
Paus Pius XII - 12 augustus 1950
Uit wat wij gezegd hebben blijkt, dat de genoemde pogingen niet alleen voeren tot het zogenaamde dogmatisch "relativisme", maar dat zij dit in feite reeds inhouden. En dit relativisme wordt sterk in de hand gewerkt door de geringschatting van de traditionele leer en van de terminologie, waarin deze wordt weergegeven. Het is voor iedereen duidelijk, dat deze terminologie, zoals zij wordt gebruikt in de onderwijsinstellingen en door het kerkelijk leergezag zelf, vervolmaakt en gepreciseerd kan worden; en het is bovendien bekend, dat de Kerk niet altijd heeft vast gehouden aan het gebruik van dezelfde termen. Ook is het duidelijk, dat de Kerk zich niet kan binden aan ieder willekeurig filosofisch systeem, dat korte tijd in zwang is; maar wat de katholieke geleerden gedurende meerdere eeuwen eenstemmig hebben opgebouwd om tot enig begrip van het dogma te komen, kan onmogelijk steunen op zo'n wankele grondslag. Het steunt immers op beginselen en begrippen, die uit een ware kennis van het geschapene zijn afgeleid; en bij het vormen van deze kennis heeft de geopenbaarde waarheid als een ster, door middel van de Kerk, de menselijke geest voorgelicht. Het is daarom niet te verwonderen, dat sommige van deze begrippen door de algemene concilies niet alleen gebruikt zijn, maar daardoor ook zo zijn gesanctioneerd, dat men er niet van mag afwijken.