Solidariteit tegenover alle grote initiatieven die de problemen van de mensheid trachten op te lossen
x
Informatie over dit document
Solidariteit tegenover alle grote initiatieven die de problemen van de mensheid trachten op te lossen
Tot het Corps Diplomatique bij aanvang van het nieuwe jaar 1981
Paus Johannes Paulus II
12 januari 1981
Pauselijke geschriften - Toespraken
1981, Archief van Kerken 36e jrg. p. 752-761
12 januari 1981
2 oktober 2014
5640
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Inhoud
1
De hoogwaardige deken van de ambassadeurs heeft zojuist de gevoelens uitgedrukt die leven in het hart van u allen, leden van het bij de Heilige Stoel geaccrediteerde corps diplomatique, bij deze altijd zo plechtige en veelzeggende bijeenkomst aan het begin van het nieuwe jaar. Van harte dank ik hem voor zijn nobele woorden en mét hem dank ik u allen voor uw aanwezigheid bij deze uitwisseling van goede wensen. Ik begroet ook uw echtgenoten die u vergezellen bij deze vriendelijke gang die ik ten zeerste waardeer. Van verre wil ik ook al uw gezinnen groeten. Ik groet uw medewerkers die het doeltreffende, georganiseerde team vormen van ieder van uw ambassades. En ik groet vooral de volkeren van uw landen die u in uw delicate functie zo waardig vertegenwoordigt. Inderdaad, zijn zij hier geestelijk dichtbij ons - een gevoel dat mij vreugde verschaft -, alle volkeren van de wereld, ook die welke helaas geen officiële vertegenwoordiger hebben bij de nederige opvolger van Petrus. Ik voel hen zeer nabij en in gedachten doorleef ik opnieuw de ontmoetingen die ik met verschillende van hen tot mijn vreugde mocht hebben tijdens mijn reizen, vooral in het zojuist afgelopen jaar. Alle volkeren zouden hier moeten zijn aangezien hier het huis van allen is. De universele roeping van de Kerk betreft namelijk ieder volk. Het is dan ook aan allen dat ik mijn groet en mijn wensen richt voor een rustig en actief nieuw jaar, rijk aan zegeningen van de almachtige God.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Het doet me genoegen bij deze gelegenheid naast de welbekende gezichten van sinds enkele jaren geaccrediteerde ambassadeurs ook de nieuwe hoofden van de missies te zien die hun diplomatieke missie bij de Heilige Stoel in de loop van het afgelopen jaar en zelfs sinds de laatste dagen officieel zijn begonnen. Dat zijn er drie en twintig en ze vertegenwoordigen de Dominicaanse Republiek, Gabon, Jamaïca, Oeganda, Indonesië, Nicaragua, San Marino, de Volksrepubliek Kongo, Groot Brittannië, Griekenland, Ierland, Australië, Republiek Midden-Afrika, Venezuela, Egypte, België, Spanje, Colombia, Madagascar, Irak, Mali, Japan en Oostenrijk. Zoals ik reeds tegenover het heilig college voor kerstmis heb kunnen benadrukken, bevinden zich onder hen ambassadeurs van landen die voor het eerst in hun geschiedenis diplomatieke betrekkingen met de Heilige Stoel hebben aangeknoopt. Tot de Kardinalen bij gelegenheid van het uitwisselen van Kerstwensen [[5643|7]] Ze voegen zich bij uw grote gezin - want het corps diplomatique bij de Heilige Stoel, dat weet ik heel goed, is een echt gezin -, en nemen zo een plaats in in de lijn van continuïteit die een heel bijzondere betekenis geeft aan de officiële aanwezigheid, in het huis van de Paus, van vertegenwoordigers van volkeren uit de hele wereld bij hem en zijn naaste medewerkers. Dat is een continuïteit die blijft en dieper wordt, een continuïteit die het wederzijds begrip begunstigt tussen de zetel van Petrus en uw regeringen en uw volkeren, een continuïteit die de wederzijdse steun aanmoedigt voor de zaak van de vrede, de verdediging van de mens, de ontwikkeling van het leven van de naties. Een dergelijke continuïteit drukt heel goed de betrekkingen van vriendschap, achting en samenwerking uit met alle naties van de wereld die de Heilige Stoel wil onderhouden, in een vreedzame en respectvolle geest, met de verantwoordelijken van het openbare leven.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De staatshoofden
3
De komst van enkele staatshoofden naar het Vaticaan stelt deze werkelijkheid goed in het licht. Met groot genoegen herinner ik aan het bezoek dat verleden jaar gebracht werd door de president van de republiek Sênégal, door de groot-hertog en groot-hertogin van Luxemburg, de president van de republiek Cyprus, de president van de republiek Tanzania, koning Hassan van Marokko, de president van de republiek Portugal, de president van de Verenigde Staten van Amerika, de grootmeester van de Souvereine Militaire Orde van Malta, koning Hoessein van Jordanië, de regenten van de republiek van San Marino, de president van de republiek Zaïre, de president van de republiek Mali, koningin Elizabeth van Engeland, de vorst van Liechtenstein, de prins en prinses van Zweden, de president van de republiek Sierra Leone, de voorzitter van het presidium van de republiek Joegoslavië. Ik herinner me eveneens het bezoek van andere persoonlijkheden van de regeringen van verschillende staten en internationale organisaties. In de verscheidenheid van de historische situaties benadrukken deze bezoeken van hoge autoriteiten aan de nederige opvolger van de heilige Petrus het wederzijdse verlangen de betrekkingen van verstandhouding te verdiepen waaruit de volkeren voordeel trekken, waaronder de Kerk leeft en waarin zij de mens wil dienen.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Ik ben dus van mening dat deze jaarlijkse ontmoeting met u, doorluchtige leden van het corps diplomatique, een bijzonder betekenisvol moment in mijn pastorale bediening vertegenwoordigt. Door uw aanwezigheid heb ik namelijk de hele internationale gemeenschap, met zijn zo verschillende uiterlijk en samenstelling, voor ogen. U vormt een echt 'forum' dat me doet terugdenken aan mijn ontmoetingen met de vertegenwoordigers van de volkeren bij de UNO, de FAO en de UNESCO [d:75]; het zijn dus inderdaad uw eigen gemeenschappen en ook de hele gemeenschap van de verschillende naties van de wereld, die ik voor ogen heb.
