Opvoeden tot interculturele dialoog in katholieke scholen. Leven in harmonie voor een beschaving van liefde
x
Informatie over dit document
Opvoeden tot interculturele dialoog in katholieke scholen. Leven in harmonie voor een beschaving van liefde
Zenon Kardinaal Grocholewski
Congregatie voor de Katholieke Vorming
28 oktober 2013
Curie - Verklaringen
2014, Libreria Editrice Vaticana / www.kuleuven.be/thomas
2014
Anton Mihl
13 januari 2023
5478
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- === Introductie
Het is een feit dat de hedendaagse maatschappij er multicultureel uitziet, dit wordt nog eens beklemtoond door de globalisatie. De overlappende aanwezigheid van verschillende culturen is een grote voedingsbron, zolang de ontmoeting tussen die verschillende culturen gezien wordt als een bron van wederzijdse verrijking. Significante problemen kunnen echter ontstaan wanneer een multiculturele samenleving wordt gezien als een bedreiging voor de sociale cohesie, of als een bedreiging voor de bescherming en de uitoefening van rechten die toebehoren aan individuen of groepen. Het is niet makkelijk om reeds vroeger ontstane culturen en nieuwe culturen in balans en in harmonie samen te brengen, daar er in beide dikwijls gebruiken en gewoonten heersen die tegengesteld zijn aan elkaar. Nu, en dit sinds enige tijd, is de multiculturele samenleving het object geworden van bezorgdheid voor zowel overheden als internationale organisaties. Ook in de Kerk zijn instituties en organisaties die zich bezighouden met onderwijs en studie gestart met de bestudering van het fenomeen en het ondernemen van specifieke projecten in dit veld.
Onderwijs bevat een centrale uitdaging voor de toekomst: het mogelijk maken voor variërende culturele uitdrukkingen Vgl. UNESCO, Conventie over.. Vgl. UNESCO, Conventie over de bescherming en de bevordering van de diversiteit van culturele uitdrukkingen, Parijs (20 oktober 2005), art. 4 om te co-existeren en om de dialoog te promoten om een vredevolle samenleving te voeden. Deze doelen worden bereikt in verschillende stadia:
Scholen hebben een grote verantwoordelijkheid op dit gebied, daar zij geroepen zijn om een interculturele dialoog te ontwikkelen in hun pedagogische visie. Dit is een moeilijk doel, niet makkelijk te bereiken, en toch is het noodzakelijk. Onderwijs, door z’n eigen aard, vraagt zowel openheid voor andere culturen, zonder het verlies van de iemands eigen identiteit, en de aanvaarding van de andere persoon, om het risico op een begrensde cultuur, in zichzelf gesloten, te vermijden. Daarom moeten jonge mensen, door hun ervaring met school en studie, theoretische en praktische hulpmiddelen verwerven om een grotere kennis te vergaren zowel van anderen als van zichzelf, net als een grotere kennis van de waarden zowel van hun eigen cultuur als die van andere culturen. Ze kunnen die bereiken door met een open geest de culturen te vergelijken. Op deze manier zullen ze worden geholpen om verschillen te verstaan op een manier die conflict niet voedt, maar die toelaat dat deze verschillen kansen worden voor wederzijdse verrijking, leidend tot harmonie.
Dit is de context waarin katholieke scholen worden opgeroepen om hun bijdrage te leveren, steunend op hun eigen pedagogische en culturele tradities, en in het licht van hun eigen pedagogische visie. Aandacht voor het interculturele aspect van het leven is niet nieuw in de traditie van katholieke scholen, daar deze gewoon zijn studenten toe te laten met verschillende religieuze en culturele achtergronden. Wat echter nodig is in dit domein vandaag is moedige en vernieuwende trouw aan de eigen pedagogische visie. vgl: De katholieke school op de drempel van het derde millenium [[[7748|(3)]]] Dit is overal zo waar er katholieke scholen kunnen gevonden worden, zowel in landen waar de katholieke gemeenschap een minderheid is als in landen waarin de traditie van het katholicisme sterker geworteld is. In het eerste geval heeft men het vermogen nodig om te getuigen en om de dialoog aan te gaan, zonder in de val te trappen van het gemakkelijke relativisme dat zegt dat alle religies hetzelfde zijn en eigenlijk maar manifestaties zijn van het Absolute dat niemand waarlijk kan kennen. In de tweede groep landen is het belangrijk om antwoorden te reiken aan de vele jonge mensen ‘zonder een religieuze thuis’, het resultaat van een steeds meer geseculariseerde samenleving.
De Congregatie voor Katholieke Onderwijs [d:119] blijft trouw aan de taak die haar werd toevertrouwd na het Tweede Vaticaanse Concilie: het verdiepen van de principes van katholiek onderwijs. Daarom wil de Congregatie zijn eigen bijdrage leveren om onderwijs langs het pad van de interculturele dialoog aan te moedigen en te leiden in scholen en instituten voor katholiek onderwijs. Daarom is dit document in de eerste plaats bedoeld voor:
Onderwijs bevat een centrale uitdaging voor de toekomst: het mogelijk maken voor variërende culturele uitdrukkingen Vgl. UNESCO, Conventie over.. Vgl. UNESCO, Conventie over de bescherming en de bevordering van de diversiteit van culturele uitdrukkingen, Parijs (20 oktober 2005), art. 4 om te co-existeren en om de dialoog te promoten om een vredevolle samenleving te voeden. Deze doelen worden bereikt in verschillende stadia:
- het ontdekken van de multiculturele natuur van de eigen situatie;
- vooroordelen overwinnen door het leven en werken in harmonie; en
- zichzelf opvoeden ‘door de ander’ tot een globale visie en een gevoel van burgerschap.
Scholen hebben een grote verantwoordelijkheid op dit gebied, daar zij geroepen zijn om een interculturele dialoog te ontwikkelen in hun pedagogische visie. Dit is een moeilijk doel, niet makkelijk te bereiken, en toch is het noodzakelijk. Onderwijs, door z’n eigen aard, vraagt zowel openheid voor andere culturen, zonder het verlies van de iemands eigen identiteit, en de aanvaarding van de andere persoon, om het risico op een begrensde cultuur, in zichzelf gesloten, te vermijden. Daarom moeten jonge mensen, door hun ervaring met school en studie, theoretische en praktische hulpmiddelen verwerven om een grotere kennis te vergaren zowel van anderen als van zichzelf, net als een grotere kennis van de waarden zowel van hun eigen cultuur als die van andere culturen. Ze kunnen die bereiken door met een open geest de culturen te vergelijken. Op deze manier zullen ze worden geholpen om verschillen te verstaan op een manier die conflict niet voedt, maar die toelaat dat deze verschillen kansen worden voor wederzijdse verrijking, leidend tot harmonie.
Dit is de context waarin katholieke scholen worden opgeroepen om hun bijdrage te leveren, steunend op hun eigen pedagogische en culturele tradities, en in het licht van hun eigen pedagogische visie. Aandacht voor het interculturele aspect van het leven is niet nieuw in de traditie van katholieke scholen, daar deze gewoon zijn studenten toe te laten met verschillende religieuze en culturele achtergronden. Wat echter nodig is in dit domein vandaag is moedige en vernieuwende trouw aan de eigen pedagogische visie. vgl: De katholieke school op de drempel van het derde millenium [[[7748|(3)]]] Dit is overal zo waar er katholieke scholen kunnen gevonden worden, zowel in landen waar de katholieke gemeenschap een minderheid is als in landen waarin de traditie van het katholicisme sterker geworteld is. In het eerste geval heeft men het vermogen nodig om te getuigen en om de dialoog aan te gaan, zonder in de val te trappen van het gemakkelijke relativisme dat zegt dat alle religies hetzelfde zijn en eigenlijk maar manifestaties zijn van het Absolute dat niemand waarlijk kan kennen. In de tweede groep landen is het belangrijk om antwoorden te reiken aan de vele jonge mensen ‘zonder een religieuze thuis’, het resultaat van een steeds meer geseculariseerde samenleving.
De Congregatie voor Katholieke Onderwijs [d:119] blijft trouw aan de taak die haar werd toevertrouwd na het Tweede Vaticaanse Concilie: het verdiepen van de principes van katholiek onderwijs. Daarom wil de Congregatie zijn eigen bijdrage leveren om onderwijs langs het pad van de interculturele dialoog aan te moedigen en te leiden in scholen en instituten voor katholiek onderwijs. Daarom is dit document in de eerste plaats bedoeld voor:
- ouders, die de eerste en de natuurlijke verantwoordelijkheid hebben voor de opvoeding van hun kinderen, alsook de organisaties die families vertegenwoordigen in scholen;
- directeurs, leraars en ander personeel in katholieke scholen die samen met de studenten de onderwijsgemeenschap vormen; en
- nationale en diocesane bisschoppelijke commissies, alsook religieuze instituten, bisschoppen, kerkelijke bewegingen, verenigingen van gelovigen en andere organisaties die zich bezighouden met de pastorale zorg in het onderwijs.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 1 Achtergrond
- Artikel 1 Cultuur en pluraliteit aan culturen
1
Cultuur is de particuliere expressie van mensen, hun eigen specifieke manier van zijn en het organiseren van hun aanwezigheid in de wereld. Door te putten uit de bronnen van hun cultureel erfgoed, die ze bezitten van het moment van hun geboorte, kunnen mensen zich ontwikkelen op een serene en evenwichtige wijze, in een gezonde verhouding met hun omgeving en met andere mensen. Hun banden met hun eigen cultuur zijn noodzakelijk en vitaal; maar deze banden verplichten mensen er niet toe zich op te sluiten in zichzelf op zo’n manier dat men enkel op zichzelf is aangewezen. Eigenlijk zijn de culturele banden van mensen juist volledig compatibel met het ontmoeten en kennen van andere culturen.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Globalisatie is een van de fenomenen van ons tijdperk, en is er één die in het bijzonder de wereld van de cultuur raakt. Het heeft de pluraliteit van culturen aangetoond die de menselijke ervaring karakteriseren, en vergemakkelijkt de communicatie tussen verschillende werelddelen, hierbij alle facetten van het leven betrekkend. Dit is niet iets dat gewoon theoretisch of algemeen is: ieder individu wordt in feite de hele tijd geraakt door aankomende informatie en nieuws, live, uit elke hoek van de wereld. Hij of zij ontmoet in het leven van elke dag een variëteit aan culturen en ervaart zo een toenemend gevoel van het behoren tot wat een ‘wereld-dorp’ kan genoemd worden.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Echter, deze grote variëteit aan culturen is geen bewijs voor pre-existente voorouderlijke onderverdelingen. Het is eerder het resultaat van een voortdurend vermengen van populaties, gekend als de factor van het ‘vermengen van de rassen’, of de ‘hybridisatie’ van de menselijke familie in het verloop van de geschiedenis. Dit betekent dat er niet zoiets is als ‘zuivere’ cultuur. Verschillende condities inzake de omgeving, geschiedenis en samenleving hebben een grote diversiteit binnengebracht binnen de ene menselijke gemeenschap, binnen dewelke echter “iedere individuele mens waarlijk een persoon is. Een natuur begenadigd met intelligentie en vrije wil is de zijne. Op deze wijze heeft hij rechten en plichten, die als een direct gevolg onmiddellijk voortvloeien uit zijn natuur. Deze rechten en plichten zijn universeel en onaantastbaar, en daarom volledig onvervreemdbaar”. Pacem in Terris [[53|9]]
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Het huidige fenomeen van multiculturalisme, samengenomen met de opkomst van de globalisatie, riskeert vandaag om op een problematische wijze de ‘verscheidenheid in de eenheid’ die de het culturele gelaat van de mensheid karakteriseert, te accentueren. Zo creërt de steeds dichtere ontmoeting tussen verschillende culturen, wat op zichzelf een dynamisch proces is, veel ambivalentie. Aan de ene kant is er het de stuwende kracht naar verschillende vormen van grotere culturele uniformiteit. Aan de andere kant wordt de specifieke aard van de verschillende culturen vooropgesteld. Men vraagt zich af wat de toekomst zal zijn van de specifieke identiteit van elke cultuur, gegeven de druk van de menselijke migratie, massacommunicatie, het internet, sociale netwerken en, bovenal, de enorme uitbreiding van gewoonten en producten die resulteren in een ‘verwestersing’ van de wereld. Echter, ook al blijft deze onverbiddelijke neiging tot culturele uniformiteit sterk, er zijn ook vele levende en actieve elementen van verscheidenheid en onderscheid tussen groepen. Deze lokken vaak reacties van fundamentalisme en het zich terugtrekken in zichzelf uit. Zo kunnen pluralisme en de verscheidenheid aan tradities, gewoonten en talen – die door hun eigen natuur wederzijdse verrijking en ontwikkeling voortbrengen – leiden tot een overdrijving van de individuele identiteit, opflakkerend in botsingen en conflicten.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toch zou het fout zijn te stellen dat etnische en culturele verschillen de oorzaak zijn van de vele conflicten die de wereld verstoren. Eigenlijk hebben deze conflicten politieke, economische, etnische, religieuze en territoriale oorzaken; en ze zijn zeker niet uitsluitend of primair culturele conflicten. Culturele, historische en symbolische elementen worden echter gebruikt om mensen op te stoken, zover zelfs dat geweld aangemoedigd wordt, geworteld in elementen van economische wedijver, sociale contrasten en politiek absolutisme.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De steeds meer toenemende multiculturele natuur van de samenleving en het risico dat, in tegenstelling tot hun ware natuur, culturen zouden gebruikt worden als elementen voor strijd en conflict zijn redenen om de opbouw van diepgaande interculturele relaties tussen individuen en groepen nog meer aan te moedigen. Uit deze invalshoek bekeken, vormen scholen de geprivilegieerde plaatsen voor interculturele dialoog.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Cultuur en religie
7
Een volgend aspect dat in overweging wordt genomen is de relatie tussen cultuur en religie. “Cultuur gaat breder dan religie. Volgens een bepaald begrip kan men zeggen dat religie de transcendente dimensie van de cultuur representeert en in zekere zin de ziel van de cultuur. Religies hebben zeker bijgedragen aan de vooruitgang van cultuur en de opbouw van een meer menselijke samenleving.” Dialoog en Verkondiging [[1135|(45)]] Religie zit ingesloten in de cultuur, en cultuur wordt vruchtbare grond voor een rijkere mensheid die beter beantwoordt aan haar specifieke en diepgaande roeping om open te staan voor anderen en voor God. Daarom “is het tijd... om op een meer diepgaande wijze te begrijpen dat de genererende kern van elke authentieke cultuur geconstitueerd is door haar benadering van het mysterie van God, die de enige is waarin een sociale orde gecentreerd rond de waardigheid en de verantwoordelijkheid van de menselijke persoon zijn onwankelbare fundering vindt.” Te Palermo tot het Derde Congres van de Kerk in Italië [[3193|(4)]]
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
In het algemeen presenteert religie zichzelf als het betekenisvol antwoord op de fundamentele vragen die worden gesteld door mannen en vrouwen: “Mensen verwachten van de verschillende religies antwoorden op de onopgeloste raadsels van de menselijke bestaansconditie, die vandaag, net zoals in vroegere tijden, de harten van de mensen beroeren.” Nostra Aetate [[610|1]] Deze karakteristiek van religies vraagt dat ze niet enkel dialogeren onder zichzelf, maar ook met de verschillende vormen van atheïstische, of niet-religieuze, interpretaties van de menselijke persoon en geschiedenis, daar men in deze ook wordt geconfronteerd met dezelfde vragen over betekenis. Vandaag zien staten en de burgerlijke samenleving ook hoe fundamenteel de nood is aan interreligieuze dialoog – hier wordt bedoeld de ruime uitwisseling tussen individuen en gemeenschappen, elk met een verschillend standpunt. Om gemakkelijke reducties en verstoringen te vermijden in deze gevoelige materie, is het opportuun om de volgende overwegingen te benadrukken.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De Westerse samenleving, die steeds meer getypeerd wordt door multiculturalisme, ondergaat een versnellend proces van secularisatie, op het gevaar af van de marginalisering van religieuze ervaring, die enkel als legitiem wordt gezien binnen de private sfeer. In de heersende denktrant wordt, meer algemeen gesteld, de antropologische vraag dood gezwegen, dit wil zeggen de vraag naar de volle waardigheid en de bestemming van menselijke wezens. Zo wordt het doel nagestreefd om cultuur van elke religieuze uitdrukking te zuiveren. Het bewustzijn van hoe kostbaar de religieuze dimensie is voor een vruchtbare en vakkundige interculturele dialoog, ontbreekt echter. Bij deze heersende denktrant komen er ook nog andere opmerkenswaardige fenomenen die ook het risico lopen om het belang van cultuur voor de religieuze ervaringen te onderwaarderen. Hierbij kan men denken aan de verspreiding van sektes en aan New Age, waarvan deze laatste zozeer wordt geïdentificeerd met de moderne cultuur dat het al bijna niet meer als een nieuwigheid wordt beschouwd. vgl: Jezus Christus, de drager van het levende water. Een Christelijke reflectie op "New Age" [[[2398]]]
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Religie benadrukt ultieme en definitieve waarheden en daardoor waarheden die aan de basis liggen van betekenis, van dewelke de overheersende Westerse cultuur vervreemd lijkt geworden. In elk geval, religie levert een doorslaggevende bijdrage aan de opbouw van een sociale gemeenschap, met respect voor het gemeenschappelijke goed en met de intentie om elke mens te steunen en te stimuleren. Daarom zijn zij die de politieke macht hebben geroepen om voorzichtig te oordelen over de mogelijkheden voor de emancipatie en de universele inclusie zoals getoond en bewerkstelligd in elke cultuur en religie. Een belangrijk criterium voor zo’n beoordeling is het effectieve vermogen dat religies hebben om de waarde van de hele persoon en alle mensen te tonen. Christendom, de religie van God met een menselijk gelaat, Caritas in Veritate [[2254|55-56]] draagt een gelijkaardig criterium in zich.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Religie kan een bijdrage leveren aan interculturele dialoog “enkel als God een plaats heeft in de publieke ruimte.” Caritas in Veritate [[2254|56]] “Het recht aan iemand ontkennen om zijn religie in het openbaar te belijden en het recht om de geloofswaarheden op te brengen om te wegen op het openbare leven heeft negatieve gevolgen voor ware ontwikkeling. De uitsluiting van religie van uit het publieke domein – en, aan de volledig andere kant, religieus fundamentalisme – verhindert een ontmoeting tussen personen en hun samenwerking voor de vooruitgang van de mensheid. De motivatie van het openbare leven wordt uitgeput en politiek neemt een overheersende en agressieve rol aan. Mensenrechten lopen het gevaar genegeerd te worden ofwel omdat ze beroofd worden van hun transcendente fundering ofwel omdat persoonlijke vrijheid niet wordt erkend. Secularisme en fundamentalisme sluiten de mogelijk van een vruchtdragende dialoog en een effectieve samenwerking tussen rede en religieus geloof uit. De rede heeft het altijd nodig om uitgezuiverd te worden door het geloof: dit is ook zo voor de politieke rede, die zichzelf niet als almachtig moet beschouwen. Ook religie heeft het altijd nodig om uitgezuiverd te worden door de rede om z’n authentiek menselijk gelaat te tonen. Elke breuk in deze dialoog heeft een enorme prijs voor de menselijke ontwikkeling.” Caritas in Veritate [[2254|56]] Daarom moeten geloof en rede elkaar erkennen en verrijken.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
In de dialoog tussen cultuur en religies moet er een gepast belang worden gehecht aan de discussie tussen geloof en de verschillende vormen van atheïsme en niet-religieuze humanistische visies. In deze discussie moet de zoektocht naar al wat de integrale ontwikkeling van de gehele persoon en alle mensen ten goede komt centraal staan, zonder vast te komen te zitten in een steriel en fanatiek conflict. Ook is de samenleving nodig om het recht van het individu op de eigen identiteit te erkennen. De Kerk, van haar kant, met de liefde die haar bron vindt in het Evangelie, de weg volgend van het mysterie van de Incarnatie van het Woord, zal blijven “verkondigen dat de mens eer en liefde verdient voor zichzelf en gerespecteerd moet worden in zijn waardigheid. Zo moeten broeders opnieuw leren elkaar broeder te noemen, elkaar respecteren, elkaar verstaan, opdat de mens zelf kan overleven en groeien in waardigheid, in vrijheid en in eer. Hoe meer hij de dialoog van culturen verstikt, des te meer de moderne wereld verzeild geraakt in conflicten die dodelijk kunnen zijn voor de toekomst van de menselijke beschaving. Voorbij vooroordelen, culturele obstakels, rassenonderscheid, taal, religie en ideologie, moeten de mensen elkaar erkennen als broeders en zusters en elkaars diversiteit aanvaarden.” De Kerk en cultuur [[4525|7]]
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 De katholieke religie en andere religies
13
Het is in deze context dat de dialoog tussen de verschillende religies een particuliere vorm aanneemt. Deze heeft z’n eigen profiel, en benadrukt in het bijzonder de expertise van de autoriteiten die binnen elke religie gelden. Natuurlijk raakt de interreligieuze dialoog, gesitueerd binnen de religieuze dimensie van de cultuur, aan sommige aspecten van interculturele educatie – echter niet aan alle aspecten, daar religie en cultuur niet identiek zijn.
