Il programma
x
Informatie over dit document
Il programma
Tot de leden van de Italiaanse vereniging ter bevordering van de verzoening onder de naties
Paus Pius XII
13 oktober 1955
Pauselijke geschriften - Toespraken
1955, Ecclesia Docens, uitg. Gooi & Sticht 0777
Vert.: Dr. M. H. Mulders C.ss.R.
Vert.: Dr. M. H. Mulders C.ss.R.
13 oktober 1955
18 december 2014
5647
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- === Inleiding
1
Program van het studiecentrum
Het program en de doelstelling van uw verdienstelijk "centrum", nl. de internationale. verzoening en vreedzame samenwerking, beantwoorden aan de gemeenschappelijke verlangens van de volkeren, die na de zware schokken van twee wereldoorlogen te hebben meegemaakt of door op een andere wijze daarbij betrokken te zijn geweest, niets vuriger wensen dan een vreedzaam en werkzaam samenleven. Uit het historisch overzicht, dat ons zo hoffelijk werd toegezonden, zagen wij, dat het begin van het centrum dateert uit de troebele dagen van Augustus 1943, maar dat het eigenlijk begon te leven twee jaar later in 1945 met het aanwijzen van zijn illustere permanente secretaris-generaal als een vrije vereniging van mensen, die willen werken aan het welzijn van de natie, die deskundig zijn in de internationale betrekkingen en vastberaden de punten van het manifest willen verwerkelijken, dat de stichters hebben .gepubliceerd bij de oprichting er van. Daar uw centrum buiten de politiek staat, is het niet gebonden aan een partij, maar het heeft getracht en tracht nog betrekkingen aan te knopen met de internationale wereld, met soortgelijke instituten in andere landen om zijn edele plannen te verwezenlijken.
Het program en de doelstelling van uw verdienstelijk "centrum", nl. de internationale. verzoening en vreedzame samenwerking, beantwoorden aan de gemeenschappelijke verlangens van de volkeren, die na de zware schokken van twee wereldoorlogen te hebben meegemaakt of door op een andere wijze daarbij betrokken te zijn geweest, niets vuriger wensen dan een vreedzaam en werkzaam samenleven. Uit het historisch overzicht, dat ons zo hoffelijk werd toegezonden, zagen wij, dat het begin van het centrum dateert uit de troebele dagen van Augustus 1943, maar dat het eigenlijk begon te leven twee jaar later in 1945 met het aanwijzen van zijn illustere permanente secretaris-generaal als een vrije vereniging van mensen, die willen werken aan het welzijn van de natie, die deskundig zijn in de internationale betrekkingen en vastberaden de punten van het manifest willen verwerkelijken, dat de stichters hebben .gepubliceerd bij de oprichting er van. Daar uw centrum buiten de politiek staat, is het niet gebonden aan een partij, maar het heeft getracht en tracht nog betrekkingen aan te knopen met de internationale wereld, met soortgelijke instituten in andere landen om zijn edele plannen te verwezenlijken.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Het belang van de studiebijeenkomsten
Een bijzondere en belangrijke activiteit vormen de studiebijeenkomsten en gij waart zo vriendelijk, ons een verzameling toe te zenden van de conferenties, die reeds gehouden zijn door eminente personen, en wij hebben er met levendige belangstelling kennis van genomen. Het centrum heeft onlangs een hoge en officiële erkenning van zijn vele goede diensten ondervonden door zijn verheffing tot rechtspersoon.
Een bijzondere en belangrijke activiteit vormen de studiebijeenkomsten en gij waart zo vriendelijk, ons een verzameling toe te zenden van de conferenties, die reeds gehouden zijn door eminente personen, en wij hebben er met levendige belangstelling kennis van genomen. Het centrum heeft onlangs een hoge en officiële erkenning van zijn vele goede diensten ondervonden door zijn verheffing tot rechtspersoon.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Onderwerp van de toespraak
Zo zet gij u volledig in voor de verzoening en de samenwerking van de volkeren om te herstellen wat twee oorlogen hebben vernietigd en om op te bouwen wat door die verschrikkelijke gebeurtenissen is verwoest. Daarom wil de gemeenschappelijke vader, wie niets meer ter harte gaat dan de vrede, u spreken over het soortgelijke en toch weer verschillende werk van de Kerk voor hetzelfde doel van de eendracht en de vrede tussen de volkeren. Onze toespraak zal derhalve twee delen bevatten:
Zo zet gij u volledig in voor de verzoening en de samenwerking van de volkeren om te herstellen wat twee oorlogen hebben vernietigd en om op te bouwen wat door die verschrikkelijke gebeurtenissen is verwoest. Daarom wil de gemeenschappelijke vader, wie niets meer ter harte gaat dan de vrede, u spreken over het soortgelijke en toch weer verschillende werk van de Kerk voor hetzelfde doel van de eendracht en de vrede tussen de volkeren. Onze toespraak zal derhalve twee delen bevatten:
- I. Tegenstellingen en conflicten onder de volkeren.
- II. Beginselen ter verzoening, die de Kerk heeft, om deze uit de weg te ruimen.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 1 Tegenstellingen en conflicten onder de volkeren
4
De zending van Europa moet weer opleven
Enkele karakteristieke kenmerken van de tegenwoordige toestand van de volkeren in hun wederzijdse betrekkingen hebben wij in onze jongste kerstboodschap [1670] trachtten te beschrijven onder een drievoudig opzicht:
Enkele karakteristieke kenmerken van de tegenwoordige toestand van de volkeren in hun wederzijdse betrekkingen hebben wij in onze jongste kerstboodschap [1670] trachtten te beschrijven onder een drievoudig opzicht:
- de coëxistentie in de vrees,
- de coëxistentie in de dwaling,
- de coëxistentie of samenleving in de waarheid.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De conferentie van Genève
Hoe diep de verschillen zijn tussen de volkeren en hoe moeilijk het dikwijls is, deze op te lossen, heeftde conferentie in Genève in Juli ll., die zovele verwachtingen wekte bij haar opening, duidelijk aangetoond.
Hoe diep de verschillen zijn tussen de volkeren en hoe moeilijk het dikwijls is, deze op te lossen, heeftde conferentie in Genève in Juli ll., die zovele verwachtingen wekte bij haar opening, duidelijk aangetoond.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De verschillen in psychologie en karakter van de volkeren
Men moet echter aandacht schenken aan de steeds bredere en diepere aspecten van de psychologie en van de aard der volkeren en ook aan de innerlijke bewegingen en verschilpunten, die zij te zien geven, en tegelijkertijd aan de conflicten, waartoe zij kunnen leiden en in werkelijkheid maar al te vaak leiden. Het is duidelijk, dat de voorafgaande studie van deze problemen fundamenteel is voor het vredeswerk, zoals ook een beschouwing van de veranderingen in denken en voelen, waaraan de volkeren onderhevig zijn, hoogst nuttig is.
