
Paus Franciscus - 27 november 2013
Goede dag en gelukwensen dat jullie zo moedig zijn om in deze koude naar het plein te komen. Proficiat.
Ik wil de catechese over het “Credo” afronden. We hebben ze ontwikkeld tijdens het Jaar van het Geloof dat vorige zondag afgesloten werd. In deze en volgende catechese zou ik aandacht willen besteden aan het thema van de verrijzenis van het lichaam en daarbij oog hebben voor twee aspecten die door de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) worden voorgesteld, te weten ons sterven en ons verrijzen in Jezus Christus. Vandaag gaat het over het eerste aspect, “sterven in Christus”.
Over het algemeen bestaat onder ons een verkeerde wijze van naar de dood kijken. De dood gaat ons allen aan en stelt ons op diepe wijze in vraag, vooral wanneer hij ons van nabij treft of wanneer de kleinen, de weerlozen getroffen worden op een wijze die ons “schandelijk” voorkomt. Mij heeft altijd de vraag getroffen: waarom lijden de kinderen?, waarom sterven de kinderen? Als de dood wordt opgevat als het einde van alles dan maakt hij bang, ontstelt en wordt een bedreiging die elke droom, elk vooruitzicht stuk maakt, die elke relatie breekt en elke tocht afbreekt. Dit gebeurt wanneer we ons leven beschouwen als een tijd tussen twee polen: geboorte en dood; wanneer we niet geloven in een einder die verder reikt dan het huidige leven; wanneer men leeft alsof God niet bestaat. Deze opvatting van de dood is kenmerkend voor het godloze denken, dat het bestaan verstaat als bij toeval op de wereld zijn en een tocht naar het niets. Er bestaat echter ook een praktisch atheïsme dat alleen leeft voor eigen belangen en voor aardse goederen. Wanneer we ons laten meenemen door deze verkeerde opvatting van de dood, hebben we geen andere keuze dan de dood te verbergen, te ontkennen of onbetekenend te achten, zodat hij ons geen angst aanjaagt.
Het “hart” van de mens komt tegen deze valse oplossing in opstand, het verlangen naar oneindigheid dat we allen hebben, het heimwee naar het eeuwige dat we allen hebben. En dus, wat is de christelijke zin van de dood? Wanneer we naar de meest pijnlijke ogenblikken van ons leven kijken, wanneer we een geliefd persoon verloren hebben – de ouders, een broer, een zus, een echtgenoot, een kind, een vriend – stellen we vast dat, ook in het drama van het verlies, ook wanneer we verscheurd worden door de scheiding, in het hart de overtuiging opkomt dat niet alles gedaan kan zijn, dat het goede dat geschonken en ontvangen werd niet nutteloos is geweest. In ons leeft een sterke natuurdrift die ons zegt dat ons leven niet met de dood eindigt.
Deze dorst naar leven heeft in de verrijzenis van Jezus Christus zijn werkelijk en betrouwbaar antwoord gekregen. De verrijzenis van Jezus biedt niet slechts de zekerheid van het leven na de dood, maar verlicht ook het mysterie van de dood van elk van ons. Wanneer we verenigd met Jezus leven, trouw aan Hem, zullen we bekwaam zijn om met hoop en helderheid het hoofd te bieden aan de overgang van de dood. De Kerk bidt inderdaad: “in onze angst, omdat wij moeten sterven, troost ons uw belofte, dat wij eens onsterfelijk zullen zijn met Hem”. Dat is een mooi gebed van de Kerk! Een mens sterft meestal zoals hij geleefd heeft. Als mijn leven een weg samen met de Heer is geweest, een tocht van vertrouwen in zijn onmetelijke barmhartigheid, zal ik voorbereid zijn om het laatste ogenblik van mijn aardse bestaan te aanvaarden met de definitieve overgave in zijn verwelkomende handen, in het vooruitzicht Hem van aangezicht tot aangezicht te schouwen. Dat is het mooiste wat ons kan overkomen: van aangezicht tot aangezicht het schitterende gelaat van de Heer te schouwen, Hem te zien zoals Hij is, vol van licht, vol van liefde, vol van tederheid. Wij gaan zover: de Heer zien.
Als we de deur van ons leven en van ons hart openstellen voor de kleinste broeders, dan zal ook onze dood een deur worden die ons de hemel binnenleidt, in het zalige vaderland waarnaar we op weg zijn, smachtend om altijd bij onze Vader, God, te zijn samen met Jezus, met Onze Lieve Vrouw en met de heiligen.