Inhoudsopgave
- Inhoud
Dierbare broeders en zusters,
Wij antwoorden vandaag op de eerste lezing uit het
Boek van de profeet Jeremia met de Psalm 63: "Naar U dorst mijn ziel en hunkert mijn hart, als dorre akkers naar regen".
In deze tijd van de afwezigheid van God, waar het land van de zielen dor is, en waar de mensen niet meer weten waarvandaan het levende water komen moet, willen wij de Heer vragen dat Hij zich laat zien. Wij willen Hem bidden, dat Hij diegenen, die ergens anders het levende water zoeken, aangeeft dat Hij er is en dat Hij niet toelaat dat de mensen nog lander leven in het verlangen naar het grotere te laten verdrinken en verstikken in wat voorbijgaat.
Wij willen vooral bidden voor de jonge mensen, dat hun dorst naar Hem in hun levendig wordt en dat zij ontdekken, waar antwoorden te vinden zijn.
Wij, die God vanaf onze jeugd hebben gekend, moeten om vergeving vragen, omdat wij de mensen zo weinig het licht van Zijn gelaat brengen, omdat wij zo weinig zekerheid uitstralen over Zijn bestaan, "dat Hij het is, dat Hij aanwezig is en dat Hij de Ene is op wie iedereen zit te wachten." Wij willen Hem vragen, dat Hij ons vergeeft, dat Hij ons vernieuwt met het levende water van Zijn Geest en ons de heilige Geheimen op een goede wijze laat vieren.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/4278-god-vergeving-vragen-omdat-we-er-niet-geslaagd-zijn-het-geloof-nl