Globalisatie heeft de wederzijdse afhankelijkheid van volkeren verhoogd, met hun verschillende tradities en religies. In dit opzicht zijn er diegenen die bevestigen dat verschillen door hun eigen aard oorzaken zijn van verdeeldheid en daarom hoogstens getolereerd moeten worden. Anderen geloven zelfs dat religies simpelweg het zwijgen moet worden opgelegd. “Echter, {verschillen} voorzien mensen van verschillende religies van de wonderlijke kans om samen te leven met een diep respect, achting en waardering, elkaar aanmoedigend op de wegen van God.” Tot de religieuze leiders [[7749]]
Dit in overweging nemend, meent de Katholieke Kerk dat de nood aan dialoog steeds belangrijker wordt. Zo’n dialoog, beginnend van een bewustwording van de eigen geloofsidentiteit, kan mensen helpen in contact te treden met andere religies. Dialoog betekent niet enkel praten, maar omvat alle heilzame en constructieve interreligieuze relaties, zowel met individuen als met gemeenschappen van andere geloofsovertuigingen, om zo tot een wederzijds begrip te komen. vgl: Dominus Iesus [[[78|7]]] vgl: De Internationale Theologische Commissie onderlijnde hoe interreligieuze dialoog “medenatuurlijk is aan de christelijke roeping. Het is ingeschreven in de dynamiek van de levende traditie van het mysterie van de redding, waarvan het universele sacrament de kerk is” [[[1354|114]]] vgl: Als uitdrukking van deze traditie is interreligieuze dialoog geen individueel of privé-initiatief, daar “het niet christenen zijn die gezonden zijn, maar de Kerk; het zijn niet hun eigen ideeën die ze voorstaan maar de ideeën van Christus; het zal niet hun retoriek zijn die harten zal raken maar de Heilige Geest zal dit doen, de Parakleet. Om trouw te zijn aan het ‘aanvoelen van de Kerk’ smeekt de interreligieuze dialoog om de nederigheid van Christus en de transparantie van de Heilige Geest” [[[1354|116]]]
Dialoog met zowel individuen als gemeenschappen van andere religies wordt gemotiveerd door het feit dat we allemaal schepselen zijn van God. God is werkzaam in elke mens die, door de rede, het mysterie van God heeft aangevoeld en universele waarden herkent. Meer zelfs, dialoog vindt zijn bestaansrede in het zoeken naar het erfgoed van gemeenschappelijke ethische waarden die worden gevonden in de verschillende religieuze tradities. Op deze manier kunnen gelovigen bijdragen aan het bevestigen van het gemeenschappelijke goed, rechtvaardigheid en vrede. Daarom, “aangezien velen snel zijn om de gemakkelijk zichtbare verschillen tussen religies aan te duiden, worden wij als gelovigen en religieuze personen uitgedaagd om met klaarheid te verkondigen wat gemeenschappelijk is en wat we delen.” Tot de religieuze leiders [[7749]]
Daarnaast stopt de dialoog die door de Katholieke Kerk met andere kerken en christelijke gemeenschappen wordt uitgebouwd niet bij wat we gemeenschappelijk hebben, maar wil het hoogste doel bereiken, het herwinnen van de verloren eenheid. vgl: Unitatis Redintegratio [[[618|4]]] Het oecumenisme heeft als een zichtbare eenheid onder de Christenen als doel, waarvoor Jezus bad voor zijn discipelen: Ut omnes unum sint, dat ze allen een mogen zijn (Joh. 17, 21) [b:Joh. 17, 21].
Globalisatie heeft de wederzijdse afhankelijkheid van volkeren verhoogd, met hun verschillende tradities en religies. In dit opzicht zijn er diegenen die bevestigen dat verschillen door hun eigen aard oorzaken zijn van verdeeldheid en daarom hoogstens getolereerd moeten worden. Anderen geloven zelfs dat religies simpelweg het zwijgen moet worden opgelegd. “Echter, {verschillen} voorzien mensen van verschillende religies van de wonderlijke kans om samen te leven met een diep respect, achting en waardering, elkaar aanmoedigend op de wegen van God.” Tot de religieuze leiders [[7749]]
Dit in overweging nemend, meent de Katholieke Kerk dat de nood aan dialoog steeds belangrijker wordt. Zo’n dialoog, beginnend van een bewustwording van de eigen geloofsidentiteit, kan mensen helpen in contact te treden met andere religies. Dialoog betekent niet enkel praten, maar omvat alle heilzame en constructieve interreligieuze relaties, zowel met individuen als met gemeenschappen van andere geloofsovertuigingen, om zo tot een wederzijds begrip te komen. vgl: Dominus Iesus [[[78|7]]] vgl: De Internationale Theologische Commissie onderlijnde hoe interreligieuze dialoog “medenatuurlijk is aan de christelijke roeping. Het is ingeschreven in de dynamiek van de levende traditie van het mysterie van de redding, waarvan het universele sacrament de kerk is” [[[1354|114]]] vgl: Als uitdrukking van deze traditie is interreligieuze dialoog geen individueel of privé-initiatief, daar “het niet christenen zijn die gezonden zijn, maar de Kerk; het zijn niet hun eigen ideeën die ze voorstaan maar de ideeën van Christus; het zal niet hun retoriek zijn die harten zal raken maar de Heilige Geest zal dit doen, de Parakleet. Om trouw te zijn aan het ‘aanvoelen van de Kerk’ smeekt de interreligieuze dialoog om de nederigheid van Christus en de transparantie van de Heilige Geest” [[[1354|116]]]
Dialoog met zowel individuen als gemeenschappen van andere religies wordt gemotiveerd door het feit dat we allemaal schepselen zijn van God. God is werkzaam in elke mens die, door de rede, het mysterie van God heeft aangevoeld en universele waarden herkent. Meer zelfs, dialoog vindt zijn bestaansrede in het zoeken naar het erfgoed van gemeenschappelijke ethische waarden die worden gevonden in de verschillende religieuze tradities. Op deze manier kunnen gelovigen bijdragen aan het bevestigen van het gemeenschappelijke goed, rechtvaardigheid en vrede. Daarom, “aangezien velen snel zijn om de gemakkelijk zichtbare verschillen tussen religies aan te duiden, worden wij als gelovigen en religieuze personen uitgedaagd om met klaarheid te verkondigen wat gemeenschappelijk is en wat we delen.” Tot de religieuze leiders [[7749]]
Daarnaast stopt de dialoog die door de Katholieke Kerk met andere kerken en christelijke gemeenschappen wordt uitgebouwd niet bij wat we gemeenschappelijk hebben, maar wil het hoogste doel bereiken, het herwinnen van de verloren eenheid. vgl: Unitatis Redintegratio [[[618|4]]] Het oecumenisme heeft als een zichtbare eenheid onder de Christenen als doel, waarvoor Jezus bad voor zijn discipelen: Ut omnes unum sint, dat ze allen een mogen zijn (Joh. 17, 21) [b:Joh. 17, 21].
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Er zijn verschillende manieren waarop gelovigen de dialoog kunnen aangaan: er is de dialoog van het leven, met het delen van vreugde en verdriet; de dialoog van de daden, waarin wordt samengewerkt om de ontwikkeling van mannen en vrouwen te bevorderen; theologische dialoog, wanneer dit mogelijk is, door de studie van elkaars religieus erfgoed; en de dialoog van de religieuze ervaring.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Deze dialoog is hoegenaamd geen compromis, maar eerder een raster voor wederkerig getuigen tussen gelovigen die andere religies aanhangen. Op deze manier kan men de religie van de ander dieper en beter verstaan, alsook de ethische gedragingen die eruit voortkomen. Uit de directe en objectieve kennis van de andere persoon, en van de religieuze en ethische verwachtingen die voortkomen uit zijn of haar religieuze geloofsopvattingen en praktijken, groeien respect en wederkerige achting, wederzijds begrip, vertrouwen en vriendschap. “Om waar te zijn, moet deze dialoog duidelijk zijn, relativisme en syncretisme vermijden, terwijl deze tegelijkertijd gekenmerkt moet zijn door oprecht respect voor anderen in een geest van verzoening en broederlijkheid.” Tot het diplomatieke korps geaccrediteerd aan de Heilige Stoel [[7750]]
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Klaarheid in dialoog betekent in het bijzonder trouw aan de eigen christelijke identiteit. “Christendom veronderstelt Jezus van Nazareth. Hij, zo geloven we, is de eeuwige Logos die vlees werd om de mens met God te verzoenen en de dieperliggende reden van alle dingen te onthullen. Hij is het die we brengen naar het forum van de interreligieuze dialoog. Het brandend verlangen om te volgen in zijn voetstappen spoort christenen aan om hun geesten en harten te openen tot dialoog (Lc. 10, 25-37; Joh. 4, 7-26) [[b:Lc. 10, 25-37; Joh. 4, 7-26]]” Een eensgezinde maatschappij kan ontstaan vanuit de verscheidenheid van mensen (voorlopig Engelstalige versie) [[2314]] De Katholieke Kerk verkondigt dat “Jezus Christus een betekenis en een waarde heeft voor de mensheid en geschiedenis van de mens, die uniek en singulier zijn, eigen aan hem alleen, exclusief, universeel en absoluut. Jezus is het Woord van God die mens is geworden voor de redding van ons allen.” Dominus Iesus [[78|15]] Daarom, aangezien het de onmisbare voorwaarde is voor interreligieuze dialoog, is het ook de onmisbare voorwaarde voor adequate intercultureel onderwijs wat niet gescheiden is van de eigen religieuze identiteit.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Katholieke scholen en instituten voor hoger onderwijs zijn belangrijke plekken voor dit soort onderwijs. Wat een onderwijskundige instelling tot ‘katholiek’ maakt is de oproeping door de instelling van een christelijke bevatting van de realiteit, “de eigen katholieke kwaliteit, namelijk de verwijzing ervan naar een christelijk verstaan van het leven met Christus in het middelpunt.” De Katholieke School [[7751|(33)]] Daarom “zijn katholieke scholen zowel plaatsen van evangelisatie, goed ontwikkeld onderwijs, inculturatie en initiatie in de dialoog van het leven onder jonge mensen van verschillende religies en sociale achtergronden.” Ecclesia in Africa [[1811|102]] Paus Franciscus verklaarde in een toespraak aan een Albanese school, die “na lange jaren van onderdrukking van religieuze instellingen, terug actief werd in 1994, hierbij katholieke, orthodoxe en islamitische kinderen alsook verschillende leerlingen uit agnostische milieus aanvaardend en onderwijzend” dat “de school zo een plek aan het worden is voor dialoog en serene uitwisselingen om houdingen van respect, luisterbereidheid, vriendschap en een geest van samenwerking aan te moedigen.” Tot de studenten van de jezuïetenscholen in Italië en Albanië [[7752]]
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
In deze context “moet onderwijs studenten bewust maken van hun eigen wortels en referentiepunten voorzien die het voor hen mogelijk maken om hun eigen persoonlijke plaats in deze wereld te bepalen.” Dialoog tussen culturen voor een beschaving van liefde en vrede [[196|20]] Alle kinderen en jonge mensen moeten dezelfde mogelijkheden hebben om te komen tot kennis van hun eigen religie alsook van elementen die andere religies kenmerken. De kennis van andere manieren van denken en geloven neemt angsten weg en verrijkt manieren van denken over de andere persoon en zijn of haar spirituele tradities. Daarom is het de plicht van leerkrachten om altijd de menselijke persoon te respecteren die de waarheid zoekt over zijn of haar eigen zijn, alsook het waarderen en verspreiden van de grote culturele tradities die openstaan voor het transcendente en waarin een verlangen van vrijheid en waarheid wordt uitgesproken.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Deze kennis volstaat niet in zichzelf, maar creëert openingen tot dialoog. Hoe rijker de kennis, des te beter zal deze in de dialoog kunnen staan en co-existeren met mensen die andere religies aanhangen. In de context van een open dialoog tussen culturen, kunnen en moeten de verschillende religies een doorslaggevende bijdrage leveren voor de bewustwording van gemeenschappelijke waarden.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Op zijn beurt moet dialoog, de vrucht van kennis, gecultiveerd worden opdat mensen zouden samenleven en een beschaving van liefde zouden uitbouwen. Dit niet om de waarheid te bagatelliseren, maar om het doel te verwezenlijken van onderwijs, dat “een particuliere rol heeft in de uitbouw van een meer verenigde en vredevollere wereld . Het kan helpen dát integraal humanisme te bevestigen, dat openstaat voor de ethische en religieuze dimensie van het leven en dat het belang van verstaan en achting tonen voor andere culturen en de spirituele waarden daarin waardeert.” Dialoog tussen culturen voor een beschaving van liefde en vrede [[196|20]] In het intercultureel onderwijs beoogt deze dialoog “spanningen, conflicten en mogelijke botsingen door een beter verstaan onder de verschillende religieuze culturen uit welke regio dan ook te elimineren. Het kan bijdragen tot het uitzuiveren van ontmenselijkende elementen in culturen, en zo kan het aanzetten tot een transformatie. Het kan ook helpen om zekere traditionele culturele waarden die bedreigd worden door de moderniteit en het omlaag halen van het niveau die ononderscheiden internationalisatie met zich mee kan brengen toch hoog te houden.” Dialoog en Verkondiging [[1135|(46)]] “Dialoog is heel belangrijk voor onze maturiteit, omdat we groeien in de confrontatie met de andere persoon, andere culturen, en ook in de confrontatie met andere religies op de juiste manier; we ontwikkelen ons en groeien op… Deze dialoog bewerkstelligt vrede.” Tot de studenten en leerkrachten van de Seibu Gakuen Bunry Junior High School of Saitama, Tokyo [[7753]], zo heeft Paus Franciscus bevestigt.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 2 Benaderingswijzen van het pluralisme
- Artikel 1 Verschillende interpretaties
21
Pluralisme is een duidelijk feit in de wereld van vandaag. De opdracht zit dan ook in het evalueren van het potentieel van een dialoog, alsook het potentieel in de integratie van verschillende culturen. Het pad van de dialoog wordt mogelijk en vruchtbaar wanneer het gebaseerd is op het bewustzijn van de individuele waardigheid van elkeen en van de eenheid van alle mensen in de gemeenschappelijke mensheid, met het delen en opbouwen van een gemeenschappelijke toekomst tot doel. Raad van Europa, Witboek over.. Raad van Europa, Witboek over interculturele dialoog ‘Samen leven als gelijkwaardigen’, Straatsburg (mei 2008), p. 5: “de interculturele aanpak biedt een vooruitkijkend model aan om om te gaan met culturele diversiteit. Het stelt een bevatting voor op basis van individuele menselijke waardigheid (onze gemeenschappelijke menselijkheid en ons gemeenschappelijk lot omarmend)”. Verder betekent de situatie in de wereld vandaag, net als de roeping van elke cultuur, dat interculturele dialoog moet gekozen worden als leidend begrip, open op de toekomst, wanneer we tegenover de verschillende interpretaties van pluralisme staan en deze ook omzetten in daden in de samenleving, in de politiek en (betreffende het terrein dat wij hier behandelen) het onderwijs.
