Laat ons een stap verder zetten en stellen wij ons de vraag: zijn er kwetsuren in die eenheid? Kunnen wij die eenheid verwonden? Helaas zien wij dat in heel de geschiedenis en zelfs nu, de eenheid niet altijd beleefd wordt. Soms doet zich onbegrip voor, conflicten, spanningen en verdeeldheid die de eenheid verbreken en dan heeft de Kerk niet meer het gelaat dat wij zouden willen, dan manifesteert zij niet de liefde die God wil. Wij zijn het die verscheurdheid veroorzaken! En als wij de verdeeldheid zien die nog onder christenen, katholieken, orthodoxen, protestanten … heerst, dan ervaren wij hoe moeilijk het is om deze eenheid ten volle zichtbaar te maken. God geeft ons eenheid, doch dikwijls valt het ons moeilijk ernaar te leven. Gemeenschap moet nagestreefd en opgebouwd worden, men dient tot gemeenschap op te voeden, onbegrip en verdeeldheid te overstijgen, te beginnen in ons eigen gezin, binnen Kerkelijke instanties en ook in de oecumenische dialoog. Onze wereld heeft eenheid nodig, wij leven in een tijd waarin wij allen eenheid, verzoening, gemeenschap nodig hebben en de Kerk is het Huis van gemeenschap.
De heilige Paulus zei tot de christenen van Efeze: “Ik, de gevangene in de Heer, vraag u met aandrang: leidt een leven dat beantwoordt aan de roeping die gij van God ontvangen hebt, in alle deemoed en zachtheid, in lankmoedigheid, liefdevol elkaar verdragend. Beijvert u de eenheid des Geestes te behouden door de band van de vrede” . Nederigheid, zachtmoedigheid, lankmoedigheid, liefde om de eenheid te bewaren! Ziedaar de wegen, de echte wegen van de Kerk. Beluisteren wij ze nogmaals. Nederigheid tegen verwaandheid, tegen hoogmoed, nederigheid, zachtmoedigheid, lankmoedigheid, liefde om de eenheid te bewaren. En Paulus vervolgt: één lichaam, dat van Christus dat wij in de Eucharistie ontvangen; één Geest die de Kerk voortdurend bezielt en herschept; één hoop, het eeuwig leven; één geloof, één doopsel, één enkele God, Vader van allen. De rijkdom van wat ons verenigt! En dat is ware rijkdom: wat ons verenigt, niet wat ons verdeelt. Dat is de rijkdom van de Kerk. Dat ieder zich vandaag de vraag stelt: doe ik de eenheid in het gezin, in de parochie, in de gemeenschap groeien, of ben ik een kwaadspreker? Ben ik oorzaak van verdeeldheid, van onbehagen? Kent u het kwaad niet dat geroddel veroorzaakt aan de Kerk, aan parochies, gemeenschappen! Dat doet kwaad! Geroddel kwetst. Voor te roddelen, moet een christen zich op de tong bijten! Ja of nee? Zich op de tong bijten: dat zal ons goed doen omdat de tong dan zwelt en men niet meer kan spreken, niet meer kan roddelen. Heb ik de nederigheid de kwetsuren aan de gemeenschap met geduld en opoffering te lenigen?