Dacchè piacque
x
Informatie over dit document
Dacchè piacque
Tot de Romeinse Rota
Paus Pius XII
2 oktober 1945
Pauselijke geschriften - Toespraken
1946, Ecclesia Docens 0753, Uitg. Gooi & Sticht, Hilversum
Vert.: Drs. R. van Kempen C.ss.R.
Vert.: Drs. R. van Kempen C.ss.R.
2 oktober 1945
16 mei 2017
5331
nl
Referenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- === Inleiding
1
Sinds het de Heer, de soevereine Rechter van alle menselijke gerechtigheid, behaagde ons hier op aarde tot Zijn vertegenwoordiger en plaatsvervanger aan te stellen, mogen wij, geliefde zonen, vandaag, na het uitvoerig en geleerd jaarverslag van de werkzaamheden van dit H. Tribunaal door uw waardige deken, u voor de eerste keer onze dank brengen en: onze gedachten uiteenzetten, zonder dat het oorlogsgeraas met zijn onheilspellend dreunen ons woord overstemt. Mogen we zeggen, dat er vrede is? Helaas, nog niet! Geve de Heer, dat er tenminste de dageraad van vrede mag zijn. Heeft eenmaal het geweld van de strijd opgehouden, dan slaat het uur van de gerechtigheid; haar taak is het door haar uitspraken de omvergeworpen of verstoorde orde te herstellen. Ontzaglijke macht en waardigheid van de rechter, die boven alle hartstochten en alle vooroordelen uit de gerechtigheid zelf van God moet doen uitkomen zowel bij het beslissen van I geschillen. als bij het straffen van misdrijven!
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Dit is inderdaad het eigen voorwerp van alle rechtspraak, de zending van alle rechterlijke macht, kerkelijke of burgerlijke. Een vluchtige, oppervlakkige blik op de wetten en de rechterlijke praktijk zou kunnen doen geloven, dat de kerkelijke en burgerlijke rechtsprocedure slechts bijkomstige verschillen vertonen, ongeveer gelijk men die constateert bij de rechtsbedeling in twee burgerlijke staten van dezelfde juridische familie. Ook wat het onmiddellijk doel betreft, schijnen zij samen te vallen: het doorvoeren of veilig stellen van het recht, dat door de wet is vastgelegd, maar in een bijzonder geval werd betwist of geschonden, en wel door een rechterlijk vonnis of door een uitspraak van het bevoegd gezag overeenkomstig de wet. De verschillende graden van rechterlijke instanties vindt men ook in beide; de procedure vertoont bij beide dezelfde hoofdbestanddelen: eis tot rechtsingang, dagvaarding, getuigen verhoor, overleggen van de bewijsstukken, verhoor van de partijen, conclusie van het proces, uitspraak, recht op beroep.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Niettemin mag deze grote uiterlijke en innerlijke gelijkenis niet de diepgaande verschillen doen vergeten, die er bestaan:
- in oorsprong en wezen,
- in voorwerp [1332],
- in doel.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Afrekening met de politieke theorieën, die zich beroepen op gelijkenis met het kerkelijk gezag
4
De rechterlijke macht is een wezenlijk onderdeel en een noodzakelijke functie van het gezag in de twee volmaakte maatschappijen, Kerk en staat. En daarom valt de kwestie over de oorsprong van de rechterlijke macht samen met die over de oorsprong van het gezag.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Maar juist daarom heeft men gemeend, buiten de reeds aangeduide punten van overeenkomst, nog andere, diepere te kunnen vinden.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Het is eigenaardig te zien, hoe sommige aanhangers van de verschillende moderne opvattingen met betrekking tot het staatsgezag zich, om hun meningen te bevestigen en te staven, hebben beroepen op de veronderstelde overeenkomst met het kerkelijk gezag. Dit geldt evenzeer van het zg. totalitarisme en autoritarisme als van de tegengestelde pool, de moderne democratie. In werkelijkheid echter bestaan deze diepere gelijkenissen in geen van de drie gevallen, zoals een kort onderzoek gemakkelijk zal aantonen.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Onbetwistbaar bestaat een van de vitale eisen van iedere menselijke gemeenschap, dus ook van de Kerk en van de staat, hierin) dat zij de eenheid in de verscheidenheid van zijn leden op duurzame wijze verzekert.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het totalitarisme
8
