
Paus Pius XII - 24 december 1941
3.
Binnen het kader van een nieuwe orde, gebaseerd op de beginselen der zedenwet, is er geen plaats voor de bekrompen egoïstische berekeningen, wier streven is het zich meester maken van de economische bronnen en de grondstoffen voor algemeen gebruik in zulk een mate, dat de naties, die minder door de natuur begunstigd zijn, daarvan uitgesloten blijven. Onder dit opzicht is het voor ons een grote troost te zien, dat men de noodzakelijkheid van een deelname aan al de goederen van de aarde erkent ook bij die naties, die bij de toepassing van dit beginsel zouden behoren tot de groep van degenen die geven en niet van degenen die ontvangen. Het is echter overeenkomstig de billijkheid, dat een oplossing van zulk een vraagstuk, dat beslissend is voor de wereldhuishouding, methodisch en geleidelijk en met de nodige garanties plaats heeft en een les trekt uit de tekortkomingen en de verzuimen van het verleden. Als men er bij een toekomstige vrede niet toe zou komen dit punt moedig onder de ogen te zien, dan zou er in de verhoudingen tussen de volken een diepzittende en wijdvertakte wortel achterblijven, waaruit bittere tegenstellingen en felle gevoelens van afgunst zouden ontspruiten, die ten slotte tot nieuwe conflicten zouden leiden. Hier valt echter op te merken, hoe de bevredigende oplossing van dat probleem nauw verbonden is met een ander fundamenteel beginsel van een nieuwe orde, waarover wij in het volgende punt spreken.