Inhoudsopgave
- Inhoud
Geliefde broeders en zusters, goede dag.
(...) Vandaag beginnen we een over de Kerk. Het is een beetje zoals wanneer een kind spreekt over zijn moeder, over het eigen gezin. Over de Kerk praten, is praten over onze moeder, over ons gezin. Eigenlijk is de Kerk geen instituut dat op zichzelf gericht is of een private vereniging, een NGO, nog minder moet de blik vernauwen tot de clerus of het Vaticaan… ”De Kerk denkt…” Maar wij allen zijn de Kerk! “Over wie heb je het?” “Niet over de priesters…” Ah, de priesters zijn een deel van de Kerk, maar de Kerk zijn we allen! Beperk haar niet tot de priesters, de bisschoppen, het Vaticaan… Dat zijn onderdelen van de Kerk, maar de Kerk dat zijn we allen, allen zijn we gezin, allen zijn we van de moeder. En de Kerk is een veel omvattender werkelijkheid, ze staat open voor heel de mensheid en wordt niet in een laboratorium geboren, de Kerk is niet in een laboratorium geboren, ze is niet onverwacht geboren. Ze werd door Jezus gesticht maar ze is een volk met een lange voorgeschiedenis die veel vroeger dan Christus zelf begint.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Deze geschiedenis of “prehistorie” van de Kerk vinden we al in het Oude Testament. We hebben het boek Genesis gehoord: God koos Abraham, onze vader in het geloof, en vroeg hem te vertrekken, zijn aardse vaderland te verlaten en naar een ander land te gaan dat Hij hem zou aanwijzen. God roept Abraham niet alleen, als een individu, maar betrekt vanaf het begin zijn gezin erbij, zijn familie en allen die in dienst van zijn huis staan. Eens op weg – ja, zo begint de Kerk haar tocht – zal God de horizon nog verbreden en zal Abraham overvloedig gezegend worden met de belofte van een nakomelingschap talrijk als de sterren aan de hemel en als het zand op het strand van de zee. Het eerste belangrijke gegeven is inderdaad dit: beginnend met Abraham vormt God een volk om zijn zegen aan alle gezinnen van de aarde te brengen. En binnen dit volk wordt Jezus geboren. Het is God die dit volk, deze geschiedenis, de Kerk op tocht, maakt en daar wordt Jezus geboren, in dit volk.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Een tweede element: het is niet Abraham die rond zich een volk verzamelt, maar het is God die dit volk in het leven roept. Het was gebruikelijk dat de mens zich tot de godheid richtte om zo de afstand te overbruggen door hulp en bescherming te vragen. De mensen baden tot de goden, tot de godheid. In dit geval echter, gebeurt iets ongehoords: het is God zelf die het initiatief neemt. Laten we toehoren: het is God die op de deur van Abraham aanklopt en hem zegt: ga verder, verlaat je land, ga op tocht en Ik zal een groot volk van je maken. Dat is het begin van de Kerk en in dat volk wordt Jezus geboren. God neemt het initiatief, richt zijn woord tot de mens en schept zo een band, een nieuwe relatie. “Maar, vader, wat is dat? Spreekt God ons aan? “ “Juist”. “En kunnen wij God aanspreken?” “Juist”. “We kunnen dus met God een gesprek voeren?” “Juist”. Dat noemt men bidden, maar het is God die aan het begin staat. Zo vormt God een volk met allen die zijn Woord horen en, vertrouwend op Hem, op weg gaan. Dat is de enige voorwaarde: op God vertrouwen. Wanneer je op God vertrouwt, naar Hem luistert en op weg gaat, maak je de Kerk. De liefde gaat aan alles vooraf. God is altijd de eerste, Hij is er altijd eerder dan wij, gaat ons altijd vooraf. De profeet Jesaja of Jeremia, ik herinner het me niet precies, zei dat God als een amandelbloesem is omdat het de eerste boom is die in de lente bloeit. Om te zeggen dat God altijd eerder dan wij bloeit. Wanneer we aankomen, verwacht Hij ons, Hij roept ons, Hij zet ons op weg. Hij anticipeert ons altijd. En dat noemt men liefde, want God verwacht ons altijd. “Maar vader, ik geloof dat niet, want, vader, moest je weten, mijn leven is heel lelijk geweest, hoe ik kan me voorstellen dat God op me wacht?” God verwacht je. En als je een groot zondaar bent geweest, wacht Hij nog meer op jou en Hij verwacht je vol liefde, want Hij is er eerst. En dat is de schoonheid van de Kerk dat ze ons bij die God brengt die op ons wacht! Hij gaat Abraham vooraf, Hij gaat ook Adam vooraf.