Men moet echter aandacht schenken aan de steeds bredere en diepere aspecten van de psychologie en van de aard der volkeren en ook aan de innerlijke bewegingen en verschilpunten, die zij te zien geven, en tegelijkertijd aan de conflicten, waartoe zij kunnen leiden en in werkelijkheid maar al te vaak leiden. Het is duidelijk, dat de voorafgaande studie van deze problemen fundamenteel is voor het vredeswerk, zoals ook een beschouwing van de veranderingen in denken en voelen, waaraan de volkeren onderhevig zijn, hoogst nuttig is.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Internationale conflicten in de voorbije eeuwen
Nu is het zeker, dat de wereld in de eerste helft van deze eeuw onder vele opzichten totaal is veranderd op nationaal, economisch, sociaal, cultureelen ideologisch gebied. Het internationaal element trad door de groeiende wederzijdse afhankelijkheid van de volkeren steeds meer op de voorgrond; tegelijkertijd echter ontwaakte weer het nationaal gevoel, dat hinderpalen en moeilijkheden overwon, op sommige plaatsen zelfs met de onstuimigheid van het vuur. Elders is het economisch element en nauw daarmee verbonden het sociologisch element beslissend, beide bouwen op hechte theorieën en ideologieën, die zich tezamen ontwikkelden; hier blijft het echter vaak onzeker, of de overheersende ideologie vorm geeft aan het leven of het leven aan de ideologie. Omdat anderzijds niet zelden economie, sociologie, ideologie en leven van het ene volk verschillen van die van een ander, veroorzaakt juist dit verschil dikwijls scherpe onderlinge spanningen, waardoor men soms gedwongen wordt, een oplossing te zoeken in oorlogen. In de voorbije eeuwen hadden de internationale betrekkingen, hetzij zij vredelievend waren of de vrede bedreigden, nog niet de omvang en de invloed van tegenwoordig. Een scherp afgebakend leven en een autarkie van de verschillende volkeren of van kleine groepen van volkeren waren mogelijk; in het contact met andere volkeren konden ook dikwijls de eigen krachten van opkomende bewegingen en geschillen zich niet vrij ontwikkelen; alles bleef toen in plaats en tijd meer beperkt. De wereldrijken van vóór de christelijke tijd en het Romeinse rijk zelf zouden, als men ze afmeet naar de tegenwoordige kennis van de uitgestrektheid van de aarde en van het menselijk geslacht, ver achterblijven bij die van de tegenwoordige wereld. Toch voerden deze "wereldstaten" veel oorlogen en daarop volgden dan verhoudingen, die in de algemene geschiedenis gewoonlijk in grote lijnen op dezelfde wijze terugkeren, nl. van "overwinnaars en overwonnenen", van "onderwerpers en onderworpenen"; het harde van deze verhoudingen was verschillend en zij duurden kortere of langere tijd, maar leidden later meestal weer tot een min of meer dragelijke "modus vivendi", vooral als nieuwe generaties, die het persoonlijk lijden van de voorbije oorlogen niet hadden meegemaakt, de plaats innamen van de oude en heel bijzonder als de nauwe samenleving en samenwerking langzamerhand een sociale en zelfs een famiale vermenging van "overwonnenen" en "overwinnaars" tot stand hadden gebracht. Dit geleidelijk afnemen en uitsterven van psychische spanningen schijnt een van de wetten van de volkspsychologie, hoewel men toch rekening moet houden met de mogelijkheid van het ontstaan van nieuwe tegenstellingen. Maar al te dikwijls is dit niet het enige gevolg van de oorlogen uit het verleden. Er zijn genoeg voorbeelden in de geschiedenis, waarin een verzoening of een ontspanning niet werd bereikt, maar het conflict meerdere malen werd vernieuwd en ten slotte uitliep op de vernietiging, of de slavernij, of de volledige machteloosheid van de vijand.
Nu is het zeker, dat de wereld in de eerste helft van deze eeuw onder vele opzichten totaal is veranderd op nationaal, economisch, sociaal, cultureelen ideologisch gebied. Het internationaal element trad door de groeiende wederzijdse afhankelijkheid van de volkeren steeds meer op de voorgrond; tegelijkertijd echter ontwaakte weer het nationaal gevoel, dat hinderpalen en moeilijkheden overwon, op sommige plaatsen zelfs met de onstuimigheid van het vuur. Elders is het economisch element en nauw daarmee verbonden het sociologisch element beslissend, beide bouwen op hechte theorieën en ideologieën, die zich tezamen ontwikkelden; hier blijft het echter vaak onzeker, of de overheersende ideologie vorm geeft aan het leven of het leven aan de ideologie. Omdat anderzijds niet zelden economie, sociologie, ideologie en leven van het ene volk verschillen van die van een ander, veroorzaakt juist dit verschil dikwijls scherpe onderlinge spanningen, waardoor men soms gedwongen wordt, een oplossing te zoeken in oorlogen. In de voorbije eeuwen hadden de internationale betrekkingen, hetzij zij vredelievend waren of de vrede bedreigden, nog niet de omvang en de invloed van tegenwoordig. Een scherp afgebakend leven en een autarkie van de verschillende volkeren of van kleine groepen van volkeren waren mogelijk; in het contact met andere volkeren konden ook dikwijls de eigen krachten van opkomende bewegingen en geschillen zich niet vrij ontwikkelen; alles bleef toen in plaats en tijd meer beperkt. De wereldrijken van vóór de christelijke tijd en het Romeinse rijk zelf zouden, als men ze afmeet naar de tegenwoordige kennis van de uitgestrektheid van de aarde en van het menselijk geslacht, ver achterblijven bij die van de tegenwoordige wereld. Toch voerden deze "wereldstaten" veel oorlogen en daarop volgden dan verhoudingen, die in de algemene geschiedenis gewoonlijk in grote lijnen op dezelfde wijze terugkeren, nl. van "overwinnaars en overwonnenen", van "onderwerpers en onderworpenen"; het harde van deze verhoudingen was verschillend en zij duurden kortere of langere tijd, maar leidden later meestal weer tot een min of meer dragelijke "modus vivendi", vooral als nieuwe generaties, die het persoonlijk lijden van de voorbije oorlogen niet hadden meegemaakt, de plaats innamen van de oude en heel bijzonder als de nauwe samenleving en samenwerking langzamerhand een sociale en zelfs een famiale vermenging van "overwonnenen" en "overwinnaars" tot stand hadden gebracht. Dit geleidelijk afnemen en uitsterven van psychische spanningen schijnt een van de wetten van de volkspsychologie, hoewel men toch rekening moet houden met de mogelijkheid van het ontstaan van nieuwe tegenstellingen. Maar al te dikwijls is dit niet het enige gevolg van de oorlogen uit het verleden. Er zijn genoeg voorbeelden in de geschiedenis, waarin een verzoening of een ontspanning niet werd bereikt, maar het conflict meerdere malen werd vernieuwd en ten slotte uitliep op de vernietiging, of de slavernij, of de volledige machteloosheid van de vijand.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Moeilijkheden voor de vorming van een volkerengemeenschap in de tegenwoordige tijd
In onze toespraak tot het 6e internationaal congres voor strafrecht van 3 October 1953 [1472] en tot het Se nationaal congres van de unie van de Italiaanse katholieke juristen op 6 December 1953 [1019] hebben wij deze en dergelijke problemen aangeraakt, en er op gewezen, dat een oplossing er van niet mogelijk is door een eenvoudig ja of neen, en tevens hebben wij enkele richtlijnen gegeven om die problemen te begrijpen en op te lossen. Wij hebben toen gewezen op het streven om een volkerengemeenschap te vormen en wij zeiden toen, dat die ten slotte niet moet steunen op de geweldige ontwikkeling van uitwisseling en verkeer, maar op een innerlijke drang, die voortkomt uit de eenheid van oorsprong, natuur en doel, en dat deze gemeenschap duidelijk moet dienen voor de volledige, door de Schepper gewilde ontplooiing van het individu, van de volkeren en van geheel de mensenfamilie door middel van een steeds toenemende samenwerking, met eerbiediging echter van het culturele en zedelijke erfdeel van de afzonderlijke groepen. Wij hebben vervolgens verschillende beletselen aangegeven, die een internationale volkerengemeenschap in de weg staan, beletselen, die groter worden, naargelang het getal van die volkeren vermeerdert. Bijv. de aangeboren of verworven gesteltenissen, die verschillen en dikwijls met elkaar in strijd zijn; gesteltenissen van overwegend geestelijke aard of met een hoofdzakelijk somatisch karakter, die werken op geheel het terrein van het verstand, van het gevoel, van de daad; eveneens de kwesties van ras en bloed, van plaats en klimaat, van opvoeding en gewoonte, van taal, geschiedenis en cultuur; alles wat de afzonderlijke mens en het afzonderlijke volk omringt en vormt. Insgelijks, de omstandigheden van eigendom en bezit, van economische vrijheid en afhankelijkheid, waarin een volk leeft of gedwongen wordt te leven en die, ofschoon zij niet de enige beslissende oorzaak zijn, toch een machtige invloed uitoefenen op heel zijn denken, zijn verlangen en zijn activiteit. Hierbij komen nog die talrijke natuurlijke strevingen of hartstochten, die zulk een grote rol spelen in het dagelijks leven van de individuen. Ofschoon zij streven naar doeleinden, die in zich goed zijn, bezitten zij toch in zich geen enkele norm van maat en van onderscheid, maar moeten deze ontlenen aan een hogere macht over de mens zelf om niet te ontaarden in ontbindende krachten, bijv. egoïsme, begeerte naar macht, zucht om zich uit te breiden, om te assimileren en om te absorberen.