De realiteit van het pluralisme is reeds beantwoord geweest door twee principiële benaderingswijzen: relativisme en assimilatie. Beiden zijn incompleet, maar elke benaderingswijze bevat punten die tot hulp kunnen zijn.
De realiteit van het pluralisme is reeds beantwoord geweest door twee principiële benaderingswijzen: relativisme en assimilatie. Beiden zijn incompleet, maar elke benaderingswijze bevat punten die tot hulp kunnen zijn.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 De benaderingswijze van het relativisme
22
Zich bewust zijn van de relatieve natuur van culturen en kiezen voor relativisme zijn twee heel verschillende dingen. Erkennen dat de realiteit historisch en veranderlijk is leidt niet noodzakelijkerwijs tot een relativistische benadering. Relativisme respecteert verschillen maar scheidt ze ook in autonome sferen, beschouwt ze als geïsoleerd en ondoordringbaar wat dialoog onmogelijk maakt. Relativistische ‘neutraliteit’ onderschrijft eigenlijk de absolute natuur van elke cultuur binnen de eigen sfeer en belemmert het gebruik van een metacultureel kritisch oordeel, dat anders universele interpretaties zou toestaan. Het relativistische model is gegrond in de waarde van tolerantie, maar beperkt zichzelf tot het aanvaarden van de andere persoon en sluit de mogelijkheid tot dialoog en erkenning van de ander in een wederzijdse transformatie uit. Zo’n idee van verdraagzaamheid leidt eigenlijk tot een substantieel passieve betekenis van een relatie met wie een andere cultuur heeft. Er wordt niet gevraagd dat men interesse opbrengt in de noden en het lijden van anderen, noch dat hun redenen zouden worden aanhoord; er is geen zelf-vergelijking met hun waarden, en zelfs nog minder gevoel voor het ontwikkelen van liefde voor hen.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Een benadering op deze wijze ligt aan de basis van het politieke en sociale model van het multiculturalisme. Dit model levert geen adequate oplossingen voor het samenleven en faalt erin om echte interculturele dialoog aan te moedigen. “Vooreerst kan men een cultureel eclecticisme opmerken dat dikwijls klakkeloos aangenomen wordt: culturen worden simpelweg naast elkaar geplaatst en gezien als inhoudelijk gelijkwaardig en onderling uitwisselbaar. Dit leidt makkelijk tot een relativisme dat niet echt de interculturele dialoog dient; op het sociale vlak heeft cultureel relativisme tot gevolg dat culturele groepen co-existeren naast elkaar maar gescheiden blijven, zonder echte dialoog en daardoor zonder ware integratie.” Caritas in Veritate [[2254|26]]
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 De benaderingswijze van de assimilatie
24
Wat de benaderingswijze van de assimilatie wordt genoemd geeft zeker niet meer voldoening. Eerder dan onverschilligheid tegenover de andere cultuur, wordt deze benadering gekenmerkt door de vraag aan de andere persoon om zich aan te passen. Een voorbeeld zou zijn wanneer, in een land met massa-immigratie, de aanwezigheid van de vreemdeling enkel aanvaard wordt op de voorwaarde dat hij zijn eigen identiteit en culturele wortels verwerpt om deze van het land dat hem ontvangt te omarmen. In onderwijsmodellen gebaseerd op assimilatie, moet de andere persoon zijn culturele referentiepunten achterlaten om deze van de andere groep of het land dat hem ontvangt over te nemen. Uitwisseling wordt gereduceerd tot het invoegen van minderheidsculturen in de cultuur van de meerderheid, met weinig of geen aandacht voor de cultuur van oorsprong van de andere persoon.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Meer algemeen wordt de benaderingswijze van de assimilatie vooruitgeschoven door een cultuur met universele pretenties, die de eigen culturele waarden wilt opleggen door middel van zijn economische, commerciële en culturele invloed. Hier is het gevaar vanzelfsprekend: “de uitvlakking van culturele verschillen en de onoordeelkundige aanvaarding van gedragstypes en levensstijlen.” Caritas in Veritate [[2254|26]]
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 De benaderingswijze van de interculturaliteit
26
Zelfs de internationale gemeenschap erkent dat de traditionele manieren om met culturele barrières in onze samenleving om te gaan ineffectief zijn gebleken. Maar hoe dan de barrières overwinnen die worden opgeworpen door de stellingnames die niet in staat blijken om de multiculturele factor op een goede manier te interpreteren? Kiezen voor de logica van de interculturele dialoog betekent niet dat men zichzelf beperkt tot strategieën om immigranten op een functionele manier in te passen in de cultuur van de meerderheid, noch dat men zich beperkt tot eigensoortige compensatiemaatregelen. Integendeel, men moet durven overwegen dat het probleem niet enkel voortkomt uit de noodgevallen van de immigratie, maar het gevolg is van een toenemende menselijke mobiliteit.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
In een betekenisvol onderwijskundig perspectief “zijn vandaag de dag de mogelijkheden tot interactie tussen culturen enorm toegenomen, wat nieuwe openingen creëert voor interculturele dialoog: een dialoog die, als deze effectief wil zijn, zijn vertrekpunt moet hebben in een diepgewortelde kennis van de specifieke identiteit van de verschillende gesprekspartners.” Caritas in Veritate [[2254|26]] Van deze kant bekeken wordt diversiteit niet langer bekeken als een probleem. Juist het tegenovergestelde is dan het geval: een gemeenschap gekenmerkt door pluralisme wordt gezien als een voedingsbron, een kans om het ganse systeem open te stellen voor alle verschillen van oorsprong, relaties tussen mannen en vrouwen, sociale status en onderwijskundige geschiedenis.
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Deze benaderingswijze is gebaseerd op een dynamisch idee van cultuur, die noch in zichzelf is gekeerd noch diversiteit viert aan de hand van stereotypen of folkloristische interpretaties. Interculturele strategieën werken wanneer ze het verdelen van individuen in autonome en ondoordringbare culturele sferen voorkomen; ze zouden eerder ontmoeting moeten aanmoedigen, net als dialoog en wederzijdse transformatie, om het mogelijk te maken voor mensen om samen te leven en om te gaan met mogelijke conflicten. Samenvattend kunnen we stellen dat het doel is om een nieuwe interculturele benaderingswijze op te stellen, die de bedoeling heeft om een integratie tussen culturen in wederzijdse erkenning te verwezenlijken.
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 3 Enkele funderingen voor de interculturele benaderingswijze
- Artikel 1 De leer van de Kerk
29
Het interculturele aspect maakt onbetwijfelbaar deel uit van het erfgoed van het christendom, dat een ‘universele’ roeping heeft. In de geschiedenis van het christendom is er zelfs een rode draad van dialoog met de wereld, op zoek naar meer broederlijkheid onder de mensen. In de traditie van de Kerk wordt het interculturele perspectief niet beperkt tot het waarderen van de verschillen, maar het helpt ook om het vredevol samenleven van de mensheid op te bouwen. Dit is in het bijzonder nodig in complexe samenlevingen, waar de risico’s van relativisme en culturele uniformiteit overwonnen moeten worden.
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Verschillende leerstellingen van de Kerk, in het bijzonder van het Tweede Vaticaanse Concilie en van het Leergezag na dit Concilie, hebben een reflectie aangeboden over cultuur en het belang ervan voor de volledige ontwikkeling van de menselijke mogelijkheden.
Het belang van cultuur overwegend, heeft het Tweede Vaticaanse Concilie doen stellen dat er geen echte menselijke ervaring is zonder de context van een specifieke cultuur. Zo “komt de mens tot een ware en volle menselijkheid enkel door de cultuur.” Gaudium et Spes [[575|53]] Elke cultuur is een manier van uitdrukking geven aan het transcendentale aspect van het leven; hierin inbegrepen de reflectie over het mysterie van de wereld en, in het bijzonder, het mysterie van de mensheid. De essentiële betekenis van cultuur bestaat uit “het feit dat het een kenmerk is van het menselijke leven op zich. De mens leeft een waarlijk menselijk leven dankzij cultuur. Het menselijk leven is cultuur in die zin dat de mens ook dat de mens erdoor getekend wordt en onderscheiden wordt van al wat bestaat elders in deze zichtbare wereld: de mens kan niet bestaan buiten de cultuur. De mens leeft altijd in overeenstemming met een cultuur die tot hem behoort en die, omgekeerd, onder mens een band schept die ook eigen is aan hen, hiermee het intermenselijke en sociale karakter van het menselijke bestaan bepalend.” De algehele menselijkheid van de mens komt tot uitdrukking in de cultuur [[1933|6]]
Het belang van cultuur overwegend, heeft het Tweede Vaticaanse Concilie doen stellen dat er geen echte menselijke ervaring is zonder de context van een specifieke cultuur. Zo “komt de mens tot een ware en volle menselijkheid enkel door de cultuur.” Gaudium et Spes [[575|53]] Elke cultuur is een manier van uitdrukking geven aan het transcendentale aspect van het leven; hierin inbegrepen de reflectie over het mysterie van de wereld en, in het bijzonder, het mysterie van de mensheid. De essentiële betekenis van cultuur bestaat uit “het feit dat het een kenmerk is van het menselijke leven op zich. De mens leeft een waarlijk menselijk leven dankzij cultuur. Het menselijk leven is cultuur in die zin dat de mens ook dat de mens erdoor getekend wordt en onderscheiden wordt van al wat bestaat elders in deze zichtbare wereld: de mens kan niet bestaan buiten de cultuur. De mens leeft altijd in overeenstemming met een cultuur die tot hem behoort en die, omgekeerd, onder mens een band schept die ook eigen is aan hen, hiermee het intermenselijke en sociale karakter van het menselijke bestaan bepalend.” De algehele menselijkheid van de mens komt tot uitdrukking in de cultuur [[1933|6]]
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Verder duidt de term cultuur al die middelen aan waarmee “de mens zijn lichamelijke en spirituele kwaliteiten ontwikkelt en vervolmaakt; hij streeft ernaar om de wereld zelf onder zijn controle te brengen door zijn kennis en arbeid. Hij maakt het sociale leven meer menselijk, zowel in zijn familie als in de burgerlijke samenleving, door de verbetering van gewoonten en instellingen. In de loop der tijd geeft hij uitdrukking aan grote spirituele ervaringen en verlangens en geeft hen door en bewaart hen in zijn werken, opdat ze ten bate zouden kunnen zijn van de vooruitgang van velen, zelfs de gehele menselijke familie.” Gaudium et Spes [[575|53]] Daarom sluit dit zowel het subjectieve aspect in – gedragingen, waarden en tradities die elke persoon aanneemt – en het objectieve aspect, het werk van individuen.
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Bijgevolg “heeft cultuur noodzakelijkerwijs een historisch en sociaal aspect en… neemt een sociologische en etnologische betekenis aan. Deze betekenis volgend kunnen we spreken van een pluraliteit aan culturen. Verschillende levensstijlen en meerdere waardenschalen komen voort uit de verschillende manieren waarop dingen gebruikt worden, uit arbeid, uit zelfexpressie, uit het praktiseren van religie, uit het vormen van gewoonten, uit het opstellen van wetten en het oprichten van juridische instellingen, uit het cultiveren van wetenschappen, kunsten en schoonheid. Zo vormen de gewoonten die worden overgeleverd aan een gemeenschap het erfgoed van die gemeenschap. Het is ook op deze manier dat er een bepaald, historisch milieu wordt gevormd dat de mens uit elk land en van elke leeftijd omhult en waaruit hij waarden afleidt die het mogelijk maken voor hem om zich in te zetten voor de beschaving.” Gaudium et Spes [[575|53]]
Culturen laten zien dat ze naar hun aard ten diepste dynamisch en historisch zijn; ze ondergaan veranderingen in de loop der tijd. Desalniettemin tonen ze belangrijke gemeenschappelijke elementen onder de eerder oppervlakkige veranderingen. “Culturele diversiteit zou moeten worden verstaan binnen de bredere horizon van de eenheid van het menselijke ras”, en in dit licht kan men de diepste betekenis aanvoelen van de echte verschillen, in plaats van “de radicalisering van de identiteit die culturen opstandig maakt tegen enige goede invloed van buitenaf.” Dialoog tussen culturen voor een beschaving van liefde en vrede [[196|7.9]]
Culturen laten zien dat ze naar hun aard ten diepste dynamisch en historisch zijn; ze ondergaan veranderingen in de loop der tijd. Desalniettemin tonen ze belangrijke gemeenschappelijke elementen onder de eerder oppervlakkige veranderingen. “Culturele diversiteit zou moeten worden verstaan binnen de bredere horizon van de eenheid van het menselijke ras”, en in dit licht kan men de diepste betekenis aanvoelen van de echte verschillen, in plaats van “de radicalisering van de identiteit die culturen opstandig maakt tegen enige goede invloed van buitenaf.” Dialoog tussen culturen voor een beschaving van liefde en vrede [[196|7.9]]
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Daarom worden interculturele relaties niet geboren uit een statisch idee van cultuur, maar uit een idee van de openheid ervan. Het is bovenal de potentiële universaliteit van elke cultuur die de dialoog tussen culturen bewerkstelligt. vgl: Fides et inculturatio [[[1355|15]]] Bijgevolg “welt de dialoog tussen culturen… op als een intrinsieke eis van de menselijke natuur zelf, alsook van cultuur… gebaseerd op de erkenning dat er waarden zijn die gemeenschappelijk zijn aan alle culturen omdat ze geworteld zijn in de natuur van de persoon… Het is noodzakelijk om het bewustzijn van de mensen voor deze gedeelde waarden te bevorderen om die intrinsieke universele ‘bodem’ te voeden die nodig is voor een constructieve en vruchtdragende dialoog.” Dialoog tussen culturen voor een beschaving van liefde en vrede [[196|10]] De openheid voor hogere waarden die gemeenschappelijk zijn voor het gehele mensenras – gebaseerd op waarheid en universaliteit, zoals rechtvaardigheid, vrede, de waardigheid van de menselijke persoon, openheid voor het transcendente, gewetens- en godsdienstvrijheid – impliceert een idee van cultuur als zijnde een bijdrage aan een breder bewustzijn van menselijkheid. Dit staat tegenover de tendens die bestaat in de geschiedenis van culturen om particuliere kleine wereldjes op te bouwen die gesloten en introvert zijn.