Tijdens de pastorale reizen die ik onderneem in de verschillende streken van de wereld, ervaar ik een dubbele werkelijkheid: enerzijds de volkeren die elkaar ontmoeten en hun last aan geschiedenis en leven meebrengen welke wordt uitgedrukt in het religieuze geloof, de cultuur, de overtuigingen, de hoop en zelfs het lijden, allemaal zaken waarin de kerk, gemeenschap van gelovigen, diep is opgenomen als een min of meer uitgebreid onderdeel van deze menselijke werkelijkheid; en anderzijds de vertegenwoordigers en verantwoordelijken van het institutionele leven van elk land, de regeringsautoriteiten met wie ik iedere keer nuttige ontmoetingen en gesprekken kon hebben.
Deze dubbele werkelijkheid komt overeen met de tweevoudige dialoog waartoe ik mij in mijn zending als universele herder, voortdurend verplicht voel: de ene dialoog wordt gevoerd met de mens van het concrete leven, om in hem de bezielende kracht van het Evangeliewoord weer tot leven te roepen of het hem tenminste te verkondigen zodat hij het leert kennen en zijn eigen houding er tegenover bepaalt; de andere dialoog is gericht op de verantwoordelijken van het politieke en sociale leven, om een eenvoudige, belangeloze samenwerking aan te bieden in de grote kwesties die het leven van de mensheid betreffen: de vrede, de rechtvaardigheid, de rechten van de menselijke persoon, het algemeen welzijn.
Tijdens de pastorale reizen die ik onderneem in de verschillende streken van de wereld, ervaar ik een dubbele werkelijkheid: enerzijds de volkeren die elkaar ontmoeten en hun last aan geschiedenis en leven meebrengen welke wordt uitgedrukt in het religieuze geloof, de cultuur, de overtuigingen, de hoop en zelfs het lijden, allemaal zaken waarin de kerk, gemeenschap van gelovigen, diep is opgenomen als een min of meer uitgebreid onderdeel van deze menselijke werkelijkheid; en anderzijds de vertegenwoordigers en verantwoordelijken van het institutionele leven van elk land, de regeringsautoriteiten met wie ik iedere keer nuttige ontmoetingen en gesprekken kon hebben.
Deze dubbele werkelijkheid komt overeen met de tweevoudige dialoog waartoe ik mij in mijn zending als universele herder, voortdurend verplicht voel: de ene dialoog wordt gevoerd met de mens van het concrete leven, om in hem de bezielende kracht van het Evangeliewoord weer tot leven te roepen of het hem tenminste te verkondigen zodat hij het leert kennen en zijn eigen houding er tegenover bepaalt; de andere dialoog is gericht op de verantwoordelijken van het politieke en sociale leven, om een eenvoudige, belangeloze samenwerking aan te bieden in de grote kwesties die het leven van de mensheid betreffen: de vrede, de rechtvaardigheid, de rechten van de menselijke persoon, het algemeen welzijn.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De universele zending van de Kerk
5
Ik ben ervan overtuigd dat de Heilige Stoel door zo te handelen, in plaats van zich te mengen in aangelegenheden die de zijne niet zouden zijn, slechts een concrete vorm geeft aan de universele zending van de Kerk welke zich richt tot alle mensen, verbreid is over alle gebieden van de aarde en van nature solidair is met alle mensen, mannen en vrouwen, vooral met de armen en met hen die lijden. De historische wederwaardigheden van bijna tweeduizend jaar, over zoveel generaties, en de ervaring beleefd onder de meest verschillende menselijke groeperingen, zo anders van oorsprong en beschaving, geven de Kerk een grote mogelijkheid van benadering en dialoog betreffende heel wat problemen.
Het is waar dat de burgersamenleving niet samenvalt met de godsdienstige samenleving en dat de twee zendingen, die van de Kerk en die van de staat, duidelijk gescheiden moeten blijven. Maar het is ook waar dat Kerk en staat de opdracht hebben te waken over het - enerzijds geestelijke, anderzijds tijdelijke - welzijn van de menselijke personen en dat hun wederzijdse, respectvolle en oprechte dialoog in plaats van de samenleving te verstoren deze juist verrijkt.
Wat biedt de Kerk aan? In de bilaterale dialoog met regeringen stelt ze hen de steun van een instelling ter beschikking die de hoogste waarden van de mens in ere houdt en die zich nooit een buitenstaander kan voelen bij een van de besproken problemen in welk sociaal verband ook. Zelfs wanneer ze belemmeringen tegenover zich vindt, wanneer ze onder dwang staat of vervolgd wordt, houdt de Kerk niet op 'inwonend' te zijn, stevig geworteld in de globale werkelijkheid van het land waarin ze leeft, en solidair met haar. Dat is de reden waarom de Heilige Stoel, zoals ik zei, zich verenigd voelt met ieder volk, iedere natie. Dat is ook de reden waarom de bij de Heilige Stoel geaccrediteerde diplomatieke vertegenwoordigers - zelfs wanneer ze geen katholieken of christenen zijn - zich geen 'vreemdelingen' mogen voelen in het huis van de universele herder; evenals de paus zich tijdens zijn bezoeken aan verschillende landen 'thuis' voelt in ieder land dat hem ontvangt.
Het is waar dat de burgersamenleving niet samenvalt met de godsdienstige samenleving en dat de twee zendingen, die van de Kerk en die van de staat, duidelijk gescheiden moeten blijven. Maar het is ook waar dat Kerk en staat de opdracht hebben te waken over het - enerzijds geestelijke, anderzijds tijdelijke - welzijn van de menselijke personen en dat hun wederzijdse, respectvolle en oprechte dialoog in plaats van de samenleving te verstoren deze juist verrijkt.
Wat biedt de Kerk aan? In de bilaterale dialoog met regeringen stelt ze hen de steun van een instelling ter beschikking die de hoogste waarden van de mens in ere houdt en die zich nooit een buitenstaander kan voelen bij een van de besproken problemen in welk sociaal verband ook. Zelfs wanneer ze belemmeringen tegenover zich vindt, wanneer ze onder dwang staat of vervolgd wordt, houdt de Kerk niet op 'inwonend' te zijn, stevig geworteld in de globale werkelijkheid van het land waarin ze leeft, en solidair met haar. Dat is de reden waarom de Heilige Stoel, zoals ik zei, zich verenigd voelt met ieder volk, iedere natie. Dat is ook de reden waarom de bij de Heilige Stoel geaccrediteerde diplomatieke vertegenwoordigers - zelfs wanneer ze geen katholieken of christenen zijn - zich geen 'vreemdelingen' mogen voelen in het huis van de universele herder; evenals de paus zich tijdens zijn bezoeken aan verschillende landen 'thuis' voelt in ieder land dat hem ontvangt.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Deze globale werkelijkheid die de Kerk altijd voor ogen houdt en die de gemeenschappelijke noemer is van het leven van elk volk van de wereld, is hun cultuur, hun geestelijk leven, ongeacht de vorm waarin dat zich manifesteert. Sprekend over globale werkelijkheid, over geestelijk leven zou ik dit jaar in dit gesprek met u mijn gedachten willen bepalen tot de plicht die alle verantwoordelijken hebben om tot elke prijs de cultuur, in deze zeer brede zin beschouwd, te beschermen en te waarborgen.