Welnu het totalitarisme zal nooit aan deze eis kunnen voldoen; want het geeft aan het staatsgezag een onrechtmatige omvang; het bepaalt en legt vast naar inhoud en vorm alle terreinen van werkzaamheid; het perst zodoende alle rechtmatig eigen leven, persoonlijk leven, plaatselijk leven en beroepsleven, samen in een mechanische eenheid of collectiviteit en drukt er de stempel op van de natie, het ras of de klasse.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Wij hebben reeds in onze radioboodschap van Kerstmis 1942 [236] in het bijzonder gewezen op de droevige gevolgen voor de rechterlijke macht van die opvatting en praktijk, welke de gelijkheid van allen voor de wet opheft en de rechterlijke beslissingen ten prooi laat aan een wispelturig collectief instinct.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Trouwens, hoe zou men kunnen menen, dat dergelijke valse opvattingen, die het recht verkrachten, de oorsprong hebben kunnen bepalen van de kerkelijke rechtbanken of hun werkwijze hebben kunnen beïnvloeden? Dat is niet het geval en zal ook nooit het geval kunnen zijn, omdat het in strijd is met de natuur zelf van de sociale macht van de Kerk, gelijk wij aanstonds zullen zien.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het autoritarisme
11
Maar aan die fundamentele eis voldoet ook zeker niet de andere opvatting van het staatsgezag, die men met de naam van autoritarisme kan aanduiden, want zij ontzegt de burgers iedere daadwerkelijke medewerking of invloed bij de vorming van de sociale wil. Zij scheurt bijgevolg de natie uiteen in twee groepen, die van de regeerders en die van de geregeerden, wier wederzijdse betrekkingen puur mechanisch worden onder de heerschappij van de macht of een louter biologisch fundament hebben.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Welnu, wie ziet niet in, dat op die wijze de ware natuur van het staatsgezag radicaal wordt misvormd. Deze moet immers èn uit zichzelf èn door de uitoefening van haar functies er naar streven van de staat een ware gemeenschap te maken, innig verbonden met betrekking tot het einddoel, het algemeen welzijn. Maar in genoemd systeem wordt het -begrip algemeen welzijn zo wankel en ontpopt het zich zo duidelijk als een misleidende dekmantel van het eenzijdig belang van de heerser; dat een teugelloos wetgevend dynamisme alle rechtszekerheid uitsluit en derhalve een fundamenteel bestanddeel van elke ware rechtsorde vernietigt.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Zulk een vals dynamisme moet noodzakelijk de wezenlijke rechten, die aan de afzonderlijke, fysieke en morele personen in de Kerk worden verleend, onderdrukken en opheffen. De natuur van het kerkelijk gezag heeft niets gemeen met dit autoritarisme, en men kan daaraan dus geen enkel punt van overeenkomst toekennen met de hiërarchische constitutie van de Kerk.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De democratie
14
Rest nog de democratische vorm van het staatsgezag te beschouwen, waarin sommigen een nauwere gelijkenis willen zien met het kerkelijk gezag. Ongetwijfeld, waar een echte democratie bestaat in theorie en in praktijk, vervult zij die vitale eis van iedere gezonde gemeenschap, waarop wij doelden. Maar dit wordt ook bewaarheid of kan bij gelijke voorwaarden bewaarheid worden bij de andere wettige bestuursvormen.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Ongetwijfeld hebben de christelijke middeleeuwen, heel bijzonder doortrokken van de geest van de Kerk, met hun rijkdom aan bloeiende democratische gemeenschappen bewezen, dat het christelijk geloof een ware en zuivere democratie weet te scheppen en daarvan zelfs de enige duurzame basis vormt. Want een democratie zonder eenheid van de geesten; ten minste in de fundamentele beginselen van het leven, vooral met betrekking tot de rechten van God en de waardigheid van de menselijke persoon, met betrekking tot de eerbied voor eerzame arbeid en persoonlijke vrijheid, een dergelijke democratie zou, ook op politiek gebied, gebrekkig en wankel zijn. Als derhalve het volk zich verwijdert van het christelijk geloof of het niet vastberaden als beginsel stelt voor het burgerlijk leven, dan zal ook de democratie gemakkelijk ontaarden en misvormd worden en loopt zij gevaar mettertijd te vervallen tot het totalitarisme en het autoritarisme van één enkele partij.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Als men van de andere kant de geliefkoosde stelling van de democratie voor ogen houdt - een stelling die door uitmuntende christelijke denkers van alle tijden is verdedigd -, nl. dat de oorspronkelijke drager van het staatsgezag, dat van God komt, het volk is (niet de massa), dan wordt het onderscheid tussen de Kerk en de staat, ook de democratische staat, steeds duidelijker.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het kerkelijk gezag verschilt fundamenteel van het staatsgezag
