Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Geliefde broeders en zusters,
Tijdens deze eerste audiënties waarbij ik het geluk heb u te ontmoeten, die hier komt uit Rome, uit heel Italië en uit zoveel andere landen, zou ik zoals ik op , de onderwerpen willen uitwerken die door mijn voorganger Johannes Paulus I waren vastgesteld. Hij wilde niet alleen over de drie goddelijke deugden: geloof, hoop en liefde, spreken maar ook over de vier kardinale deugden; voorzichtigheid, rechtvaardigheid, sterkte en matigheid. Daarin zag hij - alle samen genomen - als het ware zeven lampen van het christelijke leven. Omdat God hem tot de eeuwigheid geroepen heeft, kon hij alleen over de drie voornaamste spreken: geloof, hoop en liefde, die het hele leven van de christen verlichten. Zijn onwaardige opvolger wil, in zijn ontmoeting met u om ons in de geest van mijn betreurde voorganger op de kardinale deugden te bezinnen, in zekere zin de andere lampen ontsteken bij zijn graf.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Vandaag valt het mij te beurt te spreken over de rechtvaardigheid. Misschien is het goed, dat dit onderwerp het eerste is van de catechese in de maand november. Want deze maand roept ons op onze blik te richten op het levenvan iedere mens en tegelijk op het leven van de hele mensheid in het perspectief van de uiteindelijke rechtvaardigheid. We zijn ons er allen op de een of andere wijze van bewust dat het, gezien het voorbijgaand karakter van deze wereld, niet mogelijk is de volle maat van de rechtvaardigheid te verwezenlijken. Misschien zijn de zo vaak gehoorde woorden: 'Er is geen rechtvaardigheid op deze wereld' de vrucht van een té gemakkelijke vereenvoudiging. Maar er ligt ook een beginsel in van diepe waarheid. In zekere zin is de rechtvaardigheid groter dan de mens zelf, groter dan de afmetingen van zijn aardse bestaan, dan de mogelijkheden in dat bestaan ten volle rechtvaardige betrekkingen op te bouwen tussen de mensen, de milieus, de samenlevingen, en sociale groeperingen, de landen enzovoorts. Iedere mens leeft en sterft met een zeker gevoel van onbevredigdheid over de rechtvaardigheid omdat de wereld niet in staat is een wezen dat geschapen naar Gods beeld en gelijkenis is geschapen, tot in de grond te voldoen, noch in de diepte van zijn persoon, noch in de verschillende aspecten van zijn menselijk leven. En zo stelt de mens zich via deze honger naar rechtvaardigheid open voor God die 'de rechtvaardigheid zelf is'. Jezus heeft het in de Bergrede heel duidelijk en beknopt uitgedrukt door te zeggen: 'Zalig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden' .
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Met dit evangelische gevoel voor gerechtigheid voor ogen moeten we de rechtvaardigheid tegelijk beschouwen als een fundamentele afmeting van het menselijk leven op aarde: het leven van de mens, van de samenleving, van de mensheid. Dat is de ethische afmeting. De rechtvaardigheid is een fundamenteel beginsel van het bestaan en het samen bestaan van de mensen, zoals ook van de mensengemeenschappen, de samenlevingen en de volkeren. De rechtvaardigheid is bovendien een bestaansbeginsel van de Kerk als volk van God en een beginsel van het samen bestaan van de Kerk en de verschillende sociale structuren, vooral de staat, zoals ook van de internationale organisaties. Op dit uitgebreide, gedifferentieerde gebied streven de mens en de mensheid onophoudelijk naar rechtvaardigheid: dat is een eeuwigdurend proces en een taak van het grootste belang. Door de eeuwen heen is de rechtvaardigheid naar gelang de verschillende betrekkingen en verschillende aspecten nauwkeuriger gedefinieerd. Vandaar het begrip van ruilrechtvaardigheid, verdelende, wettelijke en sociale rechtvaardigheid. Dit alles bewijst hoezeer de rechtvaardigheid een fundamentele betekenis heeft voor de morele orde tussen de mensen, in de sociale en internationale betrekkingen. Men kan zeggen dat de zin zelf van het bestaan van de mens op aarde gebonden is aan de rechtvaardigheid. Het juiste vaststellen van 'wat verschuldigd is' aan ieder door allen en aan allen door ieder, 'dat wat verschuldigd is' (debitum) aan de mens door de mens in verschillende systemen en betrekkingen - dit