Geliefde broeders en zusters,
In het Evangelie van deze stralende nacht van de Paaswake ontmoeten wij als eersten de vrouwen die zich met reukwerk naar het graf van Jezus begeven om zijn lichaam te zalven. Zij gaan om een gebaar van medelijden, genegenheid, liefde te maken, een traditioneel gebaar jegens een dierbaar, overleden iemand, zoals wij dat ook doen. Zij waren Jezus gevolgd, hadden naar Hem geluisterd, hadden zich begrepen gevoeld in hun waardigheid en hadden Hem begeleid tot aan het einde, op Calvarië, en tot aan de kruisafneming. Wij kunnen ons hun gevoelens voorstellen, terwijl zij naar het graf gaan: een zekere droefheid, het verdriet, omdat Jezus hen had verlaten, was gestorven, het met Hem was afgelopen. Nu keerde men terug naar het leven van vroeger. In de vrouwen duurde de liefde echter voort en het is de liefde voor Jezus die hen ertoe had aangezet zich naar het graf te begeven. Maar op dit punt gebeurt er iets totaal onverwachts, iets nieuws, dat hun hart en hun programma’s in de war brengt en hun leven in de war zal brengen: zij zien dat de steen van het graf is weggerold, zij naderen en vinden het lichaam van de Heer niet. Het is een feit dat hen verbijsterd doet staan, vol twijfels, vol vragen: “Wat gebeurt er?”, “Wat voor zin heeft dit alles.” Overkomt dit misschien ook ons niet, wanneer er iets werkelijk nieuws gebeurt in de dagelijkse opeenvolging van de gebeurtenissen? Wij blijven stilstaan, wij begrijpen het niet, wij weten niet hoe ermee om te gaan. Het
nieuwe boezemt ons vaak angst in, ook het nieuwe dat God ons brengt, het nieuwe dat God van ons vraagt. Wij zijn zoals de apostelen in het evangelie: dikwijls geven wij er de voorkeur aan onze zekerheden te behouden, te blijven stilstaan bij een graf, bij de gedachte aan een overledene die aan het einde alleen maar leeft in de herinnering van de geschiedenis, zoals de grote persoonlijkheden uit het verleden. Wij zijn bang voor de verrassingen van God! Geliefde broeders en zusters, wij zijn in ons leven bang voor de verassingen van God! Hij verrast ons altijd! De Heer is zo.
Broeders en zusters, laten wij ons niet afsluiten voor het nieuwe dat God in ons leven wil brengen! Wij zijn dikwijls moe, teleurgesteld, bedroefd, wij voelen de last van onze zonden, wij denken dat wij het niet redden. Laten wij ons niet in onszelf opsluiten, laten wij het vertrouwen niet verliezen, laten wij nooit berusten: er zijn geen situaties die God niet kan veranderen, er is geen zonde die Hij niet kan vergeven, als wij ons openen voor Hem.