In onze toespraak tot het 6e internationaal congres voor strafrecht van 3 October 1953 [1472] en tot het Se nationaal congres van de unie van de Italiaanse katholieke juristen op 6 December 1953 [1019] hebben wij deze en dergelijke problemen aangeraakt, en er op gewezen, dat een oplossing er van niet mogelijk is door een eenvoudig ja of neen, en tevens hebben wij enkele richtlijnen gegeven om die problemen te begrijpen en op te lossen. Wij hebben toen gewezen op het streven om een volkerengemeenschap te vormen en wij zeiden toen, dat die ten slotte niet moet steunen op de geweldige ontwikkeling van uitwisseling en verkeer, maar op een innerlijke drang, die voortkomt uit de eenheid van oorsprong, natuur en doel, en dat deze gemeenschap duidelijk moet dienen voor de volledige, door de Schepper gewilde ontplooiing van het individu, van de volkeren en van geheel de mensenfamilie door middel van een steeds toenemende samenwerking, met eerbiediging echter van het culturele en zedelijke erfdeel van de afzonderlijke groepen. Wij hebben vervolgens verschillende beletselen aangegeven, die een internationale volkerengemeenschap in de weg staan, beletselen, die groter worden, naargelang het getal van die volkeren vermeerdert. Bijv. de aangeboren of verworven gesteltenissen, die verschillen en dikwijls met elkaar in strijd zijn; gesteltenissen van overwegend geestelijke aard of met een hoofdzakelijk somatisch karakter, die werken op geheel het terrein van het verstand, van het gevoel, van de daad; eveneens de kwesties van ras en bloed, van plaats en klimaat, van opvoeding en gewoonte, van taal, geschiedenis en cultuur; alles wat de afzonderlijke mens en het afzonderlijke volk omringt en vormt. Insgelijks, de omstandigheden van eigendom en bezit, van economische vrijheid en afhankelijkheid, waarin een volk leeft of gedwongen wordt te leven en die, ofschoon zij niet de enige beslissende oorzaak zijn, toch een machtige invloed uitoefenen op heel zijn denken, zijn verlangen en zijn activiteit. Hierbij komen nog die talrijke natuurlijke strevingen of hartstochten, die zulk een grote rol spelen in het dagelijks leven van de individuen. Ofschoon zij streven naar doeleinden, die in zich goed zijn, bezitten zij toch in zich geen enkele norm van maat en van onderscheid, maar moeten deze ontlenen aan een hogere macht over de mens zelf om niet te ontaarden in ontbindende krachten, bijv. egoïsme, begeerte naar macht, zucht om zich uit te breiden, om te assimileren en om te absorberen.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De godsdienst als factor in de volkerengemeenschap
Onder de elementen, waarmee de statengemeenschappen rekening moeten houden, noemen wij ook de godsdienst. Deze kan op de betrekkingen van de staten onderling een verzoenende en kalmerende invloed uitoefenen, maar ook soms een scheidende en prikkelende. De godsdiensttwisten hebben hun eigen stempel gedrukt op de geschiedenis. Bewegingen van diepe godsdienstzin en echte geestdrift konden voeren tot heldhaftige offers; maar men moet daar ook bij beschouwen, dat het godsdienstige doel niet altijd volkomen zuiver werd gehouden; in vele gevallen werden er zeer aardse verlangens mee vermengd; als dus die oorlogen werden aangewakkerd door haat, onder een godsdienstig voorwendsel, dan overtroffen zij de andere oorlogen in verschrikkingen, wreedheid en verwoestingen; het fanatisme en niet de godsdienst was dan het ware motief.
Onder de elementen, waarmee de statengemeenschappen rekening moeten houden, noemen wij ook de godsdienst. Deze kan op de betrekkingen van de staten onderling een verzoenende en kalmerende invloed uitoefenen, maar ook soms een scheidende en prikkelende. De godsdiensttwisten hebben hun eigen stempel gedrukt op de geschiedenis. Bewegingen van diepe godsdienstzin en echte geestdrift konden voeren tot heldhaftige offers; maar men moet daar ook bij beschouwen, dat het godsdienstige doel niet altijd volkomen zuiver werd gehouden; in vele gevallen werden er zeer aardse verlangens mee vermengd; als dus die oorlogen werden aangewakkerd door haat, onder een godsdienstig voorwendsel, dan overtroffen zij de andere oorlogen in verschrikkingen, wreedheid en verwoestingen; het fanatisme en niet de godsdienst was dan het ware motief.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Plicht om nieuwe wegen te zoeken voor de vrede
Tot besluit van het eerste punt van onze toespraak kunnen wij zeggen: ondanks natuurlijke en steeds groter en vuriger inspanning om ruime internationale betrekkingen en banden te verkrijgen, die noodzakelijk zijn en verheven van doel, roepen toch de harten van de mensen en van de volkeren, hun goede maar ook niet zelden hun verkeerde gevoelens en verlangens, hun geheime bedoelingen, de wereld rondom hen, de omstandigheden van buiten, de vaak scherp uiteenlopende belangen tegenstellingen op, spanningen, conflicten en ten slotte oorlogen met hun onvermijdelijke gevolgen voor beide oorlogvoerende partijen. Dit heeft zich in de loop van de geschiedenis tot nu toe herhaald. De tijd schijnt derhalve gekomen, dat de beschaafde wereld zich eerlijk moet afvragen, of zij moet berusten in een harde wet van de geschiedenis uit het verleden, of dat zij daarentegen nieuwe wegen moet beproeven om het menselijk geslacht van de terugkerende nachtmerrie van een oorlog te bevrijden. Dit moet dus de levendige belangstelling hebben van de verantwoordelijke openbare macht. En hierbij is de Kerk bereid, haar aandeel bij te dragen, haar krachten te geven volgens de wil zelf van haar goddelijke Stichter met. haar moederlijke zorg voor alles, wat bijdraagt tot een betere verstandhouding en tot een verzoening onder de volkeren.
