Bij gelegenheid van de 50e verjaardag van de faculteit der geneeskunde en chirurgie "Agostino Gemelli"
x
Informatie over dit document
Bij gelegenheid van de 50e verjaardag van de faculteit der geneeskunde en chirurgie "Agostino Gemelli"
Tijdens het bezoek aan de Katholieke Universiteit H. Hart te Rome
Paus Benedictus XVI
3 mei 2012
Pauselijke geschriften - Toespraken
2012, Libreria Editrice Vaticana / © 2013, Stg. InterKerk
Vert.: Redactie; alineaverdeling en -nummering: redactie
Vert.: Redactie; alineaverdeling en -nummering: redactie
3 mei 2012
29 november 2013
5114
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
1
Heren Kardinalen, vereerde broeders in het episcopaat en het priesterschap,Met bijzondere vreugde ontmoet ik u vandaag om de 50e verjaardag te vieren van de oprichting van de Faculteit der Geneeskunde en Chirurgie van de Polikliniek “Agostino Gemelli”. Ik dank de voorzitter van het Instituut Toniolo, Kardinaal Angelo Scola, en de Pro-Rector, Prof. Franco Anelli, voor de vriendelijke woorden tot mij gericht. Ik groet meneer de voorzitter van de Kamer, de geëerde Gianfranco Fini, de heren ministers, de geëerde Lorenzo Ornaghi en Renato Balduzzu, de talrijke autoriteiten, alsook de docenten, de medici, het personeel en de studenten van de Polikliniek en van de Katholieke Universiteit. Een speciale gedachte voor u, dierbare patiënten.
Geëerde heer de voorzitter van de Kamer en heren ministers,
Illustere Pro-Rector,
Gedistingeerde autoriteiten, docenten, medici,
Gedistingeerd personeel van de gezondheidszorg en de universiteit,
Dierbare studenten en patiënten!
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Bij deze gelegenheid wil ik graag een paar gedachten aanbieden. Onze tijd is er één waarin de experimentele wetenschappen de visie op de wereld en zelfs het zelfverstaan van de mens hebben veranderd. De veelvoudige ontdekkingen, de innovatieve technologieën die elkaar in een ononderbroken tempo opvolgen, zijn reden tot terechte trots, maar ze zijn vaak niet vrij van verontrustende keerzijden. Tegen de achtergrond van het wijdverspreide optimisme van het wetenschappelijk kennen strekt zich namelijk de schaduw uit van een crisis in het denken. Rijk aan middelen, maar niet zo aan doelen, leeft de mens van onze tijd vaak geconditioneerd door reductionisme en relativisme, die leiden tot het verlies van de zin van de dingen; bijna verblind door de technische efficiëntie, vergeet hij de fundamentele horizon van de zinvraag, en schuift zo de transcendente dimensie als irrelevant aan de kant. Op deze ondergrond wordt het denken zwak en wint ook een ethische verarming terrein die de normatieve standaardwaarden verduistert. Wat de vruchtbare wortel van de Europese cultuur en vooruitgang is geweest, lijkt vergeten. Daarin omvatte de zoektocht naar het absolute – het quaerere Deum (God zoeken) – ook de noodzaak tot verdieping van de profane wetenschappen, de hele wereld van het kennen. vgl: Tot de vertegenwoordigers van de wereld van de cultuur [[[2527|3]]] Het wetenschappelijk onderzoek en de zinvraag, zelfs in hun specifieke epistemologische en methodologische fysionomie, vloeien immers voort uit één enkele bron, de Logos, die het werk van de schepping leidt en het verstand van de geschiedenis stuurt. Een fundamenteel technopraktische mentaliteit creëert een riskante onbalans tussen dat wat technisch mogelijk is en dat wat moreel goed is, met onvoorzienbare gevolgen.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Het is dus belangrijk dat de cultuur de kracht van de betekenis en de dynamiek van het transcendente herontdekt, in één woord, de horizon van het quaerere Deum vastbesloten opent. Het beroemde augustijnse gezegde komt voor de geest: “Gij hebt ons geschapen voor u (Heer), en ons hart is onrustig totdat het rust in u” I, 1 [[850]]. Men kan zeggen dat de impuls tot wetenschappelijk onderzoek ontspringt aan de heimwee naar God die leeft in het menselijk hart: ten diepste tracht de mens van de wetenschap, ook onbewust, die waarheid te bereiken die zin aan het leven kan geven. Maar hoe gedreven en vasthoudend het menselijk zoeken ook is, het is op eigen kracht niet in staat een veilige haven te bereiken, omdat “de mens niet in staat is de vreemde schemering, die over de vraag naar de eeuwige werkelijkheid ligt, op te helderen... God moet het initiatief nemen om de mens tegemoet te komen en tot hem te spreken” Europa's Cultuurcrisis [[1098]] Om de rede haar oorspronkelijke volledige dimensie terug te geven is het dus nodig de plaats van de bron te herontdekken die het wetenschappelijk onderzoek gemeen heeft met het zoeken van het geloof, fides quaerens