A ministerii nostri

Dierbare Broeders in het priesterschap,

Sinds het begin van mijn bediening als Herder van de Wereldkerk heb ik het verlangen dat Witte Donderdag [d:36] ieder jaar een dag mag zijn van bijzondere geestelijke gemeenschap met u; een dag om samen met u te bidden, in uw pastorale zorgen en hoop te delen, uw edelmoedige en trouwe dienst aan te moedigen en u te danken in naam van heel de Kerk.

Dit jaar schrijf ik u geen brief maar zend ik u de tekst van een gebed [4657] dat is ingegeven door geloof en voortkomt uit het diepst van mijn hart, teneinde het samen met u tot Christus te richten op de geboortedag van mijn en uw priesterschap en ook om u een gemeenschappelijke overweging aan te bieden, die door dit gebed wordt verlicht en geschraagd.

Mag ieder van u 'de genade van God aanwakkeren die hij in zich draagt door de handoplegging' (2 Tim. 1, 6) [[b:2 Tim. 1, 6]] en met hernieuwde vurigheid de vreugde smaken van de volledige toewijding aan Christus.

Vaticaanstad, 25 maart 1982, hoogfeest van de Aankondiging van de Heer, het vierde jaar van mijn pontificaat.

JOANNES PAULUS PP. II