Tot besluit van het eerste punt van onze toespraak kunnen wij zeggen: ondanks natuurlijke en steeds groter en vuriger inspanning om ruime internationale betrekkingen en banden te verkrijgen, die noodzakelijk zijn en verheven van doel, roepen toch de harten van de mensen en van de volkeren, hun goede maar ook niet zelden hun verkeerde gevoelens en verlangens, hun geheime bedoelingen, de wereld rondom hen, de omstandigheden van buiten, de vaak scherp uiteenlopende belangen tegenstellingen op, spanningen, conflicten en ten slotte oorlogen met hun onvermijdelijke gevolgen voor beide oorlogvoerende partijen. Dit heeft zich in de loop van de geschiedenis tot nu toe herhaald. De tijd schijnt derhalve gekomen, dat de beschaafde wereld zich eerlijk moet afvragen, of zij moet berusten in een harde wet van de geschiedenis uit het verleden, of dat zij daarentegen nieuwe wegen moet beproeven om het menselijk geslacht van de terugkerende nachtmerrie van een oorlog te bevrijden. Dit moet dus de levendige belangstelling hebben van de verantwoordelijke openbare macht. En hierbij is de Kerk bereid, haar aandeel bij te dragen, haar krachten te geven volgens de wil zelf van haar goddelijke Stichter met. haar moederlijke zorg voor alles, wat bijdraagt tot een betere verstandhouding en tot een verzoening onder de volkeren.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 2 Beginselen van de Kerk ter verzoening om conflicten te voorkomen
11
Herhaaldelijk hebben wij in onze vorige toespraken, vooral in het derde deel van onze laatste kerstboodschap over deze beginselen gesproken. Vandaag zullen wij ons daarom beperken tot twee: de natuurwet en de leer van Christus.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 De natuurwet en de verzoening van de volkeren
12
De natuurwet de basis voor alle recht en plicht
De eerste voorwaarde voor iedere vredesactie is, dat zij het bestaan erkent van een natuurwet, die alle mensen en alle volkeren gemeen hebben en waaruit de normen voortvloeien van het zijn, van het handelen en van het moeten. De gehoorzaamheid hieraan vergemakkelijkt en verzekert de vredelievende samenleving en de onderlinge samenwerking. Voor wie deze waarheid verwerpen, zullen de betrekkingen tussen de volkeren zowel in theorie als in praktijk 'een raadsel blijven en als het verwerpen een algemene leer zou worden, zou ook de loop van de menselijke geschiedenis een eeuwig dwalen zijn op een woelige zee zonder haven. Daartegenover kan iedereen in het licht van dit beginsel minstens in hoofdlijnen gemakkelijk het rechtvaardige van het onrechtvaardige, het goede van het kwade onderscheiden; de beginselen aangeven om de tegenstellingen op te lossen; de ware les van de geschiedenis begrijpen, wat de betrekkingen van de volkeren onderling aangaat; zich rekenschap geven van de vorming en het verplichtend karakter van het internationaal recht. In één woord, de natuurwet is de sterke gemeenschappelijke grondslag voor ieder recht en iedere plicht, de algemene taal, die noodzakelijk is voor iedere overeenkomst; zij is de hoogste rechtbank van appel, die de. mensheid altijd heeft verlangd om een eind te maken aan de terugkerende contrasten.
De eerste voorwaarde voor iedere vredesactie is, dat zij het bestaan erkent van een natuurwet, die alle mensen en alle volkeren gemeen hebben en waaruit de normen voortvloeien van het zijn, van het handelen en van het moeten. De gehoorzaamheid hieraan vergemakkelijkt en verzekert de vredelievende samenleving en de onderlinge samenwerking. Voor wie deze waarheid verwerpen, zullen de betrekkingen tussen de volkeren zowel in theorie als in praktijk 'een raadsel blijven en als het verwerpen een algemene leer zou worden, zou ook de loop van de menselijke geschiedenis een eeuwig dwalen zijn op een woelige zee zonder haven. Daartegenover kan iedereen in het licht van dit beginsel minstens in hoofdlijnen gemakkelijk het rechtvaardige van het onrechtvaardige, het goede van het kwade onderscheiden; de beginselen aangeven om de tegenstellingen op te lossen; de ware les van de geschiedenis begrijpen, wat de betrekkingen van de volkeren onderling aangaat; zich rekenschap geven van de vorming en het verplichtend karakter van het internationaal recht. In één woord, de natuurwet is de sterke gemeenschappelijke grondslag voor ieder recht en iedere plicht, de algemene taal, die noodzakelijk is voor iedere overeenkomst; zij is de hoogste rechtbank van appel, die de. mensheid altijd heeft verlangd om een eind te maken aan de terugkerende contrasten.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De toepeselng van de natuurwet kan geschieden door het verstand, maar ook door de hartstocht
Maar vanwaar en waarom deze tegenstellingen?
Hoe zijn zij ooit mogelijk, als er toch een natuurwet bestaat die aan allen gemeenschappelijk is en die door iedereen gekend kan worden? Bij hun geboorte ontvangen de mensen en de volkeren van de natuur overvloedige kwaliteiten en krachten om aan het individuele en sociale leven vorm te geven. Zulke gaven en impulsen van de natuur tonen het doel, de richting en de weg als de hoofdlijnen van de orde, die door de Schepper is vastgesteld; maar het hoe, het wanneer en het waar van de verwerkelijking er van en het stellen van het ene doel boven het andere, het aanwenden van dit middel liever dan dat - dit alles heeft de natuur overgelaten aan de vrije en wijze bepaling van individuen of groepen. De samenleving en het persoonlijk gedrag van het individu wordt dus niet automatisch door zichzelf geregeld, gelijk het verbonden leven van de bijen, dat door het instinct bepaald wordt; maar het wordt uiteindelijk bepaald door de bewuste wil van de volkeren zelf of liever van de mensen, waaruit de volkeren zijn samengesteld. Nu kan die wil de invloed ondergaan van twee verschillende en tegengestelde krachten, nl. de kracht van het verstand. en kalm overleg en die van de blinde instincten en de ongebreidelde hartstochten. Als de activiteit van de volkeren onderworpen is aan het verstand, dan zal zij in de natuurwetten de middelen weten te vinden om de tegenstellingen weg te nemen en om de verschillen van de natuurlijke disposities, . van de uiterlijke omstandigheden en zelfs van de belangen - die op zichzelf geen onvermijdelijke oorzaken van gewelddadige conflicten zijn om te vormen in evenveel bronnen van samenwerking en harmonie; laat echter de wil zich meeslepen door de hartstochten, dan zullen deze zelfde verschillen ondraaglijke spanningen opwekken en het ontladen hiervan wordt dan toevertrouwd aan de overmacht van de wapenen.
Maar vanwaar en waarom deze tegenstellingen?
Hoe zijn zij ooit mogelijk, als er toch een natuurwet bestaat die aan allen gemeenschappelijk is en die door iedereen gekend kan worden? Bij hun geboorte ontvangen de mensen en de volkeren van de natuur overvloedige kwaliteiten en krachten om aan het individuele en sociale leven vorm te geven. Zulke gaven en impulsen van de natuur tonen het doel, de richting en de weg als de hoofdlijnen van de orde, die door de Schepper is vastgesteld; maar het hoe, het wanneer en het waar van de verwerkelijking er van en het stellen van het ene doel boven het andere, het aanwenden van dit middel liever dan dat - dit alles heeft de natuur overgelaten aan de vrije en wijze bepaling van individuen of groepen. De samenleving en het persoonlijk gedrag van het individu wordt dus niet automatisch door zichzelf geregeld, gelijk het verbonden leven van de bijen, dat door het instinct bepaald wordt; maar het wordt uiteindelijk bepaald door de bewuste wil van de volkeren zelf of liever van de mensen, waaruit de volkeren zijn samengesteld. Nu kan die wil de invloed ondergaan van twee verschillende en tegengestelde krachten, nl. de kracht van het verstand. en kalm overleg en die van de blinde instincten en de ongebreidelde hartstochten. Als de activiteit van de volkeren onderworpen is aan het verstand, dan zal zij in de natuurwetten de middelen weten te vinden om de tegenstellingen weg te nemen en om de verschillen van de natuurlijke disposities, . van de uiterlijke omstandigheden en zelfs van de belangen - die op zichzelf geen onvermijdelijke oorzaken van gewelddadige conflicten zijn om te vormen in evenveel bronnen van samenwerking en harmonie; laat echter de wil zich meeslepen door de hartstochten, dan zullen deze zelfde verschillen ondraaglijke spanningen opwekken en het ontladen hiervan wordt dan toevertrouwd aan de overmacht van de wapenen.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
De juiste richting wordt bepaald door een helder inzicht in de menselijke natuur
Maar hoe kunnen de volkeren en de individuen met zekerheid weten, welke richting zij dienen te geven aan hun activiteit overeenkomstig het door de natuur vastgestelde plan? Men moet zich bij deze taak vooral wachten voor simpele veronderstellingen en vermoedens. De grote richtlijnen worden gegeven door een heldere kennis en beschouwing van de menselijke natuur, van de natuur der dingen en ook van de betrekkingen en eisen, die daaruit voortvloeien.