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Abraham en de zijnen horen de roeping van God en gaan op weg, ofschoon ze niet goed weten wie deze God is en waarheen Hij hen wil leiden. Dat is waar, want Abraham ging op weg vertrouwend op God die tot hem had gesproken, maar hij had geen handboek van theologie om te bestuderen wat deze God was. Hij vertrouwt. Hij vertrouwt op de liefde. God doet hem de liefde ervaren en hij vertrouwt. Dat betekent echter niet dat deze mensen altijd overtuigd en trouw waren. Integendeel, vanaf het begin is er weerstand, terugplooien op zichzelf en op de eigen belangen en de bekoring om met God te marchanderen en de zaken op eigen wijze te regelen. Dat zijn het verraad en de zonden die samengaan met de tocht van het volk gedurende heel de heilsgeschiedenis, die de geschiedenis is van Gods trouw en van de ontrouw van het volk. Maar God wordt niet moe, God heeft geduld, veel geduld en in de loop van de tijd blijft Hij zijn volk opvoeden en vormen, zoals een vader met zijn eigen kind doet. God gaat met ons. De profeet Hosea zegt: “Ik heb met jou gewandeld en ik heb je leren stappen zoals een papa de baby leert gaan”. Dat is een prachtig beeld van God! Zo is Hij bij ons: Hij leert ons stappen. Hij behoudt dezelfde houding tegenover de Kerk. Ondanks onze bedoeling de Heer Jezus te volgen, ervaren we elke dag het egoïsme en de hardheid van ons hart. Wanneer we ons bewust worden zondaars te zijn, vervult God ons met zijn barmhartigheid en met zijn liefde. Hij schenkt ons vergiffenis, altijd schenkt Hij ons vergiffenis. Het is precies dit wat ons als volk van God, als Kerk, doet groeien: niet onze vaardigheid, niet onze verdiensten – we betekenen niet veel, daar niet van – maar het is de dagelijkse ervaring hoeveel de Heer van ons houdt en voor ons zorgt. Dat is wat ons echt als de zijnen doet ervaren, in zijn handen en ons doet groeien in de gemeenschap met Hem en onder ons. Kerk zijn dat is zich in de handen van God weten, Hij is een vader die van ons houdt, ons streelt, ons verwacht, ons zijn tederheid doet ervaren. En dat is heel mooi!
Geliefde vrienden, dit is het project van God toen Hij Abraham riep, God dacht hieraan: een gezegend volk te vormen dat zijn liefde aan alle volkeren van de aarde zou brengen. Dit project wijzigt niet, het is nog altijd gaande. In Christus heeft het zijn voltooiing bereikt en ook vandaag blijft God het verwerkelijken in de Kerk. Vragen we derhalve de genade trouw te blijven aan de navolging van de Heer Jezus en aan het luisteren naar zijn Woord, bereid om elke dag te vertrekken, zoals Abraham, naar het land van God en van de mens, ons ware vaderland om zo zegen en teken van Gods liefde te worden voor al zijn kinderen. Ik vind het fijn te denken aan een andere naam voor ons Christenen, het zou deze zijn: we zijn mannen en vrouwen, mensen die zegenen. De Christen moet door zijn leven zegenen, God zegenen en iedereen zegenen. Wij Christenen zijn mensen die zegenen, die bekwaam zijn te zegenen. Dat is een mooie roeping!
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/5511-de-kerk-1-god-vormt-een-volk-nl