Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Dierbare broeders en zusters, goede dag.
Het Evangelie van deze zondag is de parabel van de talenten, genomen uit de heilige Matteüs . Het is het verhaal van een man die, voor hij op reis vertrekt, zijn dienaren bijeenroept en hen zijn bezit aan talenten – oude munten van zeer grote waarde – toevertrouwt. De heer geeft aan de eerste dienaar vijf talenten, aan de tweede twee en aan de derde één. Tijdens de afwezigheid van de heer moeten de drie dienaren dit bezit doen opbrengen. De eerste en de tweede dienaar verdubbelen hun startkapitaal; de derde daarentegen, uit angst alles te verliezen, verbergt het gekregen talent in een kuil. Bij de terugkeer van de heer krijgen de eerste twee lof en beloning terwijl de derde, die slechts het ontvangen goed teruggeeft, berispt en gestraft wordt.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De betekenis van dit verhaal is duidelijk. De heer uit de parabel verbeeldt Jezus, wij zijn de dienaren en de talenten zijn het bezit dat de Heer ons toevertrouwt. Wat is dat bezit? Zijn Woord, de Eucharistie, het geloof in de hemelse Vader, zijn vergiffenis… samengevat, zovele zaken, zijn meest kostbare goederen. Dat is het bezit dat Hij ons toevertrouwt. Niet alleen om het te bewaren maar om het te doen groeien! In het gewone taalgebruik wijst de term “talent” op een opvallende individuele eigenschap – bijvoorbeeld een muzikaal talent, een sportief talent enz. – in de parabel vertegenwoordigen de talenten de goederen die Heer ons toevertrouwt, die Hij ons toevertrouwt om ze vrucht te laten opbrengen. De kuil die door de “slechte en luie” knecht wordt gegraven, verwijst naar de angst voor het risico die de creativiteit en de vruchtbaarheid van de liefde verlamt. Want de angst voor de risico’s van de liefde verlamt ons. Jezus vraagt ons niet zijn genade in een brandkast te bewaren! Dat vraagt Jezus ons niet, Hij wil dat wij ze gebruiken ten voordele van de anderen. Alle goederen die wij ontvangen hebben, zijn er om ze aan de anderen te geven. Zo groeien ze. Het is alsof Hij ons zegt: “Ziehier mijn barmhartigheid, mijn tederheid, mijn vergiffenis: neem ze en maak er ruim gebruik van.” En wij, wat hebben wij ervan gemaakt? Wie hebben we met ons geloof “besmet”? Hoeveel mensen hebben we met onze hoop moed gegeven? Hoeveel liefde hebben we met onze naaste gedeeld? Dit zijn vragen die ons goed doen als we ze ons stellen. Elk milieu, ook het meest afgelegen en ontoegankelijke, kan een plek worden waar de talenten vrucht kunnen dragen. Er bestaan geen situaties of oorden die afgesloten zijn voor de christelijke aanwezigheid en getuigenis. Het getuigenis dat Jezus ons vraagt, is niet gesloten, maar open, dat hangt van ons af.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Deze parabel spoort ons aan ons geloof en ons toebehoren aan Christus niet te verbergen, het Woord van het Evangelie niet te begraven, maar het te laten rondgaan in ons leven, in onze relaties, in de concrete situaties, als een kracht die ons in crisis brengt, die zuivert, die vernieuwt. Hetzelfde geldt voor de vergiffenis die de Heer ons, bijzonder in het Sacrament van de Verzoening, schenkt: laten we ze niet voor ons zelf houden, maar maken we het mogelijk dat ze haar kracht verspreidt, dat ze de muren, opgericht door ons egoïsme, doet vallen, dat ze ons de kracht geeft de eerste stap te zetten in vastgelopen verhoudingen, de dialoog te hervatten waar niet meer gesproken wordt…. En zo verder. Er toe bijdragen dat die talenten, die geschenken, die gaven die de Heer ons schenkt, de anderen bereiken, groeien, vrucht dragen door ons getuigenis.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Ik geloof dat het vandaag een mooi gebaar zou zijn als ieder van jullie thuis het Evangelie zou nemen, het Evangelie van de Heilige Matteüs, hoofdstuk 25, verzen 14 tot 30, , en het lezen en wat overwegen: “Hoe laat ik, de talenten, de rijkdommen, al wat God mij gegeven heeft aan spiritualiteit, goedheid, Woord van God, dat alles groeien voor de anderen? Of bewaar ik het alleen maar in een brandkast?”.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Bovendien geeft de Heer niet aan allen dezelfde dingen en op dezelfde wijze: Hij kent ons persoonlijk en vertrouwt ons toe wat bij ons past; maar in allen, in allen is iets dat gelijk is: hetzelfde, mateloze vertrouwen. God vertrouwt ons, God hoopt op ons! Dat is voor allen hetzelfde. Laten we Hem niet ontgoochelen! Laten we ons niet misleiden door de angst, maar vertrouwen met vertrouwen beantwoorden! De Maagd Maria geeft aan deze houding op de mooiste en volste wijze gestalte. Zij heeft het meest verheven geschenk gekregen en ontvangen, Jezus in persoon, en op haar beurt heeft ze Hem met edelmoedig hart aan de mensheid geschonken. Aan haar vragen we dat ze ons helpt “goede en trouwe dienaren” te zijn, om te delen “in de vreugde van onze Heer”.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/5714-talenten-zijn-het-bezit-dat-de-heer-ons-toevertrouwt-nl