
H. Paus Johannes XXIII - 11 november 1961
Wij menen echter dat er iets zou ontbreken aan Onze uiteenzetting over de verschillende zorgen, die de H. Leo steeds heeft getoond om de eenheid van de Katholieke Kerk te beschermen, als Wij althans niet terloops zouden vermelden, dat hij niet alleen tussenbeide gekomen is in de strijdvraag over de dag, waarop het Paasfeest moest gevierd worden, maar dat hij er ook zeer ijverig voor gezorgd heeft, dat de betrekkingen tussen de Apostolische Stoel en de Christenvorsten zouden steunen op wederzijdse eerbied, vertrouwen en welwillendheid. Daar hem immers niets meer ter harte ging dan om de Kerk rustig te zien, heeft hij er bij deze vorsten herhaaldelijk op aangedrongen dat zij zich samen met het Episcopaat, met raad en daad zo zouden inspannen "voor een goede verstandhouding in de eenheid van de Katholieke Kerk" H. Paus Leo I de Grote, Brieven, Epistulae. 114, 3, ad Marcianum imper. PL 54, 1022 dat zij van de almachtige God, "naast de koningskroon, ook het ereteken van het priesterschap" H. Paus Leo I de Grote, Brieven, Epistulae. 114, 3, ad Marcianum imper. PL 54, 1022 zouden ontvangen.