17
Het kerkelijk gezag verschilt inderdaad wezenlijk van het staatsgezag; daarom geldt dit verschil ook voor de rechterlijke macht van de Kerk.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het is niet natuurnoodzakelijk
18
De oorsprong van de Kerk is, in tegenstelling met die van de staat, niet natuurrechtelijk. De breedste en nauwkeurigste ontleding van de menselijke persoon biedt ons geen enkel element om te besluiten, dat de Kerk evenals de staat natuurnoodzakelijk moest ontstaan en zich ontwikkelen. Zij dankt haar oorsprong aan een positieve daad van God, buiten en boven de sociale aard van de mens om, hoewel daarmee in volmaakte harmonie. Derhalve is het kerkelijk gezag en bijgevolg ook de daaraan beantwoordende rechterlijke macht - voortgekomen uit de wil en de daad, waarmee Christus Zijn Kerk heeft gesticht. Dit neemt echter niet weg, dat, toen de Kerk eenmaal door de Verlosser als volmaakte maatschappij was gesticht, talrijke elementen van gelijkenis met de structuur van de staat voortvloeiden uit haar innerlijk wezen.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het spruit voort uit positieve daden van Christus
19
In één punt evenwel ,blijkt het bovengenoemde fundamenteel verschil bijzonder duidelijk. De stichting van de Kerk als maatschappij heeft zich in tegenstelling met de oorsprong van de staat niet van onderen naar boven voltrokken, maar van boven naar onderen, d.w.z. Christus, die in Zijn Kerk het rijk Gods, door Hem verkondigd en voor alle mensen van alle tijden bestemd, op aarde heeft verwezenlijkt, heeft de zending van leraar, priester en herder, die Hij voor het welzijn van het menselijk geslacht van de Vader had ontvangen, niet aan de gemeenschap van de gelovigen toevertrouwd, maar Hij heeft ze overgedragen en meegedeeld aan een college van apostelen of gezondenen, door Hem zelf gekozen, opdat zij door hun prediking, hun priesterlijke bediening en de sociale macht van hun ambt de menigte van gelovigen de Kerk zouden binnenvoeren, om hen te heiligen, te verlichten en te brengen tot de volle rijpheid van de volgelingen van Christus.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Gaat de woorden na, waarmee Hij hun Zijn macht heeft meegedeeld: de macht om ter gedachtenis aan Hem het offer op te dragen (Lc. 22, 19) [b:Lc. 22, 19] de macht om de zonden te vergeven (Joh. 20, 21-23) [b:Joh. 20, 21-23], de belofte en overdracht van de hoogste sleutelmacht aan Petrus en zijn opvolgers persoonlijk (Mt 16, 19; Joh. 21, 15-17) [b:Mt 16, 19; Joh. 21, 15-17], de mededeling van de macht om te binden en te ontbinden aan alle apostelen (Mt. 18, 18) [b:Mt. 18, 18]. Overdenkt ten slotte de woorden, waarmee Christus vóór Zijn Hemelvaart aan diezelfde apostelen de universele zending overdraagt, die Hij van de Vader heeft ontvangen (Mt. 28, 18-20; Joh. 20, 21) [b:Mt. 28, 18-20; Joh. 20, 21] Is in dit alles misschien iets, dat plaats laat voor twijfel of dubbelzinnigheid? Heel de geschiedenis van de Kerk vanaf haar begin tot op onze dagen is zonder ophouden een weerklank van deze woorden en legt hetzelfde getuigenis af, zo duidelijk en zo scherp, dat geen enkele spitsvondigheid dit kan vertroebelen of versluieren. Welnu, al deze woorden, al deze getuigenissen verkondigen eenstemmig, dat volgens de uitdrukkelijke wil van Christus, dus krachtens goddelijk recht, het wezen, het centrale punt van het kerkelijk gezag bestaat in de zending door Hem aan de bedienaren van het heilswerk gegeven ten opzichte van de gemeenschap van de gelovigen en van heel het menselijk geslacht.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Canon 109 [2620|(109)] van het wetboek van het kerkelijk recht heeft dit wonderbaar gebouw met plastisch reliëf in een helder licht geplaatst:
"Zij, die in de kerkelijke hiërarchie worden opgenomen, worden niet krachtens toestemming of roeping van het volk of de wereldlijke macht daarin gekozen; maar in de graden van de wijdingsmacht worden zij geplaatst door de heilige wijding, in het opperste pontificaat door het goddelijk recht zelf, als de voorwaarde van wettige keuze en aanneming hiervan is vervuld, in de andere graden van jurisdictie door canonieke zending."