Maar hoe kunnen de volkeren en de individuen met zekerheid weten, welke richting zij dienen te geven aan hun activiteit overeenkomstig het door de natuur vastgestelde plan? Men moet zich bij deze taak vooral wachten voor simpele veronderstellingen en vermoedens. De grote richtlijnen worden gegeven door een heldere kennis en beschouwing van de menselijke natuur, van de natuur der dingen en ook van de betrekkingen en eisen, die daaruit voortvloeien.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
De geschiedenis illustreert de onveranderlijkheid van de natuurwet
In dit opzicht is het zeer nuttig, uit de documenten en uit de wetteksten het denken van de voorbije eeuwen - en zelfs van millennia - te leren kennen en begrijpen. Deze tonen ons, dat de eisen voor de samenleving van de volkeren in hoofdlijnen altijd dezelfde zijn geweest, omdat de menselijke natuur in wezen altijd dezelfde blijft; zij bewijzen bovendien, dat dezelfde daden van rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid steeds opnieuw terugkomen in het private en openbare leven, in het interne leven van de volke- ren en in de betrekkingen van de staten onderling. ?
Ook is het leerzaam te zien, hoe men altijd de noodzakelijkheid erkend heeft om door verdragen en internationale overeenkomsten vast te stellen, wat volgens de beginselen van de natuur niet met zekerheid vaststaat, en om datgene aan te vullen, waaromtrent de natuur zweeg. Nog eens. De studie van de geschiedenis en van de ontwikkeling van het recht vanaf de vroegste tijden leert ons, dat enerzijds een verandering in economische en sociale (soms zelfs politieke) omstandigheden ook nieuwe formuleringen vraagt van de eisen van het natuurrecht, waarbij de systemen, die tot nu toe overheersend waren, niet meer passen; dat anderzijds in deze veranderingen de fundamentele eisen van de natuur altijd terugkeren en meer of minder noodzakelijk door de ene generatie aan de andere worden overgegeven. Een aandachtig toeschouwer ziet hier de erkenning, die altijd op een of andere wijze terugkeert, van de persoonlijkheid van de mens met zijn fundamentele rechten omtrent stoffelijke en onstoffelijke dingen en dus het onwrikbaar afwijzen van het volledig opgaan van de persoon in de gemeenschap en van de vernietiging van de persoonlijke activiteit, die er het gevolg van is. Maar daartegenover vindt men ook het verwerpen van de overdreven beklemtoning van de afzonderlijke mens of het afzonderlijke volk, die zich niet alleen niet mogen onttrekken aan het noodzakelijk dienen van de gemeenschap, maar ook gehouden zijn, die dienst op positieve wijze te verrichten. Men vindt verder het grondbeginsel, dat macht en succes geen rechtvaardiging zijn voor een aanval en evenmin uit zichzelf het recht maken; dat het recht boven macht moet gaan; dat de schenders van het recht in de gemeenschap van de volkeren moeten beschouwd worden als misdadigers en als zodanig ter verantwoording moeten geroepen worden. over dit onderwerp handelden wij reeds in onze toespraak tot het internationaal congres voor strafrecht van 3 October 1953 [[1472]]
In dit opzicht is het zeer nuttig, uit de documenten en uit de wetteksten het denken van de voorbije eeuwen - en zelfs van millennia - te leren kennen en begrijpen. Deze tonen ons, dat de eisen voor de samenleving van de volkeren in hoofdlijnen altijd dezelfde zijn geweest, omdat de menselijke natuur in wezen altijd dezelfde blijft; zij bewijzen bovendien, dat dezelfde daden van rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid steeds opnieuw terugkomen in het private en openbare leven, in het interne leven van de volke- ren en in de betrekkingen van de staten onderling. ?
Ook is het leerzaam te zien, hoe men altijd de noodzakelijkheid erkend heeft om door verdragen en internationale overeenkomsten vast te stellen, wat volgens de beginselen van de natuur niet met zekerheid vaststaat, en om datgene aan te vullen, waaromtrent de natuur zweeg. Nog eens. De studie van de geschiedenis en van de ontwikkeling van het recht vanaf de vroegste tijden leert ons, dat enerzijds een verandering in economische en sociale (soms zelfs politieke) omstandigheden ook nieuwe formuleringen vraagt van de eisen van het natuurrecht, waarbij de systemen, die tot nu toe overheersend waren, niet meer passen; dat anderzijds in deze veranderingen de fundamentele eisen van de natuur altijd terugkeren en meer of minder noodzakelijk door de ene generatie aan de andere worden overgegeven. Een aandachtig toeschouwer ziet hier de erkenning, die altijd op een of andere wijze terugkeert, van de persoonlijkheid van de mens met zijn fundamentele rechten omtrent stoffelijke en onstoffelijke dingen en dus het onwrikbaar afwijzen van het volledig opgaan van de persoon in de gemeenschap en van de vernietiging van de persoonlijke activiteit, die er het gevolg van is. Maar daartegenover vindt men ook het verwerpen van de overdreven beklemtoning van de afzonderlijke mens of het afzonderlijke volk, die zich niet alleen niet mogen onttrekken aan het noodzakelijk dienen van de gemeenschap, maar ook gehouden zijn, die dienst op positieve wijze te verrichten. Men vindt verder het grondbeginsel, dat macht en succes geen rechtvaardiging zijn voor een aanval en evenmin uit zichzelf het recht maken; dat het recht boven macht moet gaan; dat de schenders van het recht in de gemeenschap van de volkeren moeten beschouwd worden als misdadigers en als zodanig ter verantwoording moeten geroepen worden. over dit onderwerp handelden wij reeds in onze toespraak tot het internationaal congres voor strafrecht van 3 October 1953 [[1472]]
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Enkele eisen van het natuurrecht, die tegenwoordig in de internationale betrekkingen van de volkeren overheersend zijn, hebben wij behandeld in onze toespraak tot het 5e internationaal congres van katholieke juristen van 6 December 1953 over volkeren en internationale gemeenschap [1019]. Vooral benadrukten wij, dat de heersende normen niet zonder meer afhangen van de willekeur van de volkeren, omdat hun gemeenschap moet steunen op een eis en een drang van de natuur zelf en bijgevolg de fundamentele elementen om zulk een eenheid te vormen het karakter vertonen van een morele noodzakelijkheid, die uit de natuur zelf voortkomt. Wij hebben ook enkele van deze eisen in het bijzonder aangegeven: het recht op het bestaan; het recht om de aardse goederen te benutten voor het levensonderhoud; het recht op eerbiediging en op de goede naam van het eigen volk; het recht om een eigen stempel te drukken op het karakter van het volk; het recht op ontwikkeling en uitbreiding; het recht op de naleving van de internationale verdragen en van andere dergelijke overeenkomsten. Ook als de inhoud van deze verdragen van louter positief recht is, dan komt de plicht om deze te eerbiedigen zolang er niets instaat, dat met de gezonde moraal in strijd is - toch voort uit de natuur en het natuurrecht. Zo overbrugt en bekroont het natuurrecht alle normen van het louter positieve recht, die gelden onder de mensen en de volkeren.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De onderhouding van de natuurwet is een gewichtige stap naar de vrede
Als dus de bovengenoemde normen van het natuur-recht de betrekkingen onder de volkeren regelen, zullen dan de aanleidingen tot conflicten niet beduidend verminderen? En als de tegenstellingen en de spanningen aldus verminderen, zal dan wellicht niet door bij de natuur eerlijk te rade te gaan over haar ware eisen het wederzijds begrip vergemakkelijkt worden? De ondervinding bewijst, dat er geen lang onderricht nodig is om mensen en volkeren van de rechtvaardigheid er van te overtuigen. De leraar heeft, om zo te zeggen, in de menselijke natuur zelf en in de gezonde intuïtie van de toehoorder de sterkste hulp. Dit wordt zelfs bewezen door het feit, dat, wanneer mensen en volkeren deze eisen niet eerbiedigen, door nl. hun inhoud te vervangen door iets anders, wat er lijnrecht mee in tegenspraak is, zij toch in de praktijk niet weigeren, de formulering er van te behouden; zo noemen zij slavernij vrijheid, willekeur recht, gedwongen uitvoering zelfbeschikking. Dit bewijst wel, hoe moeilijk het is om de diepe stem van de natuur geheel te verstikken. Als men bereikt, dat haar stem wordt gehoord, begrepen en geëerbiedigd, dan is dat een zeer gewichtige stap naar de vrede.
