Aangezien de mens bestaat uit een lichaam en een onsterfelijke ziel, kan hij in dit sterfelijk leven zijn aspiraties niet volledig bevredigen en geen volmaakt geluk vinden. Daarom moet het algemeen welzijn worden nagestreefd met middelen en methoden, die niet alleen geen afbreuk doen aan het geestelijk heil, maar dit ook positief bevorderen. Vgl. Paus Pius XI, Encycliek, Over de aanpassing van de sociale orde, Quadragesimo Anno (15 mei 1931), 126