De cultuur is het leven van de geest; het is de sleutel die toegang verschaft tot de diepste en angstvalligst bewaarde geheimen van het leven van de volkeren; het is de fundamentele en eenheidscheppende uitdrukking van hun bestaan, want in de cultuur komen de, ik zou zeggen, bijna onuitsprekelijke rijkdommen bijeen van de religieuze overtuigingen, van de geschiedenis, van het literaire en artistieke erfgoed, van het etnologische substraat, van de houding en de 'forma mentis' van de volkeren. Kort gezegd, drukt 'cultuur' in één enkel woord de nationale eigenheid uit welke de ziel vormt van die volkeren en welke ondanks ongunstige omstandigheden, allerlei soort beproevingen, historische rampen of natuurrampen overleeft door één en compact te blijven door de eeuwen heen. In functie van zijn cultuur, van zijn geestelijke leven, onderscheidt ieder volk zich van het ander, dat het overigens geroepen is aan te vullen door het de specifieke bijdrage te leveren waaraan de ander behoefte heeft.
De cultuur is het leven van de geest; het is de sleutel die toegang verschaft tot de diepste en angstvalligst bewaarde geheimen van het leven van de volkeren; het is de fundamentele en eenheidscheppende uitdrukking van hun bestaan, want in de cultuur komen de, ik zou zeggen, bijna onuitsprekelijke rijkdommen bijeen van de religieuze overtuigingen, van de geschiedenis, van het literaire en artistieke erfgoed, van het etnologische substraat, van de houding en de 'forma mentis' van de volkeren. Kort gezegd, drukt 'cultuur' in één enkel woord de nationale eigenheid uit welke de ziel vormt van die volkeren en welke ondanks ongunstige omstandigheden, allerlei soort beproevingen, historische rampen of natuurrampen overleeft door één en compact te blijven door de eeuwen heen. In functie van zijn cultuur, van zijn geestelijke leven, onderscheidt ieder volk zich van het ander, dat het overigens geroepen is aan te vullen door het de specifieke bijdrage te leveren waaraan de ander behoefte heeft.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De cultuur en de groei van de volkeren
7
In mijn toespraak bij de zetel van de UNESCO op 2 juni in Parijs [1933], heb ik deze werkelijkheid duidelijk naar voren gebracht: indien de cultuur dé uitdrukking bij uitstek is van het geestelijk leven van de volkeren, mag ze nooit gescheiden worden van alle andere problemen van het menselijke bestaan, of het nu gaat om de vrede, de vrijheid, de verdediging, de honger, de werkgelegenheid, enz. De oplossing van deze problemen hangt af van het juiste verstaan en situeren van de problemen van het geestelijk leven, dat zo alle andere problemen conditioneert en door deze geconditioneerd wordt.
De in deze brede zin opgevatte cultuur waarborgt de groei van de volkeren en bewaart hun integriteit. Indien dat wordt vergeten, ziet men de barrières wegvallen die de eigenheid en de echte rijkdom van de volkeren waarborgen. Zoals ik het bij die gelegenheid heb gezegd, 'is de natie de grote gemeenschap van mensen die door verschillende banden zijn verenigd, maar vooral juist door de. cultuur. De natie bestaat 'door' de cultuur en 'voor' de cultuur en zij is dus de grote opvoedster van de mensen opdat zij in de gemeenschap 'meer' zouden kunnen zijn. Zij is de gemeenschap die op een geschiedenis kan bogen welke de geschiedenis van de enkeling en van het gezin overstijgt. In deze gemeenschap, in functie waarvan ieder gezin opvoedt, begint het gezin zijn opvoedingswerk door wat het meest eenvoudige is, de taal, door de mens die nog in zijn allereerste stadium is te leren spreken om lid te worden van de gemeenschap welke zijn gezin en zijn natie is ... Mijn woorden geven een persoonlijke ervaring weer, een getuigenis dat persoonlijk is in zijn soort. Ik ben een zoon van een natie welke de grootste ervaringen van de geschiedenis heeft beleefd, welke haar buren verscheidene malen ter dood hebben veroordeeld, maar welke heeft overleefd en en welke zichzelf gebleven is. Zij heeft haar identiteit bewaard, en zij heeft ondanks de verdelingen en buitenlandse bezettingen haar nationale soevereiniteit bewaard, niet door zich op de middelen van fysiek geweld te verlaten maar alleen door op haar cultuur te steunen. Deze cultuur is in de omstandigheden van een grotere kracht gebleken dan alle andere krachten. Wat ik hier zeg over het recht van de natie op grond van cultuur en haar toekomst is dus niet de weerklank van enig 'nationalisme', maar het gaat steeds over een hecht element van menselijke ervaring en menselijke perspectieven over de ontwikkeling van de mens. Er bestaat een fundamentele soevereiniteit van de samenleving welke tot uiting komt in de cultuur van de natie. Het gaat om de soevereiniteit waardoor tegelijkertijd de mens in hoogste mate soeverein is. En wanneer ik me zo uitdruk, denk ik eveneens met een diepe innerlijke ontroering aan de culturen van zoveel oude volkeren welke niet zijn gezwicht toen zij zich tegenover de beschavingen van de overweldigers zagen gesteld; en zij zijn voor de mens nog de bron van zijn 'zijn' als mens in de innerlijke waarheid van zijn menszijn. Ik denk ook met bewondering aan de culturen van de nieuwe samenlevingen, van die welke tot leven worden gewekt in de gemeenschap van de eigen natie - helemaal zoals mijn natie tien eeuwen geleden tot leven is gewekt - en die strijden om hun eigen identiteit en hun eigen waarden te handhaven tegen de invloeden en de druk van van buitenaf opgelegde modellen. De algehele menselijkheid van de mens komt tot uitdrukking in de cultuur [[1933|14]]
In deze zin kan men zeggen dat de cultuur het fundament is van het leven van de volkeren, de wortel van hun diepe eigenheid, de steun van hun voortbestaan en van hun onafhankelijkheid.
