Informatie over dit document
Jezus’ Rijk komt tot stand door nabijheid en tederheid
Hoogfeest van Christus, Koning van het Heelal (A) - H. Mis waaronder 6 heiligverklaringen - Sint Pietersplein
Pauselijke geschriften - Homilieën
2014, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk
Vert. uit het Frans (Zenit.org): maranatha-gemeenschap; alineaverdeling en -nummering: redactie
Toon meerReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzicht
Extra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord
Reageer op dit document
Deel op social media
Inhoudsopgave
- Inhoud
De nodigt ons uit de blik te richten op Jezus als Koning van het Heelal. Het mooie gebed van de prefatie herinnert ons eraan dat Zijn rijk “een rijk van waarheid en leven” is, “een rijk van heiligheid en genade, gerechtigheid, liefde en vrede”. De lezingen die wij hoorden, tonen ons hoe Jezus Zijn rijk tot stand brengt; hoe Hij het in de loop van de geschiedenis tot stand brengt; en wat Hij ons vraagt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Vooreerst, hoe Jezus Zijn rijk tot stand brengt: Hij deed dat door Zijn nabijheid en tederheid voor ons. Hij is de Herder, over wie de profeet Ezechiël in de eerste lezing spreekt. Heel deze passage bestaat uit werkwoorden die wijzen op de aandacht en liefde van de Herder voor Zijn kudde: naar hen omzien, zich onder hen begeven, hen in veiligheid brengen, hen weiden, hen laten rusten, het vermiste schaap zoeken, het verdwaalde terugbrengen, het gewonde verbinden, het zieke kracht geven, het gezonde blijven verzorgen. Al deze houdingen zijn in Jezus Christus werkelijkheid geworden: Hij is echt de grote herder van de schapen en behoeder van onze zielen.
En wij die in de Kerk geroepen zijn om herder te zijn, wij kunnen ons van dit voorbeeld niet distantiëren als wij geen huurlingen willen zijn. In dit opzicht bezit het volk van God een onfeilbaar aanvoelen om goede herders te herkennen en hen van huurlingen te onderscheiden.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hoe zet Jezus Zijn rijk voort na Zijn overwinning, ’t is te zeggen na Zijn verrijzenis? De apostel Paulus zegt in de Eerste Brief aan de Korinthiërs: “het is vastgesteld dat Hij het koningschap zal uitoefenen, tot Hij al zijn vijanden onder zijn voeten heeft gelegd” . Het is de Vader die geleidelijk alles aan Zijn Zoon onderwerpt, en de Zoon die tegelijk alles aan de Vader onderwerpt. Jezus is geen koning op de manier van deze wereld: voor Hem is heersen niet bevelen maar gehoorzamen aan de Vader, zich aan Hem overgeven, opdat Zijn plan van liefde en heil zich zou verwezenlijken. Zo is er volledige wederkerigheid tussen de Vader en de Zoon. De tijd van Christus’ rijk is die lange tijd waarin alles aan de Zoon onderworpen wordt en alles aan de Vader wordt overgegeven. “En de laatste vijand die vernietigd wordt, is de dood” . Op het einde, wanneer alles aan Jezus’ koningschap zal onderworpen zijn, en wanneer alles – ook Hijzelf – aan de Vader onderworpen is, zal God alles in allen zijn.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Het Evangelie zegt ons wat Jezus’ rijk van ons vraagt: het herinnert ons eraan dat nabijheid en tederheid ook onze levensregel moeten zijn en dat wij daarover, over dit proces-verbaal van ons leven, zullen geoordeeld worden. Het is de grote parabel over het laatste oordeel in Matteüs 25. De koning zegt: “Komt gezegenden van mijn Vader, en ontvangt het Rijk dat voor u gereed is vanaf de grondvesting der wereld. Want Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven, Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven, Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen, Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed, Ik was ziek en gij hebt Mij bezocht, ik was in de gevangenis en gij hebt Mij bezocht” . Dan zullen de rechtvaardigen antwoorden: Heer, wanneer hebben wij dat alles gedaan? En Hij zal antwoorden: “Voorwaar, Ik zeg u: al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders hebt gij voor Mij gedaan” .
Het heil begint niet bij de belijdenis van Christus’ koningschap, maar door navolging van de werken van barmhartigheid waardoor Hij Zijn rijk tot stand brengt. Wie ze vervult, toont dat Hij Jezus’ koningschap heeft aanvaard, want hij heeft in zijn hart plaats gemaakt voor Gods liefde. Op de avond van het leven zullen wij geoordeeld worden over de liefde, de nabijheid en tederheid voor de broeders. Daarvan zal afhangen of wij al of niet Gods rijk binnengaan, of wij aan de ene of de andere zijde staan. Jezus heeft door Zijn overwinning Zijn koninkrijk voor ons geopend, maar het komt ieder van ons toe binnen te gaan, reeds in dit leven, door concreet de naaste te zijn van de broeder die brood vraagt, kleding, onthaal, solidariteit … En als wij echt van die broeder of zuster houden, zullen wij geneigd zijn met hem of haar het kostbaarste te delen dat wij hebben, namelijk Jezus zelf en Zijn Evangelie!
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Vandaag geeft de Kerk ons nieuwe heiligen tot voorbeeld, die door hun werken van edelmoedige toewijding aan God en de broeders, het rijk Gods gediend hebben, elk op zijn terrein, en die er erfgenaam van werden. Ieder van hen heeft met buitengewoon creatief het gebod van de liefde voor God en de naaste beantwoord. Zij hebben zich zonder berekening aan de dienst voor de laatsten gewijd, door behoeftigen, zieken, bejaarden, pelgrims bij te staan. Hun voorkeur voor kleinen en armen was de weerkaatsing en maat van hun onvoorwaardelijke liefde voor God. Zij hebben namelijk de liefde gezocht en ontdekt in een sterke en persoonlijke relatie met God, waaruit de ware naastenliefde voortvloeit. Daarom hebben zij op het uur van het oordeel deze zachte uitnodiging gehoord: “Komt gezegenden van mijn Vader, en ontvangt het Rijk dat voor u gereed is vanaf de grondvesting der wereld” . Door de ritus van de heiligverklaring hebben wij nogmaals het mysterie van Gods rijk beleden en Christus Koning - de Herder vol liefde voor Zijn kudde - geëerd. Mogen de nieuwe heiligen door hun voorbeeld en voorspraak in ons de vreugde doen groeien die men kent door de weg van het Evangelie te gaan, door het Evangelie als kompas van zijn leven te nemen. Laat ons in hun spoor treden, doen wij hun geloof en naastenliefde na, opdat ook onze hoop zich met onsterfelijkheid zou bekleden. Laten wij ons niet afleiden door andere aardse en voorbijgaande belangen. Moge onze Moeder, Maria, Koningin van alle Heiligen, ons naar het Rijk der Hemelen leiden. Amen.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/5721-jezus-rijk-komt-tot-stand-door-nabijheid-en-tederheid-nl