Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Geliefde broeders en zusters,
Het is voor mij ontroerend hier met zoveel mensen uit verschillende delen van Duitsland en uit zijn buurlanden nog eenmaal Eucharistie, Dankzegging, te vieren. Willen wij voor alles God dank zeggen, in wie wij leven en ons bewegen. Ik wil echter ook jullie allen danken voor jullie gebed ten gunste van de navolger van Petrus, dat hij zijn dienst verder in vreugde en vertrouwen mag verrichten en de broeders en zusters in het geloof sterken kan.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
“God, Gij toont uw grootheid vooral als Gij ons genadig zijn en barmhartigheid bewijst”, zo hebben we in het openingsgebed gebeden. In de Eerste lezing hoorden wij hoe God in de geschiedenis van Israël de macht van zijn erbarming kenbaar maakte. De ervaring van de Babylonische ballingschap had het volk in een geloofscrisis gestort: Waarom was dit onheil losgebarsten? Was God niet werkelijk almachtig?
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Bij het zien van al het verschrikkelijke wat in de wereld gebeurt, zijn er tegenwoordig theologen die zeggen dat God niet almachtig kan zijn. Daarentegen belijden wij dat God, de Almachtige, de Schepper van hemel en aarde is. Wij zijn blij en dankbaar dat Hij almachtig is. Maar wij moeten ons tegelijk bewust worden dat Hij zijn macht anders uitoefent dan wij mensen gewoon zijn te doen. Hij heeft aan zijn macht zelf een grens gesteld waarin Hij de vrijheid van zijn schepsels erkent. Wij zijn blij en dankbaar voor die gave van vrijheid. Maar als we zien hoe met die gave omgegaan wordt, dan schrikken wij toch. Vertrouwen wij God, wiens macht zich vooral in erbarming en vergeving toont. En wees ervan verzekerd, lieve gelovigen: God verlangt naar het heil van zijn volk. Hij verlangt naar ons heil. Altijd, en vooral in tijden van nood en van diepgaande veranderingen, is Hij ons nabij, slaat zijn hart voor ons, keert Hij zich tot ons. Opdat de kracht van zijn erbarmen onze harten kan beroeren, behoeft het openheid voor Hem, is de bereidheid nodig van het kwade af te zien, uit de onverschilligheid op te staan en zijn woord ruimte te geven. God respecteert onze vrijheid. Hij dwingt ons niet.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Jezus pakt dit grondthema in de profetische prediking van het Evangelie op. Hij vertelt de gelijkenis van de twee zonen, die door de vader uitgenodigd worden in de wijngaard te werken. De eerste zoon antwoordde: “Goed vader, maar hij deed het niet” . De ander daarentegen zei tot zijn vader: “Ik wil niet, maar later kreeg hij spijt en ging toch” . Op de vraag van Jezus wie van beiden de wil van de vader gedaan heeft, antwoorden de toehoorders: “De laatste” . De boodschap van de gelijkenis is duidelijk: Niet op het woord, maar op de daad komt het aan, op de daden van bekering en van het geloof.
Jezus richt deze boodschap aan de hogepriester en de oudsten van het volk, dus aan de religieuze experts van het volk Israel. Zij zeggen eerst ja tegen Gods wil. Maar hun religiositeit werd routine, en God verontrust hen niet meer. De boodschap van Johannes de Doper en de boodschap van Jezus ervaren zij daarom als storend. Zo eindigt de Heer met drastische woorden zijn gelijkenis: “Tollenaars en ontuchtige vrouwen gaan eerder dan gij het Rijk Gods binnen. Johannes kwam tot u en beoefende de gerechtigheid; toch hebt gij hem geen geloof geschonken, terwijl de tollenaars en de ontuchtige vrouwen hem wel geloof schonken. Maar zelfs, nadat ge dit had gezien, zijt ge toch niet tot inkeer gekomen en hebt ge hem geen geloof geschonken” .
In de taal van onze tijd vertaald zou het Woord ongeveer zo klinken: Agnostici, die met de vragen naar God bezig zijn; mensen, die onder onze zonden lijden en verlangen naar een rein hart hebben, zijn dichter bij het Rijk Gods dan kerkelijke routiniers, die in haar slechts nog het apparaat zien, zonder dat hun hart door het geloof beroerd zou worden.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Zo moet Jezus’ woord ons allen tot nadenken stemmen, ja, ons wakker schudden. Dit betekent echter heus niet, dat nu allen, die in de Kerk leven en voor haar werken, eerder als ver van Jezus en Gods Rijk geclassificeerd zouden zijn. Wis en waarachtig niet! Nee, dit is veel meer het moment, om aan de vele professionele en vrijwillige medewerkers, zonder wie het leven in de parochies en in de kerken in het geheel niet denkbaar zou zijn, een woord van hartelijke dank uit te spreken. De Kerk in Duitsland heeft vele sociale en charitatieve instellingen, waarin de naastenliefde, die ook ten dienste van de maatschappij staat en van de gehele wereld, uitgeoefend wordt. Allen, die zich in caritas-verband of in andere kerkelijke organisaties engageren of die hun tijd en kracht grootmoedig voor de eredienst in de kerk ter dienste stellen, wil ik graag mijn dank en mijn waardering laten blijken. Tot deze dienst behoort allereerst kennis van zaken en professionele bekwaamheid. Maar in de betekenis van de verwijzing van Jezus hoort daar meer bij: een open hart, dat zich door Jezus’ liefde laat raken, en zo de naaste, die ons nodig heeft, meer geeft dan alleen technische service: de liefde, waarin voor de ander de liefhebbende God-Christus zichtbaar wordt.