De in deze brede zin opgevatte cultuur waarborgt de groei van de volkeren en bewaart hun integriteit. Indien dat wordt vergeten, ziet men de barrières wegvallen die de eigenheid en de echte rijkdom van de volkeren waarborgen. Zoals ik het bij die gelegenheid heb gezegd, 'is de natie de grote gemeenschap van mensen die door verschillende banden zijn verenigd, maar vooral juist door de. cultuur. De natie bestaat 'door' de cultuur en 'voor' de cultuur en zij is dus de grote opvoedster van de mensen opdat zij in de gemeenschap 'meer' zouden kunnen zijn. Zij is de gemeenschap die op een geschiedenis kan bogen welke de geschiedenis van de enkeling en van het gezin overstijgt. In deze gemeenschap, in functie waarvan ieder gezin opvoedt, begint het gezin zijn opvoedingswerk door wat het meest eenvoudige is, de taal, door de mens die nog in zijn allereerste stadium is te leren spreken om lid te worden van de gemeenschap welke zijn gezin en zijn natie is ... Mijn woorden geven een persoonlijke ervaring weer, een getuigenis dat persoonlijk is in zijn soort. Ik ben een zoon van een natie welke de grootste ervaringen van de geschiedenis heeft beleefd, welke haar buren verscheidene malen ter dood hebben veroordeeld, maar welke heeft overleefd en en welke zichzelf gebleven is. Zij heeft haar identiteit bewaard, en zij heeft ondanks de verdelingen en buitenlandse bezettingen haar nationale soevereiniteit bewaard, niet door zich op de middelen van fysiek geweld te verlaten maar alleen door op haar cultuur te steunen. Deze cultuur is in de omstandigheden van een grotere kracht gebleken dan alle andere krachten. Wat ik hier zeg over het recht van de natie op grond van cultuur en haar toekomst is dus niet de weerklank van enig 'nationalisme', maar het gaat steeds over een hecht element van menselijke ervaring en menselijke perspectieven over de ontwikkeling van de mens. Er bestaat een fundamentele soevereiniteit van de samenleving welke tot uiting komt in de cultuur van de natie. Het gaat om de soevereiniteit waardoor tegelijkertijd de mens in hoogste mate soeverein is. En wanneer ik me zo uitdruk, denk ik eveneens met een diepe innerlijke ontroering aan de culturen van zoveel oude volkeren welke niet zijn gezwicht toen zij zich tegenover de beschavingen van de overweldigers zagen gesteld; en zij zijn voor de mens nog de bron van zijn 'zijn' als mens in de innerlijke waarheid van zijn menszijn. Ik denk ook met bewondering aan de culturen van de nieuwe samenlevingen, van die welke tot leven worden gewekt in de gemeenschap van de eigen natie - helemaal zoals mijn natie tien eeuwen geleden tot leven is gewekt - en die strijden om hun eigen identiteit en hun eigen waarden te handhaven tegen de invloeden en de druk van van buitenaf opgelegde modellen. De algehele menselijkheid van de mens komt tot uitdrukking in de cultuur [[1933|14]]
In deze zin kan men zeggen dat de cultuur het fundament is van het leven van de volkeren, de wortel van hun diepe eigenheid, de steun van hun voortbestaan en van hun onafhankelijkheid.
Referenties naar alinea 7: 1
De vrede, de rechten van de mens en van de volken, het menselijk leven, de arbeid en het gezin staan in het middelpunt van de zorg van de Heilige Stoel ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Maar dit geldt des te meer voor de volkeren waarvan de cultuur de hoogste uitdrukking is van het leven van iedere mens. De mens, zo heb ik ook bij de UNESCO gezegd, 'is het oorspronkelijke en fundamentele feit van de cultuur'. De algehele menselijkheid van de mens komt tot uitdrukking in de cultuur [[1933|8]] Zij verbindt de elementen waaruit de mens is samengesteld en die elkaar wederzijds aanvullen hoewel ze soms in een diepe wederzijdse spanning staan: geest en lichaam. Het ene kan zijn grenzen niet overschrijden ten koste van het andere; en het is juist - met de genade van God - het globale leven van de mens, de cultuur, die ik in Parijs graag omschreef als 'menselijk systeem, prachtige synthese van de geest en het lichaam', De algehele menselijkheid van de mens komt tot uitdrukking in de cultuur [[1933|8]] die dit moeilijke evenwicht waarborgt.
De tweeduizendjarige geschiedenis van de kerk, dat weten we, wordt getekend met de hoogste uitdrukkingsvormen van het geestelijke en culturele leven van de naties van de oude en van de nieuwe wereld en vandaag volgt de Kerk met een bijzondere aandacht, zoals ik tijdens mijn reis in Afrika heb benadrukt, het delicate valorisatieproces van de inheemse culturen. Daarom neemt ze het grootste spectrum van waarden ter harte welke het woord 'cultuur' omvat en betekent. In de toespraak die ik tot uw collega's van het corps diplomatique in Kenia richtte, heb ik willen benadrukken dat 'de weg welke iedere menselijke gemeenschap moet gaan op zoek naar het vaststellen van de diepere betekenis van haar bestaan, de weg is van de waarheid over de mens in zijn totaliteit'. Tot de vertegenwoordigers van het Corps Diplomatique te Naïrobi [[5644|(3)]]
Welnu, mijne heren, evenals voor u en uw regeringen, is het de hele mens, gevormd uit geest en lichaam, die de Kerk ter harte gaat vanwege de zending die zij van haar Stichter heeft ontvangen: dit omvat zijn problemen en zijn belangen, zowel op geestelijk vlak als op materieel vlak, want zonder dit laatste kan het eerstgenoemde zich niet op evenredige wijze ontwikkelen.
De tweeduizendjarige geschiedenis van de kerk, dat weten we, wordt getekend met de hoogste uitdrukkingsvormen van het geestelijke en culturele leven van de naties van de oude en van de nieuwe wereld en vandaag volgt de Kerk met een bijzondere aandacht, zoals ik tijdens mijn reis in Afrika heb benadrukt, het delicate valorisatieproces van de inheemse culturen. Daarom neemt ze het grootste spectrum van waarden ter harte welke het woord 'cultuur' omvat en betekent. In de toespraak die ik tot uw collega's van het corps diplomatique in Kenia richtte, heb ik willen benadrukken dat 'de weg welke iedere menselijke gemeenschap moet gaan op zoek naar het vaststellen van de diepere betekenis van haar bestaan, de weg is van de waarheid over de mens in zijn totaliteit'. Tot de vertegenwoordigers van het Corps Diplomatique te Naïrobi [[5644|(3)]]
Welnu, mijne heren, evenals voor u en uw regeringen, is het de hele mens, gevormd uit geest en lichaam, die de Kerk ter harte gaat vanwege de zending die zij van haar Stichter heeft ontvangen: dit omvat zijn problemen en zijn belangen, zowel op geestelijk vlak als op materieel vlak, want zonder dit laatste kan het eerstgenoemde zich niet op evenredige wijze ontwikkelen.
