Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Dierbare broeders en zusters, goede dag!
Op deze zondag brengt het Evangelie ons het wonder van de vermenigvuldiging van de broden en de vissen . Jezus voltrekt het langs het meer van Galilea, op een eenzame plaats waar Hij zich, nadat Hij de dood van Johannes de Doper had vernomen, had teruggetrokken. Een menigte volgde hen en bereikte hen; toen Jezus hen zag had Hij medelijden met hen en genas de zieken tot het vallen van de avond. Toen, bezorgd omwille van het late uur, raden de leerlingen Hem aan de mensen weg te sturen zodat ze in de dorpen in de omgeving voedsel zouden kunnen kopen. Maar Jezus antwoordt rustig: ‘geeft gij hun maar te eten’ ; en nadat Hij vijf broden en twee vissen heeft laten brengen, zegent Hij ze en begint ze te breken en aan de leerlingen te geven die ze aan de mensen gaven. Allen aten tot ze verzadigd waren en er bleef nog over!
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
In dit gebeuren krijgen we drie boodschappen. De eerste is medelijden. Ten aanzien van de menigte die hen naloopt en - om zo te zeggen- ‘Hem niet met rust laat’, reageert Jezus niet geïrriteerd, Hij zegt niet ‘Die mensen zijn Mij een last’. Neen, neen. Hij reageert met en gevoel van medelijden, want ze volgen Hem niet uit nieuwsgierigheid, maar uit nood. Maar letten we goed op: het medelijden - dat wat Jezus voelt- is niet eenvoudig weg mededogen; het is meer! Het betekent mede - lijden, dat wil zeggen zich vereenzelvigen met het lijden van een ander, zodanig dat men het op zich neemt. Zo is Jezus: Hij lijdt samen met ons, Hij lijdt met ons, lijdt voor ons. En het teken van dat medelijden zijn de talrijke genezingen die Hij verricht. Jezus leert ons de noden van de armen voorrang te geven op de onze. Onze behoeften, hoe gewettigd ook, zullen nooit zo dringend zijn als die van de armen, die het noodzakelijke om te leven, ontberen. We spreken dikwijls over de armen. Maar als we over de armen spreken, beseffen we dan wat die man, die vrouw, die kinderen ontberen om te leven? Dat ze geen eten hebben, geen kleding, geen gezondheidszorg…Dat de kinderen niet naar school kunnen. En daarom zullen onze behoeften, hoe gewettigd ook, nooit zo dringend zijn als die van de armen die ontberen wat nodig is om te leven.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De tweede boodschap is delen. De eerste ging over medelijden, dat was wat Jezus voelde. De tweede is delen. Het is nuttig de reactie van de leerlingen ten aanzien van het volk te vergelijken met die van Jezus. Ze verschillen. De leerlingen denken dat het beter is de mensen weg te zenden zodat ze voedsel kunnen kopen. Jezus daarentegen zegt: geven jullie zelf ze te eten. Twee verschillende reacties die twee tegengestelde logica’s weergeven: de leerlingen reageren volgens de wereld, volgens dewelke ieder voor zich moet zorgen, denken op de wijze van ‘lossen jullie het in je eentje maar op’. Jezus redeneert volgens de logica van God, die van het delen. Hoe dikwijls kijken wij niet weg om de broeders in nood niet te zien! En dat wegkijken is een beschaafde wijze om te zeggen, met witte handschoenen, ‘lossen jullie het in je eentje maar op’. En dat doet Jezus niet, dat is egoïsme. Moest Hij de mensen weggezonden hebben dan zouden velen zonder eten gebleven zijn. Daarentegen, de weinige broden en vissen, gedeeld en gezegend door God, waren voldoende voor allen. Let op! Dit is geen magie, het is een ‘teken’: een teken dat uitnodigt tot vertrouwen in God de voorzienige Vader, Hij die ‘ons het dagelijks brood’ niet laat ontberen, als wij het weten te delen als broeders.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Medelijden, delen. De derde boodschap is: het wonder van de broden voorspelt de Eucharistie. Je kan het zien aan het gebaar van Jezus die 'de zegen uitsprak’ alvorens de broden te breken en aan de mensen uit te delen. Hetzelfde gebaar zal Jezus op het Laatste Avondmaal stellen bij de instelling van de eeuwige gedachtenis van zijn verlossend Offer. In de Eucharistie gaf Jezus niet een brood, maar het brood van eeuwig leven, Hij geeft zich door Zich uit liefde voor ons aan de Vader aan te bieden. Wij moeten aan de Eucharistie deel hebben met de gevoelens van Jezus, dat wil zeggen medelijden en de wil tot delen. Wie aan de Eucharistie deelneemt zonder medelijden met de armen en zonder delen, voelt zich bij Jezus niet op zijn gemak.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Medelijden, delen, Eucharistie. Dat is de weg die Jezus ons in dit Evangelie wijst. Een weg die ons ertoe brengt de noden van deze wereld met broederlijkheid tegemoet te treden. Een weg die ons verder brengt dan deze wereld, want hij vertrekt bij God Vader en keert naar Hem terug. Moge de Maagd Maria, Moeder van de goddelijke Voorzienigheid ons op deze weg vergezellen.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/5589-eerst-aan-de-armen-denken-dan-aan-jezelf-nl