenen wij met diepe vaderlijke liefde uit de volheid van ons hart de apostolische zegen.
Referenties naar alinea 33: 1
Lumen Gentium ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 4
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/59-nell-alba-nl