Referenties naar alinea 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Mensen definiëren aan de hand van hun relaties met andere mensen en met de natuur geeft geen afdoende antwoord op de onvermijdelijke, fundamentele vraag: wie is de mens echt? De christelijke antropologie legt de basis van man en vrouw en hun mogelijkheid om cultuur te scheppen in hun geschapen zijn naar het beeld en de gelijkenis van God, een Triniteit van Personen in gemeenschap. De geduldige pedagogie van God werd ons geopenbaard vanaf de schepping van de wereld. Doorheen de heilsgeschiedenis voedt God mensen op tot verbond – een levende relatie – en tot het openstellen van zichzelf, steeds meer, voor alle volkeren. Dit verbond heeft zijn hoogtepunt in Jezus, die, door middel van zijn dood en verrijzenis, het verbond ‘nieuw en eeuwig’ heeft gemaakt. Sinds dat ogenblik is de Heilige Geest verdergegaan met het onderwijzen van de missie die Christus heeft toevertrouwd aan de Kerk: “Ga, en maak alle volkeren tot leerling... leer hun alles onderhouden wat Ik jullie geboden heb” (Mt. 28, 19-20) [b:Mt. 28, 19-20].
“Elke mens wordt opgeroepen tot gemeenschap omwille van zijn natuur die geschapen is naar het beeld en de gelijkenis van God. (Gen. 1, 26-27) [[b:Gen. 1, 26-27]] Daarom is de mens, in de sfeer van de Bijbelse antropologie, geen geïsoleerd individu, maar een persoon: een wezen dat in essentie relationeel is. De gemeenschap tot dewelke de mens geroepen is, heeft steeds een dubbele dimensie, dit wil zeggen verticaal (gemeenschap met God) en horizontaal (gemeenschap met mensen). Het is fundamenteel dat gemeenschap wordt erkend als een geschenk van God, als de vrucht van het goddelijk initiatief dat tot vervulling komt in het Paasmysterie.” Samen onderwijzen in katholieke scholen: Een missie gedeeld tussen gewijde personen en de gelovige leken [[7754|(8)]]
“Elke mens wordt opgeroepen tot gemeenschap omwille van zijn natuur die geschapen is naar het beeld en de gelijkenis van God. (Gen. 1, 26-27) [[b:Gen. 1, 26-27]] Daarom is de mens, in de sfeer van de Bijbelse antropologie, geen geïsoleerd individu, maar een persoon: een wezen dat in essentie relationeel is. De gemeenschap tot dewelke de mens geroepen is, heeft steeds een dubbele dimensie, dit wil zeggen verticaal (gemeenschap met God) en horizontaal (gemeenschap met mensen). Het is fundamenteel dat gemeenschap wordt erkend als een geschenk van God, als de vrucht van het goddelijk initiatief dat tot vervulling komt in het Paasmysterie.” Samen onderwijzen in katholieke scholen: Een missie gedeeld tussen gewijde personen en de gelovige leken [[7754|(8)]]
Referenties naar alinea 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Theologische grondslagen
35
De verticale as van de gemeenschap van het individu met God wordt op een authentieke manier gerealiseerd door het volgen van de Weg die Jezus Christus is. Zo “is het enkel in het mysterie van het geïncarneerde Woord dat het mysterie van de mens verduidelijking vindt… Christus… onthult ten volle de mens aan de mens zelf en maakt hem zijn diepste roeping duidelijk.” Gaudium et Spes [[575|22]] Tegelijk groeit deze verticale as in de Kerk die “in Christus is als een sacrament of een teken en instrument van een heel hechte eenheid met God en van de eenheid van het hele menselijke ras.” Lumen Gentium [[617|1]] “Met de rijkdom van de redding die Christus is bewerkstelligd, zijn de muren die de verschillende culturen scheidden ingestort. Gods belofte in Christus is nu een universeel geschenk geworden… uitgebreid naar allen als erfgoed waar iedereen vrij uit mag putten. Vanuit hun eigen verschillende locaties en tradities worden allen geroepen om in Christus te delen in de eenheid van de familie van Gods kinderen.” Fides et Ratio [[10|70]]
Referenties naar alinea 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
De horizontale as van gemeenschap, waar mannen en vrouwen toe worden geroepen, wordt gerealiseerd in interpersoonlijke relaties. vgl: “het essentiële feit is dat de menselijke persoon enkel zichzelf wordt met de ander. De ‘ik’ wordt enkel zichzelf door het ‘u’ en het ‘jij’. Het is gemaakt voor dialoog, voor synchrone en diachrone gemeenschap. Het is enkel de ontmoeting met het ‘jij’ en met het ‘wij’ dat de ‘ik’ opent voor zichzelf”. [[[7755]]] Persoonlijk identiteit verkrijgt maturiteit tot op zo’n niveau dat mensen zulke relaties op een authentieke manier beleven. Relaties met andere mensen en met God zijn daarom fundamenteel omdat mannen en vrouwen door deze groeien in hun eigen waarde. Relaties onder mensen, culturen en naties versterken zij die in deze relatie treden. Zo “absorbeert de menselijke gemeenschap niet het individu, diens autonomie vernietigend zoals dit in de verschillende vormen van het totalitarisme gebeurt, maar waardeert deze juist des te meer omdat de relatie tussen het individu en de gemeenschap een relatie is tussen de ene totaliteit en de andere. Net zoals een gezin niet wordt ondergeduwd door de identiteiten van de verschillende gezinsleden, en net zoals de Kerk vreugde vindt in elke nieuwe schepping (Gal. 6, 15; 2 Kor. 5, 17) [b:Gal. 6, 15; 2 Kor. 5, 17], zo wordt ook de eenheid van de menselijke familie niet ondergeduwd door de identiteiten van individuen, volkeren en culturen, maar maakt hen meer transparant voor elkaar en verbindt hen dichter in hun legitieme diversiteit.” Caritas in Veritate [[2254|53]]
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
De ervaring van interculturele relaties wordt, net zoals de menselijke ontwikkeling, ten diepste verstaan in het licht van de inclusie van individuen en volkeren in de ene menselijke familie, maar gegrond op solidariteit en op de fundamentele waarden van rechtvaardigheid en vrede. “Dit perspectief wordt op een treffende manier duidelijk gemaakt door de relatie tussen de Personen van de Triniteit binnen de ene goddelijke Substantie. De Triniteit is absolute eenheid in zoverre dat de drie Personen pure relationaliteit zijn. De wederkerige transparantie tussen de goddelijke Personen is totaal en de band tussen elk van hen is compleet, aangezien ze een unieke en absolute eenheid constitueren. God verlangt ernaar ons ook op te nemen in deze gemeenschapsrealiteit: ‘opdat ze zo een mogen worden zoals wij een zijn’ (Joh. 17, 22) [b:Joh. 17, 22]. De Kerk is een teken en instrument van deze eenheid. Relaties tussen mensen doorheen de geschiedenis kunnen enkel maar verrijkt zijn door te verwijzen naar dit goddelijke model. In het bijzonder verstaan we in het licht van het geopenbaarde mysterie van de Triniteit dat ware openheid niet het verlies van individuele identiteit betekent maar juist diepe wederzijdse doordringing.” Caritas in Veritate [[2254|54]] De basis die de christelijke traditie geeft aan de eenheid van het menselijke ras wordt vooreerst gevonden in een metafysische en theologische interpretatie van het ‘humanum’ waarbinnen relationaliteit een essentieel element. vgl: Caritas in Veritate [[[2254|55]]]
Referenties naar alinea 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 Antropologische grondslagen
38
De authentieke interculturele dimensie kan nagestreefd worden door de antropologische fundering ervan. Zo gebeurt de ontmoeting met een ander steeds tussen twee individuen van vlees en bloed. Culturen zien het levenslicht en hertekenen zichzelf waarbij ze als beginpunt de ontmoeting met de andere persoon nemen. Om buiten zichzelf te gaan en de wereld te bekijken vanuit een verschillend oogpunt is geen ontkenning van zichzelf, maar is juist integendeel noodzakelijk om de eigen identiteit te versterken. In andere woorden, onderlinge afhankelijkheid en globalisatie onder mensen en culturen moet gecentreerd zijn in de menselijke persoon. De ideologieën van het einde van de vorige eeuw, net zoals de ideologieën van vandaag de dag die verspreid worden en die gesloten zijn voor de transcendente en religieuze werkelijkheid, tonen hoe hoog de nood is om de vraag naar de mens en culturen terug centraal te stellen. Men kan niet ontkennen dat mannen en vrouwen van ons tijdperk, ook al maken ze vooruitgang op veel vlakken, moeite hebben om te omschrijven wie ze zijn. Het Tweede Vaticaanse Concilie heeft deze situatie zeer goed beschreven: “De mens heeft veel verschillende en zelfs tegenstrijdige dingen over zich gezegd en blijft dit doen. In deze stellingen verheft hij zichzelf dikwijls tot de absolute maatstaf van alle dingen of vernedert zichzelf tot wanhoop toe. Het resultaat is twijfel en angst.” Gaudium et Spes [[575|12]] De meest betekenisvolle indicatie van dit verlies is de eenzaamheid van mannen en vrouwen vandaag. “Een van de zwaarste vormen van armoede die een mens kan ervaren is geïsoleerd zijn. Als we goed kijken naar andere vormen van armoede, ook naar de materiële verschijningsvormen ervan, dan zien we dat ze voortkomen uit het geïsoleerd zijn, uit het niet geliefd worden of uit moeilijkheden om zelf lief te hebben. Armoede komt dikwijls voort uit een verwerping van de liefde van God, door de tragische neiging van de mens om zich op te sluiten in zichzelf, van zichzelf denkend dat hij genoeg heeft aan zichzelf alleen of dat hij een onbetekenend en kortstondig feit is, een ‘vreemdeling’ in een willekeurig universum. De mens raakt vervreemd wanneer hij alleen is, wanneer hij onthecht raakt van de realiteit, wanneer hij stopt met denken en geloven in een fundament. De gehele mensheid raakt vervreemd wanneer men teveel vertrouwen stelt in menselijke projecten, ideologieën en valse utopieën. Vandaag lijkt het dat de mensheid interactiever is dan in het verleden: dit gedeeld gevoel van dicht bij elkaar zijn moet omgevormd worden tot ware gemeenschap. De ontwikkeling van volkeren hangt bovenal af van de erkenning dat het menselijke ras een enkele familie is die samenwerkt in ware gemeenschap, en niet zomaar een groep van subjecten is die toevallig naast elkaar leven.” Caritas in Veritate [[2254|53]]
Referenties naar alinea 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Daarom moet er een goed antropologisch fundament zijn om interculturele relaties op een juiste manier tot stand te brengen. Als vertrekpunt moet het feit genomen worden dat mensen, in hun meest intieme natuur, relationele wezens zijn, die noch kunnen leven noch hun mogelijkheden kunnen ontwikkelen zonder in relatie te staan met anderen. Mannen en vrouwen zijn niet zomaar individuen, zoals nomaden die in alles voor zichzelf voorzien, maar staan open op en groeien toe naar dat wat verschillend is van hen. De mens is een persoon, een wezen in relatie, die zichzelf verstaat in relatie met anderen. Meer nog, zijn relaties zijn het meest diepgaand wanneer ze gebaseerd zijn op liefde. Elk individu verlangt zo lief te hebben dat hij zich volledig vervolmaakt voelt, zowel, in de liefde die wordt ontvangen als in de capaciteit om liefde terug te geven. “De mens kan niet leven zonder liefde. Hij blijft een wezen dat onbegrijpelijk is voor zichzelf, zijn leven is betekenisloos, als liefde niet aan hem geopenbaard wordt, als hij geen liefde tegenkomt, als hij het niet ervaart en het zich eigen maakt, als hij er niet op intieme wijze aan deelneemt… In deze dimensie kan de mens de grootheid, de waardigheid en de waarde hervinden die tot zijn mens-zijn behoren.” Redemptor Hominis [[237|10]]
Referenties naar alinea 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Het idee van liefde heeft, in verschillende vormen, een rol gespeeld in de geschiedenis van verschillende culturen. In het oude Griekenland was de meest gebruikte term eros, liefde als passie, in het algemeen geassocieerd met seksueel verlangen. Ook de termen philia, dikwijls verstaan als liefde als vriendschap, en agape, om een zekere achting tegenover het geliefde ding of de geliefde persoon uit te drukken, werden gebruikt. De Bijbelse en christelijke traditie benadrukken het schenkende aspect van de liefde. Echter, voorbij deze onderscheiden is er een diepe eenheid in diversiteit binnen de realiteit van de liefde, die mensen aanzet tot “een voortdurende uittocht uit het naar binnen gekeerde zelf naar een bevrijding door zelfgave, en aldus naar een authentieke zelfontdekking en zo ook de ontdekking van God.” Deus Caritas Est [[715|(53)]]
Referenties naar alinea 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Liefde, wanneer deze wordt bevrijd van egoïsme, is de meest excellente weg naar broederlijkheid en wederzijdse hulp en zo naar perfectie onder mensen. Liefde is een niet te onderdrukken verlangen, ingeschreven in de natuur van elke man en vrouw op aarde. Geen liefde ontvangen leidt noodzakelijkerwijs tot een gebrek aan betekenis en tot wanhoop, en kan leiden tot destructieve gedragingen. Liefde is de ware nobelheid van het individu, boven en verder dan zijn of haar toebehoren aan een cultuur, etnische groep, sociale status of positie. Het is de sterkste, meest authentieke en meest begeerde band, die mensen onder elkaar verenigt en het hen mogelijk maakt om te luisteren naar elkaar, om aandacht te geven aan elkaar en andere mensen de achting te geven die ze verdienen. Men kan zeggen dat liefde de methode en het doel van het leven zelf is. Het is de ware schat, gezocht en waarvan er getuigenis werd afgelegd, op verschillende manieren en in verschillende contexten, door denkers, heiligen, gelovigen en charismatische figuren die, doorheen de eeuwen, als voorbeelden hebben geleefd van zelfopoffering als de sublieme en noodzakelijke weg naar spirituele en sociale omkeer en vernieuwing.
Referenties naar alinea 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 Pedagogische grondslagen
42
De hierboven vermelde theologische en antropologische grondslagen leggen goede fundamenten voor een authentieke interculturele pedagogie, die, door zijn eigen aard, niet gescheiden kan worden van het begrijpen van de mens als persoon. Daarom zijn het op de eerste plaats niet culturen maar personen die in contact treden met elkaar – personen die geworteld zijn in hun eigen geschiedenis en relaties. Vandaar is het verstaan van interpersoonlijke relaties het pedagogische basisparadigma, als middel en doel van het ontwikkelen van de identiteit van een persoon. Dit paradigma volgt het idee van dialoog, zich ervan verzekerend dat het noch abstract noch ideologisch is, maar eerder gekenmerkt wordt door respect, begrip en wederzijdse dienstbaarheid. Dan wordt het gevoed door een idee van cultuur als zijnde gesitueerd in de geschiedenis en als dynamisch, waarbij geweigerd wordt de andere persoon in een soort culturele gevangenis te duwen. Tenslotte is het zich ervan bewust dat de relatieve aard van culturen niet hetzelfde is als relativisme; dit laatste respecteert verschillen maar scheidt deze tegelijk in autonome werelden, en beschouwt ze als geïsoleerd en ondoordringbaar. Ons paradigma wil eerder door welk middel dan ook een cultuur van dialoog voeden, een cultuur van begrip en wederzijdse transformatie om het gemeenschappelijk goed te bereiken.
Referenties naar alinea 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Vanuit dit perspectief is het verstaan van interculturele relaties noch onderscheidend noch relativistisch. Het beschouwt culturen eerder als ingevoegd in de morele orde, waarin de fundamentele waarde vooreerst de menselijke persoon is. Dit basisfeit erkennen staat mensen van verschillende culturele werelden die in contact komen met elkaar toe om hun eerste gevoelens van bevreemding te overwinnen. Dit is niet zomaar een zaak van wederzijds respect: het proces impliceert dat de subjecten hun vooronderstellingen bevragen en dat iedereen het standpunt van de andere begrijpt en bediscussieert.
Referenties naar alinea 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Vanuit een pedagogisch oogpunt vraagt de ontwikkeling van zo’n ingewikkeld thema de moed en de moeite om zich nog meer bewust te worden van deze complexe en in essentie multiculturele realiteit. In het bijzonder moet deze discussie in andere woorden gevoerd worden om op een meer intense en brede manier tot een gemeenschappelijk idee van onderwijs te komen. Inderdaad, men probeert tot een idee van onderwijs tot interculturele dialoog te komen, begrepen als de tocht van het individu naar wie hij moet zijn, met een visie op dialoog en wederzijds levenslang leren.