intellectum, volgens de intuïtie van de H. Anselmus. Wetenschap en geloof hebben een vruchtbare wederkerigheid, bijna een complementaire behoefte tot het begrijpen van de werkelijkheid. Maar, paradoxaal genoeg, bepaalt juist de positivistische cultuur, door de vraag naar God buiten het wetenschappelijk debat te sluiten, de achteruitgang van het denken en de verzwakking van het vermogen tot het begrijpen van de werkelijkheid. Maar het quaerere Deum van de mens zou in een wirwar van wegen verdwalen als hem niet een weg van verlichting en vaste oriëntatie tegemoet kwam, namelijk die van God zelf die de mens nadert met immense liefde: “In Jezus Christus spreekt God niet alleen tot de mens, maar zoekt Hij hem op. … Het is een zoeken dat begint in het hart van God en dat zijn hoogtepunt bereikt in de menswording van het Woord.” Tertio millennio adveniente [[265|7]]
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Als religie van de Logos, verbant het Christendom het geloof niet naar het domein van het irrationele, maar schrijft het de oorsprong en de zin van de werkelijkheid toe aan de creatieve Ratio, die zich in de gekruisigde God gemanifesteerd heeft als liefde en die uitnodigt de weg van het quaerere Deum te gaan: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven”. Hier geeft de H. Thomas van Aquino het commentaar: “Het eindpunt van deze weg is namelijk het doel van het menselijke verlangen. Nu verlangt de mens hoofdzakelijk twee dingen: op de eerste plaats het kennen van de waarheid, wat eigen is aan zijn aard. Op de tweede plaats het blijven bestaan, wat een gemeenschappelijke eigenschap is van alle dingen. In Christus wordt zowel het één als het ander gevonden... Als je dus zoekt waar heen te gaan, verwelkom dan Christus, want Hij is de weg.” Hfdst 14, lezing 2 [[1752]] Het Evangelie van het leven verlicht zo de moeizame weg van de mens, en herinnert er ons tegenover de verleiding van absolute autonomie aan dat “het leven van de mens van God komt; het is zijn gave, zijn beeld en evenbeeld, een delen in zijn levensadem.” Evangelium Vitae [[2|39]] En het is juist door het bewandelen van de weg van het geloof dat de mens in staat wordt gesteld juist in de situaties van lijden en dood die zijn bestaan doorkruisen een authentieke mogelijkheid tot het goede en het leven op te merken. In het Kruis van Christus herkent hij de Boom des Levens, openbaring van de hartstochtelijke liefde van God voor de mens. De verzorging voor hen die lijden is dus de dagelijkse ontmoeting met het aangezicht van Christus, en de toewijding van het verstand en het hart worden een teken van de barmhartigheid van God en van zijn overwinning op de dood.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Als het in zijn geheel wordt beleefd, wordt het zoeken verlicht door wetenschap en geloof, en verkrijgt het van deze twee “vleugels” impuls en elan, zonder ooit de juiste nederigheid te verliezen, het besef van de eigen beperkingen. Op deze manier wordt het zoeken naar God vruchtbaar voor het verstand, gist voor de samenleving, promotor van waar humanisme, onderzoek dat niet blijft steken aan de oppervlakte. Dierbare vrienden, laat u altijd leiden door de wijsheid die van boven komt, door een kennen dat verlicht wordt door het geloof, indachtig dat wijsheid de hartstocht en de inspanning van het zoeken vergt.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Hierin past de onvervangbare taak van de Katholieke Universiteit, een plaats waarin de onderwijsrelatie ten dienste wordt gesteld aan de persoon in de opbouw van een gekwalificeerde wetenschappelijke expertise, geworteld in een erfgoed van kennis dat door de opeenvolging van generaties is gedestilleerd tot levenswijsheid; een plaats waarin de zorgrelatie geen beroep is, maar een missie; waar de naastenliefde van de Barmhartige Samaritaan de eerste leerstoel is en het gezicht van de lijdende mens het eigen aangezicht van Christus: “dat hebt gij voor Mij gedaan” (Mt. 25, 40) [b:Mt. 25, 40]. De Katholieke Universiteit van het Heilig Hart, leeft, in het dagelijks werk van onderzoek, onderwijs en studie, in deze traditio die haar eigen potentieel voor innovatie ten uitdrukking brengt: geen enkele vooruitgang, laat staan op het cultureel vlak, wordt gevoed met louter herhaling, maar elke vergt een steeds weer nieuw begin. Het vergt bovendien die bereidheid tot debat en dialoog die het verstand opent en getuigt van de rijke vruchtbaarheid van het geloofserfgoed. Zo wordt een solide persoonlijkheidsstructuur gevormd, waarbij de christelijke identiteit het dagelijks leven doordringt en zich uitdrukt vanuit een uitmuntende professionaliteit.