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
"Niet krachtens toestemming of roeping van het volk of van de wereldlijke macht": het gelovige volk of de wereldlijke macht kunnen in de loop van de eeuwen vaak deel hebben gehad aan de aanwijzing van hen, die met kerkelijke ambten ,moesten worden bekleed (tot deze ambten, het pausschap inbegrepen, kunnen overigens gekozen worden zowel personen van adel als zonen uit het nederigste arbeidersgezin). In werkelijkheid echter. ontvingen en ontvangen de leden van de kerkelijke hiërarchie altijd hun gezag van boven en ze behoeven van de uitoefening van hun ambt slechts verantwoording te geven óf onmiddellijk aan God - de paus is alleen aan Hem onderworpen - óf, in de andere graden; aan hun hiërarchische overheden; maar ze behoeven volstrekt geen rekenschap af te leggen aan het volk of aan de staat. Natuurlijk behoudt ieder gelovige het recht om in de vereiste vorm bij het bevoegde kerkelijk gezag of ook rechtstreeks bij de allerhoogste macht van de Kerk zijn verzoeken en beroep in te dienen, vooral als de vrager of appellant wordt bewogen door motieven, die zijn persoonlijke verantwoordelijkheid voor het zielenheil van hem zelf of van anderen raken.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Twee conclusies
- Drager van het gezag in de Kerk is niet de gemeenschap
23
Uit wat wij hebben uiteengezet volgen voornamelijk twee conclusies:
- In de Kerk, in tegenstelling met de staat, is de gemeenschap van de gelovigen nooit de oorspronkelijke drager van de macht, of de opperste rechter, of de hoogste beroepsinstantie. In de Kerk, zoals ze door Christus is gesticht, bestaat dus geen volksrechtbank, of rechterlijke macht, die van het volk uitgaat, en kan er ook niet bestaan.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Omvang van het kerkelijk gezag
24
- Ook de kwestie van de omvang en de draagwijdte van het gezag ligt in de Kerk heel anders dan in de staat. Voor de Kerk geldt op de eerste plaats de uitdrukkelijke wil van Christus, die haar volgens Zijn wijsheid en goedheid grotere of kleinere bevoegdheden en middelen kon geven, behoudens natuurlijk het minimum, dat noodzakelijk vereist wordt door haar natuur en haar doel. De macht van de Kerk omvat heel de mens, zijn innerlijk en zijn uiterlijk leven, met betrekking tot het bereiken van zijn bovennatuurlijk doel, in zover hij nl. geheel en al onderworpen is aan de wet van Christus, waarover de Kerk krachtens beschikking van haar goddelijke stichter moet waken en die ze moet uitvoeren, zowel waar het gaat over, het uitwendig forum als over het inwendig of gewetensforum. Het is dus een volledige en volmaakte macht, hoewel verschillend van die van het totalitarisme, dat geen eerlijk beroep op de duidelijke en onaantastbare uitspraken van het eigen geweten toelaat of erkent en dat de wetten van het individuele en sociale leven, die in de harten van de mensen geschreven staan (Rom. 2, 15) [b:Rom. 2, 15], verkracht. De Kerk streeft er immers met haar macht niet naar, de menselijke persoon te onderdrukken, maar haar vrijheid en volmaaktheid te verzekeren, door haar te bevrijden van de zwakheden, misstappen en dwalingen van geest en hart, die vroeg of laat altijd uitlopen op eerloosheid en slavernij.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Aansporing en zegen
25
Het gewijde karakter, dat de kerkelijke rechtsmacht ontleent aan haar goddelijke oorsprong en aan het feit, dat zij tot de hiërarchische macht behoort, moet u, geliefde zonen, een zeer hoge achting geven voor uw ambt en u aansporen om de ernstige plichten van dat ambt met levendig geloof, met onkreukbare rechtschapenheid en met altijd waakzame ijver te vervullen. Maar welk een glans openbaart zich achter de sluier van die ernst aan hen, die in de rechterlijke macht de majesteit van de gerechtigheid weten te zien, waarvan heel de werkzaamheid er op gericht is, de Kerk, de bruid van Christus, "heilig en onbevlekt" (Ef. 5, 27) [b:Ef. 5, 27] te maken voor de ogen van haar goddelijke bruidegom en voor de ogen van de mensen!
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Vandaag, bij de opening van een nieuw jaar van rechtspraak voor u, smeken wij over u, beminde zonen, de zegeningen en de bijstand af van de Vader van het licht, van Christus, aan wie Hij alle oordeel heeft gegeven (Joh. 5, 22) [b:Joh. 5, 22], van de Geest van verstand, van raad en sterkte, van de Maagd Maria, spiegel van gerechtigheid en zetel van wijsheid; en van ganser harte schenken wij aan u allen hier aanwezig, aan uw families, aan allen, die u dierbaar zijn, onze vaderlijke apostolische zegen.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/5331-dacche-piacque-nl