Referenties naar alinea 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 4 Katholiek onderwijs met het oog op interculturele dialoog
- Artikel 1 De bijdrage van Katholiek onderwijs
45
Het idee van culturen in dialoog is het licht dat de noodzakelijk gedeelde inspanning om verdeeldheid te overwinnen leidt. In een raamwerk van wederzijds leren, moet men weten hoe men zich kan verdiepen in de praktische details van de dialectiek die opgewekt wordt door sommige van de basiscategorieën van leven en cultuur (‘botsing/ontmoeting’, ‘geslotenheid/openheid’, ‘monoloog/dialoog’, ect.).
Referenties naar alinea 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Daarom moeten gemeenschappen die hun inspiratie halen uit de waarden van het Katholieke geloof (families, scholen, groepen, jeugdorganisaties, etc.) een stem geven aan onderwijs dat waarlijk gebaseerd is op de menselijke persoon en dit ook omzetten in de realiteit, in lijn met de christelijke humanistische cultuur en traditie. Er moet een nieuw engagement zijn om het individu als ‘persoon in gemeenschap’ te zien en een nieuw aanvoelen van zijn of haar behoren tot een samenleving. Anders gesteld, een geanticipeerde samenleving van vrije en gelijke individuen bevat zonder twijfel het risico op grenzeloos, ongecontroleerd conflict en ambiguïteit.
Verder heeft de cruciale band tussen individuen die samen de samenleving of gemeenschap uitmaken “nood aan een diepgaande kritische evaluatie van de categorie ‘relatie’. Dit is een taak die niet kan worden ondernomen door de sociale wetenschappen alleen, de bijdrage van disciplines als metafysica en theologie is nodig in zoverre de transcendente waardigheid van de mens grondig verstaan wil worden.” Caritas in Veritate [[2254|53]]
In het licht van het trinitaire mysterie van God moeten interpersoonlijke relaties niet enkel gezien worden als communicatieprocessen; integendeel, ze zijn de fundamentele wet van het Bestaan, zoals de Liefde. Deze liefde is niet algemeen, ononderscheiden en vooral verbonden met emoties; noch wordt deze samengehouden door vanzelfsprekendheid of geef-en-neem-regels. De Liefde is vrij, zo sterk en vrijgevig als de liefde waarmee Christus liefhad. In deze zin is liefde de wil om te ‘bevorderen’; het is vertrouwen in de andere persoon en bijgevolg een fundamenteel onderwijskundige daad.
Verder heeft de cruciale band tussen individuen die samen de samenleving of gemeenschap uitmaken “nood aan een diepgaande kritische evaluatie van de categorie ‘relatie’. Dit is een taak die niet kan worden ondernomen door de sociale wetenschappen alleen, de bijdrage van disciplines als metafysica en theologie is nodig in zoverre de transcendente waardigheid van de mens grondig verstaan wil worden.” Caritas in Veritate [[2254|53]]
In het licht van het trinitaire mysterie van God moeten interpersoonlijke relaties niet enkel gezien worden als communicatieprocessen; integendeel, ze zijn de fundamentele wet van het Bestaan, zoals de Liefde. Deze liefde is niet algemeen, ononderscheiden en vooral verbonden met emoties; noch wordt deze samengehouden door vanzelfsprekendheid of geef-en-neem-regels. De Liefde is vrij, zo sterk en vrijgevig als de liefde waarmee Christus liefhad. In deze zin is liefde de wil om te ‘bevorderen’; het is vertrouwen in de andere persoon en bijgevolg een fundamenteel onderwijskundige daad.
Referenties naar alinea 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Het begrip ‘liefde’ in het onderwijs impliceert onmiddellijk de begrippen ‘gave’ en ‘wederkerigheid’, die fundamentele aspecten zijn van het onderwijs zelf. Scholen, studenten zowel als leraars, families en de bredere gemeenschap zouden de tweerichtings- en de van-en-voor-beweging die liefde is, moeten bevorderen. We kunnen dus de schets van deze twee bewegingen als volgt samenvatten: van liefde gekregen naar liefde gegeven. Wederkerigheid wordt hier niet simpelweg verstaan als het eindresultaat, als de gelijkheid van de uitkomst, maar vooreerst als een proactieve stap die door de onderwijzer werd ondernomen, wiens roeping het is om als eerste lief te hebben.
Deze concepten moeten opnieuw op een moedige manier onderzocht worden, om een pedagogie van gemeenschap te bekomen. Het doel is een onderwijskundig ideaal dat onderwijzers in de positie van geloofwaardige getuigen in de ogen van jonge mensen plaatst. Er moet een reflectie volgen op deze cruciale, strategische band die ‘liefde voor onderwijs’ en ‘onderwijs om lief te hebben’ verbindt. Deze twee ideeën zijn essentieel en ondeelbaar verbonden met elkaar. Door hen kijken zowel de onderwijzer als de student naar het goede, naar respect en dialoog.
Deze concepten moeten opnieuw op een moedige manier onderzocht worden, om een pedagogie van gemeenschap te bekomen. Het doel is een onderwijskundig ideaal dat onderwijzers in de positie van geloofwaardige getuigen in de ogen van jonge mensen plaatst. Er moet een reflectie volgen op deze cruciale, strategische band die ‘liefde voor onderwijs’ en ‘onderwijs om lief te hebben’ verbindt. Deze twee ideeën zijn essentieel en ondeelbaar verbonden met elkaar. Door hen kijken zowel de onderwijzer als de student naar het goede, naar respect en dialoog.
Referenties naar alinea 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Aanwezigheid in scholen
48
Johannes Paulus II heeft dit idee benadrukt en zag in de spiritualiteit van gemeenschap vgl: Novo millennio ineunte [[[9|43]]] de belangrijkste uitdaging die moest worden aangegaan in cultuur, in het leven van alledag, in de familie, op school en in de Kerk.
Voor alle praktische initiatieven moet er een geest van eenheid zijn die levend aanwezig is bij individuen en groepen. Dit is het perspectief waarin elke waarde zijn fundering vindt. Het is het vitale element dat de basis vormt van alle andere elementen. Dit is niet enkel een spirituele uitdaging maar ook een culturele, voor alle mannen en vrouwen van goede wil. Daarom moeten katholieke opvoeders, leraars en studenten van welk type school dan ook, verbonden in dezelfde liefdeskunst, deze uitnodiging aannemen.
Voor alle praktische initiatieven moet er een geest van eenheid zijn die levend aanwezig is bij individuen en groepen. Dit is het perspectief waarin elke waarde zijn fundering vindt. Het is het vitale element dat de basis vormt van alle andere elementen. Dit is niet enkel een spirituele uitdaging maar ook een culturele, voor alle mannen en vrouwen van goede wil. Daarom moeten katholieke opvoeders, leraars en studenten van welk type school dan ook, verbonden in dezelfde liefdeskunst, deze uitnodiging aannemen.
Referenties naar alinea 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
Bijgevolg is het niet de wet door zichzelf of eender welke juridische vorm die een gemeenschap opbouwt en levendig houdt. Het is eerder de geest van de wet die actieve en verantwoordelijke burgers voortbrengt, exact in de mate waarin de wet ten dienste staat van het gemeenschappelijke goed en iedereen in een conditie van wederkerigheid plaatst. Daarom heeft de identiteit van een gemeenschap maar een zekere maturiteit in de mate waarin het de waarden van samenwerking en solidariteit opneemt en deze voortdurend en trouw wil vernieuwen.
Referenties naar alinea 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
Scholen krijgen een grote verantwoordelijkheid voor intercultureel onderwijs toevertrouwd. Tijdens hun vorming zien studenten zichzelf in interactie met verschillende culturen en hierbij hebben ze noodzakelijkerwijs hulpmiddelen nodig om deze te verstaan en ze in verband te brengen met hun eigen cultuur. Ze hebben de taak individuen aan te sporen opdat elke persoon zijn of haar eigen identiteit ontwikkelt in het bewustzijn van de eigen rijkheid en culturele traditie.
Vanuit het pedagogische en het interculturele oogpunt bekeken is het prachtigste geschenk dat Katholieke opvoeding kan geven aan een school dat van de getuigenis. Katholieke scholen leggen getuigenis af van een constant, persoonlijk netwerk van relaties, die worden beleefd tussen de twee polen van persoonlijke identiteit en andersheid. Dit netwerk wordt gekenmerkt door een dynamische osmose in de verschillende manieren van omgaan tussen volwassenen (leerkrachten, ouders, opvoeders, leidinggevenden in instellingen, etc.), tussen leraars en studenten, en tussen studenten – zonder vooroordelen over cultuur, geslacht, sociale klasse of religie.
Vanuit het pedagogische en het interculturele oogpunt bekeken is het prachtigste geschenk dat Katholieke opvoeding kan geven aan een school dat van de getuigenis. Katholieke scholen leggen getuigenis af van een constant, persoonlijk netwerk van relaties, die worden beleefd tussen de twee polen van persoonlijke identiteit en andersheid. Dit netwerk wordt gekenmerkt door een dynamische osmose in de verschillende manieren van omgaan tussen volwassenen (leerkrachten, ouders, opvoeders, leidinggevenden in instellingen, etc.), tussen leraars en studenten, en tussen studenten – zonder vooroordelen over cultuur, geslacht, sociale klasse of religie.
Referenties naar alinea 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 Waar vrijheid van onderwijs wordt ontzegd
51
In vele gebieden in de wereld is het omwille van politieke en culturele redenen niet altijd mogelijk om katholieke scholen te hebben. Soms is de katholieke aanwezigheid heel erg beperkt en heerst er vijandigheid tegenover. Dit probleem gaat niet zomaar over het eisen van een recht, het recht op vrijheid van onderwijs en scholing, maar moet uitgedrukt worden als een culturele bijdrage die iedereen rijker maakt. Daarom moet men de vraag stellen: wat heeft katholiek onderwijs te bieden in deze situaties?
Fundamenteel moet men beginnen met het herkennen van hetzelfde verlangen in anderen als het verlangen dat gevonden wordt in vele religies en culturen, in het belangrijke voorschrift dat de gouden regel van de mensheid wordt genoemd: ‘Behandel anderen zoals je zelf zou willen dat zij jou zouden behandelen; doe anderen niet aan wat jij ook niet zou willen dat ze jou zouden aandoen’. Dit is een morele wet en deze is absoluut essentieel voor het samenleven. Liefde moet aan allen gegeven worden. Dit is de bron van een nieuwe beschaving, van ware vermenselijking van de mensheid, en is tegenovergesteld aan alle egoïstische instincten van geweld en oorlog.(li)
Fundamenteel moet men beginnen met het herkennen van hetzelfde verlangen in anderen als het verlangen dat gevonden wordt in vele religies en culturen, in het belangrijke voorschrift dat de gouden regel van de mensheid wordt genoemd: ‘Behandel anderen zoals je zelf zou willen dat zij jou zouden behandelen; doe anderen niet aan wat jij ook niet zou willen dat ze jou zouden aandoen’. Dit is een morele wet en deze is absoluut essentieel voor het samenleven. Liefde moet aan allen gegeven worden. Dit is de bron van een nieuwe beschaving, van ware vermenselijking van de mensheid, en is tegenovergesteld aan alle egoïstische instincten van geweld en oorlog.(li)
Referenties naar alinea 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
52
Dit is de onderwijskundige nieuwheid die voortvloeit mede uit de christelijke pedagogie, waarvan de basis kan gevonden worden in de woorden van Jezus: “dat ze allen een mogen worden” (Joh. 17, 21) [b:Joh. 17, 21]. Eigenlijk toont het het hart van het hele christendom, de drager van het mysterie Gods, die Zijn is in relatie, een zuivere act van liefde. Hier kan de nieuwheid van het Evangelie gevonden worden, waarvan de volledige aanvaarding zeker het geloof impliceert, maar waarvan de effecten de betekenis van elke ontmoeting tussen individuen, groepen, culturen en instellingen transformeren.
Referenties naar alinea 52: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
53
Enkel deze geest van de zoektocht naar eenheid kan de sociale orde samenhouden. Dit is solidariteit in z’n totaliteit, in elke betekenis van het woord (religieus, politiek, sociaal, economisch en professioneel). Dit is het alternatief voor die toestand van permanente rivaliteit die mensen ertoe veroordeelt steeds meer buiten de gemeenschap te vallen, ook al leven ze in een geglobaliseerde wereld – die hen veroordeelt tot een toenemende onverschilligheid zowel tegenover de God die wordt verkondigd door het christendom als door welke vorm dan ook van het Absolute.
Zo worden jonge mensen beroofd van cultuur en geloof, van hun ware betekenis en van een waardig doel om na te streven. Zo riskeren ze ook om het leven zelf te ontmenselijken, op verschillende manier. In deze vele ‘grenssituaties’ waarin het geloof dagelijks op de proef wordt gesteld is ingaan tegen de stroom vandaag dikwijls, meer dan het ooit is geweest, de evangelische keuze. Het hoogtepunt, het grootste geschenk, is de gave van zichzelf, wanneer men zijn leven geeft voor anderen waar rechtvaardigheid en waarheid geweld worden aangedaan.
Zo worden jonge mensen beroofd van cultuur en geloof, van hun ware betekenis en van een waardig doel om na te streven. Zo riskeren ze ook om het leven zelf te ontmenselijken, op verschillende manier. In deze vele ‘grenssituaties’ waarin het geloof dagelijks op de proef wordt gesteld is ingaan tegen de stroom vandaag dikwijls, meer dan het ooit is geweest, de evangelische keuze. Het hoogtepunt, het grootste geschenk, is de gave van zichzelf, wanneer men zijn leven geeft voor anderen waar rechtvaardigheid en waarheid geweld worden aangedaan.
Referenties naar alinea 53: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
54
Vandaar moet in deze verschillende contexten (atheïsme, fundamentalisme, relativisme, secularisme) de ‘prioriteit van de waarde’ opnieuw in het centrum worden geplaatst. Dit is principieel een coherente getuigenis afleggen; zelfgave; de capaciteit om te zoeken en vergeving te schenken, niet uit exhibitionisme of vals gemoraliseer, maar ‘omwille van de liefde’, om de ontwikkeling van de wereld vooruit te helpen.
Er bestaat een “een belangrijk theologisch feit: het verlangen, dat eigen is aan de menselijke persoon, om anderen te laten delen in de eigen bezittingen. Het in geloof aanvaarden van de Blijde Boodschap is aldus dynamisch geordend als een dergelijke manier van communiceren”, in het bijzonder met hen “aan wie een enorm voordeel in deze wereld ontbreekt: het ware gezicht van God kennen en de vriendschap van Jezus Christus, God-met-ons. Inderdaad, ‘er is niks mooier dan verrast te worden door het Evangelie, door de ontmoeting met Christus. Er is niks mooiers dan hem te kennen en met anderen te spreken over onze vriendschap met hem’.” Doctrinaire notitie over enige aspecten van de Evangelisering [[2154|7]]
Er bestaat een “een belangrijk theologisch feit: het verlangen, dat eigen is aan de menselijke persoon, om anderen te laten delen in de eigen bezittingen. Het in geloof aanvaarden van de Blijde Boodschap is aldus dynamisch geordend als een dergelijke manier van communiceren”, in het bijzonder met hen “aan wie een enorm voordeel in deze wereld ontbreekt: het ware gezicht van God kennen en de vriendschap van Jezus Christus, God-met-ons. Inderdaad, ‘er is niks mooier dan verrast te worden door het Evangelie, door de ontmoeting met Christus. Er is niks mooiers dan hem te kennen en met anderen te spreken over onze vriendschap met hem’.” Doctrinaire notitie over enige aspecten van de Evangelisering [[2154|7]]
Referenties naar alinea 54: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 5 De bijdrage van katholieke scholen
- Artikel 1 De verantwoordelijkheid van katholieke scholen
55
In de hedendaagse sociale context worden er vragen gesteld aan katholieke scholen in verband met de specifieke bijdrage die ze kunnen leveren. Dit is echter geen gemakkelijke taak: het is inderdaad het opkijken tegen steeds grotere obstakels. Katholieke scholen zien een steeds grotere aanwezigheid van studenten met verschillende nationaliteiten en religieuze geloven. In vele landen in de wereld hangen de meeste studenten een niet-katholieke religie aan en is het thema van de interculturele ontmoeting nu onvermijdelijk. Om te vermijden opgesloten te raken in ‘identiteit’ als doel op zich, moet onderwijskundige pedagogie rekening houden met de groeiende multireligieuze component binnen de samenleving, met de daaruit volgende nood om kennis te hebben van verschillende geloven en dialoog zowel met die geloven als met niet-gelovigen.
