Het Tweede Vaticaans Concilie: betrouwbaar kompas
x
Informatie over dit document
Het Tweede Vaticaans Concilie: betrouwbaar kompas
Paus Benedictus XVI
10 oktober 2012
Pauselijke geschriften - Audiënties
2012, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk
Vert. vanuit het Duits: drs. Willie Bierman; alineaverdeling en -nummering: redactie
Vert. vanuit het Duits: drs. Willie Bierman; alineaverdeling en -nummering: redactie
10 oktober 2012
5 juli 2013
4721
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Dierbare broeders en zusters!We staan aan de vooravond van de dag, waarop we de vijftigste verjaardag van de opening van het Tweede Oecumenisch Vaticaans Concilie [d:4] en het begin van het Jaar van het Geloof [d:354] zullen vieren. Bij deze catechese wil ik beginnen, om met enkele korte overwegingen de gedachten te laten gaan over die grote kerkelijke gebeurtenis die het Concilie was, - een gebeurtenis, waarvan ik een directe getuige ben geweest. Het komt ons voor ogen, om het zo uit te drukken, als een groot fresco, geschilderd in de grote diversiteit van verschillende elementen, geleid door de Heilige Geest. En zoals voor een grote beeltenis nemen we ook vandaag nog de uitzonderlijke rijkdom waar van dat ogenblik van genade, en ontdekken de bijzondere overgangen, fragmenten en mozaïeksteentjes opnieuw.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De zalige Johannes Paulus II [d:126] schreef op de drempel van het derde Millennium, dat hij zich “meer dan ooit tevoren verplicht voelde, om te wijzen op het Concilie als die grote genade waarvan de Kerk in de Twintigste eeuw mocht profiteren. In het Concilie is ons een betrouwbaar kompas gegeven, waarop we ons kunnen oriënteren op de weg van de nu beginnende eeuw.” Novo millennio ineunte [[9|57]] Ik geloof dat dit beeld veelzeggend is. We moeten terugkeren naar de Documenten van het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] en ze bevrijden van de overvloed van publicaties die er vaak niet aan hebben bijgedragen dat we de Documenten van het Concilie leerden kennen, maar waardoor ze eerder juist verduistert werden. Toch zijn die Documenten ook voor onze tijd een kompas, die het voor het schip van de Kerk mogelijk maakt, om te varen op open zee, te midden van stormen zowel als op kalme golven, en om een behouden koers te varen en het doel te bereiken.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Ik herinner mij die tijd noch goed: ik was net professor in de fundamentele theologie aan de Universiteit van Bonn en de aartsbisschop van Keulen, kardinaal Frings, was voor mij een menselijk en priesterlijk referentiepunt. Hij nam mij mee naar Rome als zijn theologisch adviseur; later werd ik ook benoemd tot Peritus van het Concilie. Voor mij was dat een unieke ervaring: na alle inspanningen en begeestering bij de voorbereiding kon ik een levende Kerk zien - bijna 3000 Concilievaders uit alle delen van de wereld verenigd onder leiding van de opvolger van Petrus -, een Kerk die zich laat beleren door de Heilige Geest, de waarlijk drijvende kracht van het Concilie. Zelden in de geschiedenis kon men, zoals toen, de Universaliteit van de Kerk als het ware aanraken, in een ogenblik van grote verwerkelijking van haar missie, om het Evangelie in alle tijden en tot aan de einden der aarde te dragen. Als u dezer dagen de beelden van de opening van deze grote vergadering [126] zult terugzien, op televisie of via andere communicatiemiddelen, dan kunt ook u de vreugde, de hoop en de bemoediging meevoelen, die de deelname aan deze lichtende gebeurtenis, die straalt tot in de huidige tijd, ons heeft geschonken.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