Referenties naar alinea 8: 1
De vrede, de rechten van de mens en van de volken, het menselijk leven, de arbeid en het gezin staan in het middelpunt van de zorg van de Heilige Stoel ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De Heilige Stoel en de grote initiatieven
9
In deze grote eenheidsvisie voelt de Heilige Stoel zich solidair met alle grote initiatieven die proberen de problemen van de mensheid op te lossen: allereerst, voor wat betreft het materiële vlak, de edelmoedige en doeltreffende hulp die aan de volkeren wordt verleend in gebieden die lijden aan honger, dorst of andere rampspoeden - en hier spreek ik nogmaals heel mijn solidariteit uit met het beproefde gebied van de Sahel, dat ik voortdurend met bijzondere aandacht beschouw -; de impuls gegeven aan de groei van de landbouw om een toereikende voedselvoorziening te verzekeren; de actie van de gezondheidszorg tegen ziekten, en vooral ten gunste van de jeugd en de allerarmsten; de rechtvaardiger verdeling van niet alleen de materiële rijkdommen, maar ook de technologische en wetenschappelijke, om de volkeren steeds concretere mogelijkheden te bieden scheppers van hun eigen leven en hun ontwikkeling te worden. Materieel heeft de Heilige Stoel zeer beperkte middelen om hierbij te helpen; de bijdrage die de katholieke organisaties van verschillende landen of de organisaties met een internationaal karakter kunnen leveren is groter. Maar ik geloof dat het geheel van de volkeren voortdurend en voor alles van de Heilige Stoel de inbreng van een geestelijk kracht verwacht, welke erop gericht is de internationale samenwerking aan te moedigen en daadwerkelijk te doen ontstaan, die reeds actief is in de daarvoor bestemde instanties zoals de FAO, de UNESCO en de Wereldgezondheidsorganisatie [d:75].
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Het is juist op geestelijk vlak dat de zorg van de Kerk wordt uitgeoefend omdat zich daar de eeuwige bestemming van de mensen en het geordende leven van de volkeren zich afspeelt.
Allereerst dient het fundamentele probleem van de vrede te worden genoemd: dit polariseert alle inspanningen van de mensen van goede wil en de Kerk draagt haar aanmoedigingen bij via alle middelen waarover zij beschikt, vooral door op wereldniveau de gewetens gevoelig te maken voor de plicht dit broze en bedreigde goed te verdedigen dat toch op alle niveaus voorrang heeft. In mijn toespraak tot de kardinalen in december jongstleden [5643] heb ik uitgebreid gesproken over de door de Kerk op dit gebied verrichte actie. vgl: Tot de Kardinalen bij gelegenheid van het uitwisselen van Kerstwensen [[[5643|7-9]]] Het zij mij toegestaan hier nogmaals te herinneren aan de jaarlijkse viering van vredesdag: deze biedt mij overigens de gelegenheid u openlijk te bedanken voor de medewerking die u aan uw regeringen hebt gegeven en voor uw praktisch jaarlijkse aanwezigheid voor de viering van deze dag met mij in de basiliek van Sint Pieter.
Inzake de verdediging van de vrede speelt de Heilige Stoel zijn rol in de spanningen en de crises van hel internationale leven. Ook daar wil hij zijn inspiratie altijd putten uit een globale visie van het algemeen welzijn. Dat gaat niet zonder moeilijkheden vanwege de tegengestelde posities die de partijen innemen. Enerzijds wil de Heilige Stoel vol aandacht en respect zijn voor de subjectieve redenen die elk van de partijen aanvoert of naar voren brengt; anderzijds is er ook het complexe karakter van uiterst technische aspecten, of een gebrek aan echte gegevens. Door dit alles moet de Heilige Stoel zich tamelijk vaak onthouden van het uitspreken van een concreet oordeel over de betreffende stellingen. Dit geldt onder andere voor de ontwapening.
De Heilige Stoel is er diep van overtuigd - en heeft dat bij vele gelegenheden kunnen herhalen - dat de bewapeningswedloop verderfelijk is voor de mensheid en dat deze in plaats van de bedreiging welke op de veiligheid en de wereldvrede drukt, te verminderen haar juist doet toenemen. De Heilige Stoel legt de nadruk op de fundamentele elementen die een overeenkomst mogelijk en haalbaar maken, welke van de wedloop naar steeds nieuwere en krachtigere vernietigingsmiddelen zou doen afzien. Deze elementen zijn met name een klimaat van groter vertrouwen, dat ontstaan kan dankzij een doeltreffende en wereldomvattende ontspanning in de internationale betrekkingen; de eerbiediging van de voorrechten van alle volkeren, ook al zijn ze klein en niet bewapend, voorrechten gebaseerd op hun culturele eigenheid; een eerlijke samenwerking om 'de menselijke component van de vrede' te verbeteren, welke vooral wordt vertegenwoordigd door het respect voor de rechten van de mens.
Het is in dit verband volkomen logisch zich af te vragen of de vrede werkelijk alleen afgemeten moet worden aan de afwezigheid van een rechtstreekse confrontatie tussen de grootste mogendheden. Kan de internationale gemeenschap zich neerleggen bij het voortduren van een zo grimmige oorlog als de oorlog die sinds enkele maanden woedt tussen Irak en Iran? De slachtoffers die er het leven bij laten, de volkeren die onderworpen worden aan lijden en ontberingen, de rijkdommen die worden uitgeput in beide landen, is dat alles niet genoeg om een beroep te doen op het geweten van regeerders en volkeren die zonder te reageren dit drama bijwonen?
Allereerst dient het fundamentele probleem van de vrede te worden genoemd: dit polariseert alle inspanningen van de mensen van goede wil en de Kerk draagt haar aanmoedigingen bij via alle middelen waarover zij beschikt, vooral door op wereldniveau de gewetens gevoelig te maken voor de plicht dit broze en bedreigde goed te verdedigen dat toch op alle niveaus voorrang heeft. In mijn toespraak tot de kardinalen in december jongstleden [5643] heb ik uitgebreid gesproken over de door de Kerk op dit gebied verrichte actie. vgl: Tot de Kardinalen bij gelegenheid van het uitwisselen van Kerstwensen [[[5643|7-9]]] Het zij mij toegestaan hier nogmaals te herinneren aan de jaarlijkse viering van vredesdag: deze biedt mij overigens de gelegenheid u openlijk te bedanken voor de medewerking die u aan uw regeringen hebt gegeven en voor uw praktisch jaarlijkse aanwezigheid voor de viering van deze dag met mij in de basiliek van Sint Pieter.