Referenties naar alinea 6: 1
Artsen moeten voorvechters van het leven zijn ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De Katholieke Universiteit, die een bijzondere relatie met de Stoel van Petrus heeft, wordt er vandaag toe geroepen een voorbeeldinstituut te zijn dat het onderwijs niet reduceert tot de doelmatigheid van een economisch resultaat, maar haar inzet uitbreidt tot projecten waarin de gave van het verstand de gaven van de geschapen wereld onderzoekt en ontwikkelt, en daarbij verder gaat dan een louter productgerichte en utilitaristische visie op het bestaan, omdat “het mens-zijn is gemaakt voor de gave; de gave die uitdrukking geeft aan de transcendente dimensie van het mens-zijn en deze dimensie realiseert.” Caritas in Veritate [[2254|34]] Juist deze samenvoeging van wetenschappelijk onderzoek en onvoorwaardelijke dienst aan het leven is tekenend voor de katholieke fysionomie van de Faculteit der Geneeskunde en Chirurgie “Agostino Gemelli”, omdat het perspectief van het geloof zich binnenin – niet boven of naast – het scherpzinnige en vasthoudende zoeken naar kennis bevindt.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Een katholieke Faculteit der Geneeskunde is een plaats waar het transcendente humanisme geen retorische slogan is, maar een doorleefde regel van dagelijkse toewijding. Dromend van een authentiek katholieke Faculteit der Geneeskunde en Chirurgie, plaatste pater Gemelli – en met hem vele anderen, zoals Prof. Brasca – de menselijke persoon in zijn kwetsbaarheid en grootsheid weer in het centrum van de aandacht, met de steeds weer nieuwe hulpmiddelen voor hartstochtelijk onderzoek en in het niet mindere bewustzijn van de grens en het mysterie van het leven. Hierom heeft u een nieuw universitair centrum voor het leven willen oprichten, dat andere, reeds bestaande instituten ondersteunt, zoals het Internationaal Wetenschappelijk Instituut Paulus VI. Ik moedig de aandacht voor het leven in al haar fasen dan ook aan.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Nu wil ik me in het bijzonder richten tot alle patiënten die hier aanwezig zijn in het “Gemelli”, en hen verzekeren van mijn gebed en mijn genegenheid en hun zeggen dat ze hier altijd met liefde gevolgd zullen worden, omdat in hun gezicht dat van de lijdende Christus wordt gereflecteerd.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Het is precies de liefde van God, die schittert in Christus, die de blik van de research scherp en doordringend maakt en vat wat geen enkel onderzoek in staat is te vatten. Dit was de zalige Giuseppe Tonolio zich goed bewust, die zei dat het in de aard van de mens ligt om in de anderen het beeld van God – die Liefde is – te zien en in de schepping zijn voetafdruk. Zonder liefde verliest ook de wetenschap haar adeldom. Alleen de liefde garandeert de menselijkheid van het onderzoek. Dank voor uw aandacht.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/5114-bij-gelegenheid-van-de-50e-verjaardag-van-de-faculteit-der-geneeskunde-nl