Begroeting van de Italiaanse autoriteiten na terugkomst op het vliegveld van Fiumicino vanuit New York

Nu wij, na ons bezoek aan de zetel van de Verenigde Naties in New York, weer voet zetten op onze ge­liefde Italiaanse grond, stijgt een diep gevoel van dankbaarheid uit ons hart op naar de Heer voor de goede gedachte, die Hij ons ingegeven heeft om deze reis te ondernemen, en voor het resultaat waarmee Hij ons werk bekroond heeft. Vervolgens gaat onze dank uit naar u, hoogwaar­digheidsbekleders van de Italiaanse staat en de rege­ring, in het bijzonder naar de president van de minis­terraad en naar de leden van de Romeinse curie; naar het diocesaan bestuur van het bisdom Rome; naar hunne eminenties de kardinalen; de burgemees­ter; de leden van het Corps Diplomatique, hier ver­tegenwoordigd door de ambassadeur van Italië en door uw deken; naar alle politieke en militaire autoriteiten en tenslotte naar u allen, geliefde kinderen, die met zoveel interesse en goede wensen onze onge­wone pelgrimstocht gevolgd hebt en die op dit ogen­blik onze terugkeer met uw tegenwoordigheid op­luistert.

Onze tocht was een vredesmissie, zij had geen andere bedoeling, geen enkel ander motief. Wij waren pel­grim voor de vrede. Wij hebben de vredesboodschap, die de engelen destijds kwamen brengen rond de armzalige kribbe van het vlees geworden Woord, willen verkondigen aan de gehele wereld, die op ideële manier verenigd is in de Organisatie der Ver­enigde Naties. Wij hebben een openlijk bewijs van steun willen geven aan het vredeswerk en de vredes­onderhandelingen van dit instituut. Wij hebben de verzekering willen geven, dat de Kerk, vandaag evenals altijd, staat aan de zijde van hen, die werken voor de vrede, dat zij hun streven ondersteunt met haar gezag en haar zegen.

Nu wij onze zending volbracht hebben, is het ons een grote vreugde te kunnen zeggen, dat wij diep geroerd zijn door de ernstige aandacht waarmee onze nederige woorden aanhoord zijn. Onze erkentelijkheid gaat vooral uit naar de secre­taris-generaal van de U.N.O. en naar de vertegen­woordigers van de diverse andere, zeer verdienste­lijke organisaties, voor de grote aandacht en zorg waarmee zij ons omringd hebben. Ook zullen wij nooit het hartelijke welkom kunnen vergeten, waarmee onze goede Amerikaanse katho­lieken, die ons om hun edelmoedigheid en hun ijver voor het goede zo dierbaar zijn, ontvangen hebben. Met dankbaarheid denken wij ook aan al hun goede en ijverige zielenherders. En in een hartelijke af­scheidsgroet omhelzen wij het gehele volk van de Verenigde Staten van Amerika. Hun enthousiasme, dat ons korte verblijf in hun land omringd heeft, heeft duidelijk aangetoond, als het ware uit naam van alle volken over de gehele aarde, hoe groot en hoe diep het verlangen en de wil tot vrede leeft in de harten van de gehele mensheid.

Voor dit universele verlangen naar vrede zullen wij, naar ons vermogen, blijven voortgaan te werken. Dit is een fundamenteel punt van ons program, van ons ambt.

Moge God ons helpen bij ons werk, terwijl wij een ieder, die wij op deze moeizame maar heilzame weg ontmoeten, sterken met onze apostolische zegen.