Inzake de verdediging van de vrede speelt de Heilige Stoel zijn rol in de spanningen en de crises van hel internationale leven. Ook daar wil hij zijn inspiratie altijd putten uit een globale visie van het algemeen welzijn. Dat gaat niet zonder moeilijkheden vanwege de tegengestelde posities die de partijen innemen. Enerzijds wil de Heilige Stoel vol aandacht en respect zijn voor de subjectieve redenen die elk van de partijen aanvoert of naar voren brengt; anderzijds is er ook het complexe karakter van uiterst technische aspecten, of een gebrek aan echte gegevens. Door dit alles moet de Heilige Stoel zich tamelijk vaak onthouden van het uitspreken van een concreet oordeel over de betreffende stellingen. Dit geldt onder andere voor de ontwapening.
De Heilige Stoel is er diep van overtuigd - en heeft dat bij vele gelegenheden kunnen herhalen - dat de bewapeningswedloop verderfelijk is voor de mensheid en dat deze in plaats van de bedreiging welke op de veiligheid en de wereldvrede drukt, te verminderen haar juist doet toenemen. De Heilige Stoel legt de nadruk op de fundamentele elementen die een overeenkomst mogelijk en haalbaar maken, welke van de wedloop naar steeds nieuwere en krachtigere vernietigingsmiddelen zou doen afzien. Deze elementen zijn met name een klimaat van groter vertrouwen, dat ontstaan kan dankzij een doeltreffende en wereldomvattende ontspanning in de internationale betrekkingen; de eerbiediging van de voorrechten van alle volkeren, ook al zijn ze klein en niet bewapend, voorrechten gebaseerd op hun culturele eigenheid; een eerlijke samenwerking om 'de menselijke component van de vrede' te verbeteren, welke vooral wordt vertegenwoordigd door het respect voor de rechten van de mens.
Het is in dit verband volkomen logisch zich af te vragen of de vrede werkelijk alleen afgemeten moet worden aan de afwezigheid van een rechtstreekse confrontatie tussen de grootste mogendheden. Kan de internationale gemeenschap zich neerleggen bij het voortduren van een zo grimmige oorlog als de oorlog die sinds enkele maanden woedt tussen Irak en Iran? De slachtoffers die er het leven bij laten, de volkeren die onderworpen worden aan lijden en ontberingen, de rijkdommen die worden uitgeput in beide landen, is dat alles niet genoeg om een beroep te doen op het geweten van regeerders en volkeren die zonder te reageren dit drama bijwonen?
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De ziel van de vrede
11
De Heilige Stoel is er dus van overtuigd dat het vooral 'de ziel van de vrede' is die versterkt moet worden, dat wil zeggen, een betere verhouding tussen de staten, welke verkregen wordt door de menselijke voorwaarden van personen en volkeren te verbeteren in het genieten van hun vrijheden en fundamentele rechten zoals die door de verschillende beschavingen worden voorgelegd. Daarom neemt de Heilige Stoel, evenals hij er toe gekomen was deel te nemen aan de conferentie van Helsinki over de veiligheid en samenwerking in Europa, op dezelfde wijze deel aan de bijeenkomst die op het ogenblik in Madrid wordt gehouden zoals tevoren in Helsinki en Belgrado, en verheft de Heilige Stoel zijn stem ten gunste van de eerbiediging van de godsdienstvrijheid, een fundamenteel element voor de vrede van de geesten. Ik heb aan dit onderwerp een bijzondere bezinning willen wijden in een document dat gezonden werd aan de staatshoofden van de landen die het slotdocument van Helsinki hebben ondertekend, een bezinning die volgens mij ook op breder internationaal vlak, voor andere landen en andere continenten van toepassing is. Tot de Staatshoofden aanwezig bij de ondertekening van de Slotakte van Helsinki [[3541]]
Men kan niet spreken over godsdienstvrijheid, die hoogste vorm van geestelijke vrijheid welke aan de humus van de beschaving en de cultuur kan ontspruiten, indien men abstractie maakt van het grondbeginsel dat ik verschillende malen in herinnering heb geroepen, namelijk dat de integrale mens het eerste subject is van de cultuur, zoals hij haar unieke object en doel is. vgl: De algehele menselijkheid van de mens komt tot uitdrukking in de cultuur [[[1933|7]]] Wanneer men de godsdienstvrijheid schendt, haar onderdrukt, beperkt, verstikt doet men de mens de hoogste smaad aan, want de geestelijke en godsdienstige dimensie is de dimensie waaraan iedere andere menselijke grootsheid wordt afgemeten. Immers, de godsdienst in het algemeen, en het christendom in het bijzonder, is door een fundamentele band verbonden met de hoogste vormen van de cultuur. vgl: De algehele menselijkheid van de mens komt tot uitdrukking in de cultuur [[[1933|9]]]
Om de ontelbare getuigenissen te staven volstaat het te herinneren, voor wat Europa betreft, aan de doorslaggevende invloed welke de persoon en het werk van de patroonheiligen van ons continent hebben uitgeoefend op de geestelijke en materiële ontwikkeling van zo verschillende maar toch door gemeenschappelijke geestelijke belangen verbonden volkeren, waaraan buitengewone mensen zoals de heilige Benedictus in het Westen en de heiligen Cyrillus en Methodius in het Oosten hun leven hebben gewijd. En met vreugde roep ik hen hier in herinnering, tijdens deze bijeenkomst vandaag, omdat de eerste bij verschillende plechtige gelegenheden is gevierd in het afgelopen jaar ter gelegenheid van de vijftienhonderdste verjaardag van zijn geboorte, en de anderen kortgeleden eveneens uitgeroepen zijn tot patronen van Europa, een gebeurtenis die gunstig ontvangen is op ons continent en in de wereld.