Vragen wij aan onszelf: hoe staat het met mijn persoonlijke relatie tot God – in het gebed, in de zondagse viering van de H. Mis, in de verdieping van het geloof door het overdenken van de Heilige Schrift en het bestuderen van de ?
Lieve vrienden! De vernieuwing van de kerk kan uiteindelijk alleen door de bereidwilligheid tot bekering en door een hernieuwd geloof komen.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
In het Evangelie van deze zondag is sprake van twee zonen, achter hen staat echter nog geheimvol een derde zoon. De eerste zoon zegt ja, doet echter het hem opgedragene niet. De tweede zoon zegt nee, maar vervult toch de wil van zijn vader. De derde zoon zegt ja, en doet ook wat hem opgedragen is. Deze derde zoon is Gods eniggeboren Zoon Jezus Christus, die ons allen hier bijeengebracht heeft. Jezus sprak bij zijn komst in de wereld: “Ik ben gekomen, o God, om Uw wil te doen” . Dit jawoord heeft Hij niet alleen gezegd, maar ook gedaan. Zoals gezegd wordt in de Christushymne van de Tweede lezing: “Hij die bestond in goddelijke majesteit, heeft zich niet willen vastklampen aan de gelijkheid met God. Hij heeft zichzelf ontledigd en het bestaan van een slaaf op zich genomen. Hij is aan de mensen gelijk geworden. En als mens verschenen heeft Hij zich vernederd door gehoorzaam te worden tot de dood, tot de dood aan een kruis” .
In ootmoed en gehoorzaamheid heeft Jezus de wil van zijn Vader vervuld, is Hij voor zijn broeders en zusters aan het kruis gestorven, heeft Hij ons van onze hoogmoed en eigenzinnigheid verlost. Danken wij Hem voor zijn overgave, buigen wij de knie voor zijn naam en bekennen wij met de eerste christenen: “Jezus Christus is de Heer – tot eer van God, de Vader” .
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Het christelijk leven moet zich steeds opnieuw aan Christus’ maat spiegelen. “Die gezindheid moet onder u heersen welke Christus Jezus bezielde” , schrijft Paulus in de inleiding van de Christushymne. Enige verzen eerder roept hij op: “Als vermaning in Christus en liefdevolle bemoediging iets vermogen, als gemeenschap van geest, als hartelijkheid en mededogen u iets zeggen, maakt dan mijn vreugde volkomen door uw eenheid van denken, uw eenheid in de liefde, uw saamhorigheid en eensgezindheid” . Zoals Christus geheel met zijn Vader verbonden was en aan Hem en gehoorzaam, zo zullen zijn volgelingen God gehoorzamen en onder elkaar één zijn.
Lieve vrienden! Met Paulus durf ik jullie toe te roepen: maak dan mijn vreugde volkomen doordat jullie standvastig in Christus één zijn! De Kerk in Duitsland zal de grote uitdagingen van heden en de toekomst doorstaan en zuurdesem in de maatschappij blijven, wanneer priesters, godgewijden en christelijke leken getrouw in ieders specifieke roeping in eenheid samenwerken; wanneer parochies, gemeenschappen en bewegingen elkaar onderling bijstaan en verrijken; wanneer de gedoopten en gevormden de fakkel van het onvervalste geloven in eenheid met de bisschop hooghouden en hun rijke kennis en kunde daarmee laten verlichten. De kerk in Duitsland zal voor de wereldwijde katholieke gemeenschap voortaan een zegen zijn, wanneer zij trouw met de opvolger van de heilige Petrus en de apostelen verbonden blijft, de samenwerking met de missielanden op veelvuldige wijze onderhoudt en zich daarbij door de geloofsvreugde van de jonge Kerken laat aansteken.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Met de aanmaning tot eenheid verbindt Paulus de roep tot ootmoed: Geeft “niet toe aan partijzucht en ijdelheid, maar acht in ootmoed de ander hoger dan uzelf. Laat niemand alleen zijn eigen belangen behartigen, maar liever die van zijn naasten” . Het christelijke leven is Voor-leven: Er zijn voor de ander, ootmoedige inzet voor de naasten en het algemeen welzijn.
Lieve gelovigen! Ootmoed is een deugd, die in de wereld van vandaag niet hoog in het vaandel staat. Maar de volgelingen van God weten, dat deze deugd als het ware de olie is die gespreksprocessen vruchtbaar, samenwerking eenvoudig en eenheid hartelijk maakt.
Humilitas, het latijnse woord voor ootmoed, heeft met humus, aarde te maken. Ootmoedige mensen staan met beide benen op de grond. Voor alles echter richten zij zich op Christus, op Gods Woord, dat de kerk en ieder lid van haar onophoudelijk vernieuwt.
Bidden wij God om de moed en de deemoed om de weg van het gellof te gaan, uit de rijkdom van zijn erbarming te putten en de blik onophoudelijk op Christus gericht te houden, op het Woord dat alles nieuw maakt, dat voor ons “de Weg, de Waarheid en het Leven en onze toekomst is. Amen.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/4305-tijdens-de-h-mis-op-het-vliegveld-city-airport-bij-freiburg-im-nl