Inhoudsopgave
- Inhoud
Dierbare broeders en zusters, goede dag
In de hebben we onderlijnd dat de Heer zijn kudde blijft weiden door het dienstwerk van de bisschoppen, bijgestaan door presbyters en diakens. Het is in hen dat Jezus zich, in de kracht van zijn Geest, aanwezig stelt en de Kerk blijft dienen door in haar het geloof, de hoop en het getuigenis van de naastenliefde te voeden. Deze diensttaken zijn een grote gave van de Heer voor elke christelijke gemeenschap en voor de gehele Kerk in de mate dat ze een levend teken van zijn aanwezigheid en van zijn liefde zijn.
Vandaag willen we ons afvragen: wat wordt van deze bedienaren van de Kerk gevraagd zodat ze op waarachtige en vruchtbare wijze hun bediening kunnen beleven?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
In de “Pastorale Brieven” geschreven aan zijn leerlingen Timoteüs en Titus, heeft de apostel Paulus met zorg aandacht besteed aan de figuur van de bisschoppen, van de presbyters en van de diakens – ook aan de figuur van de gelovigen, ouderen, jongeren. Hij blijft stilstaan bij een beschrijving van elke christen in de Kerk en duidt daarbij voor de bisschoppen, de presbyters en de diakens datgene aan waartoe zij geroepen zijn en welke eigen rechten moeten toegekend worden aan hen die tot deze bedieningen zijn gekozen en ermee worden bekleed. Welnu, het is erg symbolisch dat samen met de gaven die eigen zijn aan het geloof en aan het geestelijk leven – die mogen niet verwaarloosd worden, want ze zijn het leven zelf – enkele typisch menselijke eigenschappen worden opgesomd: aanvaarding, soberheid, geduld, zachtmoedigheid, betrouwbaarheid, goedheid van hart. Dit is het alfabet en de spraakkunst van elke bediening! Het moet de fundamentele spraakkunst zijn van elke bisschop, van elke priester, van elke diaken. Inderdaad, want zonder deze mooie en oprechte ingesteldheid om te ontmoeten, te kennen, te dialogeren, te waarderen en met de broeders op respectvolle en oprechte wijze in relatie te treden, is het niet mogelijk een dienst te verlenen en getuigenis af te leggen die waarlijk blij en geloofwaardig zijn.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Bovendien is er grondhouding die Paulus aan zijn leerlingen aanbeveelt en, bij gevolg, aan allen die met de pastorale bediening worden bekleed, of het nu bisschoppen, priesters, presbyters of diakens zijn. De apostel spoort aan voortdurend de gave die men heeft ontvangen, te doen opleven. Dit betekent dat altijd het bewustzijn levendig moet zijn dat men niet bisschop, priester of diaken is omdat men verstandiger, knapper of beter is dan de anderen, maar allen omwille van een gave, een liefdegave die God, in de kracht van zijn Geest, schenkt voor het welzijn van het volk. Dit bewustzijn is werkelijk zeer belangrijk en is een grote genade die men elke dag moet afsmeken! Inderdaad, een Herder die zich bewust is dat het eigen dienstwerk alleen aan de barmhartigheid en aan het hart van God ontspruit, zal nooit een autoritaire houding kunnen aannemen, alsof allen aan zijn voeten moeten liggen en de gemeenschap zijn eigendom is, zijn persoonlijk koninkrijk.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Het bewustzijn dat alles gave is, dat alles genade is, helpt een Herder ook niet in de bekoring te vallen zichzelf in het centrum van de belangstelling te plaatsen en alleen op zichzelf te vertrouwen. Dat zijn de bekoringen van ijdelheid, van trots, van zelfvoldaanheid, van hoogmoed. Wee, als een bisschop, een priester of een diaken zouden denken alles te weten, altijd voor alles het juiste antwoord te hebben en niemand nodig te hebben. Integendeel, het bewustzijn dat hijzelf het eerste voorwerp is van de barmhartigheid en van het medelijden van God, moet een bedienaar van de Kerk ertoe brengen altijd nederig en begripvol te zijn tegenover anderen. Zelfs vanuit het bewustzijn dat hij met moed de geloofsschat moet bewaren , zal hij naar de mensen luisteren. Hij beseft immers dat hij altijd nog iets te leren heeft, ook van hen die nog ver van het geloof en van de Kerk zijn. Verder moet dit alles in de omgang met de eigen medebroeders voeren tot een nieuwe houding gekenmerkt door delen, medeverantwoordelijkheid en verbondenheid. Geliefde vrienden, we moeten de Heer altijd dankbaar zijn, omdat Hij in de persoon en dienstwerk van de bisschoppen, van de priesters en van de diakens zijn Kerk blijft leiden en vormen door haar op de weg van de heiligheid te doen groeien. Tezelfdertijd moeten we blijven bidden dat de Herders van onze gemeenschappen altijd het levend beeld mogen zijn van de verbondenheid en van de liefde van God.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/5710-de-kerk-14-bisschoppen-presbyters-diakens-nl