Referenties naar alinea 55: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
56
Het is belangrijk voor katholieke scholen om zich bewust te zijn van de risico’s die opkomen wanneer ze de redenen waarom ze bestaan uit het oog verliezen. Dat kan gebeuren wanneer, bijvoorbeeld, ze zonder na te denken zich aanpassen aan de verwachtingen van een samenleving gekenmerkt door individualisme en wedijver. Het kan ook gebeuren door bureaucratische formalisme, eisen zowel als van consumenten als van families, of de ongebreidelde zoektocht naar goedkeuring van buitenaf. Katholieke scholen zijn geroepen om een plichtsgetrouwe getuigenis af te leggen, door hun pedagogie die duidelijk wordt geïnspireerd door het Evangelie – a fortiori in een cultuur die eist dat scholen neutraal zijn en alle religieuze verwijzingen op het gebied van onderwijs uitbannen. vgl: De katholieke school op de drempel van het derde millenium [[[7748|(3)]]] Katholieke scholen als zijnde katholiek worden niet gelimiteerd tot een vage christelijke inspiratie of een inspiratie gebaseerd op menselijke waarden. Ze hebben de verantwoordelijkheid om katholieke studenten, bovenop een grondige kennis van religie, de mogelijkheid aan te bieden om te groeien in een persoonlijke nabijheid met Christus en de Kerk. Eigenlijk “is het recht van individuen en gemeenschappen op godsdienstige vrijheid een van de fundamentele mensenrechten, hierbij ook refererend naar de internationale vrede ... Het wordt steeds belangrijker dit recht niet enkel vanuit een negatief oogpunt te verdedigen, als vrijheid van – bijvoorbeeld, verplichtingen of beperkingen die te maken hebben met de vrijheid om de eigen religie te kiezen – maar ook vanuit een positief oogpunt, in z’n verschillende uitdrukkingsvormen, als vrijheid voor – bijvoorbeeld, getuigenis afleggen van de eigen religie, de leerstellingen ervan bekend maken, zich engageren in activiteiten op het gebied van onderwijs en liefdadigheid die het mogelijk maken om de religieuze voorschriften na te volgen, en het bestaan en zich gedragen als sociale lichamen die gestructureerd zijn elk in overeenstemming met de geëigende doctrinele principes en institutionele doelen.” Zalig zij die vrede brengen [[4659|4]]
Referenties naar alinea 56: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
57
De eerste verantwoordelijkheid van katholieke scholen is die van de getuigenis. vgl: Samen onderwijzen in katholieke scholen: Een missie gedeeld tussen gewijde personen en de gelovige leken [[[7754|(38)]]] In de verschillende situaties die worden gecreëerd door verschillende culturen moet de christelijke aanwezigheid getoond worden en duidelijk gemaakt worden, deze dient zichtbaar, tastbaar en bewust te zijn. Vandaag zien katholieke scholen zich, door het gevorderd proces van secularisatie, geplaatst in missionaire situatie, zelfs in landen met een eeuwenoude christelijke traditie. De bijdrage die het katholicisme kan leveren aan het onderwijs en aan de interculturele dialoog zit hem in de verwijzing die het maakt naar het centraal staan van de menselijke persoon, die zijn of haar constitutief element heeft in relaties met anderen. Katholieke scholen vinden in Jezus Christus de basis van hun antropologisch en pedagogisch paradigma; ze moeten de ‘grammatica van de dialoog’ volgen, niet als een technische doelmatigheid, want dat wat ze te bieden heeft is primair gezien dat we ze in onszelf zijn. De Katholieke School [[7751|(33-37)]]
Referenties naar alinea 57: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 De onderwijsgemeenschap als een ervaring van interculturele relaties
58
Het model dat schoolstructuren moeten opnemen als inspiratiebron is dat van de onderwijsgemeenschap, een plek waar verschillen in harmonie samenleven. vgl: De lekenopvoeder, geloofsgetuige op scholen [[[1541|(22)]]] vgl: Samen onderwijzen in katholieke scholen: Een missie gedeeld tussen gewijde personen en de gelovige leken [[[7754|(13)]]] De schoolgemeenschap is een plek voor ontmoeting en waar deelname bevorderd wordt. Deze staat in dialoog met de familie, die de eerste gemeenschapsvorm is waar studenten die naar school gaan toe behoren. De school moet de levenswijze binnen de familie respecteren. De school moet luisteren naar de noden die zij ondervindt en de verwachtingen die aan haar gericht worden. Op deze manier kan de school worden beschouwd als een echte ervaring van interculturele relaties, op een geleefde manier eerder dan dat er over gesproken wordt.
Referenties naar alinea 58: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
59
Neutrale samenlevingen en scholen waarin referentiewaarden ontbreken en die niet bezig zijn met eender welke morele vorming, ontwikkelen geen participatie. Aan het andere uiterste ontwikkelt participatie zich ook niet in samenlevingen of scholen die doordrenkt zijn van fundamentalistische standpunten. Participatie bloeit in een klimaat van dialoog en wederzijds respect, in een onderwijskundige omgeving waar allen verzekerd zijn van de mogelijkheid om hun capaciteiten ten volle te doen toenemen, met het constante doel om het goede voor iedereen na te streven. Op deze manier kan een voortdurend klimaat van wederzijds vertrouwen, beschikbaarheid, luisteren en vruchtbare uitwisseling ontwikkeld worden, die de hele vormingsperiode moet kenmerken. Vakken die tot doel hebben uitdrukking te geven aan zowel het leven als ideeën, worden zo opgesteld om een constante dialoog tussen leraars en studenten te bekomen; de persoonlijke bijdrage van de studenten versterkend in de gemeenschappelijke zoektocht naar kennis; groeikansen gevend aan interdisciplinair onderwijzen, met de bijdragen van leraars van verschillende disciplines.
Referenties naar alinea 59: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
60
In scholen die worden opgevat als onderwijsgemeenschappen hebben families de belangrijkste plaats en rol. Katholieke scholen waarderen hun waarde en moedigen hun deelname in de school aan, waar ze verschillende vormen van medeverantwoordelijkheid kunnen opnemen. Zelfs gegeven het feit dat sommige families in moeilijke omstandigheden leven en dat er ouders zijn die niet de raad van de school opvolgen, worden families altijd beschouwd als een onmisbaar punt van referentie, als aanbrengers van waardevolle middelen. “het partnerschap tussen een katholieke school en de families van de studenten moet verdergaan en versterkt worden: niet enkel om in staat te zijn met academische problemen die kunnen opduiken om te gaan, maar zeker ook zodat de onderwijskundige doelen van de school kunnen bereikt worden.” De religieuze dimensie van opvoeding in een katholieke school [[7756|(42)]]
Referenties naar alinea 60: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 Onderwijskundig programma voor het onderwijs in de interculturele dialoog
61
Het onderwijs aangeboden door katholieke scholen komt voort uit hun getuigenis van het Evangelie en hun liefde voor al wat vrij en open is. Dit onderwijs houdt zich bezig met het ontwikkelen van een interculturele benadering in alle soorten schoolomgevingen: relaties tussen individuen, de visie die wordt aangenomen van menselijke kennis in z’n totaliteit en in de verschillende academische disciplines en ieders integratie en rechten.
Een onmisbare voorwaarde voor samenwerking is openheid voor pluraliteit en verschillen. De ervaring toont aan dat de katholieke religie weet hoe het andere culturen moet ontmoeten, respecteren en achting ervoor opbrengen. De liefde voor alle mannen en vrouwen is noodzakelijkerwijs ook liefde voor hun cultuur. Katholieke scholen zijn, juist door hun roeping, intercultureel.
Een onmisbare voorwaarde voor samenwerking is openheid voor pluraliteit en verschillen. De ervaring toont aan dat de katholieke religie weet hoe het andere culturen moet ontmoeten, respecteren en achting ervoor opbrengen. De liefde voor alle mannen en vrouwen is noodzakelijkerwijs ook liefde voor hun cultuur. Katholieke scholen zijn, juist door hun roeping, intercultureel.
Referenties naar alinea 61: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
62
Het onderwijsprogramma van katholieke scholen voorziet in de harmonieuze ontmoeting en het samengaan van studie en leven. Dit maakt het mogelijk voor de studenten om een kwaliteit scheppende ervaring te genieten, verrijkt door intellectueel onderzoek in de verschillende kennisdomeinen en, tegelijkertijd, een bron van wijsheid door de eigen context: het leven gevoed door het Evangelie. Op deze manier vermijdt men het risico van een opvoeding die erin faalt om in de eerste plaats in de gehele vorming van de persoon te voorzien. Eigenlijk “is school een van de onderwijskundige omgevingen waarin we door het leren hoe te leven, hoe volwassen te worden ons ontwikkelen tot volwassen mannen en vrouwen die kunnen reizen, die de weg van het leven kunnen volgen... Het helpt je om niet alleen door je intelligentie te ontwikkelen, maar ook door een integrale vorming van alle aspecten van je persoonlijkheid.” Tot de studenten van de jezuïetenscholen in Italië en Albanië [[7752]]
Referenties naar alinea 62: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
63
De principiële domeinen waar aandacht aan moet worden gegeven in het onderwijsprogramma zijn de volgende:
Het criterium van de katholieke identiteit. Het doel van katholieke scholen, in al hun vormen, is het leven in trouw aan hun onderwijskundige opdracht, met Christus als de grondslag ervan. “Het feit dat alle leden van de schoolgemeenschap op hun eigen individuele manier deze christelijke visie delen, maakt de school ‘katholiek’; principes uit het Evangelie worden op deze manier onderwijskundige normen aangezien de school ze dan heeft als interne motivatie en als einddoel.” De Katholieke School [[7751|(34)]] vgl: § 2 [[[30|803]]] Deze uitgesproken identiteit geeft betekenis aan de andere verantwoordelijkheden van de school.
Het opbouwen van een gemeenschappelijke visie. Onderwijs kan in zichzelf helpen bepalen wat er essentieel en universeel is, hierdoor individuen verenigend in hun verschillen. De rol van onderwijs vandaag is juist het bevorderen van dialoog, het mogelijk maken van communicatie tussen verschillende mensen, hen helpen om hun verschillende denk- en voelwijzen te ‘vertalen’. Het gaat hier niet enkel om het voordragen van dialoog als proces of methode. Het is eerder een zaak van mensen helpen om hun eigen culturen opnieuw op te zoeken, met de culturen van anderen als hun vertrekpunt: in andere woorden, mensen helpen om na te denken over zichzelf met een perspectief van ‘openheid op de mensheid’.
Beredeneerde openheid op globalisatie. Een opvoedende gemeenschap zoals een school zou mensen niet mogen vormen tot kleinsteedsheid. Deze zou studenten integendeel de kennis moeten aanbieden die nodig is om de huidige conditie van de mens, als burger van de hele planeet, een conditie gekenmerkt door vele relaties van interdependentie, te verstaan.
Men probeert sterke persoonlijke identiteiten te vormen, die niet in tegenstelling zijn met elkaar. In feite is de bewustwording van de eigen traditie en cultuur het startpunt vanwaar men kan dialogeren en de gelijkwaardigheid van de andere persoon kan erkennen.
Zelfbewustzijn wordt ontwikkeld door het regelmatig herdenken van de eigen ervaringen; reflecterend over het eigen gedrag; en meer zelfbewust wordend, ook door cognitieve strategieën en een vorming die zich verwijderd van egocentrisme.
De waarden van andere culturen en religies moeten gerespecteerd en begrepen worden. Scholen moeten plekken van pluralisme worden, waar men leert te dialogeren over de betekenissen die mensen van verschillende religies toedichten aan hun eigen tekens. Dit laat mensen toe om in universele waarden te delen zoals solidariteit, verdraagzaamheid en vrijheid.
Men voedt op tot delen en verantwoordelijkheid. Scholen mogen geen leemte vormen in het leven, zuiver kunstmatige plaatsen die enkel en alleen toegewijd zijn aan het ontwikkelen van de cognitieve dimensie. Het individuele tijdsparcours waarin de student de volwassenheid bereikt alsook hun persoonlijke vrijheid respecterend, moeten scholen verantwoordelijkheid opnemen om studenten te helpen om de sociale en culturele toestanden in het leven te verstaan. Scholen moeten studenten ook aanmoedigen om verantwoordelijkheid op te nemen om deze situaties te verbeteren. Verder, gegeven de aandacht van de scholen voor de gehele persoon en voor de hele menselijke ervaringen, beperken ze hun verantwoordelijkheden niet tot het louter didactische. Scholen dragen ook zorg voor de andere aspecten van het leven van de studenten, op informele manier (feestjes, leuke momenten, etc.), formele manier (presentaties door geïnformeerde gastsprekers, discussiemomenten, etc.) en religieuze ervaringen (momenten voor liturgie en spiritualiteit, etc.). vgl: Paus Franciscus, gericht aan de jezuïeten die scholen besturen, moedigde hen aan “om nieuwe vormen te zoeken van onconventioneel onderwijs in overeenstemming met ‘de noden van de tijd en de mensen’” [[[7752]]]
Het criterium van de katholieke identiteit. Het doel van katholieke scholen, in al hun vormen, is het leven in trouw aan hun onderwijskundige opdracht, met Christus als de grondslag ervan. “Het feit dat alle leden van de schoolgemeenschap op hun eigen individuele manier deze christelijke visie delen, maakt de school ‘katholiek’; principes uit het Evangelie worden op deze manier onderwijskundige normen aangezien de school ze dan heeft als interne motivatie en als einddoel.” De Katholieke School [[7751|(34)]] vgl: § 2 [[[30|803]]] Deze uitgesproken identiteit geeft betekenis aan de andere verantwoordelijkheden van de school.
Het opbouwen van een gemeenschappelijke visie. Onderwijs kan in zichzelf helpen bepalen wat er essentieel en universeel is, hierdoor individuen verenigend in hun verschillen. De rol van onderwijs vandaag is juist het bevorderen van dialoog, het mogelijk maken van communicatie tussen verschillende mensen, hen helpen om hun verschillende denk- en voelwijzen te ‘vertalen’. Het gaat hier niet enkel om het voordragen van dialoog als proces of methode. Het is eerder een zaak van mensen helpen om hun eigen culturen opnieuw op te zoeken, met de culturen van anderen als hun vertrekpunt: in andere woorden, mensen helpen om na te denken over zichzelf met een perspectief van ‘openheid op de mensheid’.
Beredeneerde openheid op globalisatie. Een opvoedende gemeenschap zoals een school zou mensen niet mogen vormen tot kleinsteedsheid. Deze zou studenten integendeel de kennis moeten aanbieden die nodig is om de huidige conditie van de mens, als burger van de hele planeet, een conditie gekenmerkt door vele relaties van interdependentie, te verstaan.
Men probeert sterke persoonlijke identiteiten te vormen, die niet in tegenstelling zijn met elkaar. In feite is de bewustwording van de eigen traditie en cultuur het startpunt vanwaar men kan dialogeren en de gelijkwaardigheid van de andere persoon kan erkennen.
Zelfbewustzijn wordt ontwikkeld door het regelmatig herdenken van de eigen ervaringen; reflecterend over het eigen gedrag; en meer zelfbewust wordend, ook door cognitieve strategieën en een vorming die zich verwijderd van egocentrisme.
De waarden van andere culturen en religies moeten gerespecteerd en begrepen worden. Scholen moeten plekken van pluralisme worden, waar men leert te dialogeren over de betekenissen die mensen van verschillende religies toedichten aan hun eigen tekens. Dit laat mensen toe om in universele waarden te delen zoals solidariteit, verdraagzaamheid en vrijheid.
Men voedt op tot delen en verantwoordelijkheid. Scholen mogen geen leemte vormen in het leven, zuiver kunstmatige plaatsen die enkel en alleen toegewijd zijn aan het ontwikkelen van de cognitieve dimensie. Het individuele tijdsparcours waarin de student de volwassenheid bereikt alsook hun persoonlijke vrijheid respecterend, moeten scholen verantwoordelijkheid opnemen om studenten te helpen om de sociale en culturele toestanden in het leven te verstaan. Scholen moeten studenten ook aanmoedigen om verantwoordelijkheid op te nemen om deze situaties te verbeteren. Verder, gegeven de aandacht van de scholen voor de gehele persoon en voor de hele menselijke ervaringen, beperken ze hun verantwoordelijkheden niet tot het louter didactische. Scholen dragen ook zorg voor de andere aspecten van het leven van de studenten, op informele manier (feestjes, leuke momenten, etc.), formele manier (presentaties door geïnformeerde gastsprekers, discussiemomenten, etc.) en religieuze ervaringen (momenten voor liturgie en spiritualiteit, etc.). vgl: Paus Franciscus, gericht aan de jezuïeten die scholen besturen, moedigde hen aan “om nieuwe vormen te zoeken van onconventioneel onderwijs in overeenstemming met ‘de noden van de tijd en de mensen’” [[[7752]]]
Referenties naar alinea 63: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 Het curriculum als de uitdrukking van de identiteit van de school
64
Het curriculum is de manier waarop de schoolgemeenschap z’n doelen en objectieven, de inhoud van het onderwijs dat gegeven wordt en de communicatiemiddelen waarop dat gebeurt, duidelijk maakt. In het curriculum worden de culturele en pedagogische identiteit van de school scherp gesteld. Het curriculum ontwikkelen is een van de meest veeleisende taken van de school, omdat men hierin duidelijk maakt wat de referentiewaarden zijn van de school, prioriteiten qua onderwerpen en praktische keuzes.