Als dus de bovengenoemde normen van het natuur-recht de betrekkingen onder de volkeren regelen, zullen dan de aanleidingen tot conflicten niet beduidend verminderen? En als de tegenstellingen en de spanningen aldus verminderen, zal dan wellicht niet door bij de natuur eerlijk te rade te gaan over haar ware eisen het wederzijds begrip vergemakkelijkt worden? De ondervinding bewijst, dat er geen lang onderricht nodig is om mensen en volkeren van de rechtvaardigheid er van te overtuigen. De leraar heeft, om zo te zeggen, in de menselijke natuur zelf en in de gezonde intuïtie van de toehoorder de sterkste hulp. Dit wordt zelfs bewezen door het feit, dat, wanneer mensen en volkeren deze eisen niet eerbiedigen, door nl. hun inhoud te vervangen door iets anders, wat er lijnrecht mee in tegenspraak is, zij toch in de praktijk niet weigeren, de formulering er van te behouden; zo noemen zij slavernij vrijheid, willekeur recht, gedwongen uitvoering zelfbeschikking. Dit bewijst wel, hoe moeilijk het is om de diepe stem van de natuur geheel te verstikken. Als men bereikt, dat haar stem wordt gehoord, begrepen en geëerbiedigd, dan is dat een zeer gewichtige stap naar de vrede.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
De Kerk heeft altijd de naleving van de natuurwet bevorderd
Daarom heeft de Kerk er altijd voor gezorgd, dekennis en het besef van het natuurrecht op te wekken,levendig te houden en doeltreffend te maken; maar niet van een vals en vaag, doch van een scherp en juist omlijnd natuurrecht, zoals wij dat getracht hebben te beschrijven. En door een duidelijke en scherpe bepaling van dit beginsel heeft de Kerk er toe meegewerkt, voor de volkeren de weg te openen tot begrip en verzoening ondanks de belangenstrijd, die helaas uiterst moeilijk van de aarde te verbannen is.
Daarom heeft de Kerk er altijd voor gezorgd, dekennis en het besef van het natuurrecht op te wekken,levendig te houden en doeltreffend te maken; maar niet van een vals en vaag, doch van een scherp en juist omlijnd natuurrecht, zoals wij dat getracht hebben te beschrijven. En door een duidelijke en scherpe bepaling van dit beginsel heeft de Kerk er toe meegewerkt, voor de volkeren de weg te openen tot begrip en verzoening ondanks de belangenstrijd, die helaas uiterst moeilijk van de aarde te verbannen is.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 De boodschap van Christus en de verzoening van de volkeren
19
Het tweede beginsel is de boodschap van Christus.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
De boodschap van Christus een boodschap van vrede
De prediking van de boodschap van Christus aan de mensen is de bestaansreden van de Kerk, haar allereerste plicht, die zij niet kan verwaarlozen zonder zichzelf te verloochenen en hen te misleiden, die zich tot haar wenden in de kwelling van de beproeving van het leven op aarde. Daarom leeft de Kerk, heeft zij geleefd en zal zij blijven leven om deze zending te vervullen. Nu is de boodschap van Christus lichtend als de hemel, waaruit zij komt, universeel als de Kerk, waaraan zij is toevertrouwd, wezenlijk niets anders dan de goddelijke oproep tot verzoening op de eerste plaats tussen de mensen en God en vervolgens onder de mensen zelf, in één woord het is de boodschap van de meest verheven vrede.
De prediking van de boodschap van Christus aan de mensen is de bestaansreden van de Kerk, haar allereerste plicht, die zij niet kan verwaarlozen zonder zichzelf te verloochenen en hen te misleiden, die zich tot haar wenden in de kwelling van de beproeving van het leven op aarde. Daarom leeft de Kerk, heeft zij geleefd en zal zij blijven leven om deze zending te vervullen. Nu is de boodschap van Christus lichtend als de hemel, waaruit zij komt, universeel als de Kerk, waaraan zij is toevertrouwd, wezenlijk niets anders dan de goddelijke oproep tot verzoening op de eerste plaats tussen de mensen en God en vervolgens onder de mensen zelf, in één woord het is de boodschap van de meest verheven vrede.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
De Kerk de draagster van een dubbele boodschap van Christus
Daarom moeten wij thans nagaan, hoe de Kerk als draagster van de boodschap van Christus, door de echo er van te verbreiden en te doen voortleven, de feitelijke verzoening van de volkeren dient.
Daarom moeten wij thans nagaan, hoe de Kerk als draagster van de boodschap van Christus, door de echo er van te verbreiden en te doen voortleven, de feitelijke verzoening van de volkeren dient.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Er bestaat een dubbele boodschap van Christus: de boodschap van het woord en van de leer en de boodschap van de daad en van het leven.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
De boodschap van het woord en van de leer
Dat de boodschap van het woord en van de leer mensen en volkeren kan verenigen, behoeven wij niet in het bijzonder te verklaren. Het is in werkelijkheid de verkondiging van de éne oorsprong en van het éne einddoel van alle mensen en volkeren; van de éne God en Vader van allen; van het éne en eenmakend gebod van de liefde tot God en tot de naaste; van de éne verlosser en van de Kerk, die Hij gesticht heeft voor alle volkeren, opdat er één herder en één kudde zou zijn. Deze boodschap, die in haar oorsprong, in haar middelen, in haar einddoel is geïnspireerd door de gedachte van de eenheid van de schepselen in één God, is duidelijk verzoenend en eenmakend.
Dat de boodschap van het woord en van de leer mensen en volkeren kan verenigen, behoeven wij niet in het bijzonder te verklaren. Het is in werkelijkheid de verkondiging van de éne oorsprong en van het éne einddoel van alle mensen en volkeren; van de éne God en Vader van allen; van het éne en eenmakend gebod van de liefde tot God en tot de naaste; van de éne verlosser en van de Kerk, die Hij gesticht heeft voor alle volkeren, opdat er één herder en één kudde zou zijn. Deze boodschap, die in haar oorsprong, in haar middelen, in haar einddoel is geïnspireerd door de gedachte van de eenheid van de schepselen in één God, is duidelijk verzoenend en eenmakend.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
De boodschap van de daad en van het leven
De wet van de christelijke liefde
Vervolgens, de boodschap van de daad en van het leven is de verwezenlijking van de eerste, en is even rijk als het feit en het leven kan zijn van één idee, dat alles beheerst. Het is allereerst de christelijke liefde, d.w.z. de beoefende en beleefde liefde tot Christus, die wat gedaan wordt aan de naaste uit liefde tot Hem, beschouwt als aan Zichzelf gedaan. Het is de liefde tot Christus in haar veelvuldige vormen: in de ziekenhuizen, de sanatoria, de tehuizen voor ouden van dagen, de bewaarscholen, de gestichten voor vondelingen, zwervers, invaliden, en geesteszwakken. Het is de liefde tot Christus, die niet wacht tot de ellende tot haar komt, maar haar zoekt, en niet alleen in het vaderland maar ook in het buitenland. De liefde, die in oorlogstijd geen verschil maakt tussen vriend en vijand; die in Christus' naam de ziekenverplegers en -verpleegsters en de artsen aanzet, de gewonden, vriend of vijand, met de zorg van broeders te verplegen. De liefde, die evenzeer bereid is haar diensten te bewijzen in het paleis van de rijken als in de hut van de armen. Ongetwijfeld bloeit ook in de gelaïciseerde wereld een groots werk van technisch volmaakte hulpverlening. Zeer zeker, maar dat was niet altijd zo en het bewijst niet, dat zulk een lekenhulp in haar diepste wezen is voortgekomen uit dezelfde geest van vurige liefde, van zelfverloochening en van heldhaftigheid, vaak gedurende een geheel leven. Toch is men op sommige plaatsen er toe overgegaan, de christelijke caritas uit te sluiten en haar zelfs te verbieden. Een betreurenswaardige, maar nutteloze onderneming. Want als men de uitwendige vormen van de caritas onderdrukt, dan blijven toch de mensen, die haar beoefenen met hun persoonlijke ijver uit liefde tot Christus, wiens goddelijke boodschap zij volbrengen.
