In het Evangelie van vandaag is het juist Gods barmhartigheid die de apostel Thomas ervaart en zij heeft een concreet gelaat, dat van Jezus, van de verrezen Jezus. Thomas vertrouwt niet wat de andere apostelen hem zeggen: “Wij hebben de Heer gezien”; Jezus’ belofte: Ik zal op de derde dag verrijzen, volstaat niet voor hem. Hij wil zien, hij wil zijn hand in de tekenen van de nagelen en de zijde leggen. En hoe reageert Jezus? Met geduld: Jezus laat Thomas, die koppig blijft in zijn ongeloof, niet in de steek; Hij geeft hem een week tijd, Hij sluit Zijn deur niet, Hij wacht. En Thomas erkent zijn armzaligheid, zijn klein geloof. “Mijn Heer en mijn God”: door deze eenvoudige maar van geloof vervulde aanroeping, beantwoordt hij Jezus’ geduld. Hij laat zich in Gods barmhartigheid wikkelen, hij ziet haar aan in de wonden van de handen en voeten, in de open zijde, en vindt het vertrouwen terug: hij is een nieuwe mens, niet langer ongelovig, maar gelovig.
En denken wij ook terug aan Petrus: drie keer verloochent hij Jezus, juist op het ogenblik dat hij Hem het meest nabij zou moeten zijn; en op de bodem ontmoet hij Jezus’ blik die hem, geduldig, zonder woorden, zegt: Petrus, heb geen angst van uw zwakheid, heb vertrouwen in Mij. En Petrus begrijpt, voelt de liefdesblik van Jezus en weent. Hoe mooi is hij, die blik van Jezus – wat een tederheid! Broeders en zusters, laten wij nooit het vertrouwen verliezen in de geduldige barmhartigheid van God!
Denken wij aan de twee leerlingen van Emmaüs: een bedroefd gelaat, vruchteloos op weg, zonder hoop. Maar Jezus laat hen niet in de steek: Hij gaat met hen mee, en dat niet alleen! Met geduld verklaart Hij hen wat in de Schriften op Hem betrekking heeft en Hij blijft bij hen eten. Dat is de stijl van God: Hij is niet ongeduldig zoals wij, wij die dikwijls alles willen en onmiddellijk, ook als het om mensen gaat. God heeft geduld met ons omdat Hij ons liefheeft, en wie liefheeft, begrijpt, hoopt, geeft vertrouwen, laat niet in de steek, blaast geen bruggen op, kan vergeven. Denken wij daar in ons christenleven aan: God wacht altijd op ons, ook als wij van Hem zijn weggegaan! Hij is nooit ver en als wij tot Hem terugkeren, is Hij bereid ons te omhelzen.
De parabel van de barmhartige Samaritaan maakt altijd grote indruk op mij omdat zij me altijd veel hoop geeft. Stel u de jonge zoon voor in het huis van zijn vader, hij werd bemind; nochtans wil hij zijn deel van de erfenis; hij gaat weg, verkwist alles, geraakt tot op de grond, verder weg van zijn vader; en wanneer hij in de put zit, heeft hij heimwee naar de warmte van het vaderhuis en keert terug. En de vader? Is hij zijn zoon vergeten? Nee, nooit. Hij is er, hij bemerkt hem van op afstand, hij wachtte elke dag op hem, elk moment: hij heeft de zoon altijd in zijn hart bewaard, ook toen hij hem in de steek liet, ook toen hij heel zijn bezit, t.t.z. zijn vrijheid, verkwanseld had; de vader heeft geen ogenblik opgehouden met geduld en liefde, hoop en erbarmen aan hem te denken, en van zodra hij hem ziet – hij is nog ver, loopt hij hem tegemoet en omhelst hem teder, Gods tederheid, zonder een woord van verwijt: hij is terug! Dat is de vreugde van een vader: de omhelzing van zijn zoon omvat heel zijn vreugde. God wacht altijd op ons, Hij wordt het niet moe. Jezus toont ons dit barmhartig geduld van God opdat wij opnieuw vertrouwen en hoop zouden vinden, altijd! Romano Guardini zei dat God onze zwakheid beantwoordt met geduld en dat is de reden van ons vertrouwen, onze hoop . Het is als een dialoog tussen onze zwakheid en Gods geduld. Laten we deze dialoog hoopvol voeren.