Referenties naar alinea 64: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
65
Voor een katholieke school leidt een bestudering van het eigen curriculum tot een versterking van wat specifiek is aan de eigen aard. Hiermee wordt bedoeld de versterking van het particuliere manier waarop deze school individuen dient, hiervoor hulpmiddelen gebruikend die door de cultuur worden aangereikt. Zo kunnen de schoolprogramma’s op een effectieve manier geharmoniseerd worden met de oorspronkelijke missie van de school. Men kan niet zomaar tevreden zijn met het aanbieden van een didactiek die up-to-date is die gewoonweg beantwoordt aan de eisen die voortkomen uit de steeds veranderende economische situatie. Katholieke scholen overdenken hun curricula zo dat zowel individuen als hun zoektocht naar betekenis centraal geplaatst worden. Dit is de referentiewaarde, in welk opzicht de verschillende academische disciplines belangrijke bronnen zijn en een grotere waarde hebben in die mate dat ze middelen zijn voor het onderwijs. Vanuit dit perspectief is wat wordt onderwezen niet neutraal, noch is dit het geval voor de manier van onderwijzen.
Referenties naar alinea 65: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
66
Er is gesteld geweest dat we leven in een samenleving gebaseerd op kennis. Katholieke scholen worden echter aangemoedigd om een samenleving te bevorderen gebaseerd op wijsheid, om verder te gaan dan kennis en mensen op te voeden om te denken, feiten evaluerend in het licht van bepaalde waarden. Ze onderwijzen mensen om verantwoordelijkheden en plichten op te nemen en een actief burgerschap uit te oefenen. In de materie die specifiek in katholieke scholen wordt onderwezen moet er een ereplaats worden gegeven aan de kennis van verschillende culturen, met aandacht voor het helpen van studenten om vele verschillende standpunten van verschillende culturen tegen te komen en te vergelijken. Het curriculum moest studenten helpen reflecteren over de grote problemen van onze tijd, inclusief die waar men steeds duidelijker de moeilijke situatie inziet van de levenstoestanden van een groot deel van de mensheid. Hieronder vallen de onevenwichtige verdeling van grondstoffen, armoede, onrechtvaardigheid en het schenden van mensenrechten. ‘Armoede’ impliceert een voorzichtige overweging van het fenomeen van globalisatie en suggereert een breed en ontwikkeld beeld op armoede, in al z’n verschillende vormen en met al z’n verschillende oorzaken. Armoede bestrijden, werken aan vrede [[2763|2]]
Referenties naar alinea 66: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
67
Een goed curriculum kan theoretische lessen met presentaties van geïnformeerde sprekers samenvoegen, waarbij levenservaringen worden gepresenteerd in het licht van een gelovige kijk op de wereld. Een goed curriculum kan ook praktische ervaringen omvatten waarbij verantwoordelijkheden worden gedeeld en aangenomen.
De twee polen worden tegenover elkaar opgesteld: informatie wordt binnengebracht in lessen door het horen over levenservaringen; kennis wordt ervaring; en ervaring krijgt de kracht van een culturele aanbieding, van een verklaring.
In het onderwijzen van de verschillende academische disciplines delen en bevorderen leerkrachten een methodologisch standpunt in dewelke de verschillende domeinen van kennis op dynamische wijze worden gecorreleerd tot een perspectief van wijsheid. Het epistemologische kader van elk kennisdomein heeft z’n eigen identiteit, zowel qua inhoud als qua methodologie. Dit kader relateert echter niet enkel aan interne kwesties waarbij de correcte realisatie van elke discipline wordt aangeraakt. Geen enkele discipline is een eiland bewoond door een vorm van kennis die onderscheiden en afgeschermd is; maar het staat eerder in een dynamische relatie met alle andere vormen van kennis, waarbij elkeen iets uitdrukt over de menselijke persoon en een gedeelte van de waarheid aanraakt.
De twee polen worden tegenover elkaar opgesteld: informatie wordt binnengebracht in lessen door het horen over levenservaringen; kennis wordt ervaring; en ervaring krijgt de kracht van een culturele aanbieding, van een verklaring.
In het onderwijzen van de verschillende academische disciplines delen en bevorderen leerkrachten een methodologisch standpunt in dewelke de verschillende domeinen van kennis op dynamische wijze worden gecorreleerd tot een perspectief van wijsheid. Het epistemologische kader van elk kennisdomein heeft z’n eigen identiteit, zowel qua inhoud als qua methodologie. Dit kader relateert echter niet enkel aan interne kwesties waarbij de correcte realisatie van elke discipline wordt aangeraakt. Geen enkele discipline is een eiland bewoond door een vorm van kennis die onderscheiden en afgeschermd is; maar het staat eerder in een dynamische relatie met alle andere vormen van kennis, waarbij elkeen iets uitdrukt over de menselijke persoon en een gedeelte van de waarheid aanraakt.
Referenties naar alinea 67: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
68
Scholen worden uitgedaagd door de multiculturele samenstellingen van hun klassen. Ze moeten in staat zijn te herdenken wat er onderwezen werd; de leermethodes; de eigen interne organisatie, rollen en relaties met families; en de sociale en culturele context waarin deze worden teruggevonden. Een curriculum dat openstaat voor het interculturele perspectief stelt studenten voor de studie van beschavingen die daarvoor onbekend terrein waren voor hen, of waar ze niet goed mee bekend waren, maar dewelke nu onder hun aandacht worden gebracht net zoals ze ook veel ‘dichterbij’ worden gebracht dankzij de globalisatie en de moderne communicatiemiddelen, waarbij ruimtelijke grenzen en ideologische verdedigingsmiddelen worden overschreden. Dit onderwijzen beoogt de studenten de realiteit te helpen verstaan in dewelke ze leven maar kan ook het aspect van de ontmoeting niet negeren. Integendeel, onderwijzen heeft de plicht om dialoog te promoten, alsook culturele en spirituele uitwisselingen.
Referenties naar alinea 68: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
69
Op het didactisch niveau moeten scholen hun eigen interculturele bekommernissen uiteenzetten waarbij ze twee niveaus van leren in herinnering brengen: het cognitieve en het relationeel-affectieve niveau. Op het cognitief niveau ontwikkelen scholen de inhoud van het curriculum: de kennisdomeinen waarin onderwezen moet worden en de vaardigheden die ontwikkeld moeten worden. Op het relationeel-affectieve niveau ontwikkelen scholen houdingen tegenover en manieren van praten over anderen, waarbij studenten geleerd wordt om diversiteit te respecteren en rekening te houden met verschillende standpunten, empathie en samenwerking cultiverend.
Referenties naar alinea 69: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 De katholieke religie onderwijzen
70
In de hedendaagse context zijn menselijke samenlevingen op zoek om zichzelf breder gaande, transnationale structuren te geven, waarbij ze evolueren naar een systeem van globaal bestuur. Meer zelfs, de immense symbolische erfenissen die verschillende volkeren hebben opgebouwd, verdedigd en voor eeuwen hebben overgeleverd doorheen hun specifieke culturele en religieuze tradities, lijken te worden ontkend in hun waarlijk humaniserende capaciteit; ze worden zelfs redenen voor scheiding, in een wederzijdse bedeesdheid. Daarom ligt de grootste uitdaging in de interculturele dialoog steeds meer in de dialoog tussen de eigen identiteit en andere levensvisies.
Referenties naar alinea 70: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
71
De culturele shift van vandaag de dag vertoont duidelijk tekenen van een schommeling tussen dialoog en conflict. Zeker wanneer men geconfronteerd wordt met zo’n crisis op het vlak van richting dan wordt de bijdrage van christenen als onmisbaar aanzien. Daarom is het fundamenteel dat de katholieke religie langs zijn kant een inspirerend teken van dialoog is. Eigenlijk kan er gesteld worden dat de christelijke boodschap nooit zo universeel en fundamenteel is geweest als vandaag.
Referenties naar alinea 71: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
72
Daarom geeft religie de getuigenis en de boodschap van een integraal humanisme door. Dit humanisme, verrijkt door de identiteit van religie, waardeert de grote tradities van religie zoals geloof; respect voor het menselijk leven vanaf de geboorte tot het natuurlijke einde; en respect voor de familie, de gemeenschap, onderwijs en arbeid. Dit zijn mogelijkheden en hulpmiddelen niet voor geslotenheid maar voor openheid en dialoog met alles en iedereen, leidend tot wat goed en waar is. Dialoog blijft de enige mogelijke oplossing, zelfs wanneer we worden geconfronteerd met de ontkenning van religieus gevoel, met atheïsme en agnosticisme.
Referenties naar alinea 72: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
73
Vanuit dit perspectief neemt het onderwijzen van de katholieke religie een betekenisvolle rol aan. vgl: Rondzendbrief aan de voorzitters van de Bisschoppenconferenties over religieus onderwijs in scholen [[[7757]]] Vooreerst is het een kwestie van het recht op onderwijs, gebaseerd op een antropologische verstaan van mannen en vrouwen dat openstaat voor het transcendente. Samen met de morele vorming helpt het ook om een persoonlijke en sociale verantwoordelijkheid te ontwikkelen, alsook de andere burgerlijke deugden, voor het gemeenschappelijke goed van de samenleving. Het Tweede Vaticaanse Concilie brengt in herinnering dat “ouders het recht hebben om, overeenkomstig met hun eigen religieuze overtuigingen, het soort religieuze opvoeding te bepalen die hun kinderen zullen ontvangen.... De rechten van de ouders worden geschonden als hun kinderen gedwongen worden om lessen of instructies bij te wonen die niet in overeenstemming zijn met hun religieuze overtuigingen, of wanneer een enkel onderwijssysteem waarbinnen elke religieuze vorming wordt uitgesloten, opgelegd wordt aan allen.” Dignitatis Humanae [[702|5]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|799]]] vgl: c-d [[[281|5]]] Deze stelling klinkt ook terug in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens [1491] vgl: Universele Verklaring van de Rechten van de Mens [[[1491|(26)]]] alsook in andere verklaringen en verdragen van de internationale gemeenschap. vgl: Aanvullend Protocol bij het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentale Vrijheden [[[7760|2]]] vgl: principe 7, 2 [[[4071]]] vgl: art. 5, b [[[7758|(5)]]] vgl: 18, 1 [[[2012]]]
Referenties naar alinea 73: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
74
Verder moet het duidelijk gemaakt worden dat het onderwijzen van de katholieke religie in scholen z’n eigen doelen heeft, verschillend van die van de catechese. Terwijl catechese eigenlijk de persoonlijke toewijding aan Christus en het tot volwassenheid groeien van het christelijk leven bevordert, geeft het onderwijzen op school de studenten kennis over de identiteit van het christendom en het christelijk leven. Zo beoogt men “‘het domein van onze rationaliteit te vergroten, deze te heropenen voor de grotere vragen over de waarheid en het goede, om theologie, filosofie en wetenschap te ermee verbinden met het volste respect voor de methoden die er eigen aan zijn en voor hun wederkerige autonomie, maar ook in het bewustzijn van de intrinsieke eenheid die hen samenhoudt’. De religieuze dimensie is eigenlijk intrinsiek aan de cultuur. Deze draagt bij tot de gehele vorming van de persoon en maakt het mogelijk om kennis om te vormen tot levenswijsheid”. Daarom, door het onderwijzen van de katholieke religie “worden school en samenleving verrijkt door echte laboratoria van cultuur en mensheid waarin, door het ontcijferen van de betekenisvolle bijdrage van het christendom, wordt gezocht naar vergelijkingen en de verfijning van zijn of haar kritisch aanvoelen, om te putten uit de gaven van het verleden om het heden beter te verstaan en om in staat te zijn wijs te plan voor de toekomst.” Tot katholieke godsdienstleraars [[7761]]
Uiteindelijk is het belangrijk dat het onderwijzen van religie een studiedomein is in scholen. Dit geeft het een status, waarbij het geplaatst wordt naast andere disciplines in het curriculum van de school, binnen een noodzakelijke interdisciplinaire dialoog en niet enkel als een appendix.
Uiteindelijk is het belangrijk dat het onderwijzen van religie een studiedomein is in scholen. Dit geeft het een status, waarbij het geplaatst wordt naast andere disciplines in het curriculum van de school, binnen een noodzakelijke interdisciplinaire dialoog en niet enkel als een appendix.
Referenties naar alinea 74: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
75
Bijgevolg kunnen de dubbele doelstellingen van het verbreden van wat de rede aangaat en het bevorderen van interdisciplinaire en interculturele dialoog effectief gepromoot worden door een confessionele manier om religie te onderwijzen. Zo “wordt verwarring gecreëerd of religieus relativisme en onverschilligheid aangekweekt wanneer religieus onderwijs beperkt wordt tot een voorstelling van de verschillende culturen op een vergelijkende en ‘neutrale’ manier.” Rondzendbrief aan de voorzitters van de Bisschoppenconferenties over religieus onderwijs in scholen [[7757|(12)]]
Referenties naar alinea 75: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 6 De vorming van onderwijzers en bestuurders
76
De vorming van leerkrachten en bestuurders is van cruciaal belang. In de meeste landen voorziet de staat in de initiële vorming van schoolpersoneel. Ook al kan dit misschien goed zijn, het kan niet als voldoende worden geacht. Eigenlijk voegen katholieke scholen iets extra toe, eigen aan hen, dat altijd moet herkend en ontwikkeld worden. Daarom, terwijl de verplichte vorming die professionele zaken eigen aan het onderwijzen en het administratief werk in overweging neemt, moeten ook de culturele en pedagogische fundamenten in overweging worden genomen die een katholieke identiteit constitueren.
Referenties naar alinea 76: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
77
De tijd die wordt gespendeerd aan vorming moet gebruikt worden om het idee op te leggen van katholieke scholen als zijnde gemeenschappen van broederlijke relaties en plekken van onderzoek, toegewijd aan het verdiepen en doorgeven van waarheid doorheen de verschillende wetenschappelijke disciplines. Zij die leidinggevende posities bekleden zijn ertoe verplicht te garanderen dat al het personeel een afdoende voorbereiding krijgt om op een goede manier dienst te doen. Verder moeten ze dienst doen in samenhang met het geloof dat ze belijden, en in staat zijn om de vragen die vanuit de samenleving in de hedendaagse situatie en huidige configuratie worden gesteld, te interpreteren. vgl: Samen onderwijzen in katholieke scholen: Een missie gedeeld tussen gewijde personen en de gelovige leken [[[7754|(33-37)]]] Hierbij wordt ook de samenwerking van de school met de ouders op het vlak van onderwijs verkozen, vgl: § 1 [[[30|796]]] hun verantwoordelijkheid als eerste en natuurlijke opvoeders respecterend. vgl: De religieuze dimensie van opvoeding in een katholieke school [[[7756|(32)]]] vgl: Caput 4. De superbia Graecorum contra Latinos [[[799]]]
Referenties naar alinea 77: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
78
Vorming die in het bijzonder is toegewijd aan het bevorderen van sensitiviteit, bewustwording en competentie op het interculturele vlak kan worden vooruitgeschoven door aandacht te besteden aan de volgende drie essentiële kenmerken:
- integratie: dit heeft te maken met het in staat zijn van de school om adequaat voorbereid te zijn om studenten te ontvangen met verschillende culturele achtergronden, aan hun noden betreffende school gerelateerde verwezenlijking en persoonlijke versterking beantwoordend;
- interactie: dit heeft te maken met het weten hoe men goede relaties onder vrienden en volwassenen kan vergemakkelijken. Er is een bewustzijn aanwezig dat het gewoon samenzijn in dezelfde fysieke ruimte onvoldoende is. Men moet aangemoedigd worden om nieuwsgierig te zijn naar andere mensen, open te staan en vriendschap te gaan, zowel in de klas als op locaties en tijdstippen buiten school. Zo kunnen situaties waarbij mensen verwijderd raken van elkaar, zoals discriminatie en conflict, voorkomen en hersteld worden.
- het erkennen van de andere persoon: men moet vermijden in de val te trappen van het opleggen van de eigen standpunten aan de andere persoon, de eigen levensstijl en manier van denken opdringend zonder rekening te houden met de cultuur en particuliere emotionele situatie van de andere persoon.