In de kerkgeschiedenis zijn, zoals u wellicht weet, meerdere Concilies voorafgegaan aan het Tweede Vaticaans Concilie [d:4]. Gewoonlijk werden deze grote kerkelijke vergaderingen bij elkaar geroepen, om basiselementen van het geloof te definiëren, en vooral ook om vergissingen te corrigeren, die het geloof in gevaar brachten. Denken we aan het Concilie van Nicea [d:222] in het jaar 325, dat de dwaalleer van het Arianisme bestreed en de goddelijkheid van Jezus, de Eniggeboren Zoon van de Vader, met nadruk bevestigde; of aan het Concilie van Efese [d:249] van 431, dat Maria als Moeder van God definieerde; of aan het Concilie van Chalcedon [d:360] van 451, dat de éne Persoon van Christus in twee naturen bevestigde, de goddelijke en de menselijke natuur. Om wat dichter bij onze eigen tijd te komen, moeten we het Concilie van Trente [d:21] in de zestiende eeuw noemen, dat wezenlijke punten van de katholieke leer tegenover de protestantse Reformatie opgehelderd heeft; of het Eerste Vaticaans Concilie [d:217], dat is begonnen met nadenken over meerdere thema’s, maar slechts de tijd had om twee documenten voort te brengen - éen over het kennen van God, de openbaring, het geloof en de betrekkingen tot het verstand, en het andere over het primaatschap van de paus en over de onfeilbaarheid -, want het werd door de bezetting van Rome in september 1870 afgebroken.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Wanneer we onze blik richten op het Tweede Vaticaans Concilie [d:4], dan zien we dat er op dat moment van de voortgang van de Kerk geen bijzondere geloofsdwalingen te corrigeren of te veroordelen waren, en er waren ook geen speciale vragen omtrent de leer of de discipline op te helderen. Daarom kan men begrijpen, dat de kleine groep van kardinalen, die in de Kapittelzaal van het Benedictinessenklooster van de Heilige Paulus buiten de muren aanwezig waren toen de zalige Johannes XXIII op 25 januari 1959 de Diocesaansynode voor Rome en het Concilie voor de Universele Kerk aankondigde [139], zeer verrast waren. En de eerste kwestie die zich bij de voorbereiding van deze grote gebeurtenis daarom voordeed was: hoe te beginnen en wat precies moet haar opdracht zijn? Bij de openingstoespraak [126] op 11 oktober vijftig jaar geleden gaf Johannes XXIII een algemene aanwijzing: het geloof moest op een “vernieuwde”, indrukwekkende manier spreken - want de wereld veranderde razendsnel -, maar haar eeuwig geldige inhoud moest volledig intact bewaard worden, zonder restricties en compromissen. De paus wilde dat de Kerk over haar geloof en over de waarheden die haar sturen nadacht. Maar het doel van deze serieuze, verdiepende reflexie over het geloof was, dat de relatie tussen de Kerk en het moderne, tussen het Christendom en bepaalde wezenlijke elementen van het moderne denken opnieuw geformuleerd werden, - niet om haar daaraan aan te passen, maar om aan onze wereld, die ertoe neigt zich van God te verwijderen, de aanspraak van het Evangelie in haar volledige grootsheid en helderheid te tonen. vgl: Expergiscere homo - Tot de Romeinse Curie bij gelegenheid van het uitwisselen van de Kerstwensen 2005 [[[1787|6-10]]] Daarnaar verwijst ook de dienaar van God Paulus VI in zijn Preek aan het einde van de laatste zitting van het Concilie op 7 december 1965 [751], met uitzonderlijk actuele woorden. Om tot een goede beoordeling van deze gebeurtenis te kunnen komen, zo zei de paus, “moet men de tijd in ogenschouw nemen, waarin de gebeurtenis plaats vond. Ze vond plaats in een tijd waarin de mensen, zoals iedereen kan waarnemen, meer op het aardse rijk dan op het hemelse Rijk georiënteerd zijn; in een tijd, zo wil ik toevoegen, waarin de verwaarlozing van God tot gewoonte wordt, als zou ze worden ingegeven door de wetenschappelijke vooruitgang; in een tijd, waarin de grondhouding van de mens, die zich van het eigen ik en de eigen vrijheid sterker is bewust geworden, er naar neigt om zijn absolute autonomie op te eisen en zich van ieder transcendent voorschrift te bevrijden; in een tijd, waarin het secularisme wordt