De wet van de christelijke liefde
Vervolgens, de boodschap van de daad en van het leven is de verwezenlijking van de eerste, en is even rijk als het feit en het leven kan zijn van één idee, dat alles beheerst. Het is allereerst de christelijke liefde, d.w.z. de beoefende en beleefde liefde tot Christus, die wat gedaan wordt aan de naaste uit liefde tot Hem, beschouwt als aan Zichzelf gedaan. Het is de liefde tot Christus in haar veelvuldige vormen: in de ziekenhuizen, de sanatoria, de tehuizen voor ouden van dagen, de bewaarscholen, de gestichten voor vondelingen, zwervers, invaliden, en geesteszwakken. Het is de liefde tot Christus, die niet wacht tot de ellende tot haar komt, maar haar zoekt, en niet alleen in het vaderland maar ook in het buitenland. De liefde, die in oorlogstijd geen verschil maakt tussen vriend en vijand; die in Christus' naam de ziekenverplegers en -verpleegsters en de artsen aanzet, de gewonden, vriend of vijand, met de zorg van broeders te verplegen. De liefde, die evenzeer bereid is haar diensten te bewijzen in het paleis van de rijken als in de hut van de armen. Ongetwijfeld bloeit ook in de gelaïciseerde wereld een groots werk van technisch volmaakte hulpverlening. Zeer zeker, maar dat was niet altijd zo en het bewijst niet, dat zulk een lekenhulp in haar diepste wezen is voortgekomen uit dezelfde geest van vurige liefde, van zelfverloochening en van heldhaftigheid, vaak gedurende een geheel leven. Toch is men op sommige plaatsen er toe overgegaan, de christelijke caritas uit te sluiten en haar zelfs te verbieden. Een betreurenswaardige, maar nutteloze onderneming. Want als men de uitwendige vormen van de caritas onderdrukt, dan blijven toch de mensen, die haar beoefenen met hun persoonlijke ijver uit liefde tot Christus, wiens goddelijke boodschap zij volbrengen.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
De liefde bevordert de eenheid
Maar hoe wordt nu deze liefde een krachtdadig middel voor het vredesbegrip onder de volkeren? Vóór alles door het complex van ontelbare daden van goedheid, die als in een zedelijke balans de passieve som van de egoïstische daden overtreffen of minstens beletten, dat deze voeren tot de algemene ondergang. Als onder de mensen van verschillende volkeren in honderden en duizenden gevallen het goede gedaan wordt, dan worden er wederzijds draden geweven van onderling begrip en baant men de weg om aan iedere vijandige twist te verzaken.
Maar hoe wordt nu deze liefde een krachtdadig middel voor het vredesbegrip onder de volkeren? Vóór alles door het complex van ontelbare daden van goedheid, die als in een zedelijke balans de passieve som van de egoïstische daden overtreffen of minstens beletten, dat deze voeren tot de algemene ondergang. Als onder de mensen van verschillende volkeren in honderden en duizenden gevallen het goede gedaan wordt, dan worden er wederzijds draden geweven van onderling begrip en baant men de weg om aan iedere vijandige twist te verzaken.
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
De liefde omvat allen
Maar hiermee is toch niet volledig de drijfkracht van de christelijke liefde aangegeven. Zij bestaat hierin, dat de katholieke Kerk de gewetens opvoedt om zijn naaste te zien niet alleen in deze of die mens, maar in een geheel volk en niet alleen in een volk, maar in de mensen van alle volkeren als broeders en zusters, die hetzelfde geloof in Christus belijden en aan dezelfde eucharistische tafel deelachtig zijn; en niet alleen de broeders en zusters van dezelfde moeder, de Kerk, maar alle mensen van de gehele wereld, die volgens het bevel van dezelfde éne Verlosser recht hebben op eerbied, medeleven en liefde. Deze liefde in gedachte en daden, zonder welke de ware christen niet denkbaar is, vormt een grote kracht tegen ieder nationaal egoïsme en een grote steun voor de vrede van de wereld. Zelfs in de twee laatste wereldoorlogen was zij aanwezig en deed zij veel om het kwaad en de gruwelen van het conflict te verminderen, maar zij was niet in staat, de loop van de gebeurtenissen te verhinderen. Als de oorlogsmachine eenmaal in beweging is gezet, kan deze alleen de ontwikkeling en het einde bepalen.
Maar hiermee is toch niet volledig de drijfkracht van de christelijke liefde aangegeven. Zij bestaat hierin, dat de katholieke Kerk de gewetens opvoedt om zijn naaste te zien niet alleen in deze of die mens, maar in een geheel volk en niet alleen in een volk, maar in de mensen van alle volkeren als broeders en zusters, die hetzelfde geloof in Christus belijden en aan dezelfde eucharistische tafel deelachtig zijn; en niet alleen de broeders en zusters van dezelfde moeder, de Kerk, maar alle mensen van de gehele wereld, die volgens het bevel van dezelfde éne Verlosser recht hebben op eerbied, medeleven en liefde. Deze liefde in gedachte en daden, zonder welke de ware christen niet denkbaar is, vormt een grote kracht tegen ieder nationaal egoïsme en een grote steun voor de vrede van de wereld. Zelfs in de twee laatste wereldoorlogen was zij aanwezig en deed zij veel om het kwaad en de gruwelen van het conflict te verminderen, maar zij was niet in staat, de loop van de gebeurtenissen te verhinderen. Als de oorlogsmachine eenmaal in beweging is gezet, kan deze alleen de ontwikkeling en het einde bepalen.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
De beoefening van de liefde in vredestijd
De kracht van de liefde moet daarom in vredestijd beginnen om haar hechtheid en uitbreiding te verzekeren. Zij moet thans levend en bewust zijn in iedere katholiek vanaf zijn prilste jeugd. Zij moet in al haar vormen gewekt en gevoed worden in het gezin, in de school, bij de opvoeding, bij de volkszang, in boek en film. Zij moet de katholieken van de verschillende landen en continenten tot elkander brengen en verenigen in één gemeenschappelijke vredesactie, zoals dat reeds met groot succes gebeurt. De Kerk heeft de vrede niet zonder meer in haar hand, maar deze grote kracht mag en kan zij niet werkeloos laten. De Heer van de Kerk zal haar voor zulk een verheven doel de steun geven van Zijn zegen.
De kracht van de liefde moet daarom in vredestijd beginnen om haar hechtheid en uitbreiding te verzekeren. Zij moet thans levend en bewust zijn in iedere katholiek vanaf zijn prilste jeugd. Zij moet in al haar vormen gewekt en gevoed worden in het gezin, in de school, bij de opvoeding, bij de volkszang, in boek en film. Zij moet de katholieken van de verschillende landen en continenten tot elkander brengen en verenigen in één gemeenschappelijke vredesactie, zoals dat reeds met groot succes gebeurt. De Kerk heeft de vrede niet zonder meer in haar hand, maar deze grote kracht mag en kan zij niet werkeloos laten. De Heer van de Kerk zal haar voor zulk een verheven doel de steun geven van Zijn zegen.
