Het tweede woord ontleen ik aan de Huwelijksritus. Wie met het Sacrament huwt zegt: “Ik beloof u trouw te blijven in goed en kwade dagen, in armoede en rijkdom, in ziekte en gezondheid. Ik wil u liefhebben en waarderen al de dagen van mijn leven”. De echtgenoten weten op dat ogenblik niet wat zal gebeuren, ze weten niet welke goede en welke kwade dagen hen wachten. Ze vertrekken, zoals Abraham, ze gaan op weg, samen. Dat is het huwelijk! Vertrekken en samen op weg gaan, hand in hand, zich toevertrouwend aan de grote hand van de Heer. Hand in hand, altijd, voor heel het leven! Geen aandacht schenken aan de cultuur van het voorlopige die ons leven in stukken hakt.
Met dit vertrouwen op de trouw van God alles trotseren, zonder vrees, met verantwoordelijkheidszin. Christelijke echtgenoten zijn geen naïevelingen. Ze kennen de problemen en de gevaren van het leven. Maar ze zijn niet bang hun verantwoordelijkheid tegenover God en tegenover de samenleving op te nemen. Zonder te vluchten, zonder zich af te zonderen, zonder de zending te verloochenen een gezin te stichten en kinderen het leven te schenken. (...) Zeker, dit is moeilijk. Men heeft de genade nodig, de genade die het Sacrament schenkt. (...). En de genade is er niet om het leven te versieren. Ze is er om ons sterk te maken in het leven, om ons moedig te maken, om verder te kunnen gaan! (...) Christenen huwen met het Sacrament omdat ze bewustzijn dat ze er nood aan hebben! Ze hebben er nood aan om met elkaar verbonden te blijven en de opdracht van het ouderschap op te nemen. “In goed een kwade dagen, in ziekte en gezondheid”. (...) ze hebben er nood aan voor de lange reis die ze samen moeten maken (...) Ze hebben nood aan de hulp van Jezus om met vertrouwen samen op weg te gaan, om elkaar elke dag te aanvaarden en elkaar dagelijks vergiffenis te schenken! En dat is belangrijk! In de gezinnen elkaar vergiffenis schenken, we hebben immers allen onze tekorten, allemaal! Soms doen we dingen die niet goed zijn en die de andere pijn doen. De moed hebben excuus te vragen, wanneer we ons in het gezin vergissen....
heb ik, op dit plein, gezegd dat men, om een gezin te laten leven, drie woorden moet gebruiken. Ik wil dit herhalen. Drie woorden: pardon, dankjewel, excuseer. Drie sleutelwoorden! Vragen we toelating om niet opdringerig te zijn in het gezin. “Mag ik dit doen? Heb je graag dat ik zo doe? Met de taal van het toelating vragen. Zeggen we dankjewel, dankjewel uit liefde! Zeg me, hoe dikwijls zeg je op een dag dankjewel aan je vrouw en jij aan je man? Hoeveel dagen gaan voorbij zonder dat dankjewel gezegd wordt! En als laatste: excuseer. Allen vergissen we ons. Soms voelt iemand zich gekrenkt in het gezin en in het huwelijk. Soms – zo zeg ik dat – vliegen er schotels, worden harde woorden gesproken. Maar luister naar deze raad: nooit een dag eindigen zonder vrede te sluiten. In het gezin sluit men elke dag vrede! Excuseer me, ziezo, en men begint opnieuw. Pardon, dankjewel, excuseer! (...)
In de loop van een leven beleeft een gezin veel mooie momenten: de rust, de maaltijd samen, een uitstap naar het park of naar de buiten, bezoek aan de grootouders, het bezoek aan een zieke… Maar als de liefde ontbreekt, ontbreekt de vreugde, ontbreekt het feest. En het is Jezus die ons altijd de liefde schenkt: Hij is de onuitputtelijke bron. In het Sacrament geeft Hij ons zijn Woord en zijn Brood, zijn Brood ten leven, opdat onze vreugde volkomen worde.