gezien als het logische gevolg van het moderne denken en de verstandigste norm voor de eigentijdse ordening van de samenleving ... in deze tijd werd ons Concilie gehouden, tot eer van God, in de naam van Christus, onder invloed van de Heilige Geest”, zo sprak Paulus VI. En tot slot verwees hij naar de kwestie van God als het centrale middelpunt van het Concilie, naar die God, die “werkelijk bestaat, leeft, Persoon is, Die voor ons zorgt, Die oneindig goed is. Hij is niet alleen in zich zelf goed, maar Hij is ook voor ons goed. Hij is onze Schepper, onze Waarheid, onze Zaligheid. Als de mens zich inspant, het verstand en het hart in aanschouwing naar God te richten, dan voltrekt hij de hoogste en meest volkomen act van zijn ziel, de act die ook vandaag nog het hoogtepunt van de talloze bereiken van het menselijk handelen zijn kan en zijn moet, en waaruit zij hun waardigheid ontlenen.” Hodie Concilium Oecumenicum [[751|3]]
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
We zien, dat de tijd waarin wij leven, ook nu nog door vergeetachtigheid en doofheid tegenover God gekenmerkt is. Ik denk daarom, dat we de meest eenvoudige en meest wezenlijke leer van het Concilie moeten begrijpen: dat het wezen van het Christendom bestaat uit het geloof in God, die drievoudige liefde is, alsook in de persoonlijke en gemeenschappelijke ontmoeting van Christus, Die voor het leven richting geeft en daarin voor gaat: al het andere komt daaruit voort. Het voornaamste is vandaag, dat men, zoals dat ook de wens van de Concilievaders was, weer duidelijk ziet dat God tegenwoordig is, wij met Hem te maken hebben, dat Hij ons antwoordt. En dat, wanneer het geloof in God afwezig is, het wezenlijke vergaat, omdat de mens dan zijn grote waardigheid verliest en datgene wat zijn menselijke natuur verheft, tegen ieder reductionisme in. Het Concilie herinnert ons er aan, dat de Kerk in al haar geledingen de opgave, de opdracht heeft, het woord van de verlossende liefde van God door te geven, zodat dat goddelijk appèl, waarin onze zaligheid gegeven is, gehoord en aangenomen wordt.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Als ik in dit licht de rijkdom bezie die de Documenten van Vaticanum II [d:4] bevatten, wil ik alleen de vier constituties noemen, als het ware de vier kardinale richtingen van het kompas, waarop we ons mogen oriënteren. De constitutie over de heilige liturgie Sacrosanctum Concilium [570] toont ons, dat in de Kerk op de eerste plaats de aanbidding staat, God staat, de centraliteit van het mysterie van de tegenwoordigheid van Jezus staat. En de fundamentele opgave van de Kerk, Lichaam van Christus en in de tijd pelgrimerend volk onderweg, is om God te verheerlijken, zoals het in de dogmatische Constitutie Lumen Gentium [617] tot uitdrukking komt. Het derde document, dat ik wil noemen, is de constitutie over de goddelijke openbaring Dei Verbum [576]: het levende Woord van God roept de Kerk samen en bezielt haar op haar weg door de geschiedenis. En de manier waarop de Kerk de gehele wereld het Licht brengt, dat ze van God heeft ontvangen, om Hem te verheerlijken, is het grondthema van de Pastorale Constitutie Gaudium et Spes [575].
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] is voor ons een krachtige oproep, om iedere dag opnieuw de schoonheid van ons geloof te herontdekken, dieper te leren kennen om tot een diepere band met de Heer te komen en onze christelijke roeping ten einde toe te leven. Dat de maagd Maria, Moeder van Christus en van de gehele Kerk, ons moge bijstaan om dat te verwerkelijken en te vervullen, wat de Concilievaders, bezield door de Heilige Geest, in hun hart bewaarden: de wens, dat allen het Evangelie mogen leren kennen en de Heer als Weg, Waarheid en Leven ontmoeten. Dank u.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/4721-het-tweede-vaticaans-concilie-betrouwbaar-kompas-nl