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Tot de liefde behoort ook het onderwijs
Tot die liefde kan men ook rekenen de activiteit van de Kerk op het gebied van onderricht en wetenschap bij het lager, middelbaar en universitair onderwijs. Als wij, zonder op de inhoud te letten, alleenhet formele aspect beschouwen van het onderwijs enhet wetenschappelijk werk, dan moeten wij als karakteristieke factor aanwijzen, de dienst van de waarheid. Zij, die onderwijzen of wetenschappelijk werk verrichten, willen vooral brengen tot de kennis ende erkenning van de waarheid. Daarom moeten de leerlingen en de toehoorders in de leraar de weerspiegeling en als het ware de verpersoonlijking kunnen zien van de eerbied voor de waarheid, van de trouw er aan en het belijden er van, opdat ook diezelfde gevoelens op hen overgaan. Het wezenlijke is,dat men de waarheid zoekt, uitlegt, verdiept, hetzijzij aangenaam is of niet, hetzij zij aanvaard wordt of verworpen door wie ook. Zulke een geestelijke mentaliteit is apert in strijd met die apathie en onverschilligheid tegenover de waarheid, die tegenwoordig veel geesten misvormt en die eens de scepticus Pilatus uitsprak in zijn ironische vraag: "Quid est veritas: wat is waarheid?" Daartegenover toonde het gedrag van de Heer op schitterende wijze aan, dat voor Hem de waarheid boven alles ging. Van de waarheid legde Hij getuigenis af en van de waarheid gold Zijn grote belofte: zij zal u vrij maken.
Tot die liefde kan men ook rekenen de activiteit van de Kerk op het gebied van onderricht en wetenschap bij het lager, middelbaar en universitair onderwijs. Als wij, zonder op de inhoud te letten, alleenhet formele aspect beschouwen van het onderwijs enhet wetenschappelijk werk, dan moeten wij als karakteristieke factor aanwijzen, de dienst van de waarheid. Zij, die onderwijzen of wetenschappelijk werk verrichten, willen vooral brengen tot de kennis ende erkenning van de waarheid. Daarom moeten de leerlingen en de toehoorders in de leraar de weerspiegeling en als het ware de verpersoonlijking kunnen zien van de eerbied voor de waarheid, van de trouw er aan en het belijden er van, opdat ook diezelfde gevoelens op hen overgaan. Het wezenlijke is,dat men de waarheid zoekt, uitlegt, verdiept, hetzijzij aangenaam is of niet, hetzij zij aanvaard wordt of verworpen door wie ook. Zulke een geestelijke mentaliteit is apert in strijd met die apathie en onverschilligheid tegenover de waarheid, die tegenwoordig veel geesten misvormt en die eens de scepticus Pilatus uitsprak in zijn ironische vraag: "Quid est veritas: wat is waarheid?" Daartegenover toonde het gedrag van de Heer op schitterende wijze aan, dat voor Hem de waarheid boven alles ging. Van de waarheid legde Hij getuigenis af en van de waarheid gold Zijn grote belofte: zij zal u vrij maken.
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
De kracht van de waarheid voor de eenwording van de volkeren
Maar de liefde voor de waarheid, bevorderd doorde Kerk met haar grote onderwijsactiviteit, bewijst diensten van onschatbare waarde aan de verzoening en de eensgezindheid, aan de wederzijdse waardering en de samenwerking van de mensen en volkeren. Als alle volkeren werkelijk en ernstig alleen de waarheid willen zoeken, aannemen en erkennen, dan zijn zij inderdaad op de weg, die vanzelf voert naar een wederzijds begrip en naar de eenwording. Want de waarheid (wat ook in elk afzonderlijk geval haar inhoud moge zijn) is slechts één en daarom kan er ook slechts één universeel willen en verlangen van de waarheid zijn. De dwaling daarentegen, die ons van de waarheid en van de werkelijkheid verwijdert, betekent van nature verdeeldheid; zij scheidt, verdeelt, verscheurt, zelfs waar velen elkaar in dezelfde dwaling ontmoeten; hun ontmoeting is een toevallige ontmoeting en niet het gevolg van een krachtig verenigend beginsel.
Maar de liefde voor de waarheid, bevorderd doorde Kerk met haar grote onderwijsactiviteit, bewijst diensten van onschatbare waarde aan de verzoening en de eensgezindheid, aan de wederzijdse waardering en de samenwerking van de mensen en volkeren. Als alle volkeren werkelijk en ernstig alleen de waarheid willen zoeken, aannemen en erkennen, dan zijn zij inderdaad op de weg, die vanzelf voert naar een wederzijds begrip en naar de eenwording. Want de waarheid (wat ook in elk afzonderlijk geval haar inhoud moge zijn) is slechts één en daarom kan er ook slechts één universeel willen en verlangen van de waarheid zijn. De dwaling daarentegen, die ons van de waarheid en van de werkelijkheid verwijdert, betekent van nature verdeeldheid; zij scheidt, verdeelt, verscheurt, zelfs waar velen elkaar in dezelfde dwaling ontmoeten; hun ontmoeting is een toevallige ontmoeting en niet het gevolg van een krachtig verenigend beginsel.
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
De sociale actie van de Kerk
Men kan nog op vele andere manieren de boodschap van Christus verwerkelijken teneinde de verzoening en het wederzijds begrip. onder de volkeren te bevorderen. Al deze manieren hebben dit gemeen, dat zij metterdaad en in het leven datgene tot stand brengen, waartoe de boodschap van Christus leidt. Wij willen hier slechts één er van vermelden: de activiteit van de Kerk om de sociale kwestie helder uiteen te zetten en op te lossen.
Men kan nog op vele andere manieren de boodschap van Christus verwerkelijken teneinde de verzoening en het wederzijds begrip. onder de volkeren te bevorderen. Al deze manieren hebben dit gemeen, dat zij metterdaad en in het leven datgene tot stand brengen, waartoe de boodschap van Christus leidt. Wij willen hier slechts één er van vermelden: de activiteit van de Kerk om de sociale kwestie helder uiteen te zetten en op te lossen.
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Oplossing van de sociale kwestie is een bijdrage tot de orde
Gelijk bekend, bestaat er een christelijke sociale leer, waarvan de beginselen door de pausen zelf zijn vastgelegd in officiële documenten. Nu is ook bekend, welk een diepe invloed de sociale toestanden in het verleden hebben uitgeoefend en nog uitoefenen op de vorming van het leven van de volkeren en op hun wisselend lot; hoeveel conflicten telkens weer daaruit ontstonden en nog ontstaan, die zich uitstrekken zelfs op internationaal terrein. Het medewerken dus aan de oplossing en de sanering van de ellende en van de sociale strijd is een buitengewone daad in het belang van de verzoening en de vrede onder de volkeren.
Gelijk bekend, bestaat er een christelijke sociale leer, waarvan de beginselen door de pausen zelf zijn vastgelegd in officiële documenten. Nu is ook bekend, welk een diepe invloed de sociale toestanden in het verleden hebben uitgeoefend en nog uitoefenen op de vorming van het leven van de volkeren en op hun wisselend lot; hoeveel conflicten telkens weer daaruit ontstonden en nog ontstaan, die zich uitstrekken zelfs op internationaal terrein. Het medewerken dus aan de oplossing en de sanering van de ellende en van de sociale strijd is een buitengewone daad in het belang van de verzoening en de vrede onder de volkeren.
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 3 Slot
32
Aansporing en wens
Mijn heren, wij zijn gekomen al is het slechts in vluchtige trekken, aan het eind van wat wij u wilden voorhouden.
Mijn heren, wij zijn gekomen al is het slechts in vluchtige trekken, aan het eind van wat wij u wilden voorhouden.
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Uw "centrum" zal met ijver zijn werk blijven voortzetten voor een zo verheven doel, waarbij wij u alle succes toewensen tot uw eigen eer en ook tot voordeel van de volkeren en staten, waarop uw zorgen zijn gericht. En wij twijfelen er niet aan, dat gij het met ons eens zijt, als wij op onze beurt het vertrouwen uitspreken, dat ook de Kerk op haar manier en met haar eigen middelen kan meewerken aan de verwezenlijking van dat verheven doel, opdat de "coëxistentie in de vrees" en de "coëxistentie in de dwaling", zoals wij die beschreven, mogen eindigen en in plaats daarvan mogen triomferen de "coëxistentie en samenleving in de waarheid en in de liefde".
Referenties naar alinea 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/5647-il-programma-nl