
H. Paus Johannes XXIII - 11 november 1961
Men moet niet menen dat deze leer van de H. Leo nergens anders gehoord wordt. Want uit de overtuiging van zijn Voorgangers, de H. Innocentius I H. Paus Innocentius I, Epistula. Ep. 30 ad Concil. Milev. PL 20, 590 en van de H. Bonifatius I H. Paus Bonifatius I, Aan Bisschop Rufus van Thessalien - over de voorrang van de Romeinse Stoel, Retro Maioribus (11 mrt 422). Ep. 13, ad Rufum episc. Thessaliae, 11 mart. 422, en volledig in overeenstemming met die plaatsen van het Evangelie, die hij meer dan eens verklaard heeft Vgl. Mt. 16, 17-18 Vgl. Lc. 22, 31-32 Vgl. Joh. 21, 15-17 , houdt hij voor zeker dat zijn Opperherderschap hem door Christus is geschonken. Want hij zegt: "De zorg, die wij moeten hebben voor alle Kerken, komt op de voornaamste plaats voort uit een goddelijke instelling" H. Paus Leo I de Grote, Brieven, Epistulae. Ep. 14, 1 ad Anastasium, episc. Thessal. PL 54, 668