Overigens moet benadrukt worden dat het erfgoed dat de andere continenten kenmerkt - met evenwel verschillende culturele en historische modellen - eveneens zijn oorsprong en verklaring vindt in de godsdienstige, humanistische en ethische inspiratie van de verschillende godsdiensten, zoals ik eveneens voor de UNESCO heb benadrukt. vgl: De algehele menselijkheid van de mens komt tot uitdrukking in de cultuur [[[1933|9]]]
Men kan niet spreken over godsdienstvrijheid, die hoogste vorm van geestelijke vrijheid welke aan de humus van de beschaving en de cultuur kan ontspruiten, indien men abstractie maakt van het grondbeginsel dat ik verschillende malen in herinnering heb geroepen, namelijk dat de integrale mens het eerste subject is van de cultuur, zoals hij haar unieke object en doel is. vgl: De algehele menselijkheid van de mens komt tot uitdrukking in de cultuur [[[1933|7]]] Wanneer men de godsdienstvrijheid schendt, haar onderdrukt, beperkt, verstikt doet men de mens de hoogste smaad aan, want de geestelijke en godsdienstige dimensie is de dimensie waaraan iedere andere menselijke grootsheid wordt afgemeten. Immers, de godsdienst in het algemeen, en het christendom in het bijzonder, is door een fundamentele band verbonden met de hoogste vormen van de cultuur. vgl: De algehele menselijkheid van de mens komt tot uitdrukking in de cultuur [[[1933|9]]]
Om de ontelbare getuigenissen te staven volstaat het te herinneren, voor wat Europa betreft, aan de doorslaggevende invloed welke de persoon en het werk van de patroonheiligen van ons continent hebben uitgeoefend op de geestelijke en materiële ontwikkeling van zo verschillende maar toch door gemeenschappelijke geestelijke belangen verbonden volkeren, waaraan buitengewone mensen zoals de heilige Benedictus in het Westen en de heiligen Cyrillus en Methodius in het Oosten hun leven hebben gewijd. En met vreugde roep ik hen hier in herinnering, tijdens deze bijeenkomst vandaag, omdat de eerste bij verschillende plechtige gelegenheden is gevierd in het afgelopen jaar ter gelegenheid van de vijftienhonderdste verjaardag van zijn geboorte, en de anderen kortgeleden eveneens uitgeroepen zijn tot patronen van Europa, een gebeurtenis die gunstig ontvangen is op ons continent en in de wereld.
Overigens moet benadrukt worden dat het erfgoed dat de andere continenten kenmerkt - met evenwel verschillende culturele en historische modellen - eveneens zijn oorsprong en verklaring vindt in de godsdienstige, humanistische en ethische inspiratie van de verschillende godsdiensten, zoals ik eveneens voor de UNESCO heb benadrukt. vgl: De algehele menselijkheid van de mens komt tot uitdrukking in de cultuur [[[1933|9]]]
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Ik zou graag nog een andere overweging willen toevoegen betreffende het geestelijke vlak, welke de ontwikkeling van de mens in zijn integraliteit en de vooruitgang van de volkeren aangaat. In mijn recente encycliek Dives in Misericordia [755] heb ik naar voren gebracht dat er onder de redenen tot ongerustheid welke de huidige mens overvallen, een 'soort misbruik van het begrip rechtvaardigheid' bestaat en zelfs 'een praktische vervalsing', te wijten aan het feit dat 'de plannen en werken die van het begrip rechtvaardigheid uitgaan en die moeten leiden tot verwezenlijking van de rechtvaardigheid in de omgang van de mensen, groeperingen en menselijke samenlevingen in de praktijk niet zelden worden misvormd. Ofschoon zij zich dan doorgaans op hetzelfde begrip rechtvaardigheid beroepen, bewijst toch de ervaring, dat de rechtvaardigheid door andere, negatieve krachten zoals naijver, haat en zelfs wreedheid, wordt overtroffen. Dan wordt het verlangen de vijand te vernietigen, zijn vrijheid te beperken, hem zelfs terug te brengen tot een staat van totale afhankelijkheid van de ander, de eigenlijke beweegredenen van het handelen; en dat is in tegenspraak met het wezen van de rechtvaardigheid, welk er op is gericht de gelijkheid en onpartijdigheid tussen de strijdende partijen te versterken'. Dives in Misericordia [[755|12]]
Een dergelijke 'vervalsing' van de rechtvaardigheid is een ervaring die de mensheid ook vandaag nog opdoet door oorlogen, revoluties of internationale crises, en die het moeilijk zoal niet onmogelijk maakt, aangepaste, stabiele en met de natuurlijke waardigheid van de volkeren in overeenstemming zijnde oplossingen voortgang te doen vinden. Dit criterium kan op bijna alle crises worden toegepast en vooral op die crises die onoplosbaar of chronisch lijken. Daaronder moeten we als typerend vermelden het probleem van het Midden-Oosten. Hoe kan men inderdaad denken aan het instellen van een stabiele vrede, indien men niet in gelijke mate rekening houdt met de eisen van alle daarbij betrokken volkeren, met hun bestaan en hun veiligheid evenals met de mogelijkheid de grondslagen te leggen voor een toekomstige samenwerking?
Het is duidelijk dat hier de eis, met de absolute aanspraken, het eigen recht te verkrijgen nooit tot vrede zal leiden, omdat die eis de ontkenning of buitensporige vermindering veronderstelt van het recht van de ander; terwijl slechts de billijkheid, dat wil zeggen, het vermogen evenwicht te scheppen tussen de voordelen en het afstand doen van de kant van alle betrokken partijen de weg kan openen voor een globale overeenkomst om in gemeenschap te leven. Dit betekent dat er, zoals ik het in de encycliek zei, geen rechtvaardigheid is, indien ze niet wordt aangevuld door de liefde. Een dergelijke geesteshouding wordt vergemakkelijkt, indien men zich er rekenschap van geeft dat volkeren als personen eigen en gemeenschappelijke goederen bezitten, en dat deze laatsten niet deelbaar zijn, maar dat men er alleen samen van kan genieten door een oprechte en vertrouwensvolle samenwerking te beleven.
Een dergelijke 'vervalsing' van de rechtvaardigheid is een ervaring die de mensheid ook vandaag nog opdoet door oorlogen, revoluties of internationale crises, en die het moeilijk zoal niet onmogelijk maakt, aangepaste, stabiele en met de natuurlijke waardigheid van de volkeren in overeenstemming zijnde oplossingen voortgang te doen vinden. Dit criterium kan op bijna alle crises worden toegepast en vooral op die crises die onoplosbaar of chronisch lijken. Daaronder moeten we als typerend vermelden het probleem van het Midden-Oosten. Hoe kan men inderdaad denken aan het instellen van een stabiele vrede, indien men niet in gelijke mate rekening houdt met de eisen van alle daarbij betrokken volkeren, met hun bestaan en hun veiligheid evenals met de mogelijkheid de grondslagen te leggen voor een toekomstige samenwerking?
