
Paus Benedictus XVI - 14 maart 2012
De laatste vermelding van Maria in de twee geschriften van de heilige Lucas is verbonden met de dag van zaterdag: het is de rustdag van God na de schepping, de dag van stilte na Jezus’ dood en van wachten op Zijn verrijzenis. Hierin is de traditie geworteld om de Maagd Maria op zaterdag te vereren. Tussen de Hemelvaart van de Verrezene en het eerste christelijke Pinksteren, komen de apostelen en de Kerk met Maria bijeen om met Haar de gave van de Heilige Geest af te wachten, zonder wie men geen getuigen kan worden. De Maagd Maria die Hem reeds ontvangen heeft om het mens geworden Woord ter wereld te brengen, deelt met heel de Kerk de verwachting van deze gave opdat Christus zou gevormd worden Vgl. Gal. 4, 19 in het hart van alle gelovigen. Als er geen Kerk is zonder Pinksteren, is er evenmin een Pinksteren zonder de Moeder van Jezus want Zij heeft op een unieke manier beleefd wat de Kerk iedere dag ervaart onder de werking van de Heilige Geest. De heilige Chromatius van Aquilea geeft volgend commentaar op deze vermelding in de Handelingen van de Apostelen:
“De Kerk verzamelt zich in de bovenzaal met Maria, die Jezus’ Moeder was, en met Zijn broeders. Men kan dus slechts spreken over de Kerk indien Maria, de Moeder van de Heer, er met Zijn broeders is: want de Kerk van Christus is daar waar men verkondigt dat Christus in de Maagd is mens geworden; en men hoort het Evangelie slechts daar waar de apostelen, de broeders van de Heer, preken” H. Chromatius van Aquileia, Preken, Sermones. 30, 1: SC 164, 135.