vaststellen en vooral verwezenlijken! - is iets groots, waarvoor iedere mens leeft en waardoor zijn leven een zin heeft. Door de eeuwen van het menselijk bestaan op aarde heen blijft het daarom een voortdurende inspanning en een voortdurende strijd om met rechtvaardigheid het geheel van het sociale leven in zijn verschillende aspecten te ordenen. We moeten met eerbied de talrijke programma's en activiteiten bezien die soms echte hervormingen zijn van verschillende stromingen en systemen. Tegelijk moeten we ons er ook van bewust zijn dat het hier niet op de eerste plaats om de systemen gaat, maar om de rechtvaardigheid en om de mens. De mens mag er niet zijn voor het systeem, maar het systeem moet er zijn voor de mens. ? Daarom moet men zich verzetten tegen het verstarren van het systeem. Ik denk aan de sociale, economische, politieke en culturele systemen die gevoelig moeten zijn voor de mens, voor zijn algeheel welzijn, die in staat moeten zijn zichzelf, hun eigen structuren te veranderen overeenkomstig hetgeen de volle waarheid over de mens eist. Vanuit dit gezichtspunt moet de enorme inspanning van onze tijd gewaardeerd worden welke ernaar streeft 'de rechten van de mens' te bepalen en te bevestigen in het leven van de hedendaagse mensheid, van de volkeren en de staten. De Kerk van onze eeuw blijft in voortdurende dialoog op het grote front van de hedendaagse wereld, zoals de talrijke encyclieken van de Pausen en de leer van het Tweede Vaticaans Concilie bewijzen. De huidige Paus zal ongetwijfeld meermalen op deze onderwerpen moeten terugkomen. Maar in de korte uiteenzetting van vandaag moet hij zich beperken tot alleen het signaleren van dit uitgebreide en gedifferentieerde gebied.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Het is dus noodzakelijk dat ieder van ons kan leven in een verband van rechtvaardigheid, en nog meer dat ieder van ons rechtvaardig is en rechtvaardig handelt ten opzichte van hen die dichtbij en die veraf zijn, van de gemeenschap, de samenleving waarvan hij lid is .... en ten opzichte van God.
De rechtvaardigheid heeft vele aanknopingspunten en vele vormen. Er is ook een vorm van rechtvaardigheid die te maken heeft met wat de mens God 'verschuldigd is'. Dat is' op zich alleen al een zeer belangrijk en uitgebreid onderwerp. Ik zal daar nu niet op ingaan, maar het kon niet onvermeld blijven.
Laten we dus stil blijven staan bij de mensen. Christus heeft ons het gebod van de naastenliefde gelaten. In dat gebod ligt ook alles opgesloten wat met de rechtvaardigheid te maken heeft. Er kan geen liefde zijn zonder rechtvaardigheid. De liefde 'overstijgt' de rechtvaardigheid maar wordt tegelijk in de rechtvaardigheid gewaarmerkt. Zelfs de vader en moeder die hun eigen kind liefhebben, moeten ook rechtvaardig zijn tegenover dat kind. Wanneer de rechtvaardigheid wankelt, loopt ook de liefde gevaar.
Rechtvaardig zijn betekent aan ieder geven wat hem verschuldigd is. Dit betreft de tijdelijke goederen, van stoffelijke aard. Op dit punt is het beste voorbeeld de beloning voor de arbeid of het zogenaamde recht op de vruchten van het eigen werk of van de eigen grond. Maar aan de mens is men ook zijn goede naam verschuldigd, respect, achting, eer wanneer die verdiend is. Hoe meer wij de mens kennen hoe meer zijn persoonlijkheid, zijn karakter, zijn intellect en zijn hart voor ons worden opengelegd. En hoe meer we ons er rekenschap van geven - en wij moeten ons er rekenschap van geven! - met welk criterium we hem 'meten' en wat het betekent rechtvaardig tegenover hem te zijn. Daarom is het noodzakelijk voortdurend de kennis van de rechtvaardigheid te verdiepen. Zij is geen theoretische wetenschap. Ze is een deugd, een vermogen van de menselijke geest, van de menselijke wil en ook van het hart. En bovendien moeten we bidden rechtvaardig te zijn.jen rechtvaardig weten te zijn.
Wij kunnen de woorden van onze Heer niet vergeten: 'de maat die gij gebruikt, zal men ook voor u gebruiken' .
Een rechtvaardige mens, is een mens van 'de juiste maat'. Dat we dat allen mogen zijn!
Dat we allen er voortdurend naar streven dat te worden!
Aan u allen mijn zegen.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/5566-zonder-rechtvaardigheid-is-er-geen-liefde-nl