Referenties naar alinea 78: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
79
Men moet de taak nastreven om eenheid te bevorderen, op het culturele niveau, onder de verschillende kennisdomeinen. Dit betekent compartimentalisering en abstrahering overwinnen, en in plaats zoeken naar betekenis in de bredere zin. Het is niet minder belangrijk en het is zelfs noodzakelijk voor de onderwijsgemeenschap om zichzelf de taak te geven om compartimentalisering in relaties te overwinnen – van interpersoonlijke, gemeenschappelijke en collectieve aard. Waar er geen bewustzijn is van de eenheid – in de rijkdom aan diversiteit, zowel van het individu als de samenleving – kan er geen ontwikkeling zijn van kennis die werkelijk ‘menselijk’ is, en niet enkel functioneel – kennis die zowel traditie bewaart als openstaat voor vernieuwing.
Referenties naar alinea 79: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
80
Katholieke scholen ontwikkelen op een manier die geheel eigen is aan hen de basishypothese dat vorming het geheel van de professionele ervaring omvat en niet begrensd is tot de periode van de initiële vorming of de vorming in de eerste jaren. Katholieke scholen hebben mensen nodig die niet enkel weten hoe te onderwijzen of hoe een organisatie te leiden; maar die ook weten hoe, hierbij hun beroepsvaardigheden gebruikend, op een authentieke manier getuigenis af te leggen van de waarden van de school, alsook van hun eigen voortdurende inspanningen om op een steeds meer doorleefde manier, in gedachte en in daad, de idealen die publiek in woorden worden uitgedrukt, te beleven.
Vandaar is het belangrijk dat scholen weten hoe ze gemeenschappen van vorming en studie kunnen zijn, waar relaties onder individuen relaties onder academische disciplines kleur geven. Kennis wordt versterkt van binnenuit door deze herwonnen eenheid, in het licht van het Evangelie en de christelijke doctrine, en kan zo z’n eigen essentiële bijdrage leveren aan de integrale groei van zowel individuen als van de aangekondigde steeds meer globale samenleving.
Vandaar is het belangrijk dat scholen weten hoe ze gemeenschappen van vorming en studie kunnen zijn, waar relaties onder individuen relaties onder academische disciplines kleur geven. Kennis wordt versterkt van binnenuit door deze herwonnen eenheid, in het licht van het Evangelie en de christelijke doctrine, en kan zo z’n eigen essentiële bijdrage leveren aan de integrale groei van zowel individuen als van de aangekondigde steeds meer globale samenleving.
Referenties naar alinea 80: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 7 Leraars zijn, bestuurders zijn
81
Vorming wordt altijd geleid door hoe men de beroepen die betrokken zijn in het onderwijs omschrijft. Daarom moet men de volgende vragen beantwoorden: wat betekent het om leerkrach te zijn; en wat betekent het om een bestuurder te zijn in een katholieke school? Wat zijn de expertisedomeinen die deze beroepen moeten kenmerken?
Referenties naar alinea 81: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
82
Leraars zijn vandaag leden van een beroepsgemeenschap. Ze dragen bij aan het schrijven van het curriculum; en ze hebben de verantwoordelijkheid voor relaties met verschillende andere subjecten, in het bijzonder met de families van de studenten. Een goede school is een school waar leraars, als een groep, weten hoe ze iets meer dan zomaar een georganiseerd korps, in dewelke de leden enkel worden samengehouden door de banden die worden opgelegd door de bureaucratie. Ze zouden integendeel een gemeenschap moeten zijn, waarin professionele en persoonlijke relaties niet enkel op een oppervlakkig niveau worden geleefd, maar op een veel dieper niveau, samengehouden door een gedeelde bezorgdheid voor onderwijs.
Referenties naar alinea 82: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
83
Goede leerkrachten weten dat hun verantwoordelijkheden niet stoppen buiten het klaslokaal of de school. Ze weten dat hun verantwoordelijkheden ook verbonden zijn met hun lokaal domein, en dat deze aangetoond worden door hun verstaan van de hedendaagse sociale problemen. Professionele voorbereiding en technische competentie zijn noodzakelijke eerste vereisten om te onderwijzen, maar ze zijn niet afdoende. Een uitdrukking van opvoeding ligt in het helpen van jonge mensen om hun eigen tijd te verstaan en hun levens te plannen rond een geloofwaardige premisse. Multiculturalisme en pluralisme zijn karakteristieke kenmerken van onze tijd; zo moeten leerkrachten in staat zijn om hun studenten de culturele hulpmiddelen aan te bieden die nodig zijn om richting te geven aan hun leven. Verder moeten leerkrachten hun studenten de mogelijkheden geven om, in de routine van het klaslokaal, echte luisterbereidheid te ervaren, respect, dialoog en de waarde van diversiteit.
Referenties naar alinea 83: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
84
Steeds meer multicultureel wordend, krijgen scholen de taak om mensen met verschillende ervaringen te verbinden met elkaar. Scholen moeten ook optreden als bemiddelaars tussen zo’n mensen. De verschillende ervaringen van mensen moeten herkend en erkend worden. Leraars en schoolbestuurders hebben nieuwe professionele vaardigheden nodig, die gericht zijn op het tot verzoening brengen van verschillen, hen in staat stellend om te dialogeren met elkaar. Leraars en schoolbestuurders moeten gedeelde perspectieven aanbieden, terwijl de individuele aard van de ontwikkeling en wereldvisies van verschillende mensen worden gerespecteerd.
Referenties naar alinea 84: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
85
Voor hen die leidinggevende posities bekleden, kan er een sterke verleiding bestaan om de school te zien als een bedrijf of een zaak. Scholen die echter de bedoeling hebben om onderwijsgemeenschappen te zijn, hebben nood aan mensen die in staat zijn om terug te grijpen naar de referentiewaarden van de school; ze moeten dan alle professionele en menselijke krachten in de school in die richting duwen. Schoolbestuurders zijn meer dan gewone managers van een organisatie. Ze zijn ware leiders in opvoeding wanneer ze als eerste deze verantwoordelijkheid opnemen, die ook een kerkelijke en pastorale missie is, geworteld in de relatie met de herders van de Kerk. Schoolbestuurders hebben de bijzondere plicht om te voorzien in de ondersteuning die nodig is om de cultuur van dialoog, ontmoeting, en wederzijdse erkenning tussen verschillende culturen. Zowel binnen als buiten de scholen bevorderen ze alle mogelijke vormen van medewerking die interculturele harmonie helpen te bewerkstelligen.
Referenties naar alinea 85: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
86
Opdat scholen zich kunnen ontwikkelen als professionele gemeenschappen, is het nodig dat hun leden leren om na te denken en samen op zoek te gaan. Scholen zijn gemeenschappen van gedeelde praktijken, van gemeenschappelijkheid van ideeën en onderzoek.
Verder wordt de eenheid van de onderwijsgemeenschap gevoed door de sterke banden met de christelijke gemeenschap. Eigenlijk zijn katholieke scholen kerkelijke subjecten. “Deze kerkelijke dimensie is niet zomaar een aanhangsel, maar is een eigen en specifiek kenmerk, een onderscheiden kenmerk dat doordringt en verlichting brengt in elk moment van de opvoedkundige activiteit, een fundamenteel deel van de eigen identiteit en de focus van zijn missie.” vgl: De katholieke school op de drempel van het derde millenium [[[7748|(11)]]] Daarom “draagt de ganse christelijke gemeenschap, en in het bijzonder de Ordinarius van het bisdom, de verantwoordelijkheid ‘om alles op zo’n manieren te organiseren dat alle gelovigen een katholieke opvoeding genieten’ § 2 [[30|794]] en, meer precies gesteld, dat er ‘scholen zijn die een opvoeding aanbieden, doordrongen van een christelijke geest.’ Codex Iuris Canonici [[30|802]] vgl: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium [[[574|(635)]]].” Rondzendbrief aan de voorzitters van de Bisschoppenconferenties over religieus onderwijs in scholen [[7757|(5)]] De kerkelijke aard van katholieke scholen, die ingeschreven staat in het hart van hun identiteit als scholen, is de reden voor “de institutionele band die ze onderhouden met de kerkelijke hiërarchie, die garandeert dat het onderwijs en de opvoeding gegrondvest is in de principes van het katholieke geloof en bijgebracht door leraars die de juiste leer aanhangen en een oprechtheid in het leven vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|803]]] vgl: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium [[[574|(632.639)]]]” Rondzendbrief aan de voorzitters van de Bisschoppenconferenties over religieus onderwijs in scholen [[7757|(6)]]
Verder wordt de eenheid van de onderwijsgemeenschap gevoed door de sterke banden met de christelijke gemeenschap. Eigenlijk zijn katholieke scholen kerkelijke subjecten. “Deze kerkelijke dimensie is niet zomaar een aanhangsel, maar is een eigen en specifiek kenmerk, een onderscheiden kenmerk dat doordringt en verlichting brengt in elk moment van de opvoedkundige activiteit, een fundamenteel deel van de eigen identiteit en de focus van zijn missie.” vgl: De katholieke school op de drempel van het derde millenium [[[7748|(11)]]] Daarom “draagt de ganse christelijke gemeenschap, en in het bijzonder de Ordinarius van het bisdom, de verantwoordelijkheid ‘om alles op zo’n manieren te organiseren dat alle gelovigen een katholieke opvoeding genieten’ § 2 [[30|794]] en, meer precies gesteld, dat er ‘scholen zijn die een opvoeding aanbieden, doordrongen van een christelijke geest.’ Codex Iuris Canonici [[30|802]] vgl: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium [[[574|(635)]]].” Rondzendbrief aan de voorzitters van de Bisschoppenconferenties over religieus onderwijs in scholen [[7757|(5)]] De kerkelijke aard van katholieke scholen, die ingeschreven staat in het hart van hun identiteit als scholen, is de reden voor “de institutionele band die ze onderhouden met de kerkelijke hiërarchie, die garandeert dat het onderwijs en de opvoeding gegrondvest is in de principes van het katholieke geloof en bijgebracht door leraars die de juiste leer aanhangen en een oprechtheid in het leven vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|803]]] vgl: Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium [[[574|(632.639)]]]” Rondzendbrief aan de voorzitters van de Bisschoppenconferenties over religieus onderwijs in scholen [[7757|(6)]]
Referenties naar alinea 86: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 6 Besluit
88
In de traditie van katholieke scholen is men bekend met het interculturele aspect. Vandaag echter, in de confrontatie met de uitdagingen van zowel de globalisatie als het culturele en religieuze pluralisme, is het essentieel om een grotere bewustwording tegenover de betekenis ervan te ontwikkelen Op deze manier zullen katholieke scholen beter communiceren – door hun aanwezigheid, getuigenis en onderwijs – over hun eigen bijzondere manier van zijn, katholiek zijn. Het zijn scholen die openstaan voor de universaliteit van kennis en tegelijkertijd hun eigen specifieke aard hebben, die voortkomt uit het geworteld zijn in het geloof in Christus de Leraar en het toebehoren tot de Kerk.
Katholieke scholen vermijden zowel fundamentalisme als relativistische ideeën waarin alles als hetzelfde wordt beschouwd. In de plaats daarvan worden ze aangemoedigd om verder te gaan in harmonie met de identiteit die ze hebben ontvangen vanuit hun evangelische inspiratie. Ze worden ook uitgenodigd om de wegen te volgen die leiden tot het ontmoeten van anderen. Ze onderwijzen zichzelf, en ze onderwijzen tot dialoog, die bestaat uit het spreken met iedereen en het in relatie treden met iedereen met respect, achting en luisterbereidheid in alle ernst. Ze zouden zichzelf moeten uitdrukken met authenticiteit, zonder hun eigen visie te verdoezelen of te verwateren om een meer omvattende consensus te bereiken. Ze zouden getuigen moeten zijn door hun eigen aanwezigheid, alsook door de samenhang tussen wat ze zeggen en wat ze doen.
Aan iedereen die in het onderwijs staat willen we de bemoedigende en leidende woorden van paus Franciscus meegeven: “Wees niet ontmoedigd wanneer je alle moeilijkheden ziet waarvoor de onderwijskundige uitdaging je stelt! Onderwijzen is geen beroep maar een houding, een manier van zijn; om te onderwijzen is het noodzakelijk om uit je zelf te stappen en onder jonge mensen te komen, om hen te vergezellen in de verschillende stadia van hun groei en om naast hen te gaan staan. Geef hen hoop en optimisme voor hun tocht in de wereld. Leer hen de schoonheid en goedheid van de schepping en de mens te zien die altijd de afdruk van de Schepper blijft dragen. Maar wees bovenal met je leven getuige van wat je uitdraagt. Onderwijzers... geven de kennis en de waarden door met hun woorden; maar hun woorden zullen een doorslaggevend effect hebben op kinderen en jonge mensen wanneer ze samengaan met hun getuigenis, hun consistente manier van leven. Zonder consistentie is het onmogelijk om te onderwijzen. Jullie zijn allemaal onderwijzers, er zijn geen afgevaardigden op dit vlak. Zo is samenwerking onder de verschillende onderwijzers in een geest van eenheid en gemeenschap noodzakelijk en moet dit gevoed en aangemoedigd worden. School kan en moet een katalysator zijn, een plaats van ontmoeting en samenkomst van de gehele onderwijsgemeenschap, met het enige doel om mensen op te leiden en helpen te ontwikkelen tot maturiteit, mensen die eenvoudig zijn, competent en eerlijk, die weten hoe trouw lief te hebben, die hun leven kunnen leven als antwoord op de roeping van God en hun toekomstig beroep als een dienst aan de samenleving.” Tot de studenten van de jezuïetenscholen in Italië en Albanië [[7752]]
Prefect
Aartsbisschop Angelo Vincenzo Zani
Secretaris
Katholieke scholen vermijden zowel fundamentalisme als relativistische ideeën waarin alles als hetzelfde wordt beschouwd. In de plaats daarvan worden ze aangemoedigd om verder te gaan in harmonie met de identiteit die ze hebben ontvangen vanuit hun evangelische inspiratie. Ze worden ook uitgenodigd om de wegen te volgen die leiden tot het ontmoeten van anderen. Ze onderwijzen zichzelf, en ze onderwijzen tot dialoog, die bestaat uit het spreken met iedereen en het in relatie treden met iedereen met respect, achting en luisterbereidheid in alle ernst. Ze zouden zichzelf moeten uitdrukken met authenticiteit, zonder hun eigen visie te verdoezelen of te verwateren om een meer omvattende consensus te bereiken. Ze zouden getuigen moeten zijn door hun eigen aanwezigheid, alsook door de samenhang tussen wat ze zeggen en wat ze doen.
Aan iedereen die in het onderwijs staat willen we de bemoedigende en leidende woorden van paus Franciscus meegeven: “Wees niet ontmoedigd wanneer je alle moeilijkheden ziet waarvoor de onderwijskundige uitdaging je stelt! Onderwijzen is geen beroep maar een houding, een manier van zijn; om te onderwijzen is het noodzakelijk om uit je zelf te stappen en onder jonge mensen te komen, om hen te vergezellen in de verschillende stadia van hun groei en om naast hen te gaan staan. Geef hen hoop en optimisme voor hun tocht in de wereld. Leer hen de schoonheid en goedheid van de schepping en de mens te zien die altijd de afdruk van de Schepper blijft dragen. Maar wees bovenal met je leven getuige van wat je uitdraagt. Onderwijzers... geven de kennis en de waarden door met hun woorden; maar hun woorden zullen een doorslaggevend effect hebben op kinderen en jonge mensen wanneer ze samengaan met hun getuigenis, hun consistente manier van leven. Zonder consistentie is het onmogelijk om te onderwijzen. Jullie zijn allemaal onderwijzers, er zijn geen afgevaardigden op dit vlak. Zo is samenwerking onder de verschillende onderwijzers in een geest van eenheid en gemeenschap noodzakelijk en moet dit gevoed en aangemoedigd worden. School kan en moet een katalysator zijn, een plaats van ontmoeting en samenkomst van de gehele onderwijsgemeenschap, met het enige doel om mensen op te leiden en helpen te ontwikkelen tot maturiteit, mensen die eenvoudig zijn, competent en eerlijk, die weten hoe trouw lief te hebben, die hun leven kunnen leven als antwoord op de roeping van God en hun toekomstig beroep als een dienst aan de samenleving.” Tot de studenten van de jezuïetenscholen in Italië en Albanië [[7752]]
De Heilige Vader Paus Franciscus heeft zijn toestemming gegeven voor de publicatie van dit document.
Rome, 28 oktober 2013, op de 48ste verjaardag van de promulgatie van het document Gravissimum Educationis [647] van het Tweede Vaticaanse Concilie.Zenon Kardinaal Grocholewski
Prefect
Aartsbisschop Angelo Vincenzo Zani
Secretaris
Referenties naar alinea 88: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/5478-opvoeden-tot-interculturele-dialoog-in-katholieke-scholen-nl