Het is duidelijk dat hier de eis, met de absolute aanspraken, het eigen recht te verkrijgen nooit tot vrede zal leiden, omdat die eis de ontkenning of buitensporige vermindering veronderstelt van het recht van de ander; terwijl slechts de billijkheid, dat wil zeggen, het vermogen evenwicht te scheppen tussen de voordelen en het afstand doen van de kant van alle betrokken partijen de weg kan openen voor een globale overeenkomst om in gemeenschap te leven. Dit betekent dat er, zoals ik het in de encycliek zei, geen rechtvaardigheid is, indien ze niet wordt aangevuld door de liefde. Een dergelijke geesteshouding wordt vergemakkelijkt, indien men zich er rekenschap van geeft dat volkeren als personen eigen en gemeenschappelijke goederen bezitten, en dat deze laatsten niet deelbaar zijn, maar dat men er alleen samen van kan genieten door een oprechte en vertrouwensvolle samenwerking te beleven.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De rechtvaardigheid bevorderen door het geloof en de vrijheid te behoeden
13
Een vervalsing van de rechtvaardigheid is ook te zien in het verloop van bepaalde revoluties wanneer men om een situatie die men onrechtvaardig acht, en die het vaak inderdaad is, te veranderen, de 'pretentie heeft een ideologisch regime op te leggen dat in tegenspraak is met de godsdienstige en ethische, oude en diepe overtuigingen van de betrokken volkeren. Maar, behalve het feit dat men geestelijke goederen niet kan uitwisselen tegen materiële goederen, gaat het hier om een vals dilemma, omdat het voor iemand die zijn inspiratie put uit een christelijke opvatting een gewetenplicht is daadwerkelijk de rechtvaardigheid te bevorderen door het geloof en de vrijheid, alsmede de andere geestelijke goederen van een volk, te waarborgen. Men kan de eigenheid en de soevereiniteit van de volkeren niet verloochenen, want deze worden geboren uit het geestelijke erfgoed dat ieder volk eigen is, dat de grondslag is voor zijn waardigheid en zijn adel, en ieder partijbelang te boven gaat. Ik spreek de wens uit dat bepaalde gekwelde streken van de wereld, zoals Latijns Amerika, in hun geestelijke en menselijke wortels de wijsheid en de kracht vinden voort te gaan naar een gezonde vooruitgang die het verleden niet verloochent en de waarborg is voor een ware beschaving. Wanneer ik spreek over Latijns Amerika kan ik niet nalaten de aandacht van allen te vestigen op de lopende onderhandelingen tussen Argentinië en Chili, twee naties die de bemiddeling van de Apostolische Stoel hebben gewenst voor de oplossing van een delicaat probleem dat de eendracht van deze twee grote en edele landen raakt. Dit verzoek om bemiddeling was een duidelijk bewijs van goede wil. Daarom spreek ik mijn goede wensen uit en vraag ik u te bidden, opdat een goede oplossing definitief de talrijke onderhandelingen bekroont die, tijdens de audiëntie van 12 december jongstleden, hebben geleid tot de plechtige overhandiging van nauwkeurige voorstellen aan de twee ministers van buitenlandse zaken, vergezeld van hun respectieve delegaties.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Excellenties, dames en heren, de problemen die ik zojuist samen met u de revue heb laten passeren, en ze heb beschouwd in het hogere licht van de cultuur, ziel en leven van de volkeren, vereisen een universele solidariteit welke alle vooroordelen van vijandigheid, alle onbegrip of economische speculaties overstijgt, die het leven van de internationale gemeenschap nu zo moeilijk en vol angst maken. De Kerk is bereid de rol die haar toekomt te spelen, zoals ze zich inspant dat gewoonlijk te doen dankzij de beste van haar mensen. En hier wil ik bijzonder de missionarissen vermelden die in alle windstreken van de aarde werken, en ook de mensen die betrokken zijn bij de internationale organisaties en de verschillende sociale organismen.
Dit onmetelijke werk dat de Kerk en uw verantwoordelijken samen willen verrichten, kan in één woord samengevat worden: dienst aan de mens. Dat moet de inspiratie van vandaag zijn, de fundamentele reden voor de bevordering van de vrede, het wederzijdse respect, de internationale eendracht die de Kerk met al haar krachten wil begunstigen onder het oog van God, en die zij oproept uit liefde voor de mens waar te maken.
Dat is de wens welke ik tot u richt aan het begin van dit jaar dat nauwelijks is begonnen, en welke ik u verzoek aan uw regeringen over te brengen. Moge het nieuwe jaar zien, dat de internationale gemeenschap zich steeds eerlijker en doeltreffender inzet voor de dienst van de mens, van het openbaar welzijn en niet van privébelangen, in een steeds werkelijker broederschap welke voor alle volkeren gebaseerd is op de gemeenschappelijke banden van wederzijds respect, en welke voor de christenen een uniek fundament heeft: Christus, zijn menswording, de verlossing die Hij voor zijn broeders, de mensen, heeft bewerkt.
Nogmaals aan u allen, aan uw gezinnen, aan de naties die u vertegenwoordigt mijn allerhartelijkste en meest toegenegen wensen.
Zalig nieuwjaar!
Dit onmetelijke werk dat de Kerk en uw verantwoordelijken samen willen verrichten, kan in één woord samengevat worden: dienst aan de mens. Dat moet de inspiratie van vandaag zijn, de fundamentele reden voor de bevordering van de vrede, het wederzijdse respect, de internationale eendracht die de Kerk met al haar krachten wil begunstigen onder het oog van God, en die zij oproept uit liefde voor de mens waar te maken.
Dat is de wens welke ik tot u richt aan het begin van dit jaar dat nauwelijks is begonnen, en welke ik u verzoek aan uw regeringen over te brengen. Moge het nieuwe jaar zien, dat de internationale gemeenschap zich steeds eerlijker en doeltreffender inzet voor de dienst van de mens, van het openbaar welzijn en niet van privébelangen, in een steeds werkelijker broederschap welke voor alle volkeren gebaseerd is op de gemeenschappelijke banden van wederzijds respect, en welke voor de christenen een uniek fundament heeft: Christus, zijn menswording, de verlossing die Hij voor zijn broeders, de mensen, heeft bewerkt.
Nogmaals aan u allen, aan uw gezinnen, aan de naties die u vertegenwoordigt mijn allerhartelijkste en meest toegenegen wensen.
Zalig nieuwjaar!
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/5640-solidariteit-tegenover-alle-grote-initiatieven-die-de-problemen-nl